K Anna Terruwe9 s 9* mm termeulen termeulen 1 euniskó??? ..wij heten u-n-i-s-k-a/parket. museu nieuws nu 177.50 ESrunott termeulen termeulen ges DE HAVENLOODS, DONDERDAG 10 OKTOBER 1974 41-550 -mm Met de prijs valt niet te "spot"-ten. pc de wijk Oosterwei te Goed gebruikte stukken groen Delft Niet gebruikte stukken groen Gouda. de wi/k Voorhof gevarieerde begroeiing meebrengt. Je krijgt ondiepe waterplassen met in teressante overgangen tussen land en water, die de aandacht afleiden van gevaarlijker waterkanten. Kinderen spelen nu eenmaal graag met water en ft et Andere Woorden In onze vorige puzzel kwam 30 maal de letter O voor. Een tientje werd verdiend door: G. v.d. Vorle, v.d. Sluysstraat 95a, Rotterdam; J.K. Veringa, C.D. Tuinenburgstraat 31a, Rotterdam en A. Bot, Waterwegstraat 31, Sliedrecht. Zij krijgen dit binnen kort thuisgestuurd. Breien en haken zonder haken en ogen. Met dit acrylique breigaren maakt u de mooiste jumpers, vesten, spencers e.d. Ligt breien u niet zo? Het is ook heel geschikt om bloemen van te haken of vrije hand werken mee te maken. In meer dan 15 modekleuren w.o. oranje, roest bruin, marine, beige, geel, paars enz. Wat u er ook mee gaat doen, kant en klaar kopen is beslist duurder. per bolletje 50 gr. Ze hebben trouwens veel behoefte aan speelruimte die nog niet „af" is, waar ze zelf wat van kunnen maken. Naast b.v. verharde terreintjes voor groeps- spelen hebben ze rommellandjes en knutselhoekjes nodig waar ze van alles kunnen doen: tot „fikkie stiken" toe. Het hoeft er niet allemaal zo mooi uit Datzelfde geldt voor het groen in de woonomgeving. Dat „moet" niet in de eerste plaats aan bepaalde esthetische „idealen" beantwoorden, maar aller eerst bijdragen tot het plezier dat jong en oud daaraan kunnen beleven". Laat maar lekker groeien, is het devies in „Jeugd en wonen", plant eens wat bij, begin niet te gillen als er een plantje sneuvelt of geplukt wordt. Het hoort er allemaal bij. Groen geeft rust en beschutting, kan de omgeving veel verrassender en afwisselender maken, is verschrikkelijk leerzaam en nog een heleboel meer. Het rapport nodigt bewoners uit zelf op openbare grond aan de gang te gaan: in plantsoentjes plantjes poten en zaad zaaien, logische paden inlopen, waterkanten en singels beplanten, wil gen en populieren stekken („heel een voudig"), samen een stuk plantsoen beheren, poortjes en begroeide boog gangen maken, dingen voor de kinde ren bouwen, planten voor de deur, klimplanten tegen blinde gevels, paal tjes voor de deur, stoep in zelfgekozen stenen, volkstuintjes tussen flats, slo ten graven en ruggen maken. Zie maar. De huidige stedebouw is vaak „zo monotoon, zo aanleidingsloos, dat de gebouwde omgeving nauwelijks nog prikkels biedt om op ontdekking te gaan. Bij veel speelplaatsen heeft het kind niets te ontdekken". Het Speel- milieu moet uitdagendzijn, vindt „Jeugd en wonen". Dat betekent uiter aard dat risico's ingebouwd zijn, maar kinderen moeten zekere risico's leren kennen en schatten. Fatale ongelukken moeten niet mogelijk zijn (en dan blijkt dat veel speeltoestellen behalve beperkt in hun mogelijkheden ook te onveilig zijn), maar in het leven van een kind mag de beleving van spanning en gevaar" niet ontbreken. Voetgangers voor Het instituut speelplaatsen is juist ont staan als reactie op de toenemende straatgevaren, voornamelijk van het gemotoriseerde verkeer. Volgens het rapport „is het tijd geworden dat verkeer aan te passen, op die plaatsen waar mensen plegen te verblijven en wonen". In de directe woonomgeving hoort snelverkeer niet thuis. Door die omgeving anders in te delen (tekeningen en foto's in het rapport laten zien hoe dat kan) moet je de automobilist duidelijk maken, „dat hij hooguit te gast is en op een aantal plaatsen in het geheel niet mag komen. Om een „soepel" wonen mogelijk te maken moet de aansluiting met het verkeer (in alle vormen) wel goed mogelijk blijven". Maak geen uitge sproken parkeerplaatsen, maar „een plek waar een auto kan staan. Als de auto weg is mojet er een aardige, goed bruikbare plek zijn". „Jeugd en wonien" doet een voorstel voor een nieuw; verkeersbord, dat aan de ran# van woongebieden wordt ge plaatst en betekent: een maximum- -snelheid van 30 k.m., voorrang voor voetgangers op rijdend verkeer: voor rang voor fietsers op gemotoriseerd verkeer; alleen parkeren op aangegeven plaatsen. In zo'n verkeerssituatie kun nen ook kleine kinderen zich gerust begeven. Nadrukkelijk ptelt het rapport dat be woners zelf de gelegenheid horen te I„Meer aandacht voor speelplek- I ken in plaats van speeltoestel- I hebben over hun woongebied mee te denken en er vorm aan te geven: vanaf het allervroegste stadium. Het bevalt daartoe talloze aanwijzingen. Bijvoor beeld: plannen moeten zo ontworpen en uirgevoerd worden dat ze na ver loop van tijd zonder veel kosten of moeite kunnen worden aangepast aan nieuwe veranderende behoeften. Bij nieuwe plannen moet de bestaande toestand van een gebied (begroeiing, bebouwing) meer worden betrokken: want die draagt bij aan het eigen gezicht van een gebied. Ontoelaatbaar In het rapport passeren diverse soorten speelterreinen en overdekte accom modaties voor jeugd en jongeren de revue, wordt ingegaan op de organisa tie van het gemeentelijk apparaat en een enkele opmerking gemaakt over stedebouw in het algemeen: „Het is ontoelaatbaar dat het werken zo radicaal gescheiden en vaak ruimte lijk zo ver verwijderd is van het wonen, dat daardoor enerzijds de verschillende woongebieden een belangrijk stuk le vendigheid hebben verloren en ander zijds de verkeersstromen .zó in omvang zijn toegenomen dat deze het leven dreigen te verstikken". Hugo van Krieken Uw kunstgebit blijft op zyn plaats en doet geen pijn meer! m jantje Een emelt rapporteert uit Veele: „De meervouds-n ontbreekt ten dele doordat het zacht gehemelte geen funktie heeft bij emelte" Een varkentje te St. Nazaire is dol op vesten en colberts; vaak gaat hij voor de spiegel staan en past een varkensblazer aan. is verkrijgbaar bij uitgeverij Deze moderne staande leeslamp koopt u nu voor een ouderwets lage prijs. Hij past in vrijwel ieder modern, interieur, of tienerkamer. De spot is verstelbaar in alle gewenste richting en en hoogtes (max. 1.35 mtr hoog). Deze lamp met verchroomde glijstang, normale fitting (voor gloeilampen tot 60 Watt), zware voet en metalen spot in oranje, groen, zwart, geel of rood koopt u nu kompleet, met snoer, tussen schakelaar en stekker Vin MAaS'voor 2Q7 5 Tot 3 november wordt in de nieuwe vleugel van het MUSEUM BOYMANS- VAN BEUNINGEN een grote over zichtstentoonstelling van ongeveer 90 schilderijen van de Duitse schilder Konrad Klapheck gehouden. Klapheck woont in Düsseldorf, waar hij in 1935 ook geboren is. In het eerste jaar, in 1955, op de Akademie voor Beeldende Kunst in Düsseldorf, nam Klapheck zich voor een schilderij te maken dat heel anders zop fijn dan alle andere schilderijen die toen gemaakt werden. Hij wilde iets hards, iets zakelijks maken. Hij raakte zeer geboeid door een oude schrijfmachine, een Continental, en hij besloot die na te schilderen. De schrijf machine wreekte zich echter. Klapheck kreeg het gevoel dat de machine, tegen zijn bedoeling in, op een vreemd monster ging lijken; iets vreemds en nieuws en tegelijkertijd bekends: een weinig vleiend portret van hemzelf, Met dit eerste machine schilderij deed Klapheck de ontdek king dat er met behulp van de machine dingen uit hem naar boven kwamen waarvan hij zich tot dan toe onbewust was geweest De machine dwong hem zijn meest verborgen wensen en ge dachten prijs te geven. Buiten de schrijfmachine keek Klap heck ook uit naar andere thema's; hij koos naaimachines, telefoons en sire nes, waterkranen, douches, schoen spanners, fietsbellen, tractoren, strijk ijzers, banden en sleutels. De naaimachine ziet hij als de helpster bij het bedekken van onze naaktheid; de telefoon, waardoor zo vele waar schuwingen en dreigementen gespro ken worden, is bij hem de stem van het geweten en degene die bevelen van onbekende machten overbrengt; de fietsbel roep herinneringen aan de eers te fiets uit zijn jeugd op en hoort bij het leven in een gezin en in de maat schappij; de waterkranen en douches zijn van oudsher de getuigen van het lichamelijke in de mens -zij worden dan ook weergegeven als wezens die helemaal voor de liefde leven. Voorbeelden: het schilderij „de Kus" uit 1966 een vrolijke versie van het telefoonthema. Voor het schilderij „de Soldatenmeisjes" uit 1967 heeft de schoenmakersnaaimachine die de laar zen van iedere soldaat naait, model gestaan. Klapheck ziet hierin de stoet van avonturiersters en marketentsters die het leger volgt. In een brandslang in een metalen kast ziet Klapheck een opgerold wezen met een cylindervor- mige kop; het vastgesnoerd zijn, het niet uit de kast kunnen komen leidde tot de titel „Onderdrukking". Daarbij streeft Klapheck in de tekening naar de grootst mogelijke hardheid en pre cisie, in de kleur veroorlooft hij zich soms de grootst mogelijke zoetheid en vrijheid. Klapheck zegt zelf: „ik schilderde de machine om iets bijzonders te doen, om me op een duidelijke manier te vereeuwigen. In plaats daarvan heeft de machine me tot het besef gebracht van de vergankelijkheid en mij geleerd hoe onbelangrijk mijn persoon was". Van 1 januari tot 1 oktober \>an dit jaar hebben in totaal 310.700 mensen de vier Rotterdamse gemeentemusea Museum Boymans-van Beuningen, His torisch Museum, Maritiem Museum „Prins Hendrik" en het Museum voor Land- en Volkenkunde - bezocht. Dat is rond 53.000 meer dan over dezelfde periode van 1973. In Boy mans-van Beuningen was dat een toe name van ruim 6.700; het Historisch Museum telde er dit jaar tot dusver 6.600 meer dan in diezelfde negen maanden van 1973; het Maritiem Mu seum „Prins Hendrik" ontving zelfs een kleine 30.000 gasten (neer dan vorig jaar en in Land- en Volkenkunde werd een stijging van bijna 10.000 bezoekers genoteerd. Voor alle vier de musea zijn vooral de afgelopen zomermaanden drukke tij den geweest. Tentoonstellingen als „Kijken naar de werkelijkheid" in Mu seum Boymans-van Beuningen; „Schat kamer der scheepvaart" en „Met lood en lijn" in het Maritiem Museum; „Islamathematica" in het Museum voor Land- en Volkenkunde en „Henriëtte Willebeek Ie Mair" in het Historisch Museum waren de grootste trekpleisters. In het Haags Gemeentemuseum is van zaterdag 12 oktober tot en met zondag 8 december een tentoonstelling te zien onder de titel „Haagse meubelmakers uit de negentiende eeuw". Den Haag kende in die tijd een bloei ende meubelindustrie. Meubelmakers als Eeltjes, Schick, Muller, Mutters en de Anna Paulowna Meubelfabriek van de gebroeders Horrix hadden een groot aandeel in de inrichting van de Haagse paleizen en particuliere woningen. |3uim zeventig meubelstukken, toege licht met ontwerptekeningen en derge lijke, geven een indruk van het werk van deze meubelmakers. Tevens is een overzicht te zien van de stijlontwikke ling van het Hollandse meubel in de negentiende eeuw. Speciale aanbieding grote zaanlander 63 cm lang. Fraaie noten houten uitvoering, 8-daags lopendsolide uurwerk met slagwerk, volledige garantie. van^W^WT Koopavonden geopend schelling MEUBELEN groothandelsgebouw Drie jaar lang heeft Ad Langebent van de K.R.O. voor de t.v. gesprekken met een groot aantal Nederlanders gevoerd. Het laatste werd zondag gehouden met de bekende Nijmeegse psychiater dr. Anna Terruwe. De directe aanleiding tot dit interview is de publicatie van haar boekje „Kom uit de boom Zacheüs, ik kom bij je eten". Hierin publiceert ze ondermeer een brief aan Paus Paulus VI van september 1972, waarin ze vanuit haar „bevestigingsleer" haar mening geeft over de stoornissen in het kerkelijk leven in het bijzonder in dat van katholiek Nederland èn in de verhouding van de Nederlandse kerkprovincie tot Rome. Het interview had eigenlijk erg weinig van een gesprek. Ad Langebent beperkte zich tot het stellen van enige puntige vragen, en daarop las Anna Terruwe telkens hele stukken voor uit een manuscript. Toch heeft de uitzending indruk gemaakt. Ze kwam bij ons over als een ge inspireerde vrouw, die een boodschap voor het mensenleven in al zijn verhoudingen meent te hebben. En die, om haar woorden met zorg te kiezen, aan een geschreven tekst gebonden alleenspraak hield, liever dan zich aan een echt tweegesprek te wagen. Ik heb mensen gesproken, die zich nog hele zinnen uit haar betoog herinneren. Anderen zullen het allemaal wat moeilijk hebben gevonden. Om het grote belang van de zaak neem ik graag uit haar boekje „Blijft het duister nu ons licht? (Lochem 1973) een populaire uiteenzetting van haar ideeën over zelfbevestiging en onderlinge bevestiging over. „Iedereen, die om zich heen kijkt, constateert dagelijks, dat het onderlinge menselijke verkeer dreigt vast te lopen. Dit verschijnsel is duidelijk waarneembaar bij allerlei maatschappelijke politieke en kerkelijke groeperingen. Dit pijnlijke feit, deze stagnatie in de onderlinge communicatie, mag niemand onberoerd laten. Juist nu moeten wij er oog vóór hebben, dat wij mensen in deze vastgelopen verhoudingen, terwille van ons geluk ons rekenschap moeten geven van het waaróm van dit heilloos gebeuren. We mogen eenvoudig niet doorgaan de zaken bewust of onbewust - te blijven toedekken met woorden als: autoritairisme, democratisering, noodzaak van inspraak, deconfessionalisering, secularisatie, horizontalisme en verticalisme, progressief en conservatief. Nu de zaken zo vastgelopen zijn, moeten wij, die daarvan de oorzaak zijn en daaraan deel hebben, niet rusten voor wij de diepere oorzaak hebben gevonden van dat onheil. Van daaruit moeten we probp-en de zaken weer gezond te maken. Acties helpen niet of te weinig als we geen duidelijk zicht op de fundamentele oorzaken hebben. Als er een ruit uit uw huis is, kunt u wel een nieuwe vloer gaan leggen, maar daarmee is de tocht het huis niet uit. Wat is toch de oorzaak van het feit, dat de mensen aan elkaar (tegenwoordig) zo in botsende en tegengestelde levensvormen verschijnen? Ik geloof niet dat we daarmee op de goede weg zijn. Het begaan van de goede weg maakt ons ieder afzonderlijk en samen gelukkig. Daardoor weten wij: ik hoor bij jou en jij hoort bij mij - wij horen bij elkaar. We kunnen niet zonder elkaar. De mens is nu eenmaal een gemeenschapswezen. Als zodanig dient er verbondenheid te zijn tussen mensen onderling. We moeten dit alles niet alleen wéten, maar ook voelen en - vooral - ernaar handelen. Ervaringen in eenzaamheidsbeleving, het op een bepaalde manier psychisch ongelukkig en ziek zijn, het niet meer menselijk kunnen functioneren hebben onomstotelijk bewezen, dat het kern- en basisgevoel dat ik zojuist heb omschreven als: „ik hoor bij jou en jij hoort bij mij", dat dit basisgevoel alleen in ons ontstaat als ik op z'n minst met één mens in een bijzondere betrekking ben geweest en blijf. Deze bijzondere betrekking is: dat iemand mij uit zichzelf herkend heeft in mijn diepste eigenheid: „jij bent 't - en zoals jij bent, mag je zijn en er zijn en zó beval jij mij - en in die diepste eigenheid wil ik een band met jou We moeten ons goed realiseren: dat niets ter wereld dit geluk en deze gelukservaring kan veroorzaken, laat staan overtreffen, dan de herkenning van mijzelf in zo'n ontmoeting met een medemens. Trouwens, iedereen wéét dit instinctief helemaal uit zichzelf, en intuïtief wacht hij gewoon op die mens, of hij 't zich nu bewust is of niet. Helaas is het intussen op allerlei manieren maar al te duidelijk geworden, dat deze tastbare mogelijkheid voor de mens om gelukkig te kunnen worden en gelukkig te zijn, tevens de geluksmogelifkheid is, die onder mensen het meest bedreigd n de mens, zoals ik het genoemd heb. Ieder van ons kan uit eigen ervaring vaststellen, dat juist die bevestiging in het mensèlijk verkeer nog zo „zeldzaam" voorkomt. Té zeldzaam voor de gelukkige samenleving, die we allen zo graag willen. Daar, waar in de samenleving waar-menselijk geluk ontbreekt, is dat gemis duidelijk terug te voeren op het primair en fundamenteel ontbreken van de „bevestiging". Wat zeggen we? „Zorg toch, dat je niemand nodig hebt" of „Het is nu eenmaal zo, je moet het tóch zélf doen „Jij deugt nu werkelijk nergens voor - met jou wil ik niets te maken hebben - jij bent niet van mijn milieu, van'mijn beschaving en ontwikkeling - jij past gewoon niet in mijn kader - jij bent ouderwets - of jij bent hopeloos progressief". En zoals bevestiging de bron is van het grootste geluk en zoals bevestiging de diepste saamhorigheid voortbrengt, zo is ontkenning de bron van het diepste ongeluk en de pijnlijkste verwijdering. Hebt u nooit mensen horen zeggen: „Was het maar weer oorlog - toen had je elkaar echt nodig en wat was dat toch fijn Waarom komt er soms in families door verdriet en lijden zo 'n gelukkig makende verhouding? Het antwoord is eenvoudig, n.l. omdat mensen in verdriet, lijden en hulpbehoevend worden heengeleid over de drempel die hen in eikaars echte nabijheid brengt. Zoals ik al zei, de aantasting van ons geluk ligt verborgen. In ons zoeken naar geluk, worden wij misleid door onze activiteiten, die in wezen „zelfbevestiging" zijn. Daar bedoel ik mee de pogingen: om geluk te kunnen verwerven of te kunnen spreiden door de ander in zijn eigenheid te willen ontlopen - door ons te omringen met zogenaamd gelijkgestemdenen de andersdénkenden en de anders-vóelenden, juist om hun eigenheid te verstoten. Of pogingen: om onszelf gewichtig te doen schijnen in ons eigen oog en in het oog van anderen. Gebruikmakend van statussymbolenzijn wij uit op: materieel bezit, de verwerving van macht, roem en eer. Ook hebben we de neiging ons teveel te beroepen op onze deskundigheid. En groot en gewichtig lijken we óók nog denken we - als 't ons lukt om de ander letterlijk en figuurlijk „een kopje kleiner" te maken dan hij zich vertoont. Dr. K.J. Kraan Tegen de avond wandelend langs de rivier Werd ik overvallen door een bui. Beneden mij aan de voet van de dijk Onder een overmaatse paraplu. Mag ik even meeschuilen? riep ik De paraplu bleek groot genoeg voor Waarom vist u met dit weer meneer, vroeg ik. Ik vis om te relaxen zei de man Ik vis, ik klaverjas, ik draai m 'n plaat jes Alles voor relax.... relax.... relax... Begrijpelijk, zei ik U hebt zeker overdag een drukke werkkring Helemaal niet, zei de man. Dan leest u zeker veel? Nee... nooit... zelfs niet de krant Behalleve de sport. Dan walgt u denk ik van Vietnam, Chili, Amerika? Zeg, kom nou, zei de man, vér van me bed! U doet ook niet aan politiek? Ik kijk wel uit En of je nou gebeten wordt van de hond of... Jaja, zei ik, 'k begrijp het al 't Zit thuis niet goed. U tobt misschien. Ik tobben? Lammenielachen man Een moordwijf heb ik Me natje en me drooggig. Ik zei u moet wel zalig zijn En ook eenvoudig. Tóch vist u voor ontspanning. Dat hebt u mij niet horen zeggen Ik vis.... om te relaxen Relax.... relax.... relax En wees nou stil..... 'k heb beet. Leen de Zwart. Schort er iets aan uw schort? Vervang het dan door zo'n leuk fantasie schortje. Maar eigenlijk kunt u er altijd wel een gebruiken. Hoewel u het niet altijd voor deze prijs krijgt. Bij deze schortjes van 100% fabelnyl, heeft u ruime keuze wat betreft kleur, model en "versiering". Nu per stuk Het wordt weer koeler. Daar hoeft u echter geen last van te hebben. Deze gladgebreide pullovers met ronde hals en ribgebreide boord en manchetten zijn gemaakt van 100% acryl, en zitten dus heerlijk warm. Ze staan bijzonder leuk over een blouse op een rok of pantalon. In rood, zwart, beige, bruin, flessegroen en turquoise, maten 36 t/m 46. Van fJAÖS-voor

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1974 | | pagina 13