"De koersen houden mijn conditie wel op peil" GEKRO moet doorgaan, omdat Rotterdam onjuist handelde Wielrenner Wim Liebrechts: JONGE MEDEWERKER VERKOPER adm. medewerkster TWEE MILJOEN SLACHTAFVAL, KADAVERS EN BLOED DE HAVENLOODS, DONDERDAG 8 JULI 1971 27-137 Met een gevoel van tederheid streelt n zacht verfrissend zomerbriesje over de, in de brandende zonnestralen badende, Van Beethovensingel. De werkers aan gene zijde van de Vlaar- dingse singel vegen met een moedeloos gebaar de transpiratiedruppels van hun verhitte voorhoofden en leggen zich neer bij het feit, dat de verplichte uren van hun werkdag met een driftige regelmaat naar de acht schuiven. Aan de woonzijde bewijzen de schaars bezette parkeerplaatsen, dat de heren des huizes zich nog steeds afwezig moeten melden. Een begripvolle moeder heeft haar kroost in een plastic waterreservoir gepoot en enige portie ken verderop heeft Wim Liebrechts in een tuinstoel genesteld. De Vlaardingse „pedaleur" rust uit van een overbezet weekeinde, dat hem zaterdag in Scheveningen en zondag ergens in Brabant bezig had gehouden. Voor hem geen training bij deze tro pische temperaturen; trouwens tijdens het totale seizoen neemt de training bij Wim Liebrechts geen vooraanstaande plaats in. Zegt hij: ,Mijn conditie wordt door de vele wedstrijden wel op peil gehouden Het is zeker niet simpel om Wim Liebrechts een uurtje uit zijn bezighe den te rukken. Een amateurwielrenner is tijdens de zomermaanden een bezig baasje, die op zaterdagen en zondagen - en daarbij mogen we aan de avond- koersen zeker niet voorbijgaan - de diverse rondes afstroopt op zoek naar eer en de portemonnaiestrelende overwinningen. De resterende avonden vullen zich met het onderhoud van de fiets en het bezoeken van masseur en Maar in de late middaguren treffen we Wim Liebrechts dan toch thuis. Zijn tuinstoel ruilt hij voor een eetkamer- stoel in het benauwde binnenste van het zondoorstoofde begane-grond-huis. De resultaten van het afgelopen week einde waren niet zo denderend. Met een forse reuzenzwaai worden de elfde plaats in Scheveningen en het afstap pen van zondag naar de verleden tijd gewezen. „Ach, dat afstappen dat is geen ramp. Wat een hitte! Trouwens je moet 's een keertje voortijdig durven te stoppen". Wim Liebrechts durft nu: afstappen, aanvallen, doorbijten en zegevieren. Ruim tien jaren tussen de pedalen hebben hem geleerd hoe keihard het enge wielrenwereldje kan reageren op mentaal en ook conditioneel, zwakke broeders. In die kringen is mededogen een ongekend begrip en wee degene, die zich in de hoek laat dringen waar onherroepelijk de slagen zullen vallen. Zijn naam zal in geen enkele van de ruim voorradige wieler-annalen verschijnen. Het blijft een mislukking; immer voortzwoegend tussen de grote horde naamlozen. Versnelling Toen Wim Liebrechts voor het eerst van zijn leven op het vederlichte fietsje stapte, heeft in zijn brein de gedachte geleefd geen genoegen te nemen met een geschikte klassering tussen die naamlozen. Broer Rudi had het voorbeeld gegeven en voor Wim was het zaak snel naam te maken en pijlsnel door te dringen tot de gelederen waar zijn „grote" broer furore maakte. De aspiranten nam hij in twee jaar en met de ervaring van nog een jaar nieuwelingen betrad Wim Liebrechts, nu zo'n acht jaar geleden, de rijen van de amateurs. „Bij de club (red. - VRC „De Coureur") heb ik niet zoveel clubont moetingen gereden. Mij trokken de nationale wedstrijden veel meer", ver telt hij, „bü de nieuwelingen zag ik het helemaal niet zitten. Dat geklungel met een vast verzet lag mij duidelijk niet en daarom ben ik al na een jaar amateur geworden, want ik wilde graag met een versnelling rijden". De eerzucht van Wim Liebrechts had overwonnen. Nu kon het grote werk zijn beslag krijgen. Hij verwierf zich een plaatsje in de ploeg van Acifit 'en pedaleerde met verfrissend gemak van de ene naar de andere koers. Toch zinde het hem niet zo erg. „Och, de kans om klassiekers te rijden krijg je als kleine jongen tussen dat gezelschap van grote namen toch niet", meent hij, „voor ons bleven de kleine koersen gereserveerd. Ik heb vooral moeilijkheden bij het aanzetten van de bochten en zoiets nekt je by de ritten met een omloop, die ternauwer nood een kilometer is". Sponsors echter zijn meedogenloos. Natuurlijk, de renners maken door hun aanwezigheid reclame voor hun brood heer. Maar wanneer die aanwezigheid niet vlammend bewezen kan worden, dan wordt de fietsonderdelenkraan langzaam dichtgedraaid. Voor een renner met een perfecte van de honderd rijders nog zo'n kwart mentaliteit behoeft dit geen probleem aan de finis" te zijn. Sponsors zijn in de wielrennerij bouwen aan geen schaars artikel meer, aldus Wim schema Liebrechts, die zelf aan zijn vierde merkenploeg toe is. „Als amateur rijden we allemaal indivi dueel. Ook al mochten er dan enige renners van de eigen ploeg aan de koers meedoen", zegt Wim Liebrechts. „Wij maken reclame voor onze spion- sor. Als tegenprestatie levert deze man ons de spullen, behalve de fiets overi gens. Het is namelijk verboden om met elkaar voor de overwinning te rijden. Het gebeurt natuurlijk weieenj, dat je met twee man van één ploeg in de kopgroep rijdt. Dan moet je elkaar helpen om één van tweeën aan de zege Nee, coaching kennen wij niet. Dat hoeft ook niet en de sponsor bemoeit zich daar niet mee. Door een jarenlan ge ervaring leer je zelf wel hoe je je training moet inrichten. Trouwens, ik zou helemaal niet gecoacht willen wor den: wielrennen moet een individuele sport blijven voor mij. Teamtraining lijkt me niets". Wim Liebrechts heeft zich duidelijk een plaatsje verworven bij de top van de middenklasse-amateurs. Hij is een „fighter", die de aanval niet schuwt, en die evenals de meeste collega's, dat ze ook eens die kop moeten overnemen, maar geloof niet, dat ze daar in zullen trappen", huivert h(j, „nee, die figuren zie je b(j het aanzet ten voor de eindfase ineens langs je heenglippen en ^met de eerste plaats bijvoorbeeld zonder pardon aan de kant wanneer ze constateren, dat ren ners voor elkaar rijden". Nu het zomerwielerseizoen voor de amateurs op volle toeren draait, is de training teruggedraaid naar een rlcen„llnnen Ptl verschrikkelijk laag pitje. De spieren beloond worden zijn m het voorseizoen voldoende - losgetrapt en voor de onderhoudsbeur- 2" T" 6n,'g g?ld ln ten zorgen de vele koersen. „Bij de voortdurend belaagde wielrenlaatje de start van de training rij ik zo ongeveer brengen Immers, het is een dure twintig kilometer en die lfengte voer ik spor,t e" aUe®n ,de renners die zich dan langzaamaan op", legt Wim re8elmatig m de lauweren fietsen kun- Liebrechts uit, „het is typisch, maar in nen 70ro h"n -1"' het begin van het seizoen, dan zijn er altijd bij de rondes enorm veel uitrijders. Mensen, die een koers tot aan het slot volbrengen. Het merendeel gaat in de komende maanden ras voor de bijl. Kijk, die mensen denken dan dat het voor hen een kwestie van training is bij te blijven. Dat is een lachertje, want juist door die hardere training vallen ze weg. Dat is de reden, waarom er nu, halverwege het seizoen, „Ik heb niet te klagen", aldus de Vlaardingse amateur, „succes brengt heus wel wat op. Alhoewel er ook voldoende jongens zijn, die zich nooit in de prijzen rijden". Daaronder bevin den zich de klevers, de afstappers, de overtrainden en de slechte stuurlui. Het is een staalkaart van mensen, die niet van de fiets kunnen afblijven, maar waarvan - door de band geno men - slechts een kwart bewijst, dat een vleug talent in hun rappe lichamen huist. Wim Liebrechts is er trots op tot dat kwart te behoren, maar schreeuwt het niet van de daken. Zijn daden bewijzen meer als zijn mond ooit zal beweren, want het rappe en subtiele benenwerk moet doodgewoon het verhalende deel van Wim Liebrechts vormen. Zelf blijft hij bescheiden en antwoordt met hoofdknikjes als een uitgebreid ant-' woord op de lippen kan liggen. Zijn rechterbeen is getooid met enige- forse schaafwonden. „Het gaat bij jullie hoe langer hoe sneller", klaagt vader Liebrechts, die zojuist is binnen gekomen en zelf weinig naar wedstrij den van zijn zoon zal gaan kijken, „vroeger rekenden we voor 100 kilo meter zo'n twee-en-een-half uur. Dat is verleden tijd. Ze doen het nu in twee uur en nog wat. Dat is té gek". Voor Wim Liebrechts is niets té gek. „Tegenwoordig wordt er niet meer rustig gereden", meent hij, „vanaf de meet wordt er gestreden. In Delfsha- ven, Zeeland (een plaats in Noord-Bra bant) en in Krimpen aan' de Lek behaalde ik mijn overwinningen. Die schaafwonden heb ik verleden week opgelopen. Dat kan natuurlijk altijd gebeuren. Soms rijdt er een renner plat en die grijpt plotseling naar zjjn rem en gaat onderuit. Dan mag je je gelukkig prijzen wanneer je niet meegesleurd wordt. De laatste keer ging ik zelf onderuit. Ik val niet veel, dat moet ik wel zeggen, maar wanneer het gebeurt, eerlijk hoor, dan schrik ik niet eens" GERARD S. VERVER C.T.I.V. "UNICON" C.A. keur® ML^L°oJv|nAVaon ITn'li^Vrkpen^dê de boekhouding eventueel zelfstandig zal moeten kunnen Gebr. van Es N.V. GRAANFACTORS - EXPEDITEURS Mathenesserlaan 450, Rotterdam. Heeft vakatures voor: TYPISTEN BUREAU-ASSISTENTEN BOEKHOUDASSISTENTEN Ook part-time krachten komen in aanmerking. Gevraagd voor direct voor sport-camping H.TENWOLDE 8 Zn. Nwe. Binnenweg 431 hoek Aelbrechtsstraat Na 18.00 uur Nwe Vliet 13 Krimpen a/d IJssel. De Barneveldsche Eierhandel Industrieweg 40, Rotterdam, telefoon 37.40.93, AKTIEVE JONGEMAN/DAME geheel zelfstandig onze eenvoudige administra a************************# visafval gaat tegenwoordig naar Duits land (Bremerhaven), maar dat is duur en alleen maar toeval, dat de visserij achteruit gaat en die fabriek daar met een overcapaciteit zit". SCHOORSTEEN Ondertussen blijft de Gekro zitten. Met de huidige installatie vernietigt men ruim 80 procent van de stank van tien jaar geleden. Dat gebeurt door verbranding en door wassing van de lucht in chloorbleekloog. „Maar wat u toch nog ruikt is absoluut niet schade lijk. Het gevaarlijkste", zegt directeur De Kroes, „is eigenlijk nog die schoor steen van het ketelhuis". We kijken naar een miniscuul zwart pluimpje. Kan het overigens helemaal stankvrij? De Kroes: „Nee, dat niet. We kunnen het wel weer verbeteren door het proces nog geslotener te maken. Maar als op een warme dag de kraaien van de takken vallen? Kan ik dan eisen, dat de mensen hier de deuren dichthouden? Maar wat het nou verder is: je kunt het vergelijken met als je thuis staat te koken. Dan ruik je dat ook in het hele huis. Ik zal u vertellen, wij hadden hier vroeger ook een koek- en chocoladefabriek. De mensen die daar werkten waren slech ter uit dan bij de Gekro, hoor. Als je hier je 's avonds lekker hebt gewassen, dan smaakt je borreltje en je eten weer net zo lekker". BERT BAKKER Daar hangen ze dan Iedere week arriveert in de fabriek aan de Bovendijk in Rotterdam, gelegen tussen het vliegveld Zestienhoven en de woonwijk Schie- broek, een partijtje van twee miljoen kilo slachtafval, kadavers en bloed. De eens in koe, paard, kip en zo verpakte organismen komen terecht in dichte ketels, waar ze al wentelend, onder een temperatuur van boven de honderd graden, gedurende vier uur tot „een vettige klei" (dir. M. de Kroes) worden gestoofd. Dat moet zo, omdat letterlijk verbranden alleen in kleine hoeveelheden kan. Mens en dier bestaan immers voor 65 procent uit water. Een bad in warme benzine (enorme ketel, hoor) onttrekt vervolgens vet eraan en wat je dan tenslotte gaat overhouden in gedroogde vorm, dat is het diermeel. Door de aminozuren, die erin zitten, is het een belangrijke grondstof voor instant veevoeder. „Er zitten 28 aminozuren", aldus GE- KRO-directeur M. de Kroes, „in het dierlijk organisme. Dus ook in u en mij, zoals we hier zittfen". Hij lacht. Voegt eraan toe: „Ja, wij zijn van precies dezelfde samenstelling als de dieren. Vijfenzestig procent water, tien procent vet en vijfentwintig procent zetmeel. Als je een soort lastige kerel buren in de clinch liggen. Behalve de Gekro heb je de Nederlandse Thermo Chemische Fabrieken in Suameer (Fr.) en de Destructor Son bij Eindhoven. De laatste gaat overigens, eveneens volgens een bericht van vorige week, zijn stankoverlast terugbrengen tot vijf procent van het huidige peil. Men denkt daar een jaar of vier voor nodig kwijt wilde en je gooide hem bij ons te hebben. Kosten: 5 miljoen. staatssecretaris Kruisinga op vragen rayon. Voor de Gekro is dat Noord- „n (VVD-ster) mevrouw Veder-Smit, dat verplaatsing van de Gekro nog wel even kon duren. En bovendien, voegde hij eraan toe, was verhuizing naar de Botlek (in combinatie met NV Rijn mond Vuilverbranding) niet meer aan de orde, omdat dat in ieder geval niet „de verwachte financiële voordelen" zou opleveren. Directeur De Kroes (65 geworden, van plan eruit te stappen bij het 40-jarig bestaan van het bedrijf volgend jaar Zuid-Holland, Utrecht, de Betuwe en de Veluwe. Bovendien hebben de drie Nederlandse destructors samen met twee Duitse vleeswarenfabrieken in de buurt van Osnabrück een paar maan den geleden een zeer modern destruc tiebedrijf geopend. De aanvoer naar de Gekro is de afgelopen drie jaar met vijftig procent gestegen. Behalve het vet en het diermeel maakt de Gekro ook nog bloedmeel (uit 440.000 liter per week) en mest. Ingrediënten v brandipgsbedrijf daar. Dat bespaarde ons een ketelhuis van drie miljoen. Maar een paar jaar geleden bleek op eens dat die stoom was verkocht aan de drinkwaterleiding van Rotterdam, die daar gedistilleerd water gaat ma ken. Rotterdam heeft ons onjuist be handeld. Want toen men daar de vuil verbranding overdroeg aan Rijnmond, hebben wij gevraagd: draag ook de resultaten van onze besprekingen daar in bij. Maar daar hebben we nooit iets van gemerkt". LIJDENSWEG Het is episode nummer zoveel uit de lijdensweg, die het bestaan van de Gekro en allen die er in de buurt wonen de afgelopen tien jaar is gaan worden. Voor directeur De Kroes staat daarbij vast, dat de Gekro nauwelijks iets kan worden verweten. Hij zegt: „Ons bedrijf heeft erg gestonken de laatste tien jaar. We hebben op een gegeven moment de gemeente voorge steld: we kunnen het met 80 procent verminderen. We kunnen ook verhui zen. Nou, vond men, die 20 procent zou men wel slikken. Maar dat was misschoen vroeger zo. Uiteindelijk is het toch zo, dat zo'n wijk maar naar je toekomt, buiten je schuld. En als het over zo'n vliegveld gaat, dan zeggen B. en W., dat ze dat niet kunnen ver plaatsen. omdat daar 75 miljoen in zit. Maar als wij weg moeten en we betalen het zelf, dan is dat toch ook een belangrijk deel van 75 miljoen". Marinus de Kroes is een van de oprich ters van de Gekro (gebroeders De Kroes): „We hebben hier een grote boerderij gehad. De familie zit hier al tachtig jaar. In de jaren twintig begon ik ermee om bij het abattoir emmertjes bloed te halen, waar ik dan bloedmeel van maakte. De druiventelers in het Westland wilden dat graag hebben. Het maakte de druiven voller en zoeter. Toen in 1932 de wet op de destructie kwam, zjjn we met de fabriek begon nen. En bedenk eens, als wij niet zouden werken, waar die twee miljoen kilo moeten blijven? Op zichzelf zou den dat honderden stankbronnen GROTE DRIE Zo kan je de haven ook bekijken. Natuurlijk kan je een plaat schieten van twee moderne zeeboten. Is ook wel mooi, maar met die paardjes op de voorgrond krijg je een mixture van een havengezicht en een carrousel. Da's EEN DUBBELTJE Voor directeur De Kroes gaat de ge schiedenis terug tot de dag, dat men voor het eerst voor de keus stond om door te gaan ofte verdwijnen. Dat viel samen met de eerste plannenmakerij voor de uitbreiding van Schiebroek met 40.000 Rotterdammers. Hij zegt: Ik denk niet, dat wij veel vergoeding zullen krijgen als het nu toch een keer zou moeten. Maar toen was men voor anderhalf miljoen klaar geweest. Een dubbeltje op de prijs per vierkante meter van die bouwgrond van Schie broek en het was klaar geweest". Dit speelde zich af in 1955. In 1961 kwam'de nieuwe fabriek in gebruik en de ellende met het eveneens pas vol tooide Schiebroek brak los. Een en ander voerde naar een climax aan het eind van de jaren zestig, toen een ontploffing de vismeelfabriek De Toe komst in IJmuiden (van de Gekro en de SHV) uitschakelde (één dode). Voorgoed. Als overgangsmaatregel nam de Gekro het verwerken van het zeer stinkende visafval op de schou- GEEN VIS Hierover ontstond toen een conflict met de gemeente Rotterdam. Men w namelijk in 1967 overeengekomen, dat de Gekro geen vis meer zou doen.] Toen dat in '68 toch weer gebeurde,1 ging Rotterdam daar voor tijdelijk mee' akkoord en bovendien met als „mon deling" afgesproken voorwaarde, dat dit alleen zou gelden voor afval uit de Rotterdamse omgeving. Volgens de Gekro lag het anders en toen hakte Rotterdam de knoop door. Dat wil zeggen: men ging niet plotse ling ruimte maken op de begroting om de tien miljoen op tafel te leggen, die men volgens een eveneens in '68 ge maakte afspraak zou bijdragen in de verhuizing naar de Botlek. In tegen deel: men schoof het probleem door naar hoger bestuur door de Gekro te verzoeken om de destructie-afdeling („Sectie Zeven") te sluiten. Daartegen ging het bedrijf in beroep en zoals we allen weten: dan kan het lang duren. Zeker in dit geval. Want de Raad van State kon zich gaan buigen over het volgende probleem: ingevolge de wet op het destructiebedrijf móet de Ge kro draaien. Wie heeft dus de verant woordelijkheid als het bedrijf dicht moet? De Kroes: „En daarom komen ze ei niet uit. Want er is geen oplos sing. Waar moet je met die twee miljoen ton vuil heen per week. Het Prestatieloop in Oostvoorne In Oostvoorne wordt op zaterdag 10 juli door de Rotterdamse atletiekver eniging „Metro" een wedstrijd gehou den voor atleten over 12 km. Aanvang 15.00 uur in het Kruininger Gors. Daarna is er een prestatieloop van vijf kilometer voor iedereen. Aanvang 16.00 uur. Ieder die deze loop vol brengt ontvangt een medaille. Er kan ter plaatse ingeschreven worden. Zaterdag 17 juli wordt in Nieuw Beijerland de eerste tennisbaan geopend. Naast een tennisdemonstratie wordt een prestatieloop over vijf kilo meter, die dwars door het dorp gaat, gehouden. Het programma begint om 14.00 uur met een loop voor de jeugd over 2500 meter. Op het laatste ogenblik kregen wij bericht, dat er ook nog een tweeper soons toer wegens ziekte vrijkomt. Dus voor twee personen van 11—14 juli naar Parijs. Prijs totaal f 405,- exclu sief eventuele verzekering. Belt u even bovenstaand nummer.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1971 | | pagina 7