OPRUIMING Is dood werkelijk dood? teaiMiyjül KWALITEIT X/a MEUBELFABRIEK "MODERN" HEEFT GEDURENDE DE VER DUIVELD INTERESSANTE Museum Bisdom van Vliet re> fëYö AANBIEDINGEN!!!!!!! RECHTSTREEKSE LEVERING LAAGSTE PRIJS "MODERN" ttt aq MEUBELFABRIEK één loods bootje bereikt 255.000 gezinnen in groot- Rotterdam Neemt U de maat van Uw kamers mee lijkertijd Marcellus Bisdom van Vliet op als burgemeester van Haastrecht en stierf in 1881. Tuin De grote tuin, die tegenover het museum ligt, kan men splitsen in twee delen: het voorste deel is een keurig aangelegd plantsoen en het achterste deel is een ruig bos, waar tussen de bomen het onkruid welig tiert en de klimop-planten tegen de boomstam men groeien. In dit gedeelte van de tuin ligt het graf van de laatste bewo ners van het huis, de heer en mevrouw Lefèvre de Montigny. De vóór- en achterkamers van het huis zijn door een dwarsgang gescheiden. Links aan de achterzijde liggen de keuken, de bijkeuken en de kolen- schuur. In de keuken is in de schouw Vliet, maar hij heeft er geen gebruik naast het vroegere kolenfornuis nog meer van kunnen maken. een bakstenen oven. Op de eerste verdieping bevinden zich de zit- en slaapkamers van de vroegere bewoners. Een afgescheiden gedeelte was be stemd voor Marcellus Bisdom van De benedengang met het beschilderde glazenkastje dat dateert uit ca. 1700. Hierin heeft het z.g. „Oranje-servies" een plaats gekregen. De gangklok is vervaardigd uit notenwortelhout inge legd met andere houtsoorten. De wij zerplaat geeft aan de datum, het aantal dagen, en maanden en de maanstand. Met een wijzer kan men kiezen uit twaalf melodieën voor het speelwerk. Links van de glazenkast een notenhou ten turfkist uit 1880. In het museum bevinden zich honder- opruiming Wilt U een vloerbedekking die gemakkelijk in onderhoud is, leuk staat en toch betaalbaar is kies dan vinyflex. Een prachtige kwaliteit viny flex met viltrug, in hoge mate isolerend, geluiddempend en ge makkelijk schoon te houden. Dé ideale vloerbedekking voor in de keuken, slaap- en huiska mer, de gangkortom in Uw hele huis, nu bij ons in diverse mooie kleuren per meter (200 cm breed) voor nog géén tien- vinyflex met viltrug 200 cm breed Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij op de 1e etage dit vi nyflex met viltrug in fraaie kleu ren w.o. geel, groen, blauw, rood, paars, wit, enz., 200 cm breed, per meter Qgg Duur van de opruiming 15 juli tot 5 augustus Géén tel. of schrift best DE HAVENLOODS, DONDERDAG 15 JULI 1971 BANKSTELLEN EETHOEKEN BERGMEUBELEN SLAAPKAMERS ENZ. aan tegen de ook in KLASSIEK ruim gesorteerd Orize 50 JARIGE ervaring garandeert U uriieke service en meubelen v BUITEN HAVENWEG 132 Is. I 0NZE FABRIEK 1$ GEOPEND -L G BUITENHAVENWEG 132 b I 0NZE fabriek IS GEOPEND SCHIEDAM TEL. 26 88 naast de Verenigde Glasfabrieken IEDERE DAG VAN 9 t/m 5 UUR VOOR MINSTENS 50 AUTO'S -L A. V V .1. J. JJ-M- VOOR MINSTENS 50 AUTO'S m& VBI1BI iivran phüsopgaaf voor het vakkuhdie stofferen van uw gebruikte meubelen. den wandborden, verschillende servie zen, waaronder het z.g. „Oranje-servies met de portretten van Prins Willem V en Prinses Willemijntje uit het einde van de achttiende eeuw, vele prachtige kasten en tientallen schilderijen. Het is de moeite waard om een bezoek te brengen aan het Haastrechtse museum, dat op dinsdag, woensdag, donderdag en zaterdag van 10 tot 4 uur en op zon- en feestdagen van 2 tot 5 uur geopend is. Dit geldt alleen voor De grote eetkamer. de zomermaanden, want 's winters is het museum gesloten vanwege het on derhoud van gebouw en meubilair. TM. KOM KIJKEN KOM KIJKEN KOM KIJKEN De meeste Haastrechtenaren we ten nauwelijks dat er in hun gemeente een museum is, laat staan dat ze weten hoe het heet en waar het staat. Een dorpscafé kan hierbij een goede dienst be wijzen als informatiecentrum en daar kan men u vertellen, dat het museum gevestigd is in het grote gebouw dat staat op het punt waar de Hoogstraat uitkomt op de grote weg Haastrecht-Gouda. Tegenover het gebouw, dat da teert van 1877, is de grote tuin van het museum met twee beu kenbomen, die in 1696 en 1698 geplant zijn ter gelegenheid van de geboorte van respectievelijk Jacob en Theodorus Bisdom. Het museum is eigendom van de StichtingBisdom van Vliet. Bijna drie eeuwen heeft het geslacht Bisdom van Vliet in Haastrecht ge woond. Met het overlijden van Vrouwe Paulina Maria Lefèvre de Montigny- Bisdom van Vliet in 1923 is de laatste afstammeling heengegaan van een fa milie, die ononderbroken de belangen van het dorp en van de Krimpener- waard heeft behartigd. Mevrouw Lefèvre de Montigny-Bisdom van Vliet bepaalde in haar testament, dat de herinnering aan haar geslacht zou blijven voortbestaan op een wijze, die de gemeente Haastrecht tot zegen zou strekken. Haar wens ging in vervul ling toen in 1923 de „Stichting Bisdom van Vliet" in het leven werd geroepen, en het huis als museum werd ingericht. Het huis weerspiegelt de levensstijl van de jaren 1875-1925 en neemt hiermee een unieke plaats in, want in geen ander museum is dit te vinden. Het plan voor de bouw van het huis dateert van vóór 1874 en het ontwerp is gemaakt door een architect uit Den Haag. De bouw werd toevertrouwd aan dè heer Th. Hooft en timmerman C. Straver. Marcellus Bisdom van Vliet, burgemeester van Haastrecht overleed in 1877. De voltooiing van het gebouw had hij daarmee nog net meegmaakt. Zjjn dochter Paulina Maria, die ge trouwd was in 1869, met de Luitenant ter Zee J. J. Lefèvre de Montigny, richtte het huis in en nam het in gebruik. Haar echtgenoot volgde tege- COLLECTIE biedt door Ook in de zomer gaat het gesprek over de dood voor de televisie onverdroten verder. En dat is toch eigenlijk geen wonder. Want wie er ook vakantie krijgt —de dood niet. Een wonder vonden we wel de K.R.O.-uitzending van vrijdagavond „Het was toch zinvol". We lazen hierover eerst in onze Omroepgids: „Maandag 7 juni werd pater Jan de Bakker begraven. Hij stierf op 2 juni en bereikte de leeftijd van 52 jaar, menselijkerwijs gesproken te jong om te sterven. In augustus van het vorig jaar werd hij ziek, en omstreeks Kerstmis wist hij definitief dat hij was aangetast door een ongeneeslijke ziekte, kanker. Willibrord Frequin vond hem bereid enkele maanden voor zijn dood voor de televisie zijn gedachten weer te geven over het leven en de (naderende) dood. De interviewer zegt over dit programma: „We hebben bewust getracht een beeld te geven van zijn gedachtengang als priéster, niet alleen van de méns Bakker. Het is onze bedoeling duidelijk te maken hoe hij zijn naderende dood als priester verwerkte". De dood was voor pater De Bakker, naar zijn zeggen, geen probleem meer, nadat hij over de schok van de „doodstijding" heen was. Zijn vertrouwen in God groeide met de dag en in zijn laatste dagen verheugde hij zich zichtbaar op de komende ontmoeting met God". Toen kwam de uitzending zelf. Pater de Bakker vertelde, dat hij in zijn leven veel met doodsangst heeft geworsteld. Hij vond tenslotte bemoediging in het volgende beeld: De dood is een nauwe donkere buis waar je doorheen moet naar beneden. Maar als je erdoor heen bent, zijn er twee handen die je opvan gen, de handen van God. Hij heeft hieraan vaak getwijfeld. De moderne theologie met het „dood is dood" ging diep door hem heen. Eén „Als je je neerlegt bij dood is dood, dan is dat je eeuwige leven", bleef steeds maar als een doorn in hem haken. Maar hij werd in zijn twijfel geholpen door het gebed, waarmee elke priester de dienst begint: „Ik zal met vreugde tot Gods altaar opgaan...." Het geloof brak in hem door, dat zijn dood op de een of andere manier een opgaan tot God zou mogen zjjn. Maar met Kerstfeest, toen hij zijn zoveelste en laatste operatie zou on dergaan, maakte hij een verschrikkelij ke doodsangst door. Anders sliep hjj altijd rustig op de verdovende spuitjes vlak voor een operatie. Maar die hele nacht niet. Hij twijfelde diep aan de goedheid van God. Het leek hem dat God en de duivel samenvloeiden. Hij was bang om de zonden die hij gedaan had, om zjjn stommiteiten, die hem onvergeeflijk schenen. Hjj dacht: Veel zonden en nog meer stommiteiten, ja, maar de Vader weet toch ook dat je zo je best hebt gedaan. Er kwam een grote vrede over hem. Als een gave, die je jezelf niet kan aanmeten, maar die buiten je om in je komt en je geheel vervult. Vanuit die vrede kon hjj het vraagge sprek voor de t.v. houden. Indrukwek kend door diepe, menselijke eenvoud. Hij vertelt dat hij nog steeds met zijn vele tekortkomingen bezig is. Maar nu positief zijn opvolgers er iets van ver tellen, zodat ze niet dezelfde fouten hoeven te maken als hij. Hij weet: niet succes of falen is belangrijk, maar je diepste bedoelingen. Op de vraag, welke voorstellingen hij heeft van het hiernamaals, en van de hemel, zegt hij: „Het .vaderhuis' met zijn vele, ruime aspecten. Met zijn ,vele woningen', zoals Jezus het zegt". En de hel? Pater de Bakker zegt met een glimlach: Ja, die moet er wel zijn. Maar er zullen wel weinig mensen daar zijn. Je zult het persé moeten willen". Het minimum Van heel andere aard was een tv-ge- sprek over hetzelfde onderwerp, dat we kort ervoor zagen: een dialoog tussen prof. Lekkerkerker en studen ten-predikant ds. Krop beiden verbon den aan de universiteit van Groningen. Ds. Krop is bekend geworden door zijn „dood is dood" in een uitzending van enige maanden geleden. Prof. Lekkerkerker stelde, dat zo iets in de kerk niet mag worden verkon digd. De dood is stom en maakt stom. Het beslissende woord over de dood kan niet vanuit de dood worden gesproken. Juist omdat de dood dood is. Het beslissende woord over de dood kan alleen gezegd worden door God zelf. Door wat God daarover open baart. Over de dood en het leven hierna kan vanuit het geloof op ver schillende wijze worden gesproken. Paulus geeft b.v. in zijn brieven wel vier verschillende wijzen van benade ring. Maar er is één grondverkondiging in heel de bijbel, waaraan niet mag worden getornd: Te ontmoet in dit leven Gods trouw. Die trouw is zo onwankelbaar, dat je gelooft: dwars door de dood heen wordt mijn leven door God bewaard. Dit minimum is tegelijk een maximum. Het is het eenvoudigste, maar ook het diepste en beslissendste, wat een mens erover kan zegge. Ds. Krop stelde hier tegenover: voor mij als modern mens staat het nu eenmaal vast: dood is dood. Met dat besef ga ik de bijbel lezen, en ik stel me de eerlijke vraag: wat heeft de Bijbel mij te zeggen als ik dat boek lees in de zekerheid, dat dood dood is. Merkwaardig is, dat dan juist de bijbel veel dieper en kernachtiger tot mij gaat spreken. Ik kan niet meer uit deze aardse werkelijkheid wegvluchten in een hemelse toekomst. Ik word bevrijd van -allerlei onvoorstelbare vaagheden. Ik zal hier op aarde moeten weten wat een hel is en wat hemel. Ik vind geen excuus mefcr voor mijn falen in een vergeving, die straks voor eeuwig alles goedmaakt. Ik ontmoet het oordeel van God niet straks aan het eind der wereld, maar hier. Ik kan mijn zonde niet meer goedkoop maken of vluch ten in een goedkope genade". Als predikant zal ik nooit iemand zijn zekerheden ontnemen. Ik zal integen deel de beelden erkennen, die hij zich van de toekomst heeft gemaakt. Ik kan als zielszorger hierbij alleen maar ter zijde treden. Die beelden zijn ZIJN eigendom. Maar ikzelf kan bij al die beelden mij niets meer voorstellen. En ik kan mij ook niets voorstellen bij dat, wat prof. Lekkerkerker het indiscutabel minimum vormt. Als de kerk niet wil, dat eraan deze dingen wordt getornd, zullen nog veel meer mensen de kerk verlaten. Men zou alleen al eens in Groningen moeten nagaan, hoe velen de laatste jaren de kerk vaarwel gezegd hebben, omdat ook zij tot de ontdekking zijn geko men: dood is dood. Een kerk, die daar geen ruimte voor geeft, is voor hun besef ongeloofwaardig. Aldus Krop. Belazerd Niemand zal zich verwonderen, dat er boze brieven kwamen als: „Dood is dood. Wat doet die man nog op de kansel? Van tweeën één: of meneer Krop verlaat de kansel onmiddellijk, of ik moet blijkbaar aannemen dat ik er naast zit als ik als christen in een leven na de dood geloof. En dan is mijn hele leven voor niks geweest. Ben ik dan constant belazerd geworden? Wilt u me even uitleggen hoe dat eigenlijk zit? Het moeilijke is, dat niet alleen zulke briefschrijvers zich „belazerd" voelen. Aan de andere kant denxen velen, dat ze juist door de kerk, die hemel en hel als een suikerklontje en een zweep hanteerde, bedrogen en bekocht zijn. B.v. in de geest van het woord van Lenin: „Hem, die zijn leven lang werkt en noodlijdend is, leert de godsdienst deemoed en geduld hier beneden en zij vertroost hem met verwachtingen van hemels loon. Maar hun, die van vreem de arbeid leven, leert de godsdienst hier beneden weldadigheid, terwijl zij hun een zeer goedkope rechtvaardiging van heel hun uitbuitend bestaan biedt en hun tegen billijke prijzen entree-bil jetten voor de hemelse zaligheid ver koopt. De religie is volks-opium". De lezers zullen wel weten, dat ik altijd beducht ben voor verscherping der tegenstellingen. Maar ik zie geen kans, hier een brug te bouwen. Tonicum Krop gaat uit van zijn eigen geloof: dood is dood. Die stelling kan nu wel voor hem even redelijk zjjn als: twee plus twee is vier, maar het is een redelijk geloof, dat velen zeer onrede lijk vinden. Met dat eigen geloof gaat hij de bijbel lezen, die klaarblijkelijk van een heel ander geloof doordrenkt is. Als predikant wordt van je verwacht, dat je alleen maar dienaar van het evangelie bent. Dat je niet zo maar je eigen geloof doorgeeft, maar het geloof van Jezus, dat je eigen geloof kan, mag en moet worden. Stel je dan toch je eigen geloof voorop, dan voelen velen zich „belazerd". Pater de Bakker is ook diep geraakt door de moderne theologie. Maar hij heeft zich niet in dat „moderne" geloof of in dat ongeloof vastgebeten. Hij heeft zich kunnen en willen identi ficeren met het geloof van Jezus. Het beeld van die Vaderhanden is immers van Jezus zelf. Zjjn laatste woorden voor zijn sterven waren „Vader, in uw handen beveel ik mijn Geest". Hier kan je de mensen niet meer naar elkaar toepraten. Hier zal ieder per soonlijk moeten kiezen. Maar alstublieft geen etiketten. Krop is een fatsoenlijk mens, al is hij m.i. bekneld in een onwaarachtige positie, En in het verhaal van pater de Bakker heb ik eingelijk niets van een religie als opium gemerkt. Eerder een tonicum. Dr. K. J. Kraan KOM KIJKEN KOM KIJKEN MEUBELFABRIEK "MODERN" MET ZIJN UITGEBREIDE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1971 | | pagina 10