Piet Dronrijp's strijd met woning-bureaucratie „Een bouwvakker vertellen dat ie niet meer kan hengelen" Gezin woont in gekraakte boerderij Piet "Windmeijer maakt filmserie over het milieu: Werkende moeders bij ziekte van kind in de ziektewet DE HAVENLOODS, DINSDAG 22 FEBRUARI 1972 Met gesin Dronrijp in de boerderij'. Piet Dronrijp, 53 jaar, groentehandelaar in het Oude Westen, dreigt binnenkort met zijn vrouw en vier kinderen op straat te staan. Er is geen huis voor Dronrijp en zijn gezin, want het door Rentegevende Eigendommen toegewezen pand aan de Rubroekstraat 109 zal hij niet betrekken, het stinkt er en het is zo verwaarloosd, dat er tenminste enige duizenden guldens in gestopt moeten worden wil het de schijn van een woning krijgen. Bovendien staat het op de nominatie afgebroken te worden, zoals zoveel panden in de totaal vervallen Rubroekstraat. Rentegevende Eigendommen heeft al een proces gewonnen dat tegen Dronrijp was aangespannen, omdat hij een verlaten boerderij aan de Dorpslaan 439 had gekraakt. Hij moet er uit, omdat een bewoond pand aan de Dorpslaan de werkzaamheden aan de metro (doortrek king naar Hoogvliet) zou ophouden. Dronrijp wil de boerderij wel verlaten, hoewel hij er zeer naar zijn zin woont, hoewel het hem volslagen onduidelijk is welke werkzaamheden hij ophoudt, hoewel de gemeente nimmer het plan heeft gehad het pand te slopen en hoewel hij er reeds enige duizenden guldens in heeft gestoken om de zaak op te knappen. Zijn enige eis is „passende woonruimte voor zijn gezin". En dat dan liefst in een buurt waar zijn Surinaamse vrouw niet voortdurend wordt uitgescholden voor „vies, zwart teringwijf" en waar zijn vier kindertjes niet voor al het kattekwaad hoeven op te draaien, omdat ze koffiebruin zijn. Zo ziet het er in de Rubroekstraat uit Want daarin ligt in de eerste plaats de reden, dat hij op 17 augustus van het vorig jaar de leegstaande boerderij aan de Dorpslaan kraakte. Het leven in de Stokroosstraat (bij de Putsebocht op zuid) werd hem er, na tien jaar ge trouwd te zijn geweest met zijn Suri naamse vrouw, tenslotte onmogelijk. Zijn vrouw werd uitgescholden, er werd straatvuil bij hem naar binnen gegooid en zijn kinderen (van 3 tot 9 jaar) waren vaak het mikpunt van de agressie in de buurt. Daar kwam bij dat het huis aan de Stokroosstraat onge schikt was voor een gezin met vier kinderen. Dat was de tweede reden om tenslotte te kraken. De derde was dat Volkshuisvesting hem bij voortduring verzekerde op de lijst van saneringsge- valien te staan, maar dat er geen goede woning voor Dronrijp in het verschiet lag. Op 16 augustus wijst een zoon uit zijn eerste huwelijk hem op de leegstaande boerderij aan de Dorpslaan. Op 17 augustus trekt Dronrijp er in; de nood was zo hoog gestegen, dat hij zich geen ogenblik bedacht. Hij. waarschuwt Volkshuisvesting, die akkoord gaat met de zienswijze, dat de boerderij inderdaad „passende woon ruimte" voor zjjn gezin oplevert. De dienst adviseert hem een handtekening van de eigenaar te gaan halen, zodat de zaak ook juridisch rond is. Problemen Dan beginnen de problemen, want wie is de eigenaar van de boerderij? Juist, Rentegevende Eigendommen. Dronrijp ziet er niets in om deze te attenderen op zijn kraak, want hij weet van te voren dat deze dienst geen moeite te veel zal zijn hem uit de boerderij te krijgen. Nauwelijks drie weken nadat het gezin Dronrijp de boerderij heeft betrokken, ligt er een brief van R.E. in de bus. De strekking van het schrijven is dat Piet Dronrijp voor de schade van het oponthoud aan de metrowerk zaamheden zal moeten opdraaien als hij de boerderij niet snel verlaat. Dronrijp begrijpt hier niets van. Een gesprek met de vroegere eigenaar van de boerderij heeft hem geleerd, dat de gemeente in eerste instantie de boerde rij niet heeft willen kopen (dan was die eigenaar er düs ingebleven), dat Ze na veel vijven en zessen toch tot aankoop overging met de bedoeling het pand in te richten als jeugdboerderij. R.E. blijft bij zijn eis. Wat moet er dan Op de late zondagavond van 27 februari heeft Ad Langebent in het KRO-televisieprogramma een gesprek met prof. dr. C. P. M. Romme, Minis ter van Staat. Prof. Romme was vele jaren fractieleider van de KVP in de Tweede Kamer, miriister en staatkun dig hoofdredacteur van „De Volks- Piet Windmeijer heeft juist weer een onderscheiding binnen. Deze keer een bronzen plak; uit Toulon; voor één van zijn TV-natuurfilms. Hij haalt zijn schouders op. „Ik krijg wel eens meer wat. Het is natuurlijk internationale erkenning voor je werk, maar ik vind het niet zo belangrijk. Voor mij is veel essentiëler dater nou eindelijk eens wat wezenlijks gedaan wordt aan de bescherming van het milieu"; Uitspraak dié hem wordt ingegeven na bied, kraamkamer van het hele Noord zijn werk onder andere in de omgeving zeegebied. Terwijl hij bezig was met van Rotterdam en in het Waddenge- een urenlange reportage over het op: Wetgeving aanpassen aan de tijd In tegenstelling tot een aantal jaren geleden blijven of gaan steeds meer werken nadat zij getrouwd Zijn en kinderen hebben gekregen. Van de kant van het bedrijfsleven groeit de vraag naar vrouwelijke arbeidskrachten met de dag, niet in de laatste plaats in de dienstverlenende sector. Deze twee feiten betekenen nog niet, dat het thans voor moeders van kleine en schoolgaande kinderen nu zo gemakkelijk is geworden om buitenshuis te gaan werken. gelegenheid worden gesteld dat recht tot werkelijkheid te maken. Het feit, dat zij kleine kinderen heeft, mag niet tegen haar gebruikt worden. De overheid heeft tot taak te zorgen dat, naast voorzieningen voor verschil lende vormen van kinderopvang, ook de wetgeving in deze zin wordt aange past aan de eisen van deze tijd. Het hebben van kinderen mag geen extra belasting vormen nij het buitens huis werken van de moeder. Daarom eist de NVB-Aktiegroep Werkende 'Moeders van de regering een toevoe ging aan de bestaande wetgeving: n.l. werkende moeders bij ziekte van een kind in de ziektewet. Het contactadres van de aktiegroep in Rotterdam is mevrouw N. Jansen, Huigendijk 100, telefoon 010- 328165. n kan worden in verant woorde opvang van kinderen, beginnen de moeilijkheden bij ziekte van het kind. Niet iedereen heeft oma's, fami lieleden of vrienden beschikbaar om in deze situatie de helpende hand te bieden. In zo'n geval zal een werkende moeder ontslag moeten nemen of op eigen kosten vrij moeten nemen om voor haar zieke kind te zorgen. Dat iets oudere kinderen als noodoplossing tij dens de werkuren van de moeder alleen worden thuisgelaten is ook geen uitzondering. En als het niet anders kan meldt de moeder zichzelf ziek en gaat wanneer zij zelf echt ziek is desondanks aan het werk. Het spreekt vanzelf, dat dit een onmo gelijke toestand is. Er zijn werkgevers die dit inzien en liever geen risico's lopen met te veel verzuim. Dit ziekte probleem bij kinderen van werkende moeders geldt niet alleen voor school gaande kinderen. Ook kinderen die in een kinderdagverblijf zijn geplaatst moeten bij ziekte thuis worden gehou den, hetgeen .vaak dubbele kosten met zich meebrengt, n.l. loonderving van de moeder en de doorbetaling aan het kinderdagverblijf. Ziektewet Aan de extra moeilijke werksituatie voor werkende moeders kan een flink eind tegemoet worden gekomen, door in de sociale wetgeving de mogelijk heid in te bouwen dat werkneemsters bij ziekte van hun kind uitbetaald worden volgens de ziektewet. Iedere vrouw heeft recht op werk, waarbij de redenen waaróm zij gaat werken buiten beschouwing dienen te blijven. Ook vrouwen van jonge kinde- »e.. hebben dat recht en moeten in de Nieuw kaderblad voor Scouting Nederland Deze maand verschijnt het eerste num mer van een geheel nieuw kaderblad van de vier Nederlandse pavind(st)ers- organisaties onder de naam Scouting. Dit blad komt in de plaats van de vier huidige kaderbladen, die in de afgelo pen estig jaar zo'n belangrijke rol hebben gespeeld in de begeleiding van het Spel van Verkennen in ons land. Het blad Schouting is het eerste zicht bare resultaat van de, nog dit jaar. te verwachten fusie van de vier landelijke organisaties, waarin momenteel ruim honderdduizend meisjes en jongens met veel plezier en enthousiasme het eigentijdse Spel van Verkennen spelen. pervlaktewater zag hij vanuit de lucht tot zün schrik dat de zogenaamde buffergebieden rondom industrie bij de Maasstad niet berekend zijn op hun dubbele taak. „Overal zag ik water, stikgroen van de algen. Dat betekent: dood, visloos water. Ik heb het probleem voorgelegd aan diverse biologen. Er is maar één coiiclusie: de bufferzone mag niet ook nog eens als recreatiegebied worden gebruikt. Die dubbele belasting is fu nest. Dat zal in de toekomst het e'rrt in de omgeving van Rotterdam - duidelijk blijken. We zullen er naar moeten streven om eerst een kilome- tersbrede bufferzone aan te leggen en dan nog een kilometersbrede zone voor de recreatie". Piet Windmeijer, 52 jaar, grijze haar dos, bakkebaarden, vitaal, gehaast pra tend, mc stal zo onduidelijk dat de helft van zijn zin niet voorbij zijn lippen komt. Dan weer produceert hij een stel half afgemaakte zinnen. Ver vaardiger van twee series films voor de NOS die groot kijkpubliek hadden; onder jong en oud. Eerst 16 films over „Natte His". Daarna 14 over insecten. Binnenkort 3 over het- milieu. De eerste over de Waddenzee, de 'tweede over oppervlaktewater, de derde over het vervormen van het landschap door de mensen. Wegwerpvuil Piet Windmeijer: „We leven in een maatschappij vol wegwerpvuil. Overal zie je wegwerptroep. Blikjes, plastic, ijzer. De mentaliteit van nu is: grond stoffen kopen is 20 maal zo.goedkoop als die grondstoffen herwinnen uit afvalproducten. Daarstraks moeten we al die rotzooi toch opruimen en dan betalen we voor het herwinnen de dubbele prijs. De politici durven geen beslissing te nemen; ze kletsen om de hete brij heen. Ze weten dat werkelijke milieuhygiëne in Nederland alleen al miljarden zal kosten". Windmeijer wil maar één ding: tech nisch gave t.v.-producties maken die bij de „gewone man" aanslaan. Zijn kritiek op veel tv-films over milieu is: te veel moeilijke woorden, verwarrend, te veel professoren in het beeld. „Je moet een bouwvakker vertellen dat hij binnenkort niet meer kan hengelen. Dan begrijpt ie onmiddellijk waar je het over hebt". wereld (Indonesië, Perzië, Algerije, Frankrijk, Spitsbergen) tenslotte in eigen land begon. Hij kreeg contact met de NOS, welke filosofie was: wat interesseert het de gemiddelde Neder lander welke beesten er in de Rode Zee zwemmen. De doorsnee-beeldbuis- kijker moet weten wat er in zijn tuintje of het slootje naast zijn flat gebeurt! Dat was het motto van de serie „Natte His". De filosofie achter de tweede serie, over insecten was, af te rekenen met datgene wat we door iedereen van jongs af aan krijgen inge prent: „Insecten moet je doodslaan". Zonder insecten geen bloemen, geen vruchten, geen verschillende soorten voeels. Lovende brieven uit heel Ne derland kwamen bij de NOS en Piet Windmeijer binnen, nadat de serie over dit enorme, gediscrimineerde stuk die renrijk was vertoond. Ernstige zaak Veertien films over insecten. 13.000 manuren zaten erin. Piet W.: „Zonder mijn medewerkers ben ik niks". Twee jaar werkten ze er aan. 20 kilometer film werd geschoten, 3 kilometer uitg- zonden. Nu is hij bezig met de drie milieufilms: 'al een jaar lang. Voor drie uurtjes tv. Piet Windmeijer is tijdens het filmen niet optimistischer gewor den. De ernst van de zaak is hem volkomen duidelijk. Er zijn schakels in de voedselketen die aangetast dreigen te worden. We merken het niet, want het gaat zo langzaam; als je het ten minste op een'Vol mensenleven deelt. Piet W.: „Het kan de mensen duidelijk worden als er een ramp gebeurt. Wan neer er duizenden mensen als ratten sterven. En dan volgen er opeens wel maatregelen. Maar nu het zo traag gaat, krabt iedereen zich bedenkelijk de kop. Dat is dan wel het maximum wat we kunnen opbrengen". Liefst zou hij zien dat alle moeizaam bevochten procentjes loonsverhoging in een pot verdwenen, waarmee de milieuhygiëne werd gediend. Dat de grote en ook de kleine (ongrijpbare) bedrijven overgaan tót herwinnen van grondstoffen. Dat met andere woorden overal statiegeld op zit. Elk blokje, elke plastic fles, kan, tube. Of nog anders gesteld: dat we onze wegwerp cultuur overboord gooien. Veel vertrouwen heeft hij niet in zijn eigen wetenschap. Hij rookt zelf als een ketter en roept na zijn pessimisti sche uitlatingen: „Er zijn drie soorten vergif die heilig zijn: nicotine, coffeine en alcohol. Laten we daar dus maar over zwijgen". Tussen al deze zwart-wit opmerkingen door, schijnt het grijs. Het volgens hem beslist niet uitzichtloze grijs. („We zijn nu nog op tijd") Hij zegt: „Ik ben nou zo'n vier of vijf jaar zeer intensief in Nederland bezig overal de natuur te verfilmen. Een ding valt op. Het is in die jaren steeds stiller geworden. Je ziet de verschillende dieren nog wel, maar niet meer zo veelvuldig. Dat is een teken aan de wand. Het is een signaal voor ons. Toen er zoveel endo- sulvan in de Rijn werd gemieterd, stierven honderdduizenden vissen. Dat was een noodsignaal. Als er geen vissen meer waren, hadden we niet eens geweten hoe groot de dosis vergif wel was. We moeten die signalen van de natuur eindelijk eens leren begrijpen". op de plaats van 'de boerderij Komen, vraagt Dronrijp. Een voetpad, is het antwoord. Waarheen, is de tegenvraag. Op die simpele vraag komt geen ander antwoord dan een proces. Op het proces zegt R.E. dat op de plaats van de boerderij een parkeerplaats zal ko men. Piet Dronrijp telt op: eerst wilde de gemeente het pand niet hebben, toen zou het een jeugdboerderij worden, toen zou er een voetpad komen en nu wordt het een parkeerplaats. Maar, zo wordt hem op het proces duidelijk gemaakt, niemand is hierover aan hem verantwoording schuldig. Hij heeft ge kraakt, weliswaar uit sociale nood., maar toch gekraakt. En wie zal aan een krgker verantwoording afleggen? Geen verandering Tijdens het proces belt de rechtbank president met Volkshuisvesting over de mogelijkheid Dfonrijp voor 1 februari 1972 passende woonruimte te bezor gen. Volkshuisvésting zegt dit toe. Eind december echter schrijft de dienst Dronrijp een brief met de mede deling dat er geen woonruimte voor hem is. De brief besluit uiterst hoop vol: „Tevens moge ik u adviseren om verdere bezoeken aan de dienst achter wege te laten daar deze geen verande ring in de huidige situatie kunnen brengen". Begin 1972 komt R.E. zjjn belofte na „passende woonruimte" voor Dronrijp te vinden door hem het pand Rubroek' straat 109 aan te bieden. Het is een woningdie die naam niet meer ver- dient, een stinkend, uitgewoond krot, waar iemand met een beetje verant woordelijkheidsgevoel niet intrekt met vier kinderen. Dronrijp laat dit R.E. weten. Dan ontstaat er een dialoog als deze: Waaro m "koop je geen huis „Als ik jouw geld had". „Begin je weer? „Als je een stomme vraag stelt, moet je een stom antwoord verwachten". Piet Dronrijp blijft bij zijn mening dat de Stokröosstraat in vergelijking met de Rubroekstraat een villawijk is. Hif grijptopnieuw naar de telefoon. Nu> om de Gemeentelijke Woningdienst om een huis te vragen. Hij weet niet betèr dan dat hij als woningzoekend; staat ingeschreven. Dat blijkt een ver gissing, want het blijkt dat Volkshuis vesting de Gemeentelijke Woningdienst heeft doorgegeven dat Dronrijp is ver huisd naar de Dorpslaan! Dronrijp concludeert, dat na het pro ces niet is doorgegeven, dat hij als woningzoekend te boek behoort te staan. „Word ik bedonderd", vraagt hij zich af. Verhuisgeld Ten einde raad belt hij de rechtbank president op met de mededeling, dat er na het proces voor hem geen ander huis is uitgekomen dan een woning in de Rubroekstraat. De president rea geert geschrokken en zegt hem dit inderdaad geen milieu te vinden om zijn vier kinderen op te voeden. Maar 's middags is de president al van me ning veranderd. Hij vindt dat het pand er toch niet zo slecht uitziet en dat de kinderen van Dronrijp mooi op het- Schuttersveld kunnen spelen. Ik zou het maar nemen, raadt hij aan, dan boft u nog, want het pand wordt afgebroken en dan strijkt u-het ver huisgeld ook nog op. Dit merkwaardige advies wordt nog overtroffen door een volgend schrij ven, waarin wordt gesteld, dat Dron rijp als hij het pand aan de Rubroek straat weigert, geen recht van spreken meer heeft, omdat hij al eerder een pand aan de Diergaardesingel heeft geweigerd. Er.is hem echter nooit een pand aan de Diergaardesingel aangeboden! Dan belt hij wethouder Jettinghof thuis op. Die zal het uitzoeken. Inder daad, geeft Jettinghoff hem later toe, is er Dronrijp nooit een huis aan de Diergaardesingel aangeboden. De wet houder zal de zaak onderzoeken. Wat' het onderzoek oplevert, zal nog moe ten blijken. Het is aan de gang. Onder tussen zitten Piet Dronrijp en zijn gezin nog in de boerderij aan de Dorpslaan. Als het goed is, hebben de mannen van Rentegevende Eigendommen dagelijks het zweet in hun handen bij de weten schap dat het gezin daar zit. Immers, zij hebben Dronrijp verzekerd, dat het een gevaarlijke plaats is, omdat het niet denkbeeldig zou zijn dat de me- trodijk gaat werken en grondverschui vingen het huis bedreigen. Dat wil er bij Dronrijp niet in: een metrodijk die zal verzakken, terwijl er straks dage- 'lijks treinen met honderden mensen over zullen rijden. Bovendien staat er aan de andere kant van de dijk een ander huis, waarover niet wordt ge sproken. Voor dat huis zou er geen gevaar bestaan? Je kan Piet Dronrijp nog meer vertellen. Jan Hein de Groot.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1972 | | pagina 5