Romeins schip
Zwammerdam
manoeuvreert
In historie
Tekenaar
een groot
Jan van der Voo:
versierder
KINDERBOEKEN
ILLUSTREREN
HET FIJNSTE WERK
DE HAVENLOODS, DONDERDAG 21 MAART 1974
KRIMPEN AAN DEN IJSSEL - Als kind zat ik
altijd al te tekenen, zo tijdens de les, weet je wel.
Langs de kantlijn ontstonden dan allerlei teke
ningetjes. Ik versierde de boel gewoon een beetje
en dat doe ik in feite nog steeds. Ik ben intussen
natuurlijk wel wat ouder en groter geworden, je
zou me nu een grote versierder kunnen noemen!
Aan het woord is Jan van der Voo (35 jaar),
tekenaar, illustrator of hoe je het noemen wilt.
Jan: „Als kind deed ik het gewoon als hobby en
veel mensen zeggen dat het toch wei geweldig is
als je van je hobby later je beroep kunt maken.
Dat is natuurlijk ook zo, maar zolang bet je
hobby is, doe je het wei veel meer ontspannen.
Nu zijn het opdrachten en je moet je strips en
illustraties aanpassen aan het verhaal. Het liefst
zou ik altijd kinderboeken illustreren, dat vind ik
het fijnste werk. Maar ik doe al mijn werk met
plezier". En dat is nogal wat: stripverhalen,
cartoons, illustraties van boeken, ontwerpen van
0-ammofoonplaathoezen, posters, te veel om op
te noemen.
In folder overzicht
van Israel-reizen
Wie plannen heeft voor een (vakantie)
reis naar Israël, hoeft nu niet meer alle
reisgidsen uit te pluizen om de aan
trekkelijkste reis te vinden. Het Israë
lische Nationaal Verkeersbureau heeft
alle Israël-vliegreizen samengevat ip
een handig boekje, waarin men in één
oogopslag alle thans bestaande moge
lijkheden kan vinden.
De diverse lsraël-programma's zijn
zelfs gerubriceerd in rondreizen, ver-
blijfsreizen, vrije groepsreizen, indivi
duele reizen, kampeerreizen, kibboets-
reizen (werkvakanties! en jongeren
reizen. In. de laatste rubriek zijn o.a.
opgenomen mogelijkheden tot deelne
ming aan archeologische opgravingeji
en woestijntochten. Bij elk programma
staan een korte beschrijving, de prijs
en de vertrekdata.
Het boekje is gratis verkrijgbaar bij het
Israëlisch Nationaal Verkeersbureau,
Herengracht 422, Amsterdam, tel.
020- 24.96.42, waar men ook terecht
kan voor alle andere informaties over
Met Vakantiepas
voordelig reizen
in Zwitserland
De prijzen van de Zwitserse Vakantie-
pas, het abonnement voor vakantiegan
gers van de Zwitserse Bondsspoor-
wegen, worden per 1 mei 1974 aan
gepast aan de nieuwe treintarieven, die.
reeds per 1 februari zijn ingegaan.
De nieuwe prijzen, die gemiddeld 10
procent hoger zijn dan de oude, zijn ifi
de tweede klas bij een geldigheidsduur
van 8 dagen Zfrs. 100,-; voor 15 dagen
140,-; voor 1 maand 195,-. In de eerste
klas is de prijs Zfrs. 140,- voor 8
dagen; 195,- voor 1 5 dagen; 275,- voof
1 maand.
Met de Vakantiepas kan men gebruik
maken van de volgende openbare ver
voermiddelen in Zwitserland: de trei
nen, de boten op de meren en de
postauto bussen. Bovendien geven de
maatschappijen die kabelbanen en
bergtreintjes exploiteren op vertoqn
van de Vakantiepas belangrijke reduc
ties op hun tarieven. Het net dat men
met de Vakantiepas kan bereizen
omvat ongeveer 9000 kilometer.
De Vakantiepas is niet gebonden aan
een bepaald seizoen, noch aan een
vakantiedoel. Men mag de Vakantiepas
dus ook gebruiken voor zakenreizen.
Het gehele jaar door kan men zich van
zo'n abonnement, dat op elke datum
kan ingaan, voorzien. Voorwaarde
hierbij is alleen dat men niet tot de
ingezetenen van Zwitserland of het
Prinsdom Liechtenstein behoort. De
Vakantiepas is in Zwitserland verkrijg
baar bij de informatiebureaus van de
Zwitserse spoorwegen van de stations
Zürich Hauptbahnhof, Genève Gare
Cornavin, Basel CFF, Bern, Lausanne
en Luzern en op de vliegvelden van
Zürich en Genève. In Nederland kan
men de Vakantiepas bestellen bij alle
reisbureaus.
ZWAMMERDAM - De „moderne geschiedenis" van het Romeinse
schip in Zwammerdam begon in 1968, toen de Johannes Stichting in
Nieuwveen besloot een terrein van ongeveer veertig hectare te kopen
langs de Steekterweg in Zwammerdam. Het zwakzinnigencomplex in
Nieuwveen was sterk verouderd en aan vernieuwing toe. En die
nieuwbouw moest worden gerealiseerd op het terrein in de Zwammer-
damse polder, dat, naar later pas zou blijken, grote bekendheid tot
ver over de Nederlandse grenzen zou krijgen.
Toen de grondwerkzaamheden begon
nen, haalden de dragline-machinisten
al snel scherven uit de bagger, die wel
eens uit de Romeinse tijd konden zijn.
Deskundigen werden gewaarschuwd en
toen bleek, dat men inderdaad op
voorwerpen was gestuit uit het begin
van de jaartelling.
De deskundigen onderzochten en groe
ven in de vette Zwammerdamse klei.
Twee jaar na die eerste grondwerk
zaamheden was een Romeinse vesting
geheel gelokaliseerd. Van alle zuilen en
muren waren de fundamenten bloot
gekomen. Daarop is nu beton gestort,
want er zal nooit op mogen worden
gebouwd. Als het complex de Hooge
Burch (zo heet de nieuwbouw van de
Johannes Stichting) is voltooid, wordt
het een wandeltuin.
Stuk hout
Het werk ging verder. Er moest een
ondergronds gangenstelsel worden ge
graven, dat de gehuchten met elkaar
moest verbinden. Een primeurtje voor
Nederland.
Op zekere dag kwam er een stuk hout
naar boven. Het was afkomstig van een
klein bootje, dat eeuwen geleden op de
Rijn gevaren moest hebben. De conclu
sie van de deskundigen was, dat er nog
wel eens meer schepen onder de grond
zouden kunnen zitten. En inderdaad:
er kwam een tweede boot uit de
.blubber tevoorschijn. Deze was onge
veer 23 meter lang. Gaaf werd hij aan
de oppervlakte gebracht. Een derde
scheepje, van klein formaat, volgde
Maar in oktober van het vorige jaar
ontstond er opwinding. De dragline
was op een zware balk gestoten, die
van een nog groter schip moest zijn
dan de voorgaande. Haast zeven meter
diep lag deze.
Dit was wel erg diep en dat gaf
problemen, want tot nog toe waren de
opgravingen gedaan op kosten van de
universiteit in Amsterdam en de rijks
dienst. De berging van deze 37 meter
lange boot zou veel te veel geld gaan
vergen. Men had zich er eigenlijk al
mee verzoend de belangrijkste metin
gen te doen om zo het'schip m beeld
te kunnen brengen. Want er was ten
slotte geen geld om de dure berging te
kunnen betalen.
Middels publicaties, eerst in plaatselij
ke kranten en later in de landelijke
pers, ging de zaak rollen. De Goudse
wethouder drs. J. Borgman vroeg aan
gedeputeerde staten een subsidie be
schikbaar te stellen, zodat het schip
kon worden behouden. GS zagen dit
echter, niet als hun taak maar als een
nationale aangelegenheid. Daarom ver
wezen G.S. hem naar minister Van
Doorn (cultuur, recreatie en maat
schappelijk werk). Maar ook hij zag
geen kans om de 250.000 gulden
(zoveel moesten berging en conserve
ring gaan kosten) „ergens" vandaan te
Somber
Het begon er dus hoe. iuiiger hi„
somberder uit te zien. Maar toen de
nood het hoogst was, was ook de
redding nabij. De Alphense architect
Hans Perotti besloot een actiecomité
„Redt het Romeinse schip" in het
leven te roepen, dat zich ten doel
stelde om via een bliksemactie de
benodigde half miljoen gulden op tafel
te krijgen.
Radioprogramma's toonden belangstel
ling en niet veel later waren er ook
enkele actualiteiten-rubrieken op de
televisie, die zich achter het behoud
van het schip stelden. Ook Le Monde
en andere buitenlandse bladen schre
ven over de vondst. Een aardig rugge-
steuntje dus voor Perotti.
Toen eenmaal deze publiciteitsmedia
waren ingeschakeld, kon het niet meer
Muziekfestival hoogtepunt festiviteiten IJSLAND 1100 JAAR
Het eenzaam in de A t-
lantische Oceaan gele
gen vulkanische eiland
IJsland gaat dit jaar
zijn 1100-jarig be
staan vieren. Deze
dwergstaat vlakbij de
Poolcirkel telt slechts
200.000 inwoners,
maar staat vooral
sinds de wekenlang
vuurspuwende Helga-
fjell vorig jaar volop
in de toeristische be
langstelling. De IJslan-
ders rekenen met hun
verjaardagsviering (het
hele jaar door) ook
een beetje op de
enorm toegenomen
belangstelling van Ne
derlandse toeristen.
IJsland wordt dan
ook steeds meer ge
noemd in de vakantie
gidsen van pionieren
de reisbureaus.
De festiviteiten t.g v.
het 1100-jarig bestaan
van IJsland hebben als
hoogtepunt een mu
ziekfestival van 7-21
juni in Reykjavik
(80.000 inwoners),
waaraan meewerken
het London Sympho-
nie Orchestra o.l.v.
Andre Previn, de IJs
landse pianist Vladi
mir Ashkenazy de be
roemde operazangeres
Renate Tebaldi en de
Finse zanger Talvela
IJsland heeft een rijke
historie. Het eiland
werd omstreeks 795
ontdekt door Ierse
monniken en in 874
bevolkt door uitge
wezen Noren, die er
o.l.v. Ingolfur Arna-
son een staat stichtten
met een aristocra-
tisch-republikeinse re
geringsvorm. Zij sloe
gen hun bivak op aan
de zuidkust van IJs
land, ongeveer op de
plaats waar IJslands
hoofdstad Reykjavik
werd gebouwd.
IJsland is bijna drie
maal groter dan Ne
derland. Van de
103.000 km2 opper
vlakte is 12.000 km2
bedekt met een per
manente ijsvlakte. IJs
land meet van noord
naar zuid 300 km. en
500 km. De kustlijn is
6000 km. lang en de
totale lengte van het
wegennet bedraagt
900 km. Volgend jaar
komt een autoweg
het-eiland-rond klaar.
De 200 vulkanen le
verden de afgelopen
500 jaar een derde
deel van de wereldla-
vaproduktie. Thans
zijn er vrijwel geen
vulkanische activitei
ten meer. Ongeveer
30 vulkanen laten af
en toe nog eens wat
van zich zien (zoals de
Helgafjell vorig jaar),
maar voor de rest zijn
die vulkanen zo dood
als een pier. Ze heb
ben in de loop van de
eeuwen wel gezorgd
voor een ruig land
schap, dat uniek in de
wereld is en een bij
zondere aantrekkings
kracht blijkt uit te"
oefenen op bepaalde.
individualistisch inge
stelde toeristen. Na
tuurliefhebbers als
Jan P. Strijbos en Bert
Garthoff kennen IJs
land op hun duimpje.
Slechts 25 procent
van IJslands opper
vlakte vertoont vor
men van vegetatie,
ruim 60 procent van
het eiland is onvrucht
baar.
IJsland sinds 1380
samen met Noorwe
gen onder de Deense
kroon - werd na een
referendum in 1944
een zelfstandige staat.
Ruim 97 procent van
de bevolking sprak
zich uit voor het op
zeggen van de uif
1918 daterende „Act
of Union" met Dene
marken. De republiek
IJsland werd op 17-
juni 1944 uitgeroepen.
Hoewel IJsland lid is
van alle internationale
organisaties, ook van
de NAVO, heeft het
geen leger. De enige
„gewapende macht"
bestaat uit een paar
lichtbewapende boten
ter bescherming van<
de visserijvloot en de
handhaving van de
iedereen bekende
50-mijlszone, want de
visserij is de voor*
naamste bron van be
staan in IJsland.
Vaak denken de mensen dat die strips maar zo uit de
machine rollen; niets is echter minder waar. Elk lijntje
wordt eerst met potlood getekend, dan met een fijn
penseeltje en daarna wordt de strip op de in-kleurafdeling
afgewerkt. Maar laten we proberen bij het begin te
beginnen, wat niet mee valt, want Jan van der Voo is van
het hak op de tak springerige type. Af en toe kijkt hij
hulpzoekend naar zijn vrouw Ankie, die dan lachend
enige opheldering verschaft.
Nadat Van der Voo met succes de Academie voor
Beeldende Kunsten had doorlopen, vroeg de hoofdredac
teur van de Maasbode aan de directeur van de Academie
of hij nog iemand had 'die goed kon illustreren. Jan: „De
meeste jongens moesten na school meteen in dienst. Ik
hoefde nog niet, dus werd ik aangenomen. Toen viel (hier
werd een ander woord gebruik! ik nog van de trap ook
en brak een poot en werd zodoende afgekeurd voor de
dienst. Ik bed werkte ik verder voor de Maasbode, het
illustreren van artikelen. Oh ja, op de Academie behaalde
ik nog een eerste prijs bij een wedstrijd die uitgeschreven
was door de Holland Amerika Lijn. Menukaarten waren
dat. Ik heb ook nog een tijd voor De Havenloods
gewerkt. Ik stapte erheen met cartoons en werd aangeno
men voor illustratiewerk. Ik werkte overal freelance en
dat doe ik nog. In de tijd dat de metro gebouwd werd
heb ik een strip gemaakt de „Metroriet". Ik begon ook
commerciële opdrachten aan te nemen, zoals folders
maken en ik werkte voor reclamebureaus en drukkerijen.
Toen werd ik gevraagd door de Shell om 4 pagina's strip
te maken in het blad „Olidin" dat was een gratis blaadje
wat de kinderen kregen als hun pa bij die pomp tankte.
Twee pagina's in kleur en twee in zwart-wit. Dat was
Baldino en De kleine Hertog".
Kinderboeken
„Ach je valt zo van het een in het ander. Voor de
Uitgeverij Cantecleer in De Bilt ging ik kinderboeken
illustreren. Hoe oud ik toen was? Ankie, hoe oud was ik
toen? 21, 22 jaar? Jan graait vermoed in zijn baardje,
trekt zijn spijkerbroek eens wat hoger op en we besluiten
gezamenlijk dat hij toen 22 jaar was.
In minder goede tijden dacht hij er wel eens aan om zich
vast aan een reclamebureau te verbinden en na één dag
zonder werk ging hij alvast naast de telefoon zitten om te
bedenken wie hij zou opbellen van zijn oude relaties.
Maar het gekke was dat dan ineens de telefoon ging en
daar was weer werk! Toen Shell ophield met Olidin, ging
hij werken voor het jeugdtijdschrift voor de Benelux
Okki.
Later ook voor Taptoe, een blad voor de wat oudere
kinderen van de basisscholen. Taptoe „een vervloekt
goed progressief educatief jeugdblad", aldus Jan, een
blad waarop de kinderen zich via school kunnen abonne
ren.
In 1968 (na eindeloos getob werd dit jaartal vastge
steld! werd hij gevraagd om in Donald Duck de strip
Pipo de Clown te doen. Hij heeft van Pipo 8 verhalen
gemaakt, elk 44 pagina's omvattend. Van het eerste
verhaal is een album gekomen met een (uitverkochte)
oplaag van 110.1300 exemplaren. Het heet Pipo de Clown
in miniland. Een groot succes dus. Later zijn er nog meer
albums verschenen. Op een bepaald moment vroeg een
college om voor Sjors te werken, net in een tijd dat Sjors
een totaal andere image behoefde.
mis gaan. Het geld stroomde binnen en
er waren diverse grote bedrijven die
zich garant stelden voor bepaalde be
dragen.
Toen die zekerheid er eenmaal was,
konden er „spijkers met koppen" ge
slagen worden, die nu in de vorm van
een damwand rond het Romeinse
schip gestalte hebben gekregen. Een
IJmuidens aannemingsbedrijf is on
langs met deze "werkzaamheden begon
nen en heeft de damwand geschonken.
Dat betekent dus, dat de boot gaaf uit
de bodem tevoorschijn zal komen en
straks in het museum „Ketelhaven", in
de omgeving van Lelystad, een plaats
zal krijgen.
Keurig ligt het 37 meter lange Romeinse schip „gevangen" tussen damwanden. Binnenkort kan het publiek zelf een kijkj&
komen nemen.
„Uitsluitend daaraan heb ik twee jaar gewerkt, ik
verzorgde de omslagen ook en natuurlijk al het illustratie
werk. Momenteel doe ik Ketelbinkie, samen met de
schrijver Wim Meuldijk. Het is een strip in Donald Duck.
We leven in een tijd van nostalgie. We beleven de reprises
van oude strips. Deze Ketelbinkie is de nieuwe versie van
de oude Ketelbinkie uit het Parool. Met dit werk zit ik
momenteel helemaal vol, en ik ben bezig met de
verzorging van hoezen voor grammofoonplaten voor een
groot bedrijf in Rotterdam". Ankie: „Ergens is hij
bloedserieus! Jan, die even in gepeins verzonken was,
wordt wakker en zegt: „Ik? Bloedserieus? Ik ben een
lolbroek! „Nietwaar", houdt Ankie vol. „Zeg, als jij
eens een ommetje gaat maken? stelt Jan zijn vrouw
voor. Hij vreest meer ontboezemingen. Maar neen, geen
ommetje voor Ankie, wel hcjmpen worst ep kaas voor ons
en we gaan weer gesterkt verder. „Ik heb in 1971 nog
meegedaan aan een tentoonstelling in Rotterdam, uit
gaand van de Rotterdamse Kunst Stichting. Heel leuk,
een hele verzameling striptekenaars, we hadden ieder een
eigen stand die we helemaal zelf inrichtten. De strip
wordt tegenwoordig trouwens erg opgewaardeerd en
wordt beschouwd als een creatieve uiting!
De beide zoontjes komen binnen uit school, Jeroen (9
jaar) en Martijn (6 jaar). In een strip van een collega „Jan
Jans en de kinderen" staat Jeroentje model als het
stripfiguurtje Jeroen. Heel trots vertelt de jongeman dit.
Momenteel zijn twee grote posters in de handel, één van
Pipo en één van de Pipo-wagen.
Het atelier van Jan var) der Voo is geweldig fijn, voorzien
van grote ramen. Hier komen nog meer herinneringen
boven, zo van: Oh ja, voor het Algemeen Daablad deed ik
nog politieke preten en cartoons; Oh ja, de eerste
maanreis heb ik in tekening gebracht, van uur tot uur en
die is nog op de scholen gebruikt.
De meeste striptekenaars komen voort uit Marten Toon
ders studio. Hij is één van de weinige striptekenaars in
Nederland die nooit voor hem gewerkt heeft. „Ik ben
zomaar begonnen, via illustratie naar de strip. Soms ga je
een heel andere kant uit dan je wilt of denkt. Per week
lever ik 11/2 pagina Ketelbinkie en verzorg de corres
pondentierubriek voor Taptoe en daar tussendoor de
hoezen hè? 's Middags van 4 tot 6 lukt alles me het best,
die uren maken'mijn hele dag goed".
Talent
Op de vraag van wie hij dit tekentalent heeft, graait hij.
weer in zijn baardje. „Nee niet van mijn ouders, mijn
vader was procuratiehouder, mijn moeder tekende wel
wat, maar ach, nee. Wel heb ik twee ooms, beiden
bioloog en schrijver. Een van hen kreeg in 1972 nog de
Herman Thijsseprijs. En mijn overgrootvader van mijn
moederskant (de heer N. Anslijn) heeft dit geschreven:
(hij komt met een klein boekje aandragen, voorin staat)
„De brave Hendrik, De brave Maria en De arme Jacob"
1824 Leesboekje voor jonge kinderen, 60e druk, door N.
Anslijn". Hij is duidelijk trots op deze voorvader. Tot
slot nog één opmerking van Jan die het overdenken zeker
waard is: „Op mijn auto heb ik een plakkertje van het
WWF (van het Wereld Natuurfonds Nederland). De
bedreigde dieren moeten meer aandacht. Ik ben dol op
dieren en teken veel beestjes. De beesten hebben recht op
een onbekommerd bestaan. Als de dieren eens hun film
foto- en tekennechten uitbetaald kregen, dan waren ze
binnen, daarom moeten wij zorgen dat ze een goed
bestaan krijgen, ze verdienen het immers zelf!
Kyra Dijkstra