Nieuw zenuwcentrum maakt betere coördinatie mogelijk Meldkamer voor de Rotterdamse politie Vlootbezoek aan Rotterdam Vragen over hoogbouw in de Hoek Acht van Chaam De appel valt steeds verder van de stam Hoe een boer zijn eigen waar krijgt DE HAVENLOODS, DINSDAG 13 JULI 1971 28-303 Tot en met 19 juli zullen Amerikaanse. Engelse en Franse oorlogsschepen een routinebezoek brengen aan de haven van Rotterdam. Gisteren arriveerden ;de tanker USS Waccamaw, de onder zeebootjager USS Joseph P. Kennedy JR en de onderzeeboot USS Greenfish. USS Waccamaw zal ligplaats kiezen in de Eerste Petroleumhaven, de overige schepen meren om 9.30 uur af aan de Zaterdag 17 juli zal USS Joseph P. 'Kennedy JR van 14 tot 16 uur voor Het gemeenteraadslid F. van Heezik heeft het college van B.enW. van Rotterdam een aantal vragen gesteld inzake het bebouwingsplan Hoekse Brink te Hoek van HoÜand, waarin onder andere een flat van 14 of meer woonlagen wordt bepleit. Met verwijzing naar het Oecologisch Rapport Rijnmond, de Schets Ruimte lijke Structuur en de Toelichting Streekplan Rechter Maasoever vraagt de heer Van Heezik zich af of hoog bouw in het algemeen niet moet wor den aanbevolen. Daarvoor voert hij onder meer aan, dat hoogbouw niet mag plaats vinden aan de rand van groene gebieden vanwege de visuele hinder, die dan veroorzaakt wordt; dat hoogbouwflats voor gezinnen met klei ne kinderen minder geschikt zijn; dat bekend is dat hoogflats gevoelig zijn voor stank; dat flatgebouwen met de noodzakelijke voorzieningen er om heen niet grondbesparend blijken te zijn; dat de gevels van mammoetsflats voor geluid als een klankbord dienen en dat laagbouw dient te worden bevorderd, omdat de bevolking hieraan de voorkeur geeft en de bouw voor kinderen medisch en psychisch meer geschikt is. bezoekers zijn opengesteld. In de loop van 18 tot 19 juli gaan de schepen weer naar zee. Jaarmarkt in Oisterwijk Midden in de zomer, op zondag 25 juli aanstaande, zal in het centrum van Oisterwijk een grote jaarmarkt worden gehouden. Oisterwijk heeft normaal elke donderdagmiddag een weekmarkt, die vooral in de zomermaanden extra druk wordt bezocht. Het is voor de eerste maal, dat men hiervan afwijkt en dat de gemeente, in nauwe samen werking met de Centrale Vereniging Ambulante Handel, op zondag een jaarmarkt inricht. Op deze dag zullen omstreeks 250 kramen staan opgesteld in de Dorps straat en op De Lind in het centrum van het dorp. Behalve een warenmarkt is er een kunst- en antiekmarkt, terwijl als bijzondere attractie een aantal be kende standwerkers deelneemt, die on getwijfeld deze jaarmarkt extra zullen verlevendigen. De markt wordt gehou den van 13-21 uur. In de Kursaal van het Casino in Baden Baden namen 37 dames uit West-Europa deel aan de strijd om de titel „Naaldprinses van Europa 1971". Ons land was met 9 kandidates vertegen woordigd, waaronder de Naaldprir Nederland, m 1 J 'gelo. De titel ging naar mevrouw iseguia Deletaris uit Zwitserland. Mevrouw De Wilde eindigde op de 4e plaats. Kunst en vlechtwerk „Met kunst en vlechtwerk" heet de tentoonstelling die in het Rotterdamse Museum voor Land- en Volkenkunde aan de Willemskade te zien is. „Met kunst en vlechtwerk" toont een bonte verzameling van kunstig vlechtwerk uit alle streken van de aarde: van hoeden tot sandalen, van waaiers tot manden, van maskers tot speelgoed. Er zijn armbandjes te zien uit West-Irian, sier- mandjes van Java, sneeuwschoenen uit Noord-Amerika en schilden uit Congo. Woensdag 21 juli staat Chaam (ten zuiden van Breda) weer op z'n kop. Dan wordt er weer de beroemde wie lerwedstrijd „De Acht van Chaam" gehouden, traditiegetrouw op de eerste woensdag onmiddellijk na afloop van de Tour de France. Alle grote vedetten komen dan naar dit Brabantse dorp om hier hun krach ten nog eens te meten. Voorafgaand aan de „profs", die om 16 uur starten, worden de volgende wedstrijden ge houden: 8.30 uur start aspiranten: 10 uur start nieuwelingen; 12.30 uur start amateurs. De wedstrijden worden in de kom van het dorp gehouden. De toe gangsprijs bedraagt f 3,50 p.p. .„Meldkamèr, gan rij ding Groe ne Zoom mijnheer? We zullen een wagen sturen hoor". „6-03, hier het HB". ,,HB, hier de 6-03". „6-03, aanrijding op de Groene Zoom". „HB, da. 6-03 gaat vanaf de Molenvliet". Ziehier één van de duizenden gesprek ken die worden gevoerd door de poli- tie-meldkamer met één van de surveil lance-wagens. Vanuit het H(oofd) B(ureau) aan het Haagsche Veer diri geert men zo de tientallen politiewa gens door het gebied van het grote Rotterdam. Wat een verschil met twin tigjaar geleden. Op 4 januari 1950 werd bij de politie een geheel nieuwe tak van dienst inge steld. De „meldkamer centraal bu reau". En hoe. Een klein kamertje tweehoog op het hoofdbureau met een zend-ontvanginstallatie, de oude poli- tiealarmlijn onder nr. 22222 en een paar directe lijnen. De meldkamer was 24 uur per dag bezet om contact te onderhouden met twee, en later vier radiowagens van de motorbrigade. Ruim een jaar later werd de radio-sur veillancebrigade opgericht, die overdag met drie en in de nachtelijke uren met twee wagens de stad doorkruiste. In 1953 werd de dienst alweer uitgebreid met een nieuwe meldkamer en kwa men er enkele radiowagens bij. iardig en ook interessant is het om eens de oudere cijfers te bekijken, waardoor men een goede indruk krijgt van de enorme groei van het politieap paraat. In 1950 kwamen er ca. 8000 meldingen binnen. Dat betekent onge veer 22 meldingen per dag. In de daarop volgende vijf jaren steeg het. aantal meldingen tot 71793. Deze mel dingen kwamen uitsluitend via de tele fooncentrale naar de meldkamer. Hier bij zijn dus niet de meldingen begrepen vanuit de meer dan 20 bureaus en posten, die de politie door heel de stad heeft. Wie echter de cijfers van het jongste verleden bekijkt, zal moeten bekennen dat de jongste uitbreiding van het centraal zenuwstelsel niet overbodig is. In 1970 kwamen liefst 64279 meldin gen via de meldkamer binnen. Dat betekent ruim 176 per dag. Werd er in 1950 begonnen met twee radiowagens nu rijden er dagelijks zo'n 50 door de stad die alle zijn voorzien van radiocommunicatie. In totaal zijn er een 250 wagens, die deze voorzienin gen hebben. Dat zijn alle soorten surveillancewagens, maar ook veel wa gens van recherche en speciale diens- Op de groei.... De min of meer onstuimige groei van Rotterdam en vooral de snelle industri-' alisatie van het Botlek- en Europoort- gebied hebben de politie parten ge speeld. De meldkamer werd te-klein en de apparatuur onvoldoende voor een goede uitoefening van het werk. Coördinatie bij calamiteiten was een zaak, die veel hoofdbrekens kostte en slechts met kunst- en vliegwerk be werkstelligd kon worden. Daarbij! kwam nog de regionale samenwerking tussen de omliggende gemeenten voor al op het gebied van de misdaadbestrij ding en het verlenen van assistentie bij begeleidingen van ambulances en der gelijke. Een goed voorbeeld is een roofoverval in Schiedam van enkele dagen geleden, waarbij binnen vijf mi nuten het hele politieapparaat van Rotterdam en omstreken op de hoogte was gestéld van de beschikbare gege- De nieuwe meldkamer, nu eigenlijk „verbindingscentrum" genoemd, geeft veel meer armslag aan het hele werk. Rotterdam is voor de samenwerking op regionaal niveau het centraal ze nuwstelsel geworden. Naast de be staande frequenties voor de eigen sur veillance heeft men het zogenaamde INRAP-net (Intergemeentelijk radio net politie). Door een vernuftig sys teem van koppelingen kan iedereen met iedereen spreken. Vanuit de wa gens kunnen gegevens doorgegeven worden niet alleen aan eigen wagens, maar ook aan de korpsen der omlig gende gemeenten. Het is bijvoorbeeld mogelijk, dat de bemanning van een surveillancewagen zijn gegevens regel recht doorgeeft aan de wachtcomman dant in Leiden. De nieuwe meldkamer is op de groei gemaakt en zal in de nabije toekomst zeker een domineren de rol büjven spelen. Oude hok Wie de geheel nieuwe ruimte van de onlangs geopende meldkamer betreedt zal moeten toegeven, dat er veel is gedaan aan een verbetering van de omgeving, waarin de mensen moeten werken. Het is een royale ruimte, smaakvol ingericht. Zeker in vergelij king met het „oude hok", waarin de mannen tot voor kort hun werk deden. Was de „tafel" vroeger maar 2,5 meter, nu staat er een soort balie van ruim 11 meter lengte, waarachter de mannen de telefoon- en radioverbindingen ver zorgen. Dubbele beglazing van de ra men moet de geluiden van treinen en overig verkeer buiten houden, terwijl zonwerend materiaal .samen met de air-conditioning de temperatuur op peil moet houden. Het rommelachtige gedoe in de oude accommodatie behoort tot het verle den. Bij eventuele calamiteiten staat een,aparte kamer ter beschikking met eenzelfde apparatuur. Weliswaar op iets kleinere schaal, maar met dezelfde mogelijkheden. Want bij rampen bij voorbeeld in het industriegebied gaat het leven van alledag in de stad ge woon door. En terwijl op de extra frequentie de coördinatie plaatsvindt van dé bij de calamiteit betrokken wagens, gaan op de andere frequenties de dagelijkse dingen verder. Want wat er ook gebeurt in een stad als Rotter dam, er blijven aanrijdingen, burenru zies, verloren kinderen en branden voorkomen. Vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week. Geert Boon. Een van mijn eerste reizen naar de stad maakte ik op de wagen van een buur man. die in nuchtere kalveren handel de. Hii was op weg naar het abbatoir. Ik zat op de bok met een oude aardappelzak over mijn knieën en reed zo een geheimzinnige en onbekende wereld tegemoet: de stad. De einde loos tussen grienden en weilanden doorkronkelende dijk voerde naar de zelfde bestemming als de rivier. In de nadagen van een nog overwegend agrarische samenleving leek het platte land te bestaan bij de gratie van de steden. De stad at alles op wat ge kweekt en gefokt werd. In de slacht plaats onderging ik gevoelens die - naar me later bleek - door Zola onder woorden gebracht waren in de buik van Parijs. De provincie werd hier dienstbaar gemaakt aan een nimmer te stillen begeerte naar voedsel. Vroeger was de dorpeling bewoner van één groot groen-groen-knollen-knollen- land, ten erfdeel gegeven aan boeren, tuinders en pluimveefokkers. De man nen fungeerden er als Klompertjes, die op gezette tijden met hun wijfje naar de markt gingen. De weg van akker naar verbruiker was duidelijk te vol gen. Graan ging eerst naar de molenaar en in de stad werden er dan lekkere broodjes van gebakken. Stedelingen aten de op het land gerooide aardap pels en rode aardvruchten, die in het dorp kroten werden genoemd, maar in de stad als bietjes op het menu ston- In het holst van de nacht hoorde je varkens krijsen, als ze in veewagens werden geladen. Er rammelden dage lijks melkbussen in het dorp. Je zag handelaren op transportfietsen met korven vol gevogelte of een gekneveld schaap op de bagagedrager. De stad had altijd honger. Vóór alles werd aangeraakt door de toverstaf van de „schaalvergroting" had Nederland veel meer steden. De kleinere stonden in hoger aanzien en werden met meer respect bejegend, tot de grotere dich terbij kwamen, door nieuwe vervoers mogelijkheden. Het waren brandpun ten van een levendige handel. Keuenknorsen Ouderen, in een vlaag van jeugdsenti ment terugdenkend aan het verleden, zien in hun verbeelding altijd een overvloed aan leeftocht als het voor naamste bindmiddel tussen stad en platteland. De boer moest het hebben van zijn consumenten in de bevolkings centra. Niettemin voelde hij een vaag medelijden met de steedse mensen, betreurenswaardige schepselen, die al les veel te duur op de markt of in de winkel moesten kopen. Op het platteland hadden de midden standers een karig bestaan. Als de boer zin kreeg in soep liep hij naar het erf, draaide een kip de nek om en droeg haar ter bereiding over aan de meid. Keuenknorsen (varkensslagers, die vaak minderwaardig vlees verkochten) trokken van deur tot deur als hoofd personen in de wrede romantiek van de huisslachtingen. De smaak van zure zult (hoofdkaas) verschilde van gewest tot gewest, zoals nu nog de charcuterie in Frankrijk, omdat ze naar eigen recept werd vervaardigd. De burger mensen hadden 's zomers altijd sla en snij biet plukklaar in het eigen tuintje en in hun drang tot zelfverzorging hielden zij kippen, geiten en, als het lijden kon, een varken. In de zomer maanden geurden de boerderijen naar hop, als er hooibouwbier werd gebrou- Dit zichzélf bedruipende platteland bestaat niet meer. De ingewikkelde structuur van onze samenleving heeft geleid tot een complete omwenteling. Bakkers, die houtskool uit hun vloer broden kloppen en op hun oven appel tjes verduurzamen voor de klanten, hebben het veld moeten ruimen. Hier en daar zijn ze nog „warm", maar hun bakprocédé heeft ingrijpende wijzigin gen ondergaan. De met hout gestookte fornuizen waarop huismoeders weimelkse pap en gruttenbrei kookten zijn naar de schroothoop gegaan, keulse inmaak- potten staan bij de antiquair. Wat vroeger in de pekel werd gezet ligt nu keihard in vrieskisten en -kluizen. Het dorp bestaat nog wel als voedings bron, ook voor de steden en hun groeiende satellieten, maar de wegen van producent naar consument zijn onnaspeurlijk geworden. De plattelan der ontkomt zelf ook niet aan de dans van het moderne consumptiepatroon. De boer levert zijn aardappels af en ziet ze in de supermarkt op het plein tje tot zich terugkeren in de vorm van chips en flinterdunne borrelhapjes. Zijn koe wordt niet meer door een stier besprongen maar met de „injec tienaald" bevrucht. Als ik bij een veehouder een liter verse melk wil kojten schudt hij bedroefd het hoofd; hij zou zich bij inwilliging van dit verzoek schuldig maken aan een straf baar feit. Zijn melk bereikt mij langs een omweg door laboratoriumachtige zuivelindustrieè'n, ontroomd en gepas teuriseerd. De nauwe relaties tussen de mens en zijn kleine wereld is verstoord. Men sen, die pal voor hun raam koeien zien grazen, weten niet meer wat boter is. Pas als ze via de Sterreclame afgunstig zijn gemaakt op hun buurman die wel „echte boter" krijgt, besluiten ze weer eens een pakje te kopen. Vrijwel alles wat eetbaar is en ogenschijnlijk zo voor het grijpen ligt wordt opgenomen in een mysterieuze kringloop alvorens het in verleidelijke omhulsels voor consumptie ter beschikking komt. Een in snel tempo verstedelijkend platte land ziet verbaasd toe, hoe de appel steeds verder van de stam valt. Nie mand weet meer wat zich afspeelt tussen akker en verbruiker. De vraag, waar de dwarsgebakken boterhammen vandaan komen is tegenwoordig op het dorp moeilijker te beantwoorden dan het aloude vraagstuk van de herkomst der kindertjes. Men is de draad kwijt. Ik stel me voor, dat het vroeger op Flakkee een hele onderneming was, als een wagen met uien naar Rotterdam gebracht moest worden. De avond tevoren werd misschien Gods zege afgesmeekt over deze onderneming. Nu zijn de transporten in handen van deskundigen. Een bloem die hier 's morgens geplukt wordt, staat enkele uren later op tafel in Londen of Intussen hebben de Klompertjes hun houten schoeisel verwisseld voor laar- De boer koopt zijn eigen pro- dukten terug. zen. Ze rijden op tractoren en stellen hun voederschema's samen volgens ad viezen van laboratoria. Computors be rekenen het vetgehalte van hun melk. En de stad komt steeds dichterbij. Boerinnen kopen hun kakelverse eie ren bjj de winkelier en - na enige aarzeling het eerste doosje Franse kaas of een uitheemse soep in poeder- vorm. Moeders pappot hangt niet meer boven het vuur; haar rijst met krenten heeft het niet kunnen bolwerken tegen de yoghurt, een zure uit de Balkan afkomstige substantie, waar heel Ne derland van smult. En elke avond verkondigen de'meisjes en huisvrouwen, die de Ster begeleiden tot in het kleinste gehucht, dat alles zó gemakkelijk en zó verrukkelijk is ge worden in ons gestroomlijnde con sumptieparadijs. Stad en ommelanden onderwerpen zich in gelijke mate aan de nieuwe voedingsleer van de moder ne industrie. Ze zijn aan de dis eikaars gelijken geworden. L. J. Leeuwis. Examen voor operationele researchanalysten Het door de Vereniging voor Statistiek ingestelde examen voor het diploma Operationele Research Analyst zal in januari 1972 worden afgenomen. Het examen bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een statistische pro pedeuse in de vorm van het examen statistisch analyst algemeen gedeelte, of eventueel een andere in het examenreglement van het examen Operationale Research Analyst nader gespecificeerde prestatie. Het tweede deel betreft de eigenlijke operationele research. De schriftelijke zitting van dit examen zal in principe in januari 1972, en de mondelinge zitting om streeks begin maart plaatsvinden. Het voor het examen vereiste werkstuk dient vóór 1 november van dit jaar te worden ingeleverd. Een volledig beeld van de eisen voor en de gang van zaken bij het examen geeft de uitgave „Examen Operationele Analyst, Examenreglement en Exa menprogramma", dat verkregen kan worden door f 4,16 over te maken op girorekening 202091 ten name van de Vereniging voor Statistiek, Weena 700 te Rotterdam. Aanmelding voor het examen Operati onele Research Analyst dient te ge schieden vóór 1 oktober 1971 door een inschrijfformulier, dat verkrijgbaar is bij de administratie van de Vereni ging voor Statistiek (zie bovenge noemd adres) ingevuld te retourneren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1971 | | pagina 6