De Oost er sc helde, kinderkamer van vele vissoorten, moet dicht 'IHKHï 1. 9.! 98 98 RIJKSWATERSTAAT TILT ER NIET ZO ZWAAR AAN 1 DE HAVENLOODS, DONDERDAG 8 JULI 1971 27-304 Toen in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 de dijken in zuidwest Nederland bezweken onder de oerkracht van de opge zweepte elementen en het zeewa ter zich donderend in het lager gelegen land stortte, was Neder land eensgezind in het oordeel, dat de zeegaten moesten worden afgesloten. Verhoging van de vele tientallen kilometers zeedijk zou te kostbaar zijn. Bovendien had den de Nederlanders geen ver trouwen meer in de „gewone" zeedijken, hoe hoog en hoe breed ze ook zouden worden. De zeega ten moesten worden afgesloten. Het geweld van de zee moest al ver van de bewoonde polders worden gekeerd. Zelfs werd er ernstig over nagedacht de Nieuwe Waterweg op de een of andere manier te beveiligen tegen een stormvloed, bijvoorbeeld door een sluis of door een stormvloed kering, zoals die bij Krimpen a.d. IJssel werd gebouwd. De belan gen van de haven, die alleen gebaat was bij een open verbin ding met de zee maar dan ook volledig open - gingen echter voor. De Nieuwe Waterweg kreeg verhoogde zeedijken, evenals trouwens de Westerschelde, die het scheepvaartverkeer naar en van Antwerpen moet verwerken. Dat Antwerpen achter sluizen ligt, is een Belgische aangelegen heid. Op Nederlands gebied kon men geen obstakel voor de scheepvaart naar die havenstad maken. Alle andere zeegaten moesten echter worden afgesloten. Van die trieste nacht in 1953 af, waarin ruim 1800 mensen in de golven omkwamen, wachtte men met spanning op het moment, waarop de Tweede Kamer de Deltawet zou aanvaarden. Dat gebeurde in 1958. De zeegaten zouden worden afgesloten. Ons land zou op die manier beveiligd worden tegen de zee. Waar die zeegaten niet konden worden ge sloten, zou men de dijken drastisch verhogen, een maatre gel, die men wel een beetje betreurde, want het allerliefst had men een strakke, rechte kustlijn gezien van het topje van Noord-Holland tot aan de Belgi sche grens. vr Gezicht op de werkeilanden van Rijks waterstaat, gezien vanaf „De Duinpan" bij Westerschouwen. Nu, bijna twintig jaar na deze ramp, zijn er mensen, die twijfe len aan de wijsheid van de toen malige beslissingen. Die twijfel is ontstaan doordat verschillende verwachtingen, die men van het Deltaplan had, niet in vervulling zijn gegaan. Toegegeven: Neder land heeft geen watersnood meer gehad, maar daar verbaast zich eigenlijk niemand over. Want on danks alle mooie woorden, die ontstaan zijn uit onze nationale hobby, de strijd tegen het water, verwachtte eigenlijk niemand een herhaling van die ramp op een zo korte termijn. Wel ging men let ten op de secundaire voordelen van het Deltaplan, zoals bijvoor beeld het verkrijgen van zoet water, waarmee de steeds voort schrijdende verzilting van ons land kon worden bestreden. Welnu, die hoop werd enige jaren geleden de bodem ingeslagen. Door de uitvoering van het Deltaplan hoopte men het opdringen van de zoutwater- grens bij de Parksluizen te Rotterdam tot staan te brengen. Daarna zou men die grens wellicht kunnen terugdrin gen. Men sprak van grote zoetwater bekkens in Zeeland, waarmee de rest van Nederland in tijden van droogte kon worden bevoorraad. ZOUT Enkele jaren geleden heeft de toenma lige minister van Verkeer en Waterstaat meegedeeld, dat men ten aanzien van de verzilting geen enkele verwachting moest koesteren van het Deltaplan. De zoutgrens was de Hollandse IJssel al genaderd (sindsdien is die grens al weer verder opgerukt) en men zou niet weten waar men goed zoet water vandaan moest halen om de door de afsluitingen ontstane bekkens in Zee land mee te vullen. Die bekkens immers zijn afhankelijk van de aanvoer van de rivieren. De regen heeft daarop weinig invloed, hoe ongeloofwaardig dit ook moge klinken, omdat de jaar lijkse verdamping in ons land vrijwel gelijk staat met de regenval. En die rivieren, waar we zo afhankelijk van zijn, vervuilen steeds meer. Dat was al zo voordat men aan het Deltaplan begon en dat is nu vele malen erger. Naast de pure vergiften brengt de Rijn ook dagelijks vele, vele tonnen - vol doende voor een lange goederentrein - zout naar ons land. En dat zout komt, evenals die fosfaten en andere viezig heid, terecht in de bekkens, die men ten koste van miljarden guldens heeft weten te verkrijgen. Toen dat helemaal duidelijk werd, ging men in Zeeland nadenken. Men begon zich daar af te vragen of het allemaal nu nog wel zo zinvol was. Met name vroeg men zich dat af ten aanzien van de afsluiting van de Oosterschelde. Tijdens een congres in Zierikzee, dat in 1967 werd gehouden, kwamen deze twijfels voor het eerst naar voren. Zou het niet verstandiger zjjn, zo redeneer de men, om die afsluiting van de Oosterschelde, letterlijk ook het sluit stuk van de Deltawerken, maar te vergeten en in plaats daarvan de dijken drastisch te verhogen. Dat dit tech nisch mogelijk was, zo werd gesteld, werd wel bewezen doordat het ook met de Westerschelde gebeurde. STUDIEGROEP Het bleef niet bij kritiek alleen op dat congres in Zierikzee. Mensen, die tijdens dat congres merkten, dat ze gelijk dachten, sloten zich aaneen tot een studiegroep, die al diverse nota's heeft verzonden, zowel naar Rijkswa terstaat als naar Gedeputeerde Staten van Zeeland. Maar Rijkswaterstaat blijft vasthouden aan het eenmaal inge nomen standpunt: de Oosterschelde gaat dicht ter afronding van de Delta werken. Vorige week ook namen Pro vinciale Staten van Zeeland een motie aan, waarin zij zich achter het stand punt van Rijkswaterstaat stelden. De afsluiting van de Oosterschelde moet zonder enige vertraging en volgens de oorspronkelijk opgezette plannen wor den uitgevoerd. Met het voorbereidende werk is men overigens al begonnen. Er zijn werkei landen gemaakt, die de basis vormen van waaruit de afsluitdijk verder zal worden geconstrueerd. Ook op andere punten is het omvangrijke voorberei- dingswerk, dat nog altijd zo oer-Neder- lands is - zoals het maken van de „zathe", waarop zinkstukken, de grote matten van wilgenhout worden gevlochten - al stevig ter hand geno men. In het Waterloopkundig Labora torium worden proeven genomen om de juiste manier te vinden, waarop in één klap 1100 miljoen kubieke meter water kan worden bedwongen. En als al die plannen dan werkelijk doorgaan, zal de afsluiting in 1978 gereed moe ten zijn, waarvoor het Nederlandse volk dan een bedrag van een dikke 600 miljoen gulden op tafel zal hebben gelegd. Maar voordat het zo ver is zullen de studiegroep en twee Zeeuwse actiegroepen, welke twee laatste gebruik maken van de gegevens van de studiegroep, alles in beweging zetten om wat naar hun gevoel een ramp wordt, te voorkomen. DOOD WATER Als een van de belangrijke argumenten tegen de afsluiting van de Oosterschel de geldt, dat het bekken, dat op die manier zal ontstaan, nimmer een bek ken zal worden met koel, helder en vooral schoon water. Zoals hierboven reeds gesteld, zal dat bekken in hoofd zaak afhankelijk zijn van het rivierwa ter en daar heeft men geen enkel vertrouwen in. Integendeel zelfs. Men vreest, dat bijvoorbeeld de grote afvoer van fosfaten gunstig zal werken op de algengroei in de Oosterschelde. Als deze algen afsterven, zakken zjj naar de bodem, waar zij gaan liggen-rotten. Daardoor verdwijnt de zuurstof uit het water en de vissen sterven. Op den duur kan men zelfs een bekken krijgen met volkomen dood water. Tegenover dit argument, dat door Rijkswaterstaat overigens ook wel wordt onderkend, staat de huidige situatie. De Oosterschelde wordt thans wel de „kinderkamer" voor vele vissoorten, die in de Noordzee leven, genoemd. Afsluiting van deze zeearm betekent dus niet alleen het verdwij nen van de oester- en mosselcultures aldaar en van een ernstige deuk voor de garnalenvissers, maar zal dus ook schade toebrengen aan de totale visstand van de Noordzee, een argu ment, dat men niet zo maar opzij mag zetten. Prof. dr. P. Korringa heeft volgens bepaalde perspublicaties er al blijk van gegeven, dat hij voor deze ontwikkeling bevreesd is. Rijkswaterstaat tilt er allemaal niet zo zwaar aan. Men geeft dus wel toe, dat de algengroei een probleempje zou kunnen worden, maar voor de rest houdt men het oog vol vertrouwen gericht op de toekomst. En de toe komst moet dan een schone (of alleen maar een schonere? Rijn brengen. De argumenten, die betrekking hebben op de visstand zijn niet te ontkennen, maar daar stelt men tegenover, dat er dan weer een andere visstand komt. Men heeft tenslotte in het Veerse Meer ook forellen uitgezet en die gedijen daar goed. Men spreekt dan echter wel in twee grootheden: aan de ene kant de beroepsvisserij, die gebaat is bij een open Oosterschelde, en aan de andere kant de sportvisserij, die profiteert van de forellen in het Veerse Meer. ONPLEZIERIG Die vervuiling van de Oosterschelde kan echter nog andere gevolgen heb ben. Uit de open Westerschelde komt momenteel water van zeer slechte kwa liteit. Dat is water, dat afkomstig is uit het Antwerpse haven- en industriege bied, waar men het met de bepalingen ten aanzien van de verontreiniging van het water niet zo nauw neemt. Het uit de Oosterschelde afkomstige, relatief veel schonere water, duwt momenteel als het ware het vuile water uit de Westerschelde weg van onze kust. Wan neer men straks de Oosterschelde zal hebben afgesloten, zal die zuiverende werking niet meer plaatsvinden. Dan kan het vuile water uit de Westerschel de zijn weg vinden langs onze toch al zo bevuilde kust, hetgeen voor de visstand, maar ook voor de strand- en badgasten zeer onplezierig is. Naast de vervuiling van het water hebben de tegenstanders van de afslui ting van de Oosterschelde nog een serie andere argumenten. Zo betogen zij, dat het afsluiten van die Oosterschelde weinig zin heeft, wanneer de Wester schelde wel open blijft. Wanneer het om de veiligheid gaat, dan zullen Walcheren en Zuid-Beveland evenzeer als voorheen bedreigd blijven. Dat be tekent dus, dat voor de zuidelijke begrenzing van het Zeeuwse Meer, zoals het bekken na afsluiting zal heten, de situatie in feite ongewijzigd zal blijven. - Alle andere argumenten voor en tegen houden allemaal verband met de hier boven reeds genoemde argumenten. Zo betoogt Rijkswaterstaat, dat het toe komstige Zeeuwse Meer aantrekkelijk zal zijn voor de recreatie. De tegen standers zien dat niet zo zitten. Zij vrezen juist, dat de recreanten zullen worden afgeschrokken door het vuile water. En zo gaat men door met het ontzenuwen van eikaars argumenten. DELTA WET Nu heeft Rijkswaterstaat nog altijd het sterkste wapen in handen. Dat is de in 1958 aangenomen Deltawet, waarin nog steeds onverbiddelijk staat, dat ook de Oosterschelde moet worden afgesloten. En gesteund door die wet heeft onze vorige waterstaat-minister al meegedeeld, dat er geen hernieuwd onderzoek zal komen naar het voor en tegen van die afsluiting. Ondanks de protesten van de tegenstanders, dat er sinds 1958 andere inzichten zijn geko men, gaat de Oosterschelde dicht. Hoewel het niets te maken heeft met het voor of tegen van de afsluiting, is het toch wel begrijpelijk, dat men er bij Rijkswaterstaat niet voor voelt de Oosterschelde open te houden. Want dat zou betekenen, dat men de bestaande dijken moet gaan ophogen en dat is een karwei, dat elke aanne mer van waterstaatswerken langzamer hand met de ogen dicht kan doen. Hij zou daarvoor zelfs zijn eigen bestek kunnen maken. Nederland heeft in de loop der eeuwen de naam gekregen, dat het zichzelf steeds maar weer opnieuw aan de zee ontworstelt. Vroeger deden de boeren dat zelf, maar langzamerhand is er in ons land een heel aparte elite ontstaan, de elite van de waterstaatsmensen, waarvan de hoogste top bestaat uit de waterstaatsingenieurs, die bij de een of andere dienst van Rijkswaterstaat wer- Het is eigenlijk een soort strijdmacht geworden, een leger, dat oorlog voert tegen het water. Langzamerhand begint het er echter op te lijken, dat de grote „veldslagen" eigenlijk „zeesla gen" - zijn geleverd. De polders zijn allang drooggemalen en in Friesland begint men er al weer veel voor te voelen om er weer een paar vol te laten lopen, omdat er aan de watersport meer te verdienen is dan aan de vee teelt. De Zuiderzee is afgesloten en men heeft in het daardoor ontstane IJsselmeer een stelletje polders Ideale zomersokkendeze luchtige soepele ankiets van badstof, dat sterk absorberend is en na het wassen zo droog. Koop nu voor Uw man een paar acryl/nylon badstof anklets. U kunt kiezen uit vele moderne kleuren w.o. hardgeel, bordeaux en petrolper paar voor nog géén twee gulden. ryl/nylon Op de parterre verkopen wij acryl/nylon badstof herenan- klets in de kleuren pêche, oran je, hardgeel, petrol, champagne, bordeaux, camel, lichtgroen en marine passend voor alle maten, per gemaakt en nu gaan er stemmen op om daar maar verder mee te stoppen, omdat we niet weten wat we met al dat land moeten. Aan de Waddenzee wordt nog steeds land gewonnen, maar dat gaat al hon derden jaren mondjesmaat. En wan neer een waterstaatsingenieur verlek kerd een plan maakt om die Wadden zee in te polderen, dan krijgt hij van een groot gedeelte van onze bevolking zo ongenadig de wind van voren, dat hij het plan snel opbergt. Het Deltaplan bracht daarin uitkomst. Reeds voor de ramp van 1953 bestond het plan om de zeegaten af te sluiten in het kader van de strijd tegen de verzilting. Omdat het plan zo verdraaid kostbaar was, had het geen schijn van kans. 1800 mensenlevens later kon hei wel, sterker nog: móest het wel. INGENIEURS Rijkswaterstaat stortte zich, na de roemruchte periode van het dijkher stel, met verve op de problemen van de afsluitingen. Nederland liet in het bui tenland weer van zich spreken. Techni ci van Rijkswaterstaat konden hun opleidingen weer waar maken door ingenieuze manieren uit te denken om al die dijken te bouwen en om de sluitgaten te dichten. Nu staat men aan de vooravond van het laatste karwei. Niet alleen het laaste in het kader van het Deltaplan, maar eigenlijk het laatste - in ieder geval voorlopig - voor heel Rijkswa terstaat. Na de Oosterschelde valt er niets meer af te sluiten. Want de huidige generatie van ingenieurs hoeft er eigenüjk niet aan te denken, dat ze een hand mag uitsteken naar de Wad denzee. Daarom is het nauwelijks denkbaar, dat Rijkswaterstaat zich dit stukje speelgoed zal laten ontnemen. Vooral ook, omdat de afsluiting van de Oosterschelde niet alleen de laatste afsluiting zal zjjn, die deze generatie zal meemaken, maar ook, omdat die afsluiting weer nieuwe moeilijkheden oplevert, die voor Rijkswaterstaat een uitdaging betekenen. En daarom moet de Oosterschelde dicht, zonder dat er nog een officiële studie zal worden gemaakt naar de zin of de onzin van de (tegen)ar gumenten. Jan Dijkstra SlIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIMIIIig Staatssecretarissen, j militairen of nullen Z De nieuwe minister van Defensie, Z H. J. de Koster, is niet van plan Z voor de komende kabinetsperiode drie staatssecretarissen voor respec- Z tievelijk landmacht, luchtmacht en 5 Z marine aan te stellen, zo meldt het Z A.D. van 3 juli. „Of het er in de 5 Z toekomst één of twee nullen wor- 5 Z den, staat nog niet vast. Maar in 3 Z elk geval worden het er geen drie, - Z zoals tot nu toe", aldus de heer De Z Koster. „Het worden wél militai- Z ren aldus nog steeds het A.D. 5 Z Nullen of militairen het blijft ons - Z om het even, als het maar geen Z kolonels zijn, daar heeft men 5 Z elders in Europa nogal narigheid Z mee gehad. HEDEN GEOPEND NIEUWE CAMPINü "DE WITTE PLAS" te Schijf, Gem. Rucphen - 60 km. van Rotterdam De „Witfe Plas" biedt u: uitstekende toileigeuouw speeltuinen met indianenc prachtig uitzicht op bi ar staanplaats, excl. BTW. jlaatsen nu reeds fonisch 010-25.79.56. 010-33.30.30. Werkhoven bij Wissekerke 9 H Verwissel na het werk Uw over hemd voor zo'n ongedwongen poloshirt en U voelt zich werke lijk helemaal "vrij". Heren poloshirts, met korte mouw, van het praktische Euro- Acryl (makkelijk in de was) in 2 modellen; 1 met jacquard mo tief en 1 met linnen-effekt. In vele goede kleuren en alle cou rante herenmaten, per stuk voor nog géén tientje. Op de parterre verkopen wij deze poloshirts, in 2 modellen en vele kleuren w.o. rood, bei ge, cognac, bleu, marine, lila enz. In alle courante herenmaten. Wegwijzers Wie met vakantie gaat of al ge weest is, weet wat ik bedoel en krijgt ongetwijfeld allerlei associa ties van „uitstappen", „kaart voor de dag halen", „puzzelen of het de goede weg is". Stel je een ogpnblik voor dat er geen wegwijzers zijn. Hoe zouden we dan ooit daar komen waar we naartoe willen? Vroeger deden ze het zonder, maar ja, toen was er ook geen massaal reizen zoals nu. Er waren ook alleen maar „hoofdwegen". Bij een splitsing besliste de stand van de zon. Maar wij zijn afhankelijk van kaarten en wegwijzers, paddestoe len en lichtbakken. Ook ons dorp heeft nu van die grote palen met blauw verlichte bakken en daarop staan de namen van de dorpen in de buurt. Een machtig gezicht. We hebben ze nodig, wegwijzers in ons Hamerslagen ondervangen dromen. Mannen bouwen heuvelwaarts een stad. Borden wijzen hoe ik er moet komen.(Ed. Hoornik) In de tijd van de mysteriegodsdien sten, zo omstreeks het begin van onze jaartelling, gaf men de doden een steen mee, met daarop geschre ven een soort wachtwoord, dat gekend moest worden aan de over zijde van de doodsrivier. Alleen wie het kende werd door de daar aanwezige levende wegwijzer de goede richting gewezen. Maar de meeste wegwijzers zijn dode palen of borden. In Zuid-Afrika maken ze er een grap mee en noemen een richtingwijzer een „predikant". Met de duidelijke insinuatie: een predikant wijst wel de weg, maar verder blijft hij zelf staan waar hij staat. Wij hebben wegwijzers nodig. Het leven wordt steeds ingewikkelder. Een warnet van wegen en paden bevindt zich om ons heen. Welke weg moeten we hebben? Buber vertaalde het hebreeuwse woord Tora (wet) met Weisung. Dat is een goede vertaling. De Bijbel kent die gedachte van het Woord als weg wijzer en wegverlichter. Ik denk nog eens aan die regels van Hoor- Hamerslagen ondervangen dro-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1971 | | pagina 9