'Een sociale zaak'expositie over vakbeweging Zeevisserij t- 750 3P8 kWm 10 30 KORTING DERAG Tentoonstelling blijft tot 31 december 1976 opruiming opruiming OPRUIMING Kraakactie beëindigd opruiming opruiming 3p8 DE HAVENLOODS - DONDERDAG 15 JANUARI 1976 3-J73 VLAARDINGEN „Een sociale zaak" is de naam van de expositie in het Visserijmuseum over de opkomst van de vakbeweging in het Nederlandse Zeevisserijbedrijf van 1890 tot 1940. De expositie werd dinsdag 13 januari geopend door burgemeester Kieboom, die daarmee zijn eerste officiële daad voor het Visserijmu seum verrichtte. Ten opzichte van het onderwerp heeft de burge meester overigens een interessant verleden, hij is namelijk lange tijd vakbondsbestuurder geweest. Een probleem voor het inrichten van deze tentoonstelling was dat er nauwelijks beeldmateriaal aanwezig was, omdat het een vrij abstract onderwerp betreft. Het gebrek daaraan heeft de organisatoren echter niet kunnen weerhouden de expositie te maken, vanwege de beteke nis van het onderwerp. Zo is er een tentoonstelling ontstaan bijna zonder museumstukken. De heer Van Dorp, directeur van het Visserijmuseum: „Er bestaat een merkwaardige overeenkomst tussen de onrust van de vissers van vroeger en de onrust bij de vissers van nu. Zolang het kenmerk van de visserij wisselvalligheid is, zal die onrust ook blijven bestaan". „Een sociale zaak" is een tentoonstel ling over mensen en hun belangen. Hun bewogenheid en hun streven naar verbetering van hun sociale rechten. Over de mensen in hun bedrijf. In dit geval het zeevisserij bedrijf van Neder land. Het vissersvolk dat het bedrijf droeg, de geschiedenis maakte en schreef in figuurlijke zin. De heer Van Dorp„De menselijke fak- tor, basis-voorwaarde en van eminent belang, maar desondanks te weinig aan bod in dit museum, dat gestalte wil geven aan de geschiedenis van de zeevisserij. De Stichting is zich deze tekortko ming reeds lang bewust, maar slaagde er niet in dit aspekt in de permanente presentatie de plaats te geven die het verdient. Immers de mogelijkheden daartoe zijn beperkt. Daarom is de ge legenheid die „een sociale zaak" in dit opzicht biedt, met vreugde aangegre pen. Een tentoonstelling dus over een stukje sociale geschiedenis, een frag ment van de menselijke faktor in de rijke geschiedenis van de zeevisserij". Vanwege de bijzondere opzet van de tentoonstelling en de betekenis die men aan het onderwerp hecht, heeft „een sociale zaak" een veel langere looptijd dan normaal, namelijk tot 31 december 1976. Ook de indeling wijkt af van de gebruikelijke vorm. Men heeft een gedwongen looprichting ge creëerd en de expositie in vijf rubrie ken onderverdeeld; Berusting (tot 1890), Verontrusting (rond 1900), Ontwaakt (rond 1910), Samen sterk (1915) en Krachtmeting (crisisjaren). U U» «J lUïNBf B» VSJ1CHIM n affiches geven ...Hl vijftig jaar vakbeweging in de zeevisserij. Slechts 1 gulden. Mode- en prijsbewuste vrouwen dragen deze elastische mini-panties. Ze zitten prettig en zijn er in de maten 36 t/m 42. U kunt kiezen uit de kleuren anthraciet, midden grijs, donkerbruin, saskia en taupe. Nu slechts VLAARDINGEN - Op donderdag 15 januari draait er in het wijkcentrum 't Nieuwelant, Goudsesingel 87a de spektakelfilm „300 Spartanen. Deze film gaat over de veldslag van de 300 Spartanen van koning Leonidas tegen de Perzen onder Xerxes. Aanvang 19.30 uur, entree fl. 1,50. Nu extra voordelig Glansrijk en rimpeloos om je heen- sluitende glanspullovers, niet meer weg te denken uit het modebeeld. Gemaakt van polyester, dus kreukt niet in de was. Verkrijgbaar in 16 modekleuren w.o. roestbruin, bruin, ecru, biljartgroen, cyclaam- rood, grijs, staalblauw en zwart. Maten 36 t/m visserijbedrijf waren erbarmelijk. Men leefde in krotten en sloppen in nauwe stegen. Het Achterom" in Vlaardin- gen had in deze een slechte reputatie: bekrompen ruimten van 12 m2 waarin men sliep met velen, kookte, stookte en de was drOogde. De Scheveningse hofjes deden daar voor niet onder. Aan boord van de vis sersschepen was de huisvesting nog sle slechter: stinkende, broeierige ruimten van 10 a 12 m3 voor 12 man, waar men evenals thuis sliep, at, stookte, kookte, kleding droogde en levensmid delen bewaarde. In deze doffe ellende berustten de vissers en ambachtslieden, van oudsher, van vader op zoon. Zo bleef het tot het einde van de 19e eeuw. Ze hadden geen verweer. Ze wa ren onontwikkeld. De uitputtend lan ge werktijden en de dagelijkse zorg om het bestaan heten geen ruimte voor bezinning. Kerk, overheid en het meer welgestelde deel der burgerij trachtten de nood van de allerarmsten, zoals we duwen en wezen, bejaarden en invali den, enigszins te verlichten: visserswe duwen- en wezenfondsen, soepkokerij, diaconieën, armbestuur, kortom wel dadigheid. Opkomst De opkomst van de vakbeweging vangt aan in 1861, toen in Amsterdam het Algemeen Onderling Hulpfonds „Boekdrukkunst" werd opgericht. In de jaren daarna volgden typografen, diamantbewerkers, meubelmakers, si Od dsol garenmakers, enz. Het waren vooral arbeiders in de ambachts- of hind werksnijverheid en niet in de grootLi dustrie die zich organiseerden. Een ver klaring hiervoor zou zijn, dat „voor zucht naar lotsverbetering een zekere geestelijke ontwikkeling nodig is, die bij fabrieksarbeiders, verzwakt en on dervoed als zij waren door lange werk tijden en lage lonen, geheel ontbrak". De situatie van de vissers en de am bachtsheden in de visserijnevenbedrij- ven moet dan heel slecht zijn geweest, want hier kwam de vakbeweging eerst laat - sedert 1890 en zeer langzaam op gang. In de periode 1890-1905 werden, voor zover bekend, 11 vakverenigingen in het Nederlandse zeevisserijbedriji opgericht: 5 kuipersgezellenverenigin- gen en 6 vissersverenigingen, voorna melijk te Vlaardingen en Maassluis Daarnaast was er in januari 1904 een bijeenkomst te Amsterdam in de „Wer kende Stand" van vertegenwoordigers van vissersverenigingen uit de Zuider zeeplaatsen. Daar besprak men de op richting van een Bond van Noordzee- visschers. Of het zover gekomen is, is niet zeker. In volgende jaren wordt er niet van vernomen. Bij de oprichting van deze vakvereniging waren steeds personen van buiten de eigen kring be- De oprichtingsvergadering van de Vlaardingsche Visschersvereeniging in 1893 werd geleid door H. Steenman, zelf hd van de Chr. Patroonsvereeni- ging „Boaz". Dë onderwijzer H. van der Linde was de initiatiefnemer tot oprichting van de Vlaardingse Zee- mansvereeniging „Vrede en Welvaart" in 1905. Het ontstaan van deze vakverenigingen is een aanwijzing, dat ook de arbeiders zelf verontrust raakten over hun eigen omstandigheden. Er was moed voor nodig om vakverenigingen op te rich ten. In de overwegend christelijke vis sersplaatsen had de Kerk grote invloed. "Zij was afkerig van verenigingen die materiële verbetering in hun vaandel schreven. „Een vereeniging waarvan het beginsel berust op lots- of loons verbetering is verkeerd", zei in 1890 ds. Barger, Nederlands Hervormd pre dikant, tijdens een vergadering van werklieden te Vlaardingen. Een werk mansvereniging mocht niet in strijd zijn met het belang der bazen. Is het doel goed en billijk dan zullen de ba zen hun steun wel willen verlenen. Als belangrijkste doeleinden van een werk mansvereniging noemde ds. Barger: zondagsrust, zorg voor bejaarden, het onderwijs van de kinderen naar de overtuiging der ouders, het uitbannen van misbruiken bij het handwerk, het tegengaan van loonbetaling in herber gen en het oprichten van steunfond- Structureel Eeuwenlang voeren de vissers „op hoop van zegen". Ook voeren zij „op deel". Zij ontvingen een vast percenta ge van de besomming; van de op brengst van de verkochte vis. De hoogte van de besomming werd be paald door de grootte van de vangst en door de prijzen op de afslag. Noch het een, noch het ander was te voorspel len. Zelden was de vangst groot en tegelijk de prijzen hoog. Omstreeks 1830 verdiende een Vlaardingse ma troos tijdens de haringteelt f 7,- per week, in 1893 f 8,-. Daarnaast genoot hij nog enig loon in natura zoals de voeding aan boord en een zoodje vis na de reis. Tussen 1820 en 1870 stegen de levensmiddelenpryzen met minsten 50 procent. Gaf de vissersarbeid wisselvallige, lage inkomsten, die arbeid zelf werd voort durend bedreigd. Visserij immers was seizoenbedrijf. Na afloop van de ha ringteelt vond menig visser geen werk in de win tervisserij. Deze tak van vis serij was in de 19e eeuw niet rendabel en ging, ondanks pogingen tot verbe tering van rederskant, steeds verdei achteruit. Het betekende voor vele vissers werkloosheid van december tol apfil. De afdeling Vlaardingen van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen stel de in 1893 een onderzoek in naar de werkloosheid te Vlaardingen. Deze was groot en kan, in modern jargon, „structureel" genoemd worden. Eén van de onderwerpen - ook het enige „sociale" - op het Eerste Natio naal Visscherij-Congres te Utrecht in 1899 was de verzekering van vissers te gen ongevallen. De bekende Gijsbertus Dirkzwager Mz uit Maassluis hield over dit onderwerp een indringende en voor een reder opmerkelijke inleiding. Zeer waarschijnlijk werd Herman Heijer- mans hierdoor geïnspireerd tot zijn to neelstuk „Op hoog van Zegen". Hij woonde als journalist dit congres bij. Het toneelstuk, dat tot op de huidige dag nog grote belangstelling geniet - het wordt nog steeds opgevoerd en verfilmd - hekelde de sociale wantoe standen in de zeevisserij. Hoeveel in vloed het heeft gehad is moeilijk te zeggen. Opmerkelijk is dat er in het eerste tiental jaren van deze eeuw ver schillende onderzoekingen naar de leefomstandigheden aan boord van zeevissersvaartuigen zijn verricht. Ook van de Rijksoverheid was er be langstelling voor de sociale aspecten van het visserijbedrijf. De inspecteurs van de arbeid in de districten rond de Zuiderzee rapporteerden, dat in de ha ringrokerijen vele vrouwen 's nachts speet werk verrichten. Kuipersvak De droge kuipers verdienden in 1893 en ook nog in 1908 ongeveer f 9, tot f 16,- per week met hun stukloon. De natte kuipers verdienden aanzienlijk meer. Behalve het kuipersvak moesten zij ook nog haring kunnen sorteren. De volwassen natte kuipers in de haring pakkerij konden f 12,tot zelfs f 40, per week halen. Ze werkten dan wel, tijdens grote haringaanvoer, 90 tot 110 uur per week. Een werktijd van 12 tot 16 uur per dag was in alle bedrijven normaal. Nachtarbeid in de haringpakkerij was geen uitzondering. Ook veel kinderen verrichtten arbeid in de kuiperijen. In 1907 bestond het personeel in de Vlaardingse kuiperijen voor 12 procent uit kinderen beneden 14 jaar. Bij de scheepstimmerlieden varieerde het weekloon naargelang het seizoen: in 1893 f 15,— in de zomermaanden en f 8,50 in de overige maanden van het jaar. Ook voor de ambachtslieden, met name de kuipers, dreigde voortdurend werkloosheid. In de „natte kuiperij", de haringpakkerij, werden veel hogere stuklonen betaald dan in de „droge kuiperij", waar nieuwe haringtonnen vervaardigd werden. Bij aanhoudend grote haringvangsten ontstond er tijde lijk een enorme drukte in de haring pakkerijen. Vele droge kuipers werden dan natte kuiper vanwege de hoge stuklonen. Hun plaatsen werden dan aangevuld met kuipers van elders. Minder werk Was de drukte voorbij, dan vonden de natte kuipers geen werk meer in de droge kuiperij. Bij lage vangsten kwam de droge kuiperij met een te grote voorraad nieuw fust te zitten, omdat er geen vraag naar nieuwe harington nen was. Ook in de haringpakkerijen was er dan minder werk, zodat de dro ge kuipers daar niet naar toe trokken. Er volgden dan noodzakelijkerwijs ont slagen. De woonomstandigheden van de vissers en ambachtslieden in het Nachtarbeid door vrouwen was bij de Arbeidswet verboden. De zogenaamde „Speetwet" van 21 oktober 1902 lega liseerde deze arbeid, zij het in beperkte mate en onder bepaalde condities. Er werd sedertdien ook een betere con trole op uitgeoefend. Regelingen Tijdens en na de oorlog kwamen enige belangrijke wettelijke regelingen tot stand. Reeds in 1901 was de Ongeval lenwet door de Tweede Kamer aange nomen. De zeelieden vielen niet onder deze wet i.v.m. het specifieke karakter van het bedrijf. Voor hen was een af zonderlijk wetsontwerp voorzien, maar het was er nog niet van gekomen. Dat was mede te wijten aan de grote onder linge verdeeldheid van de zeelieden-or ganisaties in die tijd. Wel kwam op 8 ■mei 1915 de Zeeoorlogsongevallenwet tot stand, een noodwet voor de duur van de oorlog. Voorjaar 1918 konden de zeeliedenorganisaties elkaar einde lijk vinden en brachten minister Aal- berse er toe de Zeeoorlogsongevallen wet te wijzigen en te laten voortduren. Met deze Zeeongevallenwet waren de vissers redelijk beschermd tegen de ge volgen van ongevallen, al viel er nog heel wat te verbeteren in vergelijking met de Ongevallenwet van 1901, die voor arbeiders te land gold. Van bete kenis was ook de Arbeidswet van 1919, die de achturige werkdag en 45- urige werkweek invoerde. Deze wet vroeg van het visserijbedrijf de nodige aanpassingen; de onmatig lange ar beidstijden behoorden voortaan tot het verleden. Toch meende de Centrale Bond van Transportarbeiders de kuipers en ha ringpakkers nog de volgende aanwij zing mee te moeten geven: „onder an dere omstandigheden is en wordt nog al eens een beroep gedaan op uw me dewerking om het wettig gezag te steu nen. Wij mogen verwachten dat gij, nu het een zoo groot sociaal belang be treft.dat gij u absoluut zult hou den aan de door de Overheid gestelde voorschriften Verlaagd In de crisisjaren rond 1920 werde de stuklonen met ongeveer 10 procent verlaagd. In 1932 stelde de IJmuider Federatie een loonsverlaging van 15 procent in. Dit heeft de Centrale Bond van Transportarbeiders geweigerd en zo ontstond op 3 januari 1933 de langste staking in het visserijbedrijf. Onrust is er eigenlijk altijd gebleven, hoewel de positie van de zeevissers en ambachtslieden in het visserijbedrijf aanzienlijk verbeterd was is vergelij king met eind 19e eeuw. De meeste stakingen en acties hebben dan ook niet zo veel succes gehad. De zeevisserij bleef een zeer wisselvallig bedrijf. Men voer „op hoop van ze gen", zoals het altijd was geweest. (Gegevens verkregen uit de handleiding). OP ALLE PERZISCHE TAPIJTEN. igïïx: ROTTERDAM: LLEGERSBERG: SCHIEDAM: Maandags tot 13.00 gesloten/koopavonden geopend. in Rotterdam. Wij leveren uitsluitend Perzische tapijten van t met 100 pet. garantie. Neem eens een kijkje in een van onze 3~zakah Boezemweg 136-138, tel.010 140619 t,o. Veemarkt lijn 1-3-8-9 en bus 36 en 37. Freericksplaats 9, tel 010-187700 lijn 4, bus uit omliggende gemeenten bereikbaar met lijn 2 en 4. Rubensplein 12, tel. 010-261975, bus 52,54,59 vanuit ifCsigK Westland bereikbaar met lijn 53. SCHIEDAM- Na de opzienba rende brief van staatssekretaris Hans Schaefer met eisen t.a.v. een te verlenen krediet voor de Schiedamse binnenstad beschouwt de werkgroep September 1975 de kraakaktie aan de Hoogstraat als geëindigd. De leden van de werk groep, die ieder voor zich ge weigerd hebben zich te laten in schakelen bij partijpolitieke be langen ontplooien al vele weken geen aktiviteiten meer in de pan- Er bestond een afspraak met Chris Zijdeveld die inhield dat er overleg zou zijn over het tijdstip waarop de krakers ten gunste van nieuwe bewoners de panden zou den ontruimen. Die ontruiming heeft al plaatsgehad. De Heer Kulik, hoofd van de Gemeente lijke Onderhoudsdienst is al enige tijd in het bezit van de sleutels. Hoewel hij beloofd had de sleutels terug te geven is hem maandag meegdeeld het bezit ervan als een officiële overdracht te beschou wen. Het besluit van de werkgroep hangt samen met de indruk dat de robuuste panden aan de Hoog straat niet meer gesloopt zullen worden en opnieuw voor be woning zullen worden geschikt gemaakt. Tot het moment dat de werkgroep September 1975 het nodig vindt opnieuw aktief te worden ten aanzien van ontwikke lingen in de binnenstad, wordt zij ontbonden. De nu nog door krakers bewoonde panden 76 d en e vallen niet onder verantwoording van de werkgroep. Zii namen de huizen als indivi duen in bezit. Werkgroep September 1975 heeft verklaard uitdrukkelijk afstand van deze wijze van bewonen en het gedrag van de bewoners te Rechtstreeks uit Denemarken een origineel deens gobelinpakket in verschillende bloemdessins, die erg leuk met elkaar kombineren. Neem er meerdere mee, voor de prijs hoeft u het zeker niet te laten. In 8 verschillende kleuren. Afm. ca. 21x 21 cm. Zonder lijstje, per stuk SCHIEDAM Tijdens de op 26 no vember in boerderij Landvreugd ge houden informatie-avond heeft de meerderheid van de aanwezige wijk bewoners zich uitgesproken voor handhaving van de bestaande verkeeis- circulatie. Op basis van dit besluit is nu een nieuw inrichtingsplan voor deze wijk uitgwerkt. Uit de gehouden enquête is gebleken, dat de meeste bewoners geen vrede hebben met de huidige parkeermoge- lijkheden. Als wens kwam ook sterk naar voren om de bestaande groen voorzieningen wat speelser en gevari eerder van omzet te maken. Van vanavond 20.00 uur tot 22.00 uur kan men zich op de hoogte stellen van het nieuwe inrichtingsplan in boerderij Landvreugd aan de Sweelincksingel. Het kan venijnig koud zijn Vooral voor buitenwerkers is dit warme lange herenondergoed dan een uitkomst. We hebben panta lons en borstrokken van katoenen tricot en interlock. Kleur: wit. Ma ten S-M-L. Nu per stuk i f 7,95 voor

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1976 | | pagina 7