WO MEM
'De wijk die je het goedkoopst
neerzet verkrot het snelst'
Wisselwoningen klaar voor
tijdelijke huisvesting
iff et Andere Woorden
1
E
|J-
E
J-
r
r
w
r
f
k
"f
V
V
~P
f
l
1 1
f"
V»Ufc.NMJAU 4Lt.HKUAKi iv7o
Wethouder van stadsontwikkeling Bas Goudriaan.-
Bas Goudriaan: "Als je praat over
stadsontwikkeling moet je je eerst
afvragen hoe we er toe gekomen zijn
om steden te bouwen. Uit de geschie
denis blijkt dat men altijd een vorm
van bescherming zocht. De huizen
werden zodanig gebouwd dat men
altfjd kon zien wat voor vijandigheden
er op komst waren. Verder zocht men
een stukje bescherming tegen natuurs-
invloeden.
Cultuurproces
Dat zoeken naar bescherming heeft
zich langzaam voltrokken in een cul
tuurproces. De Indiaanse nederzettin
gen tonen de primitieve vorm, de mid
deleeuwse vesting is de meer gecivili
seerde vorm van bescherming. Deves
ting n bleken op een gegeven moment
niet genoeg bescherming te bieden, dus
ging men er wallen omheen bouwen.
Langzamerhand groeit dan de situatie
dat op een heel klein stukje grond ont
zettend veel mensen wonen. Het ver
zorgingspatroon in die steden was erg
hoog. In de buitengebieden verbouwde
men gewassen om in leven te blijven.
Na de Napoleontische oorlogen is de
gehele vestingstaktiek achterhaald.
Men heeft immers niets meer aan
muren, omdat alles aan flarden wordt
geschoten wat zich er achter bevindt.
Op dat moment ontstaat een hele
nieuwe fUosofle achter de stedebouw,
die naar mijn mening niet helemaal
juist was. Het bescherming geven aan
burgers, wat uiteindelijk de functie van
een stad is, wordt rücksichtlos verla
ten. Men komt er achter dat je ook in
de buitengebieden kunt wonen.
VLAARDINGEN "De oude binnenstad bood oorspronkelijk
slechts huisvesting aan enkele duizenden inwoners. Zij was opgezet
op een middeleeuws patroon, waarin niet die verkeersproblemen
speelden, welke thans de planologen en verkeersdeskundigen met zo
veel zorgen vervullen. Om de oude stadskern heen werden later nieu
we huisjes gebouwd, afgestemd op het woonmilieu van die tijd.
Vandaag passen dergelijke buurten met hun sterk verouderde struc
tuur niet meer in het beeld van de moderne stad en zeker niet wan
neer verwacht mag worden, dat de gemeente zal uitgroeien tot een
stad van 130.000 inwoners".
Een citaat uit een brochure van de gemeente Vlaardingen, gedateerd
1972. Nu haalt men hoogstens de schouders op over deze uitlating.
De groei van de bevolking in Vlaardingen is zoals in zovele steden,
tot stilstand gekomen en het is de vraag of het aantal inwoners ooit
goede wet, maar vanaf die tijd hebben
vele stedebouwers zich niet meer
genoeg afgevraagd voor wie ze iets aan
het doen waren. Ze maakten plannen
die er op tekening en maquette erg
goed uitzagen, maar waarvan het resul
taat in de praktijk vaak tegenviel.
Inderdaad het zijn goede woningen die
we in de hoogbouw creëren, er zit
genoeg groen omheen en je kunt je
auto er goed kwijt, maar als je de op
telsom van al die dingen neemt en je
bekijkt de doelstellingen en het uitein
delijke resultaat, dan klopt er iets niet,
omdat men het gehele proces vanuit
het individu benadert, zonder in over
weging te nemen dat we wel indivi
duen zijn, maar in groepsverband
leven.
Identiteit
In de oude steden leeft dat heel sterk;
elke buurt heeft z'n eigen identiteit.
Mensen wonen met een bepaalde voór-
keur in bepaalde wijken. De afgelopen
dertig jaar is de gemeenschapsgedachte
volledig onder de tram geraakt. Na de
oorlog was onze voornaamste zorg het
land weer zo snel mogelijk op poten te
krijgen. Nu, daar zijn we op een won
derbaarlijke manier in geslaagd: een
hele samenleving, die agrarisch gericht
was, is omgezet in een hoog gekwalifi
ceerd industrieel apparaat. De oude
binnensteden zijn in die tijd totaal
vergeten.
Pas sinds enkele jaren is er een discus
sie op gang gekomen over de binnen
steden. De eerstkomende jaren zullen
we volgens mij een totale ombuiging
op dat terrein zien ten aanzien van de
planologische processen.
Op wat voor manier kun je de binnen
boven de 80.000 uit zal stijgen. De gedachte van die tijd dat de oude
binnenstad zo modern en doelmatig mogelijk moet worden ingericht
is inmiddels zo goed als achterhaald. De laatste driejaar is een discus
sie op gang gekomen over de toekomst van de oude binnenstad, een
discussie die voorlopig niet is afgerond. Stadsbestuurders zullen hun
keus moeten bepalen: doorgaan met het uit de grond stampen van
nieuwbouwwijken, of meer tijd en energie steken in de rehabilitatie
van de oude binnenstad.
Ook de Vlaardingse wethouder voor stadsontwikkeling Bas Goudri
aan (PvdA) zal zijn keuze moeten bepalen. In de twee jaar dat Gou
driaan wethouder is, is hij er inmiddels wel achter gekomen dat het
heel wat eenvoudiger is om een nieuwbouwwijk te realiseren, dan om
vervangende woningbouw of renovatie in de oude binnenstad te
plegen. In onderstaand interview geeft hij zijn visie over de ontwikke
ling van de stedebouw in verleden, heden en toekomst.
stad het beste in stand houden?
Bas Goudriaan: "Op het ogenblik vat
in Nederland de mening post dat alles
wat oud is ook mooi is en dus moet je
het laten staan. Dat is natuurlijk non
sens, op kleine schaal zal er wel dege
lijk gesloopt moeten worden. Maar dan
wel op basis van nieuwbouwplannen.
Stadsontwikkeling is een veranderd
proces. Als we over de hele lange ter-
s.:
Woningwet
Ziekteverschijnselen in de steden leid
den er in de Nederlandse samenleving
toe dat in 1902 de woningwet werd
aangenomen. Op zich natuurlijk een
Wanneer we ergens willen gaan bou
wen nodigen _we drie architectenbu
reaus uit een 'ontwerp te maken. Na
een maand of twee moeten de archi
tecten hun ontwerp inleveren. In
overleg met de bewoners wordt een
ontwerp uitgekozen. De betreffende
architect krijgt daarna een defini
tieve opdracht. Dit systeem werkt erg
verfrissend. We werken het liefst met
niet al te grote architectenbureaus, die
nog het jeugdige enthousiasme op kun
nen brengen. Met grote projectontwik
kelaars ga ik bij voorkeur niet in zee.
Daarvoor zijn wij geen partij.
Deze manier van werken bevalt erg
goed. Het biedt het voordeel dat je
precies die mensen inschakelt die
ideeën hebben over het oplossen van
de problemen in de binnenstad. Tot nu
toe lieten bestuurders zich te veel
leiden door bestaande plannen waar
ook in Nederland. Men ging elders een
plan bekijken en als het in de smaak
viel kreeg de aannemer opdracht te
bouwen. Je kreeg dan vrijwel altijd
woningen die niet aangepast waren aan
de specifieke eisen van de stad".
Vergt deze methode niet meer geld?
Bas Goudriaan: „De woningen kosten
misschien iets meer maar gaan wel veel
langer mee. Op den duur gaat zo'n
woning zich zelf betalen. Goedkope
woningbouw betekent wel dat je over
vijftig jaar moet gaan renoveren. De
wijk die je het goedkoopst neerzet ver-
'krot ook weer het snelst. Bovendien
ben ik er geen voorstander van bij het
bouwen te selecteren naar inkomen.
Daar ligt ook een belangrijk verschil
tussen een liberaal stadsontwikkelings-
beleid en een socialistisch stadsont-
wikkelingsbeleid. Een liberaal gaat uit
van het individu, dan krijg je inderdaad
wijken als de Goudkust. Op zich niet
zo heel erg, maar de verhoudingen zijn
wel scheef getrokken".
Waarom vergt nieuwbouw en ver
nieuwbouw in de binnenstad zo veel
m tijd, terwijl een nieuwbouwwijk in een
Verfrissend haÜ iaar u'f Sr°n<^ gestampt kan
worden
mijn praten- en dan denk ik zo'n hon
derd jaar verder, kan er in Vlaardingen
niet zo veel veranderd worden.
Uitgangspunten
Vlaardingen heeft een structuur die al
700 jaar vast ligt. Als er iets fout was
geweest, had men dat wel veel eerder
geconstateerd. Wie zijn wij dan om te
zeggen we gaan het anders doen. Op
de middellange terhiijn moeten we ons
afvragen wat we gaan bouwen. Met z'n
allen moeten we een aantal uitgangs
punten vaststellen. Ik geloof dat je in
de eerste plaats niet zö nadrukkelijk
moet bouwen, dat niets meer kan ver
anderen. Een kantoor moet een huis
kunnen worden en omgekeerd.
Op korte termijn zal je de mensen
steeds meer in moeten laten spreken
bij hoe ze willen wonen. Het antwoord
op de vraag "Wie wil er op een bepaal
de plek in de binnenstad wonen" is vrij
gemakkelijk boven tafel te krijgen,
daar heb je geen dure onderzoeken
voor nodig. Daarna komt de vraag
"Wie gaat er bouwen". Wjj beschikken
over een lijst van architecten die elders
in Nederland in eerder werk hebben
aangetoond de problemen, van de
binnenstad aan te kunnen. Alleen de
beste architecten zijn waarschijnlijk
goed genoeg om plannen te ontwikke
len voor woningbouw in de binnen
steden.
Bas Goudriaan: „Wanneer je naar de
binnenstad gaat moet je ontzettend
lange procedures doormaken om aller
eerst de mensen te overtuigen van het
nut van beter wonen. De minst draag-
krachtigen wonen in de binnenstad.
Op het moment dat je iets doet gaat de
kostprijs omhoog. Versnippering van
grond werkt ook remmend. Als ie
mand z'n grond niet wil verkopen kun
je op basis van het bouwplan wel ont
eigenen, maar het kost erg veel tijd.
Verder zit je met een instrumentarium
dat gericht is op nieuwbouw. Je moet
een selectie maken, niet iedereen is
namelijk geschikt om in de binnenstad
te werken.
Inspraak
Dan is er nog de inspraak. Met alle in
spraak die je pleegt, ben je et nooit ze
ker van dat je plannen ontwikkelt,
waar iedereen achterstaat. Iedere wil
lekeurige burger kan een .procedure
drie maanden ophouden. Dat is het
recht van het individu, maar daar zet
ik wel vraagtekens achter. Op het mo
ment dat je niets doet tref je mensen
omdat er niets gebeurt, op het mo
ment dat je wel plannen in uitvoering
brengt, tref je mensen die er op tegen
zijn dat er iets moet gebeuren, zo zal
het altijd wel blijven.
Dat vraagt om uitspraken van de wet
houder, die gedekt moet worden door
z'n college. Het vraagt ook om verant
woording van raadsleden, die zich voor
of achter zo'n beleid opstellen en die
een keuze moeten bepalen die lijnrecht
in kan gaan tegen de mening van
woordvoerders die soms een hele
kleine groep vertegenwoordigen. Dat is
geen eenvoudige zaak".
Je bent tegen inspraak?
Bas Goudriaan: „Dat is onzin. Ik ben
wel voor inspraak, maar je dient wel
binnen een kader aan te geven wat wel
en niet mogelijk is. Men moet niet ver
geten dat ik prentendeer voor vier jaar
op een programma gekozen te zijn
door de bevolking. Aan het eind van
de rit krijg je de rekening. Dan wordt
uitgemaakt of je het wel of niet goed
gedaan hebt, zodat je je conclusies
over het gevoerde beleid kunt trekken.
Ik heb de verantwoording voor de
uitvoering van een bepaald program, ik
kan het me niet permitteren om vier
jaar te gaan zitten leuteren".
ROEL VAN LEEUWEN.
In stadsvernieuwingswijke
In de acht Rotterdamse stadsvernieuwingswijken, waar een aantal bewoners de reedheid gebracht. Deze woningen zijn bedoeld om huisvesting te bieden aan ge
woning tijdelijk moet verlaten in verband met ingrijpende verbeteringen of een zinnen, die door de activiteiten in het kader van de instandhoudingsregeling*en-
grote opknapbeurt zijn thans door Gemeentewerken 150 wisselwoningen in ge- kele weken of maanden niet in eigen huis terecht kunnen
Zo was het en zo Is het geworden.
Gemeentewerken heeft in totaal voor
het opknappen van de huizen 1,3 mil
joen nodig gehad. De woning, bestemd
om voor wisselwoning te dienen, werd
meestal in een zeer vervallen staat aan
getroffen. Daarbij lag dan nog in naar
schatting 90 pet. van de huizen het
vuil en de afval zo hoog opgestapeld,
dat er een container van Gemeenterei
niging aan te pas moest komen om de
troep weg te halen. Dat per woning
dan vijf tot zeshonderd gulden moest
worden besteed voor afvoer van het
huisvuil was geen zeldzaamheid.
Na het leeghalen en de uitvoering van
noodzakelijke reparaties heeft de ge
meente de wisselwoningen laten be
hangen en schilderen. Op de grond ligt
eenvoudige vloerbedekking, er zijn gas
leidingen voor verwarmingsdoeleinden
aangebracht en in enkele huizen staat
reeds een gaskachel gereed opdat nie
mand in de kou hoeft te zitten. Witte
vitrage en warm-oranje overgordijnen
zorgen ervoor, dat men direct in een
aangekleed huis binnenkomt.
Uitbesteed
Sommige huizen kregen indien nodig
ook nog een totaal vernieuwde keu
ken. De opknapbeurten in deze huizen
zijn voor een klein deel uitgevoerd
door eigen personeel van Gemeente
werken; het meeste werk is echter uit
besteed.
Enkele van de reeds klaargekomen wo
ningen bevinden zich resp. in de Adri-
anastraat, waar op huisnummer 50 een
eerste en tweede verdieping werder op-'
geknapt voor respectievelijk 4510 en
2450 gulden, in de Gouwstraat 25 één
en tweehoog waar 16.000 gulden per
woning werd uitgegeven, een eerste
verdieping van een grote woning in
De la Reystraat (kosten 15.900 gul
den), en twee huizen in de Steven
Hoogendijkstraat waar voor ieder huis
ruim 12.000 gulden werd uitgegeven.
In wat voor verwaarloosde staat de
huizen vaak worden aangetroffen was
duidelijk te zien in een huis in de
Rosestraat, waar het vuil hoog op de
zolder lag opgehoopt. Prettig voor de
ratten en ander ongedierte weliswaar,
maar niet bepaald voor hen die eerst-
wat orde in de chaos moeten schappen
eer in dit pand van behoorlijke woon
gelegenheid kan worden gesproken.
Met de opknapbeurt zal hier een be
drag van circa 18.000 gulden zijn ge
moeid.
Halfjaar
De wisselwoningen zijn uiteraard niet
bestemd voor permanente bewoning.
Het gezin dat in het kader vari de
stadsvernieuwing enkele weken tot een
half haar het eigen huis uit moet, kan
in die tijd echter uitstekend in zo'n
huis terecht, al zullen in sommige ge
vallen niet alle meubels er een plaats
kunnen vinden.
Kan zo'n gezin niet zelf voor opslag
zorgen dan zal dit laatste gebeuren in
overleg met de gemeente. Voor de wo
ningen zal meestal eenzelfde huur be
taald moeten worden als in de huizen
die tijdelijk werden verlaten.
Na de reeds klaar gekomen woningen -
150 in totaal plus drie luxe wooncon-
tainers - zullen er nog een vijftigtal on
der handen worden genomen.
De huizen bevinden zich in de wijken
Cool, Afrikaanderwijk, Crooswijk,
Delfshaven, Feyenoord, het Oude
Noorden en het Oude Westen, op het
Noordereiland, in Charlois en in Ka-
ten drecht.
Woon-containers
In de Afrikaanderwijk waar op het
ogenblik o.a. woningen in „De Leeu
wenkuil" door de gemeente onder han
den worden genomen staan als „wissel
woningen" ook drie woon-containers
op het Afrikaandemlein. Deze worden
geheel compleet inclusief verlichting,
gordijnen, etc. geleverd door de ge
specialiseerd bedrijf voor een bedrag
van circa f.90.000,- zonder aansluit
kosten aan riolering, licht, gas en water
want dit vergt nog een f.8000,-.
Deze containers kunnen verplaatste
worden zodat eventueel ook in andere
wijken bewoners ervan kunnen profite
ren. Hun gebruiksduur wordt geschat
op enkele tientallen jaren.
K.D.
Als oplossing moet alleen deze uit
spraak worden ingezonden per brief
kaart aan de puzzelredactie, Postbus
5204, Rotterdam. Uw briefkaart moet
uiterlijk op dinsdag 10 februari in ons
bezit zijn'.
Indien achter de omschrijving een
nummer tussen haakjes staat, moet de
eerste letter van het in te vullen woord
tevens worden geplaatst in een vakje
van het dikomlijnde middenstuk, ge
nummerd 1 t/m 45. Voorbeeld: zou
de omschrijving luiden „vader of moe
der (23)", dan moest worden ingevuld
„ouder", waarvan de eerste letter, de
o dus, tevens zou moeten worden ge
plaatst in vakje 23 van het dikomlijnd»
middenstuk. Bij juiste oplossing van de
gehele puzzel vormen de 45 letters uit
het middenstuk, achter elkaar gelezen,
een uitspraak.
HORIZONTAAL: 1 volksvertegen
woordiging; 8 overeind zetten; 16
meisjesnaam; 17 gade; 18 Amer. echt
scheidingsplaats (22); 19 bijwoord; 20
munt; 22 onb.v.n.woord; 24 flauw-
grappig; 25 moutoven (44); 26
scheepsgerei; 28 niets uitvoeren (5);
30 vrag. v.n.woord (29); 31 heen en
terug (afk.); 33 slot van opsomming
(afk.) (11); 35 afscheidingsprodukt;
36 lichaamsdeel (18); 37 uitroep; 38
grondsoort; 39 beest (27); 41 vuur
tong; 43 toiletgerei; 44 pers. voornw.;
45 vogel; 46 insektenpoeder (afk.);
48 erkentelijkheid (38); 50 lengtemaat
(afk.); 51 weg; 52 scherts; 54 vind
plaats van Venus-beeld; 56 slinger
plant; 58 ontrouw; 60 beeld bij drogist
(34); 62 vallei; 63 en 64 deel van ge
laat (12); 66 mager (9); 67 hevig; 68
kledij (6); 69 deel van skelet; 71 hen-
gelgerei; 73 voorzetsel (23); 74 zoog
dier (3); 75 naam voor rustoord (bij
bel) (36); 77 bevel; 78 leesteken; 79
begrip (15); 81 Franse rivier (4); 82
enig (14); 83 nummer (35); 86 twee
ling broeder van Romulus; 88 Nederl.
prov. (afk.); 90 Romeinse keizer;
91 krijgsgod; 92 anonymus (afk.);
93 kraan; 95 knaagdier; 96 onbep.
voorn.w.; 97 zaadje; 98 oude maat;
100 en 101 kordaat; 102 familielid;
103 optocht; 105 overkomen; 111
deel van overhemd; 113 vlug; 115
waterkant; 116 lijst (2); 117 pers.
v.n. woord; 119 zandheuvel (10); 121
steensoort; 122 karweitje; 123 jon
gensnaam (afk.); 124 boom; 125
kunstgreep; 127 winkel (32); 128 lor
(24); 129 eerw.heer (afk.); 130 anker
plaats; 131 sierplant (39); 134 precies;
136 lengtemaat (afk.) (19); 137
schenkgerei; 138 klemmen; 140 bij
woord; 142 individu; 144 kram (41);
145 liefdegod (8); 147 tuinbed (7);
149 meisjesnaam (afk.); 150 kiem,
oorsprong; 151 maatsch.klasse (4.2),
153 ontkenning; 154 keukengerei;
155 vervoermiddel.
3
4
9
10
12
13
ir-
15
16
1?
li
19
20
21
"tl
22
23
25
25
r
21
28
29
30
-
31
32
Bü
39
35
36
r
39
W
91
ii
16
11
18
59 mm
pö-
F
52
S3
51
55
r
V
bü
39
60
i"1
63
3
S
65
65
66
67
6È
i
8
9
10
61
70
72
f
ti
11
u
11
11
fi
H
18
Ik
i?
IS
19
20
79
s
22
23
21
25
82
81
87
81
28
27
28
11
30
88
87
A
88
k
30
31
32
33
59
35
91
A
92
33
99
35
36
37
3t
31
90
96
A
97
38
39
k
160
11
11
93
1Ü
15
Itl
A
102
IDS
09
k
J05
Oi
10 7
188
103
110
A
m
112
113
lit
k
lis
A
Ilk
■s
110
k
121
A
122
1123
iw"
15
lik
k
A
in
Y pa
iïï-
■'30
31
133
139
135 MM
PIT"
137
138
139
190
I1S
1YV
IV5
m
157
190
m
50
M
151
ISi
151
VERTIKAAL: 1 ongeluksmens; 2
groet; 3 graad (26); 4 water in Fries-
land(28); 5 deel van het jaar; 6 zoog
dier; 7 aard (45); 9 tuinhuisje; 10 uur;
11 titel (afk.); 12 medevennoot (afk.),
13 drank; 14 godin van de dageraad
(21); 15 telefoon getal (40); 21 intern,
vervoermiddel (afk.); 23 engelse titel;
24 vaas; 25 boom; 27 als; 29 kim; 30
iets; 32 bezit van boer; 34 ongezond:
36 aanduiding; 37 vaartuig; 40 bij
woord; 42 afk. vóór jaartal; 46 droog;
47 open plek in bos; 49 lek (13); 51
groot vertrek; 52 en 53 Griekse letter;
55 muziekwerk; 57 als voren; 58
godin van de huiselijke haard; 59
blijven; 61 onb. v.n.woord (20); 84
rijstbrandewijn; 85 bloem; 86 begro
ten; 87 achten (33); 89 orgaan; 92
orgaan (16); 94 tijd; 97 Europeaan; 99
vogel (25); 102 groente; 103 koningin
van Assyrië (1); talmen; 106 en 110i
tocht; 107 opstootje; 108 plaatsaan-\
duiding; 109 steen; 110 zie 106; 111
rammen; 112 doden; 114 vreemde
munt; 116 Schotse stam; 118 gelofte
(17); 120 bijwoord van tijd (37); 122
bijdehante vrouw; 123 drinkgerei; 126'
deel van Amerika; 127 beroep; 130
soort; 132 schoorsteenkapje (31); 133
gerecht; 135 piek; 137 hoofd (pop.);
138 deel van hoofd; 139 ongaarne;
141 aanw. v.n.woord; 143 takje (30);
144 beet; 146 opschudding; 148 koor,
dans; 150 bijwoord (43); 152 mil. rang
(afk.).