ODS Geen migrantenraad, wel inspraak van gastarbeiders in wijkorgaan Fijne vakantie in Nederland land voor zeshonderd Berlijnse kindertjes STICHTING HULP BUITENLANDSE WERKNEMERS: DANKZIJ VELE GASTGEZINNEN: fKOOPJES" totale opheffings uitverkoop bij Juwelier Regli Autotron te Drunen 200.000 bezoekers Veel muziek in „Gratis Zomer" dinsdag 31 juli 1973 22e jaargang no. 31 SCHIEDAM VERSCHIJNT OP-DINSDAG EN DONDERDAG IN ROTTERDAM RECHTER MAASOEVER - SCHIEDAV VLAARDINGEN KRIMPENERWAARD Ë.Q.- HOOFDKANT. PRINS HENDRIKKADE 14, ROTTERDAM. TEL. 13.21.70 „De instelling van een Migrantenraad, zoals die sinds kort in Utrecht en naar ik meen ook in het Belgische Genk functioneert, wijs ik af", aldus de heer C. Th. Verweij, directeur van de Rotterdamse Stichting Hulp aan Buitenlandse Werknemers. Deze uitspraak viel tijdens een gesprek over wezen en werk van de Stichting. Daaraan ging evenwel vooraf de opmerking, dat men in Rotterdam in principe ten aanzien van inspraakmogelijkheden van de buitenlandse werknemers al vrij ver is. „Ik denk aan de wijkorganen"zegt Verweij, „en ik zou het niet verstandig vinden als men deze voorbij zou lopen. De Stichting streeft ernaar de buitenlandse werknemers hoe langer hoe meer te betrekken in het leven en werken en in de wijken. Het meewerken aan deze integratie lijkt me zinniger den de bevordering van een Migrantenraad, waardoor de buitenlandse werknemer toch weer apart komt te Onlangs werden in de Rotterdamse gemeenteraad vragen gesteld naar aan leiding van de instelling van een Mi grantenraad in Utrecht. Er zijn over deze raad ook gesprekken geweest tussen Rotterdamse en Utrechtse wet houders. Voelt de Stichting zich daar door niet min of meer gepasseerd? „De wethouder heeft zijn eigen verant woordelijkheid", stelt de heer Verweij. „Wie kan het hem kwalijk nemen, dat hij zich informeert bij andere colle ga's? Ik denk echter niet dat de gemeente buiten ons om initiatieven zal gaan ontplooien. Ik geloof niet dat men ons zal overvallen met een plan voor een Migrantenraad. Integendeel, ik heb duidelijk de indruk, dat de gemeente ons daarin zal horen. Om terug te komen, op de wijkorga nen, ik ben van mening dat de buiten landers in deze „suborganen" van de stad een grotere stem zoudep moeten krijgen. Daaraan wil ik graag meewer ken. Wij moeten de buitenlandse werk nemer meer wijkbewust maken. Als Stichting werken wij hieraan mee door het houden van spreekuren in de wij ken en door activiteiten, zoals onder wijs, van de centra over te brengen naar de wijkgebouwen". De Migrantenraad in het Belgische Genk, waaraan het Rotterdamseh Nieuwsblad onlangs een pagina wijdde, wordt vaak in één adem genoemd met •Utrecht, aldus de heer Verweij, hoewel hier totaal verschillende zaken aan de orde zijn. Men moet in dit 'verband denken aan het totale beleid ten aan zien van de buitenlandse werknemers. Hier in Nederland heerst er nog steeds onzekerheid omtrent de aanpak, om dat we eenvoudig niet weten: moeten ze nou blijven of niet, moeten ze beperkt hier zijn of moeten ze de gelegenheid krijgen om net zo lang te blijven als ze zelf willen? In België en Frankrijk daarentegen is er een duide lijke immigratiepolitiek. Als daar ie mand binnenkomt, dan blijft hij mees tal. Ik heb begrepen, dat de situatie in Zweden ook zo ligt. Maar ja, dat zijn heel andere landen. Die hebben lang niet zo'n bevolkingsaanwas gekend als wij en ze zijn lang niet zo dicht bevolkt. Wij zullen hier een eigen opstelling moeten kiezen en dat is erg moeilijk. Je weet 'niet of er in de toekomst nog veel buitenlandse werk nemers bij zullen komen. Je weet niet of degenen die hier zijn zullen blijven. Ze weten het zelf ook niet". Wat doen wij voor haar? Wij moeten vind ik, groepen gaan vormen oin deze mensen uit hun isolement- te halen. Want de buitenlandse werknemer zelf is buitenshuis aan het werk en heeft op zijn werk nog de nodige coittacten met landgenoten. De vrouw blijft alleen thuis. Zij verstaat de taal nauwelijks en zit met allerlei concrete moeilijkheden. Hier moeten wij iets aan doen. In samenhang met de Migrantenraad zou ik dan ook met betrekking tot deze kwestie voor een wijksgewijze aanpak willen pleiten en weet ik niet of.wij wel moeten doorgaan met de opvang van buitenlandse werknemers in de Niet gelijk Met deze opmerking benaderde de heer Verweij de vraag welk beleid de Stichting voert ten aanzien van de activiteiten voor buitenlandse werkne mers. „is het voldoende", vervolgde hij, om deze mensen de gelegenheid te bieden elkaar te ontmoeten of moet de Stichting meer of anders doen? Ik vind dus dat er eens goed moet worden nagedacht over de activiteiten die ten behoeve van de buitenlandse werkne mers worden ontplooid. Hierbij speelt de eigen aard van de verschillende nationaliteiten een grote-rol. Hirmee hangt weer samen dat de éne groep buitenlandse werknemers zich gemakkelijker bij de Nederlandse sa menleving aansluit dan de andere. En andersom ook: voor de éne groep heeft de Nederlandse samenleving eer der begrip dan voor de andere. Om maar concreet te zijn: een Turk is niet alleen iemand, die uit een land komt dat de Nederlanders vrij slecht kennen, hij komt ook uit een heel andere cultuur dan de onze. Daardoor is er natuurlijk al een grote afstand tussen Nederlander en Turk. Nu moet men BEWAklNGÉN BEVEILIGING B.' AELBRÈCHTSKADE 157c, R'dam Brandwachten Dekwachten Ruimwachten afspraak 010-235735. Hoogstraat 139 Rotterdam010-131500* Aktiekomitee Derde en laatste onderwerp van dit gesprek was het Aktiekomitee Pro Gastarbeiders. Hoe denkt de Stichting daarover? „Het Aktiekomitee heeft gezegd, dat het ontstaan is door het falen van de Stichting", aldus de heer Verweij. Dat is dan een nogal negatief uitgangspunt. Maar goed, ik zou eigenlijk liever willen kijken hoe het nu gaat. Ik hecht wel waarde aan het bestaan van een dergelijk Komitee. Als Stichting moet je altijd oppassen voor een zekere verstarring, voor over-órganisatie, voor gebrek aan slagvaardig beleid. Dat zijn gevaren waardoor een gevestigde instel ling doorlopend wordt bedreigd. Het Aktiekomitee springt meer direkt op concrete zaken in, het heeft daardoor een dynamischer karakter. Op de tweêde plaats staat het losser tegenover de maatschappij, waardoor het gemakkelijker en ongenuanceerder er tegenaan kan schoppen. Als wij dat als stichting zouden doen, dan zou op eeu gegeven moment de overheid ons op de vingers tikken en zeggen: hoor dat eehs vergelijken met de verhouding tussen de Nederlanders en Spanjaar den. Nederlanders gaan bij tienduizen den naar Spanje, ontmoeten de Spaan se bevolking, gebruiken het Spaanse eten en drinken een glas Spaanse wijn. Zij zullen daardoor ook een bejetje beter de Spanjaarden hier begrijpen. Welnu, wat betreft onze activiteiten vind ik, dat we er rekening mee moe ten houden, dat een Spanjaard of een Italiaan die hier komt zich waarschijn lijk eerder zal thuis voelen dan een Turk of een Marokkaan. Met dit gege ven moet je rekening houden, wanneer je' iéts gaat organiseren voor deze mensen. In het algemeen geldt dus - en hierop is ook het beleid van het Ministerie ten aanzien van de diverse stichtingen gericht dat een stichting als de onze op de eerste plaats iets moet doen voor de vorming van deze mensen en in aansluiting daarop ook iets aan hun recreatieve mogelijkhe den. Maar dat laatste hangt sterk af - en dan kom ik weer terug op wat ik net zei van diverse afzonderlijke bevolkingsgroepen. Wat echter voor allemaal geldt is dit: als een Spaans kind hier op school komt of een Turks kind, dan moeten wij iets doen om de moeilijkheden van dat kind te overwinnen. Vandaar dat wij iets doen aan het onderwijs. En of er nu een Spaanse of een Turkse buitenlandse werknemer hier komt, zij zitten allebei toch voor een bepaalde leemte voor wat betreft de voorlich ting. Er zijn hier andere verkeersregels, er zijn andere gewoontes enzovoort. Vandaar ook onze grote zorg voort informatiebladen voor de diverse groe pen. Dat zijn naar mijn mening twee 'dingen die voorop moeten staan: vor ming en begeleiding. Ik denk hier ook aan de talloze vrou wen die hier zijn gekomen doordat de buitenlandse werknemers steeds meer hun echtgenoten laten overkomen. :i die- subsidie voor dat 'soort onvoorbereide cn bo vendien niet goed bekeken acties van. jullie. Nu wil ik niet zeggen, dat alle aclies van het Aktiekomitee nergens op slaan, maar ik vind dat ze nogal eens op barricaden klimmen zonder dat er een vijand in zicht is". In dit verband kwam ter sprake het boekje dat mevrouw Soetens onlangs heeft gepubliceerd eh waarin zij prak tisch op iedere pagina kritiek uit ten aanzien van de Stichting. „Het is een onmogelijke opgave", vindt de heer Verweij, „om alle door mevrouw Soetens aangehaalde feiten en falen van de Stichting uit te zoeken. Op de eerste plaats vind ik het echter een normale, hoewel spijtige zaak als je per jaar om en nabij 25.000 hulpverle ningen verzorgt, dat een aantal mensen meent niet goed behandeld te zijn. Allen verlangen een zo goed mogelijk antwoord op hun vraag. Welnu, als er van die 25.000 eens 250 zijn die zich tekort gedaan voelen en deze gaan naar het Aktiekomitee, dan krijgt dit na tuurlijk de indruk dat wij er verschrik kelijk naast zitten. Ronduit onzinnig noem ik het dat het Aktiekomitee ons een concurrerende instelling vindt. Wij hebben geen tegengestelde belangen, alleen in de wijze van benadering lopen wij uiteen". Maar het is niet zo, dat het vertrouwen in de Stichting daardoor afneemt en het Aktiekomitee steecis meer mensen naar zich toe gaat trekken? „Neem dat geloof ik niet", aldus de heer Verweij, „het is immers de vraag of deze kritiek de buitenlandse werk nemers wel bereikt. Er is bovendien van een afname van de foelpop naar onze Stichting Weinig te bemerken. Tenslotte krijg ik- indruk dat zich bij het A.K.P.G. een andere soort buitenlandse werknemer aanmeldt dan bij ons. Gezien de doelstellingen van het Aktiekomitee lijkt het me voor de hand te liggen dat zij nogal veel men sen aantrekken die zich tegen het politieke stelsel in hun land verzetten. Onze Stichting stelt zich breder op en probeert de belangen van alle buiten landse werknemers veilig te stellen ongeacht hun politieke achtergronden. Wel wordt steeds meer de vraag gesteld of dienstverlenende instellingen als de onze hun waardenvrije standpunt kun nen blijven verdedigen en niet méér aan.politieke bewustwording van hun cliënten moeten gaan doen". Er gaan verhalen dat er de laatste tijd samenwerking is tussen het Aktiekomi tee en de Stichting. „Dat is waar", antwoordt Verweij, „wat betreft het onderwijs is er al een hele tijd een goed contact tussen het Komitee yn de Stichting, ik kan er 'meteen aan toevoegen, dat ik dal alféen «naar toejuich, feta» ik wil er meteen bijzeggen, dat dat natuurlijk ook niet zo moeilijk is omdat het een project is waar geen politiek bij te pas komt. Het gaat er maar om dat de buitenlandse werknemers hier de gele genheid krijgen om onderwijs te genie ten. Dat is een zaak waarover we het allebei eens zijn. Zo trachten wij elkaar te vinden bij het opzetten van concrete projecten en met name bij het coördi neren van alles wat er hier in de gemeente Rotterdam voor de buiten landse werknemers gebeurt. De ge meente heeft zowel mevrouw Soetens als mij gevraagd om daarover te den ken e n een visie te ontwikkelen en dan blijkt dat bij het ontwikkelen van die visie en het uitvoeren van plannen de tegenstellingen soms nogal meeval len al zijn de uitgangspunten verschil lend. Ik denk aan voorlichting. Mevrouw Soetens stelt dat wij een kritische voorlichting moeten geven over de landén waar de mensen vandaan ko men. Ik vind dat ook. Dit bleek wel llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Zeshonderdvijfentwintig kindertjes stonden, begeleid door een veel voud van volwassenen, vorige week dinsdag op een van de grote busstations van West-Berlijn. Zeshondervijfentwintig kindertjes met koffers, tassen, plastic zakken en andere bagage. Kindertjes die huilden, alles wel erg amusant vonden, zich stevig vasthielden aan moeders rokken of vaders broek. Met verwachtingsvolle snuitjes of angstig om zich heen kijkens naar al die vreemde mensen om hen heen. Bijna allemaal kindertjes echter met bleke gezichtjes, kringen onder de ogen en schone, maar zo langzamerhand toch wel tot op de draad versleten kleertjes aan. En ze wisten allemaal, dat ze gedurende vijf weken hun moeder konden missen. Vakantie, ver van huis, in dat vreemde Nederland. Net zoals voorgaande twaalf jaren heeft ook in 1973 de Werkgroep West-berlijnse Kinderen weer hard gewerkt. Ook dit jaar vond men, overal in ons land, weer vele pleeggezinnen, die bereid waren om gedurende drie weken gastvrij onderdak te verlenen aan kindertjes, die in West-Berlijn onder minder plezierige omstandig heden moeten leven. De Werkgroep West-Berlijnse Kinde ren, die onder aanvoering van pater Otten uit Doetinchem, haar werk doet, heeft gedurende het gehele jaar de handen vol aan het verzamelen, selec teren en informeren van gastgezinnen in Nederland. Ons land is in diverse districten verdeeld, en in ieder district is een aantal mensen vaak dag en nacht in de weer, met de vele voorbereidin gen die aan zo'n zomertransport voor afgaan. De reis naar Nederland per trein, alle verzekeringen en andere kosten worden betaalt! door het Jugenddamt van Berlijn; de Senatorin Für Familie, Jugend und Sport zorgt er ieder jaar weer voor dat er niet alleen naar Nederland, maar ook naar andere landen in Europa kinderen op vakantie kunnen. De medewerkers van de Werkgroep hebben uiteraard als hoogtepunt van het jaar de zomertransporten vanuit Berlijn. Voor het district Rotterdam, waaronder Rotterdam en wijde omge ving en ook Den Haag vallen, viel de datum van vertrek dit jaar wel wat laat. Afgelopen dinsdag, 24 juli, begon voor de „Rotterdamse" Berlijnertjes de grote vakantie. Het was werkelijk een schitterend ge zicht, al die kindertjes op dat bussta tion. Natuurlijk kost het heel wat organisatie om ieder kind in de juiste bus te krijgen; een taak waar de Nederlandse begeleiders, aangevuld door een aantal Duitse volwassenen, hun handen vol aan hadden. Om een uur of half zeven 's avonds was het zover dat de laatste autobus kon ver trekken naar Bahnhof Zoo, waar de kinderen en begeleiders moesten over stappen in de gereserveerde trein naar Nederland. ^55 pUPSEN In die trein, die voorlopig nog een poosje op liet station bleef staan, begon voor de begeleiders het werk pas goed. Kleine CaroLa van drie jaartjes oud vond het allemaal wel prachtig, maar er waren uiteraard ook kinderen bij die, Vaak met forse hand of strenge stem, tot orde gemaand moesten wor den. Voor de eerste maal tijdens het transport kregen de Nederlanders uit de Werkgroep weer het vertrouwde „icli muss pupsen" te horen. En het is nog een heel karwei om ongedurige, uit hun gewone doen zijnde kindertjes aan het verstand te brengen dat het nu eenmaal niet is toegestaan om, als de trein op een station stilstaat, van het toilet gebruik te maken. Het plezier begint bij de kinderen natuurlijk pas, als de trein vertrekt en de grote reis begint. De afzonderlijke coupé's, geen slaapcabines helaas, gonsden van de stemmetjes en het „pups-meisje" kon, gevolgd door vele anderen, haar gang gaan. Het is wonderlijk om te zien, hoe snel die kinderen, in leeftijd variërend van ruim twee tot twaalf jaar, zich aanpas sen aan de toch zeer ongewone, wat leefruimte betreft bekrompen omstan digheden in de trein. Ze waren nog niet eens in hun vakantiegezin, maar toch was al duidelijk een heleboel verandering aan ze te merken. Turken krijgen Nederlandse les. Iieel duidelijk - - en ook hoever eigen lijk de narigheid van de polarisatie was doorgedrongen - - toen mevrouw Soe tens en ik onafhankelijk van elkaar een bezoek hadden gebracht aan de ten toonstelling „Nie verstaan - niet be grijp" in de Afrikaanderwijk. Toen daar onze mening over de tentoonstel ling werd gevraagd, gaven wij allebei hetzelfde antwoord: wij vonden name lijk dat deze tentoonstelling meer weg had van een reklame voor het toerisme naar de migratielanden, dan dat zij een antwoord gaf op de vraag waarom onze buitenlandse werknemers juist uit die landen hier naar toe komen". IIIIIIIIIIMIIIIillllllimillllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIHIIII Het Lips Autotron te Drunen (N.B.) heeft in her eerste jaar van haar be staan 2031682 bezoekers ontvangen. Het blijkt dat de formule van het Autotron, educatieve recreatie, naast de expositie van old-timers en futuris tische modellen geslaagd genoemd kan worden. Om het publiek zoveel mogelijk ver schillende attracties te kunnen bieden zijn diverse evenementen voor het ko mende jaar voorzien. Van 3-27 augus tus: de tentoonstelling „Kijk op Veilig heid" van Daimler-Benz op een opper vlakte van 700 m2 wordt met behulp van modellen, tekeningen, films, moni tors en demonstratiemodellen ge toond, wat Daimler-Benz heefhgedaan om door ontwikkelingen op het terrein van de automobiel-veiligheid het hui dige wegverkeer veiliger te maken. Van 6-7 oktober: internationale miniatuur auto-ruilbeurs, met deelnemers uit alle landen van de wereld. In november volgt een tentoonstelling van de werken van de kunstenaar Anton Pieck. Er zullen diverse tekenin gen, aquarellen en schetsen uit zijn grote collectie getoond worden. Het is voor de begeleider, die de drie dagen voorafgaande aan de reis de gelegenheid heeft gekregen wat rond te kijken in Berlijn, de wereldstad waar deze kinderen moeten groeien, spelen, eten, slapen en léven, een verademing om ze met elkaar bezig te zien. Vele van die kindertjes hebben thuis zó bijzonder weinig. Speelruimte is er in Berlijn nauwelijks. De meesten komen uit achterbuurtjes, verstopt achter de groteske facade van de Kurfiirsten- damm in smalle straatjes en veel te kleine woninkjes. Met z'n twaalven in een twee- of driekamerwoning is geen uitzondering, maar bijna regel. In sommige buurten van'Berlijn woont men met hele gezinnen in de puinho pen van de laatste wereldoorlog; puin hopen die op diverse plaatsen nog helemaal niet zijn opgeruimd en die nog onderdak bieden aan mensen, die leven op de resten van wat eens een blok woningen was. Op de straten van Berlijn zie je geen kinderen. Je vraagt je, als je door de stad rondloopt, wel eens af of er helemaal geen kinderen bestaan in deze Duitse stad, Het ant woord is simpel; er is geen enkele gelegenheid om buiten te spelen. De meehe kinderen zijn óf thuis, óf op school. Een andere mogelijkheid is er niet. Het Wirtschaftswunder is ze ver- Juist dat soort kinderen, wezentjes die de wrange vruchten moeten plukken van de fouten van hun ouders en grootouders, zijn alleen al bij het zitten in een trein, die met een fünke vaart Westwaarts rijdt, intens tevreden. En daar staan ze dan. Een kleine honderd kindertjes, op perron 14 van Rotterdam CS. Doodmoe, maar vol verwachting. Hilko Drenth staat gewa pend met indrukwekkende lijsten, in de ingang van een rijtuig. Een ploegje ouders even vol verwachting staat er gespannen omheen. Eén voor één worden de kinderen en de gastouders afgeroepen en maken kennis met el kaar. Menigmaal gaat er een gemompel op onder de volwassenen, wanneer er weer zo'n kleine hummel van een jaar of drie, vier van de treden afkomt. Want uiteraard zijn vooral de kleintjes het liefst,.zo meent men... En zo is dan weer een transport kindertjes afgeleverd. De kleine Carola, het doodsbange, maar wat later als hij een paar uur op schoot heeft gezeten bij één van de begeleiders erg lieve Oliviertje, Peter en Monika en al die andere kindertjes. Ze kunnen beginnen aan vijf weken vakantie bij gastvrije gezinnen in Rotterdam en omgeving. Een vakantie, die ze zo ontzettend hard nodig hebben. PAUL HOUKES. „Gratis zomer" biedt zaterdagmiddag in het stadscentrum weer een program ma voor jong en oud. Op het Schouw burgplein begint om 14 uur een pro gramma van kindervariété door de bij de Rotterdamse jeugd inmiddels zeer bekende Ton Cup. Aansluitend daarop om 15.30 uur een popconcert door de Engelse groep Brinsley Schwarz. Lief hebbers van een wat rustiger soort muziek kunnen op het Lijnbaanplein om 15 uur een optreden bijwonen door 'een modern Combo van het Leger des Heils. Woensdag 1 augustus treedt om 14 uur op het Schouwburgplein Annie Mojel op voor de jeugd met een poppen theatervoorstelling, waarna om 16 uur de Schafer High School Band uit Mi chigan, U.S.A. zich met 11.0 musici en 24 majorettes meester maakt van het grote plein, dat voor die gelegenheid beslist niet té groot zal zijn. ROLSCHAATSSHOW Op zondag 29 juli zal op de rolschaats- baan in Schiebroek (aan het einde van de Adrianalaan) een rolschaatsshow worden gehouden. Aanvang 14 uur. Aan deze show werken 60 virtuozen op de rolschaats mee. De jongste deel nemers zijn in de leeftijd van zes jaar. De toeschouwers zullen bemerken dat deze jongens en meisjes evenals hun oudere collega's tot heel wat in staat zijn. Er wordt opgetreden in 35 ver schillende costuums. De groep die in Schiebroek te zien zal zijn, was enige tijd terug in het televisieprogramma „Eén van de acht".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1973 | | pagina 1