Deventer „bevrijd" van cameraleger
Jammerlijk avontuur
seconde voor seconde
op 35-millimeter
Middenstand
incasseert leuke
bijverdienste
WOENSDAG 4 AUGUSTUS 1976
Alles moet je leren.
Ook het figureren als
Duits soldaat. Regisseur
Sir Richard Attenbo-
rough geeft zelf les.
(Foto rechts).
Levensecht staan op di
verse plaatsen op de Gin-
kelse heide de grote zweef
vliegtuigen. Natuurgetrouw
vanaf één kant, want wie
even omloopt ontdekt dat
het slechts namaak is.
(Foto onder).
Ogenschijnlijk zit de verfilming van Corne
lius Ryan's boek „Een brug te ver" er in De
venter op. De huizen, die de omgeving van de
Wilhelminabrug veranderden in de locatie
„Arnhem, september 1944", zijn verdwenen.
De camera's zijn weg en de figuranten hebben
hun „feldgrau" of „battle dress" weer ingele
verd in Twello. Deventer is weer gewoon
koekstad.
Ogenschijnlijk, want de op
namen gaan zeker nog twee
maanden gewoon verder.
Heel wat spectaculairs moet
nog op het celluloid vastge
legd worden. Zo moet de Wil
helminabrug nog in brand ge
schoten worden en zullen op
De Brink, in het hart van de
IJsselstad, nog twee dagen de
camera's snorren.
Maar verder zit het er voor Deventer op.
Zeker een jaar zal men dan moeten wachten,
voordat opnieuw de stad geconfronteerd
wordt met het project „Een brug te ver". Dan
zal namelijk in de schouwburg de film in pre
mière gaan. Op de ereplaatsen naast produ
cent Joe Levine en regisseur Richard Atten-
borough zullen dan alle grote sterren van de
film zitten.
STERREN
Sterren, die zich nu, al gedurende enkele
weken onder tropische omstandigheden, in
het zweet werken om van „Een brug te ver"
niet alleen 's werelds duurste film, maar ook
's werelds mooiste film te maken.
Locaties heeft het team van de Amerikaan
Joe Levine her en der in Oost-Nederland ge
vonden. Deventer, Arnhem, Nijmegen,
Bronkhorst, Wilp, de Ginkelse heide. Op al
deze plaatsen wordt de fatale slag bij Arnhem
in beeld gebracht.
GEEN HELDENFILM
Scenario-schrijver William Goldman is er
in ieder geval voor gaan zitten. „Nu eens niet
een heldenfilm", vertelde hij enkele maanden
geleden in het Amstelhotel in Amsterdam,
„de Vietnamoorlog heeft het aangezicht van
de oorlog drastisch veranderd. De soldaat
wiens arm afgeschoten wordt, zegt niet „au".
Die jongen gilt, krijst van de pijn terwijl het
bloed uit zijn arm spuit". Regisseur Sir Ri
chard knikte toen goedkeurend.
Als regisseur van „Oh what a lovely war"
heeft hij al enige ervaring met het maken van
anti-oorlogsfilms. Nu is het niet direct de be
doeling dat „A bridge too far" die intentie
meekrijgt, maar een film, waarin soldaten als
helden worden afgeschilderd zal het zeker
niet zijn. „Deze film laat in een paar uur het
hele verloop van een veldslag zien. Van alle
kanten bekeken", aldus Sir Richard.
Het oog van de grote 35 mm Panavi-
sion-camera's bekijkt die veldslag, die secon
de voor seconde wordt gespeeld. Tergend
langzaam en met een gigantische hoeveelheid
geduld wordt meter voor meter vastgelegd.
KEIHARD WERKEN
Enkele weken geleden waren we even te
gast bij de makers van de rolprent. Op de
Ginkelse heide had de industrie de tenten op
geslagen. Onder de brandende zon werd op
een terrein van tientallen hectares keihard ge
werkt.
In eerste instantie door tientallen jeugdige
Nederlanders, die met een keurige gele tas op
TIEN SECONDEN
De twee uur, die we op de Ginkelse heide
doorbrengen, besteden we geheel aan het bij
wonen van een opname van een kleine tien se
conden. Hoofdrolspeler Sean Connery, in de
hun buik iedereen aan de rand van het anders
vrij toegankelijke bos staande hielden met de
vraag: „You got a pass".
Als je dat papiertje hebt, mag je rustig
doorlopen. „Wel opletten, waar de camera
staat en niet in het beeld lopen als er gefilmd
wordt", roept hij ons na.
De wandeling langs de bosrand is een klei
ne twee kilometer. Auto's mochten beslist
niet niet worden omdat dan het stofte erg op
waait. Later zal blijken, dat als de filmploeg
stof nodig heeft, ze best in staat is, om het
zelf te maken.
„De meeste opnamen zijn vanmorgen erg
vroeg gemaakt in verband met de hoge tem
peratuur", vertelt persman Jules Farber. „Ei
genlijk zijn jullie wat te laat". Enige informa
tie leert snel, dat we op papier wel op tijd
Sean Connery speelt in
de film „Een brug te ver"
de rol van General „Roy"
Urquhart. Tijdens de opna
men op een bloedhete dag
op de Ginkelse heide biedt
Connery zijn medespelers
een ijsje aan.
Een unieke ontmoeting:
de echte general „Roy" Ur
quhart oog-in-oog met
Sean Connery, die in „Een
brug te ver" zijn rol speelt.
(Foto linksonder).
film „General „Roy" Urquhart" moet in een
jeep over een bospad rijden.
Eindeloos vaak wordt de scène overgedaan.
Eerst een keer of zes met een stand-in om de
camera-positie te bepalen; daarna ongeveer
zesmaal met Connery-himself.
Tot grote verrassing is op de set ook de
échte General Urquhart aanwezig. „Op uit
nodiging van de maatschappij", legt hij zijn
aanwezigheid uit. „Overal ben ik geweest.
Alle locaties heb ik bekeken. Ja, dat vind ik
ontzettend aardig van die filmmensen".
GENERAAL
De voor zijn leeftijd (73) nog bijzonder kras
uitziende Engelse generaal legt verder uit dat
hij zich in het geheel niet bemoeit met de rea
lisatie van de film. „Ik kom echt alleen kij
ken. Technische adviezen worden door ande
ren gegeven".
Als we hem vragen of hij het nu eigenlijk
wel nodig vindt dat, nu, ruim dertig jaar na
„Arnhem" opnieuw de geschiedenis weer op
gerakeld wordt, antwoordt hij kort maar
krachtig „ja". „Eigenlijk is het een soort ge
schiedschrijving", zegt hij. „Een moderne
manier, waardoor we zelfs Wurmen ru»
toen gebeurde. En zover ik alles heb begrepen
wordt de film geen verering van allerlei hel
den, maar een nuchtere kijk op dat jammer
lijke avontuur uit de laatste dagen van de
tweede wereldoorlog".
MOBIELE KEUKEN
Terwijl de „general" weer aan het front
plaatsneemt op zijn zelf meegenomen stoel
tje, nemen wij 'n kijkje in de mobiele keuken
van Phil Hobbs. Deze kok uit Londen, die
met zijn wagens heel Europa afreist achter de
diverse filmploegen aan, is druk doende om
voor zo'n kleine tweehonderd mensen maaltij
den klaar te maken. En prima maaltijden,
want louter eerste klas levensmiddelen ko
men bij hem de deur van de rijdende keuken
binnen.
Levensmiddelen, die zover mogelijk betrok
ken worden van diverse Deventer midden
standers. Bakker Debets, slager J. te Riele,
groenteboer A. G. voor 't Hekke, allemaal le
veren ze hun goederen. „Er is erg goed met
die Engelsen samen te werken, hoor", meent
Voor 't Hekke. „Aan één eis moet je echter
voldoen: eerste klas kwaliteit willen ze heb
ben".
„BIJVERDIENSTE'
Iedere morgen levert de Deventer groente
man zijn waar af bij chef-kok Phil Hobbs.
Wekelijks wordt de rekening keurig betaald.
,,'t Is een aardige duit die we er nu zo extra
bij pakken, maar ik zal nu toch echt wel blij
zijn als het afgelopen is", meent de groente
man. ,,'t Kost wel erg veel tijd hoor".
Gouden eieren legt het filmgebeuren de De
venter middenstand niet, maar enkele miljoe
nen blijven er wel hangen in de koekstad, die
gedurende tien maanden van dit jaar „Film-
stad" heet. De heer C. van Eijk, onder nor
male omstandigheden werkzaam op de afde
ling Openbare Werken van de gemeente De
venter, durft die uitspraak wel te doen. Gedu
rende de periode dat de filmindustrie „Een
brug te ver" in Deventer is neergestreken,
leende het Deventer college deze ambtenaar
uit. In opdracht van Levine onderhoudt de
heer Van Eijk nu het contact tussen de film
maatschappij en de provincie, gemeentebe
sturen en andere (semit-overheidsinstellin-
gen, d;e mogelijk bij het filmwerk betrokken
zijn.
„En dat bevalt me prima hoor", zegt hij.
„Van mij mag de ploeg volgend jaar zo terug
komen".
WILLBÉUMER