W
HAVENLOODS
'Vaak weinig kennis over
onder wij s-mogelij kheden'
'Contact school-ouders
eerste vereiste'
"sJi
Wie krijgt er een
studietoelage?
Staatssecretaris De Jong O. en
nu 169.75
Erunott
Staatssecretaris De Jong:
LOGOPEDIST(E)
Jfc
\k
Drs. De Jong
brede ervaring
in onderwijs
DE HAVENLOODS DONDERDAG 27 JANUARI 1977
Aan deze bijlage werkten mee: «Carin van Wijnen •Corrie van Haasteren •E.J.Mathies Marco van Milaan Theo Mellenbergh.
De keuze van de "volgende"schuol is meer dan een routine-beslissing.
Voor de betrokken kinderen en hun ouders of verzorgers gaat het om
een wezenlijk besluit en daarom is het vanzelfsprekend dat aan de
voorbereiding van deze schoolkeuze grote aandacht geschonken
wordt. Juist in deze tijd wordt door heel velen in Nederland gewikt
en gewogen naar welke school de kinderen na de lagere school zullen
gaan. Het gaat hierbij om, zoals de laatste Onderwijskrant het noemt,
een "kruispunt"in het onderwijs.
In deze editie van ons blad en in die
van volgende week donderdag) zult u
het nodige kunnen aantreffen dat een
bijdrage kan zijn tot de gedachten-
vorming over de keuze. Deze keuze is,
daarover zullen velen het eens zijn, des
te ingewikkelder omdat het voortgezet
onderwijs een complex geheel is. Tal
an rnense.i die zich op de keuze
Speciale
aanbieding
grote zaanlander
Fraaie noten
houten uitvoering, 8-daags
lopendsolide uurwerk met
slagwerk, volledige garantie.
van 245.-
Koopavonden geopend
oriënteren dreigen door de bomen (van
de vele voortgezet-onderwijsmogelijk-
heden) het bos niet meer te zien. Ge
lukkig doet het ministerie van onder
wijs en wetenschappen al het mogelij
ke aan voorlichting. We noemden de
onderwijskrant al, maar er zijn nog
veel méér interessante publikaties die
bijdragen aan de "bewegwijzering". En
verder doen de onderwijsinstellingen
zelf ook veel aan voorlichting.
We hadden dezer dagen over allerlei
zaken die het voortgezet onderwijs ra
ken een gesprek met staatssecretaris
drs. K. de Jong Ozn, die in 1975 Dr.A.
Veerman opvolgde die toen om ge
zondheidsredenen aftrad. De heer De
Jong is al jarenlang vertrouwd met het
onderwijs, hij was onder meer lange
tijd rector van een lyceum, resp. een
scholengemeenschap en tevens was hij
geruime tijd voorzitter van de Algeme
ne Vereniging van Schoolleiders. Om
dat hij goed thuis was op het terrein
dat hem in het bijzonder werd toege
wezen (voortgezet onderwijs en scho
lenbouw) had hij niet zoveel moeite
met het feit dat hij - midden in de ka
binetsperiode- in een rijdende trein
moest stappen.
Spoedig na zijn optreden in Den Haag
werd al duidelijk dat hij snel ingewerkt
was. Een belangrijk punt bij zijn be
noeming was ook dat de heer De Jong
zich kon vinden in de beleidslijn van
het huidige kabinet met betrekking tot
het onderwijs, waarin, zoals bekend,
ontwikkeling en vernieuwing een cen
trale plaats innemen. Het zou verleide
lijk zijn om in dit artikel daarop nader
in te gaan, maar dat is niet mogelijk; er
is trouwens al heel veel geschreven
over, onder me^r, de befaamde Con
touren nota. Juist deze week wordt
over deze materie in de Tweede Kamer
gesproken naar aanleiding van de be
groting voor 1977 van het ministerie
van onderwijs en wetenschappen.
Voorlichting
Pen van de naar onze mening belang
rijkste opmerkingen van de staatssecre
taris in het gesprek dat we met hem
hadden betrof de voorlichting. "In ons
beleid wordt met voorrang aandacht
besteed aan ontwikkelingen en ver
nieuwingen die de opheffing of verbe
tering van achterstandssituaties ten
doel hebben, "schrijven de bewindslie
den van O. en W. in hun memorie van
toelichting bij de begroting-1977. Me
de in dit verband zegt staatssecretaris
De Jong: "Met de z.g. achterstandssi
tuatie heeft óók te maken dat er vaak
te weinig kennis is over de mogelijkhe
den. Voorlichting is ontzettend be
langrijk. Die kan niet alléén van ons
departement komen, ook de scholen
moeten er bovenop zitten. Ik vind het
erg belangrijk dat de school probeert
een goed contact te krijgen met de ou
ders verzorgersbijvoorbeeld door
bezoek aan huis. Dat dón tact met de
ouders is een wezenlijke zaak
Gebouwen
Een probleem waarmee nogal wat ste
den kampen is dat er in de binnenste
den door z.g."leegloop" schoolgebou
wen vrijkomen."Zo'n leegloop kan
ook tijdelijk zijn,"zegt de heer De
Jong,"omdat er renovatie kan plaats
vinden waardoor er na gnige tijd als
het ware een nieuwe bevolking in de
wijk komt."
Maar als er sprake is van vrijkomen
van schoolgebouwen in binnensteden
wordt vaak gepoogd daarin bepaalde
vormen van onderwijs te huisvesten die
door een geografisch brede kring be
zocht worden, je zou bijvoorbeeld
'kunnen denken aan de z.g. moeder
mavo's, "aldus de staatssecretaris, dje
van de gelegenheid'gebruik maakt om
heftig te ontkennen dat op het depar
tement onvoldoende aandacht voor
deze naar zijn mening belangrijke in
stellingen zou bestaan."We zijn bezig
de zaak formeel zo rond te krijgen dat
de nodige voorzieningen voor dergelij
ke instellingen kunnen komen. Ze pas
sen trouwens in dit kabinetsbeleid en
ik stel het erg op prijs dat de moeder
mavo's zoveel enthousiasme oproepen.
Men houdt er van pionieren en dat
wordt door ons erg op prijs gesteld."
Men zegt wel eens dat lu i niveau van
het voortgezet onderwin legenwoordig
lager zou liggen dan dat ran "rroeger"
Staatssecretaris De Jong benadrukt in
een reactie hierop dat vergelijkingen
moeilijk te trekken zijn. "Een Havo is
bepaald niet gemakkelijk te vergelijken
met de vroegere HBS en een Mavo niet
met de vroegere Mulo."
Niveau
Het bezoek aan scholen van Voortgezet
onderwijs is enorm sterk toegenomen
behalve dat aan het lager beroepson
derwijs), een gevolg van de externe
democratisering. Met name leeft bij
zeer velen de wens dat kinderen het
VWO (voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs) volgen, omdat dit voor de
carrière van het kind het beste zou zijn.
Men moet echter oppassen dat de druk
op het kind niet te groot wordt, in de
eerste plaats gaat het erom dat het
kind gelukkig is, ook op school. Vol
gens de staatssecretaris is het niveau
per vak bij het VWO bepaald niet lager
dan dat bij de vroegere HBS of het
gymnasium. In zeker opzicht zou ie
voor bijvoorbeeld wat betreft de talen
zelfs van een verbetering kunnen spre
ken, denk aan de spreekvaardigheid.
Maar nogmaals; er zijn zóveel verschil
len dat een vergelijking met vroeger
nauwelijks mogelijks is. In elk geval
kan gesteld worden dat het niveau van
het examen, voorzover het de over-
heidseisen betreft, in de vakken kei
hard is. "Het diploma moet waardevast
zijn,"zegt de i
Hij betreurt het dat de belangstelling
voor (het bezoek aan) het lager be
roepsonderwijs achteruitgehold is. Bij
het LBO gebeuren erg goede dingen, er
is ook een verantwoorde plaats inge- je worden klaargemaakt,
ruimd voor algemene vorming. Mede
omdat de beroepen erg in ontwikke- Volgens de staatssecretaris,
ling zijn moet telkens herscholing klachten van werkgevers ov
X
De westerse samenleving maakt op het ogenblik rumoerige tijden
door. Bij arbeiders in bedrijvenbij leden van aktiegroepen en wijk-
organen, bij mensen die tot de zogenaamde „achtergestelde groepen"
behoren, overal komen gevoelens van onvrede naar voren met be
staande situaties en strukturen. (Mede)zeggenschap en medeverant
woordelijkheid van arbeider, burger, zijn zaken die volop in de be
langstelling staan.
Het onderwijs, waar de mens van morgen mede gedormd wordt, kan
daarbij uiteraard niet buiten schot blijven. Veel leerkrachten en
ouders zullen dan ook wellicht de indruk hebben dat de school van
een rustig bergmeertje veranderd is in een oceaan bij windkracht tien.
Terwijl voor radikale onderwijshervormers de situatie misschien meer
weg heeft van een storm in een glas water.
Gedurende de leerplichtige leeftijd
van uw kind is het onderwijs in
principe gratis. Ieder jaar wordt
dan ook een gigantisch bedrag
door de overheid aan onderwijs
uitgegeven. Van elke gulden ver
dwijnt wel 30 cent in die pot
Toch blijven er voor de ouders al
tijd kosten aan het onderwijs ver
bonden. Boeken moeten worden
gekocht of gehuurd, schriften,
pennen, handenarbeidbenodigd-
heden moeten worden aangeschaft
er moet een bijdrage worden be
taald aan schoolfonds en ouder
commissie.
In sommige gevallen kunt u voor
deze kosten in aanmerking komen
voor een tegemoetkoming in de
studiekosten. Wanneer het jaarin
komen van de ouders over 1975
de f 14.000,- niet te boven gaat
(dit bedrag wordt ieder jaar op
nieuw bekeken). Wanneer u denkt
dat u voor een toelage in aanmer
king komt kunt u vanaf januari bij
alle scholen voor voortgezet on
derwijs een Aanvraagformulier A
met toelichting krijgen. Dit moet
liefst voor 1 februari, maar uiter
lijk bij het begin van het nieuwe
schooljaar, worden opgestuurd
naar het ministerie van onderwijs
en wetenschappen in Groningen.
Na ongeveer drie maanden ont
vangt u dan formulier B, dat u
ook weer zo snel mogelijk inge
vuld moet terugsturen. Tussen
augustus en december hoort u
of u de toelage krijgt of niet.
Als uw aanvraag wordt afgewezen,
kunt u aan de gemeente waar u
woont nog een verzoek om een
studietoelage richten. Voorwaarde
daarvoor is wel, dat de ouders
vóór 1 augustus 1976 in die ge
meente woonden. Deze aanvraag
kunt u tot 15 oktober indienen bij
de afdeling onderwijs van uw
gemeente.
Verder zijn er nog opleidingen
waarvoor rijk en gemeente geen
bijdragen leveren. In dat geval is
het mogelijk om een provinciale
studietoelage aan te vragen. For
mulieren hiervoor zijn van febru
ari tot oktober verkrijgbaar bij de
Afdeling Onderwijs van Rotter
dam, Westblaak 87.
Mocht u nu al deze informatie
over soorten toelagen en manier
van aanvragen nog problemen
hebben, belt u dan even met de
secretarie-afdeling Onderwijs.
Jeugdzaken en Vormingswerk,
Westblaak 87 kamer 201. U kunt
er elke dinsdag-, woensdag- en
donderdagmiddag van twee tot
vier terecht. Het telefoonnummer
is 010-14.84.22. toestel 242. Daar
zal men u graag alle inlichtingen
verstrekken.
Van welk standpunt je het ook be
kijkt, er kan niet ontkend worden dat
er veel verandert. In de onzekere situa
tie die daardoor ontstaat mag van de
overheid verwacht worden dat er ruim
aandacht besteed wordt aan begelei
ding. Niet in de laatste plaats van de
leerkrachten, die immers nog in een
totaal andere onderwijssituatie zijn
opgeleid, maar die toch dat nieuwe
onderwijs zullen moeten geven. Van
daar dat we staatssekretaris De Jong,
die speciaal belast is met onder meer
het voortgezet onderwijs, een aantal
vragen hebben voorgelegd die betrek
king hebben op deze onderwijskundi
ge begeleiding.
Op onze vraag wie nu in de praktijk
voor die begeleiding zorgt, vertelt de
heer De Jong; ,,Er wordt op dat ge
bied erg veel door de scholen' zelf
gedaan. De organisatie van een
school voor voortgezet onderwijs is
ook wat flexibeler dan die van een
basisschool. De docenten hebben
taakuren, die voor een deel aan de be
geleiding gewijd kunnen worden. Ver
der zijn er de landelijke pedagogische
centra die, als erom gevraagd wordt,
steun en informatie geven.
de „kansarme" groepen komen, extra
mankracht ter beschikking wordt ge
steld. Wordt iets dergelijks ook voor
het voortgezet onderwijs overwogen?
„Ik moet zeggen dat ik het op zich wel
een aantrekkelijk idee vind. Voorlopig
zijn we daar echter nog niet aan toe.
We willen eerst afwachten wat de er
varingen en resultaten bij het basis
onderwijs zijn. Op het ogenblik wordt
aan 1700 basisscholen deze ondersteu
ning verleend. In principe voor een
periode van drie jaar. Na deze drie jaar
zal bekeken moeten worden wat het
effekt geweest is.
Bovendien ligt de situatie bij het voort
gezet onderwijs wat anders. We hebben
het er al over gehad, deze scholen zijn
flexibeler dan een basisschool. Bij
studielessen en Nederlands en door
middel van de taakuren van een docent
kunnen leerlingen met een achterstand
makkelijker geholpen worden.
Eigen kring
Daarnaast is er regelmatig overleg tus
sen de schoolleiding van de verschillen
de scholen in een gebied als bijvoor
beeld Rotterdam. In eerste instantie
zoekt men de oplossingen toch in de
eigen kring. Vaak zijn de problemen
GEMEENTE MAASLAND
Burgemeester en wethouders van Maasland roepen sollicitanten op
voor de betrekking van
voor 14 lesuren per week aan scholen voor basisonderwijs. Salariëring
overeenkomstig de rijksregeling. Ook zij die dit jaar aan het examen
deelnemen worden verzocht hun sollicitatie te richten aan Burgemees
ter en Wethouders van Maasland, binnen 14 dagen na het verschijnen
van dit blad.
Tijdens taakuren kunnen leer
lingen met een achterstand wor
den bijgewerkt.
ook niet landelijk, maar gebonden aan
een bepaalde stad of streek. Ik heb
wel de indruk dat vanuit het lager be
roepsonderwijs de vraag om begelei
ding sjerker is dan bij' het algemeen
voortgezet onderwijs."
De schooladviesdiensten in ons land
blijken zich vooral te richten op het
kleuter- en basisonderwijs. „Van de 44
schooladviesdiensten in Nederland zijn
er slechts 17 enigszins betrokken bij
het voortgezet onderwijs", aldus de
staatssekretaris. Hij is overigens van
mening dat de onderwijskundige bege
leiding niet alleen ten goede mag ko
men van experimenten als de midden
school. Ook voor ontwikkelingen bin
nen het bestaande schoolsysteem
moet ruimte zijn.
Als voorbeeld noemt hij het Rottcr-
dunse brugklasprojekt. Daar wordt
bekeken hoe binnen een scholenge
meenschap gewerkt kan worden aan
differentiatie van de leerstof en uit
stel van de opleidingskeuze. ..Ook hier
is een aantal mensen uit het plaatse
lijke onderwijs bezig. Het ministerie
zorgt voor de financiën en de facili-
Contact
Wat ook heel duidelijk met deze
achterstandsituatie te maken heeft is
het feit dat veel ouders niet weten wat
de mogelijkheden van een bepaalde op
leiding zijn. Vaak is dit de grootste
handicap. De voorlichtingsdienst van
het departement doet hier veel aan. Er
zijn al allerlei boekjes met informatie
te krijgen. Het zou goed zijn als de
scholen ervoor zouden kunnen zorgen
dat zoveel mogelijk ouders deze boek
jes ook krijgen. Een eerste vereiste
vind ik een goed kontakt tussen school
en ouders. Eigenlijk zouden alle ouders
eenmaal per jaar bezoek moeten krij
gen van de klasseleraar. Dan komen ze
ook vaker en gemotiveerder naar
ouderavonden in de school.
Op de vraag wat er gedaan wordt voor
anderstalige leerlingen is het antwoord
kort: zij kunnen een afwijkend vak
kenpakket samenstellen. Aan een
methode Nederlands voor anderstali
gen voor het voortgezet onderwijs
wordt vanuit het ministerie niet ge
werkt.
A l met al toch wel een duidelijk beeld.
Veel wordt overgelaten aan het initia
tief en de daadkracht van afzonderlijke
scholen en gemeenten. Misschien niet
geheel ten onrechte, want per slot van
rekening kunnen mensen die in het
onderwijs werken het beste de proble
men aangeven en beoordelen waar de
grenzen van het mogelijke
A.U
*scli ooiadviesdiensten rich ten
zich vooral op het basisonder
wijs
bestaat aan wat meer stimulans. Ver
moe/ijk en ieder steuntje
de rug is daarbij meegenomen.
ROTTERDAM
EN Z'N POUTIE
Tentoonstelling
over het werk
van het
inse juy
(A Vanaf 21
januari t/m 13
februari '77
n«ï Dagelijks
f^ïvan 9-17 uur.
BLIJDORP
DIERGAARDE BLIJDORP
j^Elke woensdagmiddag concert Jy
politieharmonie "Hermandad"**
Stimulering
het basisonderwijs kennen
;nwoordig de zogenaamde stimi
nngsleerkrachten. Dat wil zeggen uai
nenstad kan tijdelijk Zijner op scholen waar veel leerlingen uit
sjsP
scholengemeenschap voorde detailhandel
scholen voor LEAO en
DETAILHANDELSONDERWIJS
4,5 en 7 februari
inschrijving van nieuwe leerlingen
Rotterdam,RECHTER Maasoever
Jeruzalemstraat 7 tel. 522863
Graaf Florisstraat 58 tel. 765451
diploma's waar nog werk in zit
veau van het daarvóór genoten onder
wijs af. Hij betreurt dat klachten van
werkgevers hierover opvallend vaak
richting overheid gaan."Denk maar
eens aan bijzondere scholen:in de be
sturen zitten veel mensen uit het be
drijfsleven. En die besturen bepalen
voor een goed deel wat er op de scho
len gebeurt."
Samenwerking
In een aantal gemeenten zijn in de af
gelopen jaren samenwerkingsscholen
opgericht. Dat zijn scholen waarin, om
het heel globaal aan te geven, openbaat
en bijzonaer onderwijs samenwerken
Die scholen zijn onder meer in enkele
groeikernen, zoals Zoetermeer, opge
richt waar men "alle hens aan dek'
riep om zo snel mogelijk een school te
kunnen stichten. Staatssecretaris De
Jong hierover: "In ons land bestaan
nu rond 30 van dergelijke scholen van
voortgezet onderwijs, dat is plm.
procent van het totaal. Hun aantal
neemt niet sterk toe, de overheid
neemt met betrekking hiertoe vanzelf
sprekend een neutrale houding in. Ik
heb de indruk dat de samenwerkings
scholen die er zijn het redelijk goed
doen.
Staatssecretaris drs. K. de Jong
Ozn., met wie wij dezer dagen een
gesprek hadden, werd op 27 februa
ri 1926 in Drachten geboren. Na de
diploma's HBS B en Gymnasium A
(staatsexamen) behaald te hebben
studeerde hij geschiedenis aan de
Vrije Universiteit in Amsterdam.
Toen hij het doctoraal examen deed
waren zijn bijvakken Nederlands en
muziek. In 1953 werd hij leraar aan
het Christelijk Lyceum in Dokkum
en zeven jaar later werd hij
benoemd tot rector van het Christe
lijk Lyceum in Goes. In 1972 werd
hij rector van het Farelcollege in
Amersfoort.
Per 1 september 1975 werd de heer
De Jong benoemd tot staatssecreta
ris van Onderwijs en Wetenschap
pen. Hij behoort tot de A.R. partij.
Het is mogelijk dat hij straks, na
de verkiezirigen, naar het Farelcol
lege in Amersfoort terugkeert, maar
het is óók mogelijk dat hij opnieuw
bewindsman wordt. Dat hangt van
allerlei factoren af, waaronder de
politieke én de personele samenstel
ling van het nieuwe kabinet.
De heer De Jong (,,lk ben al jaren
lang intensief bezig met de ont
wikkeling van het voortgezet onder
wijs, met name met een samenhan
gend systeem van onderwijsvoor
zieningen; daarbij hebben de leer
lingen belang.") kwam al in 1958
voor het eerst op het departement
in Den Haag. Ook als voorzitter van
de Algemene Vereniging van
Schoolleiders had hij uiteraard veel
met het departement te maken.
Staatssecretaris De Jong is een fer
vent muziekliefhebber. Al geruime
tijd is hij organist van één van de ge
reformeerde kerken in Amersfoort.
Hij heeft deze functie behouden
toen hij bewindsman werd. Binnen
kort is hij voor de radio te beluiste
ren als organist in een kerkdienst.
Hij speelde orgel in een uitzbnding
van de tv-rubriek Haagsche Kringen
en ook op bijeenkomsten van zijn
partij pleegt hij nogal eens het kla
vier te bespelen.
Staatssecretaris De Jong staat be
kend als een goed spreker en in Den
H8ag worden in het parlement en
op het departement'zijn déskundta-
he;d en betrokkenheid alom gepre-
4