Rijke landen verliezen geen slag, behalve de laatste k HM r m in 80 Focke&Meltzer neemt met een gouden handdruk afscheid van de Lijnbaan. „....Dan liggen er wat witte suikerklontjes in bloed.... UNCTAD GING ALS NACHTKAARS UIT |j7Wil^!|i.^Il|iJlj!l FOCKE MELTZER IfTWiliW'i'.kTliJilM vv DE HAVENLOODS, DONDERDAG 25 MEI 1972 21-507 „De veldslag, die de geschiedenis van de wereld veranderde" staat er als ondertitel in koeieletters op een bioscoop dichtbij het Unctadge- bouw in Santiago, waar al wekenlang „De Slag bij Waterloo" draait. Straks kunnen ze een documentaire gaan draaien van de „Zesweekse Veldslag om de hoek, die de geschiedenis van de wereld met veranderde". ÜLA BATALLA CltJCAMB 1© -'"7 1~A H1STORIA OEI. MUHDO 1 iüt> thttl 'tCraiit ftf riflit f rrtrrtr In Teatra Santa Lucia in de Chileense hoofdstad draait de film „De slag bij Water loo Een klein eindje hier vandaan woedde een andere slag: de Unctad-conferen- De Wereldhandelsconferentie ging als een nachtkaars uit. Het draaiboek voor de documentaire zou er als volgt kun nen uitzien: Met driemaal zovpel manschappen als de tegenpartij komen de ontwikke lingslanden het veld op. Maar de ont wikkelde landen beschikken over betere wapens, want ze hebben meer geld en techniek. De strijd begint. De betaal nu minder Onderstaande platen, waar U nog maar kort geleden f 4,95 voor moest betalen, bieden wij U nu aan voor 85 cent, dit is ruim 80 onder de geadviseer de verkoopsprijs. Splinternieuwe single's, alléén bij Ter Meulen en alléén vrijdag 26 mei en zaterdag 27 mei voor precies vijfentachtig cent. Sandra Andress (Mary Madonna Twee Pinten Adèle Bloemendaal (Wat heb je gedaan Daan) Bert Janssen (Nassibal) Vicky Leandros Rika Jansen White Plains (When you are a king) Mouth MacNeal Willy Willëke Maastrichter Staar Seth Gaaikema Louis Armstrong Magna Carta Saskia Serge Pro musica father's ontwikkelingslanden vallen aan. Ze voeren enkele charges uit, maar wor den steevast teruggeslagen, op een paar heel kleine succesjes na. Na zes weken trekken beide partijen zich terug, om zich voor te bereiden op de volgende slag, een paar jaar later. Daar zou de film kunnen eindigen. Maar hij zou ook nog de uiteindelijke afloop in beeld kunnen brengen: de ontwikkelingslanden raken er steeds slechter aan toe, de gematigde leiders verliezen hun positie en de stemming wordt steeds fanatieker. De ontwikkel den leven in een roes voort, die zij uitvieren met overmatige consumptie, en ze offeren aan hun goden, die namen hebben als Hebzucht, Haalbaar heid en Kortzichtigheid. De zaak loopt spaak, in beide kampen. De slotscène: de twee opperbevelhebbers, die tegen elkaar zeggen: „In Santiago hadden we nog kunnen voorkomen dat we nu allebei als Napoleon ons Waterloo ge vonden hebben". Doen of niet Ter verontschuldiging van de slechte conferentie-resultaten zei een lid van de Nederlandse delegatie ons: „Wie met verwachtigingen naar Santiago is gegaan, is geen realist". Jammer ge noeg hebben de ontwikkelde landen alleen maar zulke „realisten" naar Unctad-III gestuurd. Als je niet tot deze groep behoort, ben je dus onge twijfeld een onpractische idealist. Wij geloven echter dat een Rotterdammer gelijk had, die thuis zei: „Wie denkt, dat deze wereld, zoals die vandaag de dag in elkaar zit, nog jarenlang mee kan, dat noem ik een idealist! Het ging op Unctad-III om een aantal zaken van uitzonderlijk belang. De on derwerpen zijn ingewikkeld, maar ze hebben allemaal één simpel kernpro bleem: willen de rijke landen er wat aan doen of niet? Hét gaat om de medezeggenschap van de meerderheid van de bevolking (al thans hun regeringen) in wereldzaken, om verbetering van het internationale geldsysteem, verbetering van de han dels-, produktie- en scheepvaartsitua- Jaarlijks een fooitje voor de armen... tie, waarin het aandeel van de ontwik kelingslanden terugloopt, terwijl hun aandeel in de wereldbevolking juist enorm groeit. Verder ging het op Unctad-III om het schuldenprobleem, de omvang en aard van de ontwikke lingshulp en een beetje ook om de macht van de grote bedrijven. Op Unctad-III zat een principebesluit over de „link" er niet in, hoe hardnek kig de ontwikkelingslanden daar ook om vroegen. Het gekke is, dat in het al gemene debat, aan het begin, door de ontwikkelde landen vrij positief over de link gesproken werd. In.de midden fase gaven ze echter geen";krimp, om tenslotte misschien de teugel weèr wat te laten vieren, zogenaamd onder hevi ge druk en om de conferentie nog een mooi slot te geven. Alles wat de ontwikkelingslanden hier over willen horen is: worden deze zaken rechtgetrokken, ja of nee? En het antwoord van de rijke landen op Unctad-I, II en III luidt: nee! al zullen ze dit woord nooit in de mond nemen. Ze zeggen: deze zaak moet eerst verder bestudeerd worden, of: Urvctad is niet de plaats om erover te beslissen, of: we zouden wel willen, maar we hebben in eigen land ook problemen. Is Unctad-III dan helemaal zinloos, zonde van tijd en reisgeld? Veel men sen vinden dat, maar dat lijkt mij overdreven. In de loop van zijn achtja rig bestaan heeft Unctad toch wel iets bereikt, al geloof ik dat het veel te weinig is om zoden aan de dijk te zetten. De methode-Unctad werkt te langzaam, maar het is de enige meljho; de die de ontwikkelingslanden hebben, de enig nette althans. Linke link De „link" is een goed yoorbeeld, van wat Unctad in het gunstigste gc-al kan bereiken. Het is tevens het ingewik- Culturele contactavond in Berkel - Rodenrijs Zaterdag 3 juni organiseert de culture le kring van Berkel en Rodenrijs een open contactavond voor haar leden en belangstellenden, zowel in als buiten de gemeente woonachtig. De bijeen komst begint om 20.30 uur. Voor inlichtingen kan men zich wenden tot de bestuursleden, die telefonisch bereikbaar zijn onder netnummer 01891 en de abonneenummers 3924, 3848, 2001 en 2749, of onder 010-350960. i keldste onderwerp van Santiago, maar ook een van de belangrijkste. Een schoolvoorbeeld ook, van hoe link de ontwikkelde landen het spelen. De kern van het link-probleem, de ja-of-nee vraag dus, luidt: Zijn de rijke landen bereid, om de arme landen een behoorlijk deel te geven van het kunst matige wereldgeld, dat sinds enkele jaren bestaat? Als extraatjes voor de regeringen worden namelijk tegen woordig cheques uitgegeven door het Internationale Monetaire Fonds. Dit zijn de z.g. speciale trekkingsrechten. Maar tweederde van die cheques gaat naar de rijke landen, terwijl de arme landen samen maar een derde krijgen, hoewel ze er vèel meer behoefte aan hebben. Deze trekkingsrechten zijn vergelijk baar met wat er in het gezelschapsspel „Monopolie" gebeurt, als je.langs „Af" komt: je krijgt dan tweehonderd gul den uit de speelpot, zodat je weer even vooruit kunt. Een speler die al zwemt in zijn geld en huizen krijgt dat bedrag, maar een dakloze medespeler krijgt geen cent meer dan hij. In Monopolie krijgt de grootste kapitalist uiteindelijk het hele bezit van allé medespelers. Er zijn twee belangrijke verschillen met de internationale werkelijkheid: 1. De spelers zijn niet met een gelijk bedrag van start gegaan; 2. Bij het passeren van „Af" krijgt de rijke meer geld (trekkingsrechten) dan de arme. Omdat het in de werkelijkheid niet de bedoeling kan zijn, dat er één winnaar overblijft en de rest failliet gaat, is er in 1965 een plan uitgedacht om de armen bij „Af" (jaarlijks) evenveel te geven als de rijke. Daarmee zullen ze het op de lange duur nog niet kunnen redden, maar het is tenminste iéts. (Unctad werkt daarnaast aan andere middelen om te voorkomen dat de ongelukkige spelers failliet gaan). Monopol ie spelletje Resteert nog in deze uiteenzetting om de naam „link" te verklaren. Link is engels voor Verbinding. Bedoeld is de verbinding van het systeem der specia le trekkingsrechten met de ontwikke lingshulp. Het eventuele grotere bedrag dat de ontwikkelingslanden bij „Af' zouden gaan krijgen, zouden ze name lijk niet schoon in het handje krijgen, maar in de vorm van ontwikkelings hulpprogramma's. Daar zit dan ook nog wel een naar kantje aan, maar lat'-n we in dit verhaal voor het gemak maar aannemen, dat die hulp erg goed zou zijn. Nu zit er voor de financiële en politie ke experts zoveel ingewikkelds vast aan de link, dat het effect ervan zelfs voor de grootste deskundigen niet he lemaal te overzien is. En dit is de troefkaart die de rijke landen in Santiago uitspelen. Ze zeggen: „Maar wij kunnen toch geen ja zeggen op iets waarvan we de gevolgen niet kennen! Ze wijzen er op, dat de studie die het Internationale Monetaire Fonds (dat is „de bank" in Monopolie) over de link zou maken, nog steeds niet klaar is. Nu weet iedereen heel goed dat die bewuste studie wel ver dacht veel tijd vergt, en dat de rijke landen niet graag gezien hadden, dat hij voor het begin van Unctad-III klaar geweest zou zijn. Maar na alle studies die sinds 1965 al verricht zijn, zouden de financiële ex perts onder de geachte delegaties hier en nu in Santiago best een principebe sluit kunnen nemen. Daarvoor hebben we die ene studie niet nodig. Dc Ceylonees Jayawardena zei dan ook, dat zo'n houding elke vooruitgang op Unctad onmogelijk zou maken, want je kan nóóit precies de gevolgen weten. Nog duidelijker was de Tanzaniaanse afgevaardigde Tenu, die erop wees, dat de rijke landen zelf baat bij de link iouden hebben, en toen zei: „Geen enkele verdere studie zal efen toverfor mule opleveren voor de toepassing van de link. Klaarblijkelijk is alleen de politieke wil om het voorstel te aan vaarden, in principe alleen maar, afwe zig". Maar de Nederlandse vertegenwoordi ger mr. C. van den Tak, zegt nog steeds: „We hoeven hiér nog geen principebesluit te nemen". De Guinees Conde haakte in het debat in op een ander argument van de rijke landen, namelijk, dat geld- en hulpza ken gescheiden moeten blijven. „Maar", zei hij, „geld mag geen doel op zich zijn". In de praktijk was geld altijd gebruikt als middel tot uitbui ting. Het zou nu eens moeten worden aangewend om een eerlijke verdeling van welvaart en productie teweeg te brengen, meende de heerConde. Mooi slot Op Unctad-III zat een principebesluit over de „link" er niet in, hoe hardnek kig de ontwikkelingslanden daar ook om vroegen. Het gekke is, dat in het algemene debat, aan het begin, door Je ontwikkelde landen vrij posi tief over de link gesproken werd. In de middenfase gaven ze echter geen krimp, om tenslotte misschien de teu gel weer wat te laten vieren, zoge naamd onder hevige druk en om de' conferentie nog een mooi slot te ge- Zo zei de Belg Jamar, dat zijn regering van haar aanvankelijk afwijzende op stelling nu was overgegaan tot een positieve instelling. Maar omdat jij Jamar heet (dat zal wel Waals zijn voor „Ja, maar voege hij er direkt aan toe, dat hij de studie van het Interna tionale Monetaire Fonds nog wilde afwachten. Ook de Nederlandse rege ring is in korte tijd omgeslagen van een negatieve houding naar een ja, maar houding. Dat is gebeurd onder de druk van Unctad-studies, onder druk van onze goede naam op ontwikkelingsge bied, en onder druk van de bijna voltallige Tweede Kamer, die wél on der de indruk is van de Unctad-argu- menten voor de link. De Nederlander Van den Tak heeft onder al die druk een verklaring afgelegd, dat Nederland het fijn zou vinden, als er een aan vaardbare vorm van de link gevonden zou worden (door het IMF uiteraard, niet door Unctad), maar intussen som de hij alleen maar bezwaren tegen de link op. Zo zijn er nog een paar landen, die nu een stuk minder afwijzend tegenover het idee staan dan een paar jaar gele den. En dat is winst. Dit soort vooruit gang is echter het beste wat in Unctad mogelijk is. Er gaan jaren overheen voordat iets er doorkomt. Het meeste komt er nooit door. Zonder Unctad, en vooral zonder die massale vierjaar lijkse vergaderingen-met-wereldpers, zou er helemaal geen beweging in zijn. Blijft nog over de vraag of dat kleine beetje genoeg is om de achteruitgang van de ontwikkelingslanden te stop pen? Het antwoord uit de statistieken luidt: nee. Het zijn stapjes naar boven op een roltrap die naar beneden gaat. We zullen weldra vele treden naar boven tegelijk moeten nemen om niet tegen de grond te smakken. Jan de Groot. betaal nu minder Hildegard Knef Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij in de kelder deze laatste nieuwe single's, waaron der zelfs die van Vicky Leandros winnares van het Songfestival 1972, door HBS elkaar, per voor Géén schrift, of tel. best. betaal nu minder Verzeker U van een klein stukje privé strand of camping met dit handige windscherm. Wilt U bovendien uit de wind en in de zon zitten dan hoeft U niet meer te aarzelen want dit windscherm in diverse uni- kleuren voldoet aan al Uw eisen nu kompleet met vier 3-de- lige stokken, scheerlijn en ha ringen voor nog géén twee tien- Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij op onze camping-af deling 2e etage, dit windscherm in diverse kleuren en in de af metingen 140 x voor Géén schrift, of tel. best. Focke Meltzer vertrekt van de Lijnbaan, maar niet zonder U eerst als dank vo< het in ons gestelde vertrouwen een uiterst spectaculaire uitvérkoop aan te bieden. Cadeau-artikelen, serviezen en glasserviezen worden - nu verkocht tegen aantrekkelijk lage prijzen. Deze bijzondere aanbiedingen gelden niet in onze v.estigingen in Den Haag, Amsterdam en Arnhem, waar wij u in de toekomst nog vaak hopen te ontvangen. Lijnbaan 102, Rotterdam, telefoon 14 68 55 Morgen begint er op onze par terre een geweldige aanbieding onderjurkjes, o.a. in satijn of nylonvoor een prijs die U bijna niet voor mogelijk houdt. Dames onderjurkjes in diverse modellen, kwaliteiten en mini of normale lengtes. Deze onder jurkjes, in de maten 38 t/m 48, uit de prijsklasse van f 9,95 t/m f 12,95, kosten nu nog géén drie gulden. Vanaf vrijdagmorgen 9 uur ver kopen wij op de parterre deze dames onderjurkjes, in diverse kleuren, modellen en kwalitei ten, in de maten^^^ 38 t/m 48, Qll per stuk w M «JU voor ^mU Géén schrift, of tel. best. Tussen een paar roggevelden hebben twee jonge mensen een paadje ontdekt waar ze nog niet eerder zijn langsgegaan, en in de drie dorpen van de gemeente glimmen de ruiten. Mannen zijn bezig' zich te scheren voor de spiegels op de keukentafels, vrouwen neuriën bij het snijden van het brood voor het ontbijt, en kinderen zitten op de grond en knopen hun kleertjes dicht. Het is de gelukkige morgen vóór een kwade dag, want vandaag zal in het derde dorp een kind doodgereden worden door een gelukkig man. Dat kind zit nog op de grond en knoopt de kleertjes dicht, en de man die zich staat te scheren zegt, dat ze vandaag een roeitocht op de rivier zullen maken en de vrouw neuriet en legt het net 'gesneden brood op een blauw bord. Er glijdt geen schaduw over de keuken en toch staat de man die het kind dood zal rijden bij een rode benzinepomp in het eerste dorp. Het is een gelukkig man, die in zijn fototoestel kijkt naar een kleine blauwe auto, en naast die auto staat lachend een jong meisje. Terwijl het mfeisje lacht en de man een lente-foto maakt, schroeft de pompbediende de dop op de tank en zegt dat het een mooie dag zal worden. Het meisje gaat in de auto zitten en de man die een kind zal doodrijden, haalt een portmonnee uit zijn zak en zegt dat ze van plan zijn naar zee te gaan, daar een boot te huren en tot ver, heel ver in zee te roeien. Door de geopende ramen hoort het jonge meisje wat hij zegt; ze heeft de ogen gesloten, en terwijl ze daar zo zit ziet ze de zee, en de man naast haar in de boot. Hij is geen sléchte man, hij is gelukkig en blij, en voor hij in de auto stapt staat hij nog even bij de koeler die in de zon glanst en geniet van de glans en van de lucht van benzine en wilde sering. Er glijdt geen schaduw over de auto, en er zitten geen deuken in de gladde bumper, en hij is niet rood van bloed. Op hetzelfde ogenblik dat in het eerste dorp de man in de auto het portier achter zich dichtslaat en het contactsleuteltje omdraait, doet de vrouw in het derde dorp de kastdeur open en ziet dat er geen suiker meer is. Het kind dat de kleertjes heeft dichtgeknoopt en de veters van de schoentjes heeft vastgemaakt, ligt op de knietjes op de bank te kijken naar het water, dat zich tussen de wilgen doorslingert en naar de zwartei roeiboot die op het land is getrokken. De man die zijn kind zal verliezen is klaar met scheren en vouwt de spiegel in elkaar. Op de itafel staan de koffiekopjes, het brood, de room en kruipen de vliegen. Alleen de suiker is er niet en de moeder zegt tegen het kind dat het gauw even naar de Jansens moet gaan om wat suikerklontjes te lenen. Ën terwijl het kind de deur open doet, roept de man het achterna dat het moet opschieten, want de boot ligt aan de waterkant en ze zullen zo ver roeien als ze nog nooit eerder hebben gedaan. Als het kind dan door de tuin holt denkt het nergens anders aan dan aan de rivier en aan springende visjes en niemand fluistert het kind in, dat h$t nog maar acht minuten heeft te leven, en daf de boot daar de hele dag zal blijven liggen, en nog heel wat dagen daarna. Het is niet ver naar de Jansens, alleen de weg oversteken; en terwijl het kind even later de weg overholt, rijdt de kleine blauwe auto het tweede dorp in. Het is een klein dorp met rode huisjes en met fris uitgeslapen mensen die in de keuken zitten, en net de kopjes aan de mond brengen als ze de auto, aan de andere kant van de heg voorbij zien vliegen. Het gaat snel en de man in de auto ziet de populieren als grijze schaduwen voorbijflitsen. Er drijft iets van zomer door het open raam, ze vliegen het dorp uit, ze liggen goed en veilig midden op de weg en er is niets te zien, nog niet. Wat is het heerlijk helemaal alleen op een fijne brede weg te rijden, en buiten het dorp gaat het nog beter. De man is gelukkig en sterk, en met de rechterelleboog raakt hij zijn meisje even aan. Het is geen slechte man. Hij heeft haast om bij de zee te komen. Hij zou geen vlieg kwaad kunnen doen, maar tóch zal hij dadelijk een kind doodrijden. Terwijl ze op het derde dorp afvliegen doet het meisje naast hert de ogen weer dicht en speelt het spelletje dat ze die niet weer open wil doen vóór ze de zee kan zien, en zij droomt in het ritme van het lenige zwenken van de auto hoe zilverig de zee zal zijn. Want zo onbarmhartig is het leven dat een man nog gelukkig is één minuut voor hij een kind dood zal rijden; en één minuut voor een vrouw gilt van schrik kan ze nog met de ogen dicht zitteivdromen over de zee; en in de laatste minuut uit het leven van een kind kunnen zijn vader en moeder in de keuken nog zitten wachten op suiker en praten over de witte tandjes van dat kind en over een roeitocht. En het kind zelf kan een hekje sluiten en de weg willen oversteken met in de rechterhand een wit zakje met suikerklontjes, en die hele laatste minuut niets anders zien dan een lange blanke stroom met grote vissen en een brede roeiboot met stille riemen. Dan is alles te laat. Dan staat een blauwe auto dwars over de weg, en een gillende vrouw kijkt naar haar hand die ze-voor de mond hield en die bloedt. Dan doet een man de deur van de auto open en probeert op zijn benen te blijven staan, al voelt hij zich leeg van ontzetting. Dan liggen er wat witte suikerklontjes in bloed en een kind ligt onbeweeglijk voorover, met het gezicht tegen de weg geslagen. Dan komen twee mensen met witte gezichten, die nog geen thee konden drinken, door een hekje aangevlogen en wat ze op de weg zien, willen ze nooit meer vergeten. Het is niet waar dat de tijd alle wonden heelt. De tijd heelt nooit geheel de wond van een doodgereden kind, de smart van een moeder die vergeten heeft suiker te kopen en haar kind de weg overstuurt om die suiker te lenen en de tijd heelt evenmin de ellende van een man die eens gelukkig was'en het kind heeft doodgereden. Want die een kind heeft doodgereden rijdt niet naar zee. Wie een kind heeft doodgereden rijdt héél langzaam en stil naar huis terug en naast hem zit een verslagen vrouw met een hand in verband, en in alle dorpen waar ze door rijden, zien ze geen enkel opgewekt mens. Alle schaduwen zijn o zo donker en als ze uit elkaar gaan wordt er nog steeds niets gezegd. De man, die het kind doodgerede^} heeft, weet dat dat zwijgen zijn vijand is, en dat er jaren van zijn leven nodig zullen zijn om dat te overwinnen door luid te schreeuwen dat het zijn schuld niet was. Maar hij weet dat dit niet helemaal waar is, en 's nachts in zijn dromen zal hij wensen één minuut, één minuut van zijn leven terug te krijgen om het die ene minuut anders te doen. Maar zo onbarmhartig is het leven voor iemand die een kind heeft doodgeredeii, dat dan alles te laat is. Stig Dagerman.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1972 | | pagina 11