SCHOLENKRANT Nog geen middenschool maar wel vooroordelen De talrijke mogelijkheden van het beroepsonderwijs Toekomst nog ongewis: Isolement Wegwijzer in doolhof van schooltypen UITGAVE VAN DE HAVENLOODS 2 FEBRUARI 1978 Iets te berde brengen over de middenschool is niet eenvoudig. Dat komt doordat een schoolstelsel niet losgemaakt kan worden van geschiedenis, maatschappij en levensbeschouwelijke politieke op vattingen. Men kan zich bijvoorbeeld afvragen of leerlingen zich moeten aanpassen bij de maatschappij of dat ze opgeleid moeten worden om de maatschappij te veranderen (in werkelijkheid is deze keuze niet zo zwart-wit maar gaat het erom welke van de twee uitgangspunten de overhand krijgt)? Krijgen leerlingen niet een te eenzijdige ontwikkeling, te veel gericht op de ontwikkeling van het verstand en te weinig gericht op gevoel, creativiteit en sociale vaardigheden? Is de scheiding tussen het lager beroeps onderwijs en het algemeen vormend onderwijs wel zo zinvol? Wat gebeurt er met de leerlingen die niet op een vervolgopleiding ge plaatst kunnen worden? Wie gaat het produktiewerk in fabrieken doen als steeds meer mensen een behoorlijke opleiding krijgen? Bovendien blijkt het dat door allerlei omstandigheden zich allerlei mening gen over de middenschool gevormd hebben, die nauwelijks ergens op ge baseerd zijn. Dat kan ook niet omdat de middenschoolexperimenten net anderhalf jaar bezig zijn en slechts vijf scholen de vier uitgangspunten van de middenschool in praktijk pro beren te brengen. Daarnaast zijn er nog tien die een deel van de uitgangs punten trachten te verwezeüjken. juist: veranderingen moeten in de eerste plaats vanuit het onderwijsveld komen en pas in tweede instantie door deskundigen buiten de school. Het is echter vreemd, dat hij deze uitspraak doet in verband met de middenschool, omdat de uiteinde- Of een kind nu op 12-jarige leeftijd of drie a vier jaar later kiest wat hij wil gaan worden of studeren vond de heer Pais niet zo essentieel. Belang- Omdat de vormgeving van de mid denschool door de betrokken scholen ontwikkeld wordt moet men in dit vroege stadium zeer voorzichtig zijnr met uitspraken. door GUUS VAN VELDHUIZEN werkstelligen. De middenschool wordt in zijn toekomstbeeld niet een school voor alle leerlingen van 11/12 tot. 15/16 jaar maar één van de on derwijsvormen die deze groep leerlin gen ter beschikking staat. Hij illus treerde zijn visie op culinaire wijze door te zeggen dat hij niets voelde voor een „grauwe eenheidsworst". Elfde advies In dit artikel willen wij proberen een aantal doelstellingen van de midden school naar voren te brengen en mogelijke vooroordelen weg te nemen. Daarbij zullen wij ons zo nauw mogelijk aansluiten bij het elfde advies van de Innovatiecommis sie Middenschool (ICM), een groep deskundigen die de middenschool experimenten begeleidt en geregeld advies uitbrengt aan de minister over de stand van zaken. Waardering Over smaken valt natuurlijk niet te twisten maar deze uitspraak bewijst dat Pais de smaak van de midden school niet erg te pakken heeft. In het advies dat tijdens de betrokken bijeenkomst gepresenteerd werd, staat te lezen: „Zo valt regelmatig te beluisteren dat op een middenschool alle leerlingen hetzelfde moeten leren en gelijke prestaties moeten leveren, hetgeen dan automatisch tot nivel lering zal leiden. Natuurlijk is dat volstrekt niet de bedoeling en het zou strijdig zijn met de uitgangspun ten." *De scholengemeenschap Lelystad, een van de experimenteerscholen van het middenschoolproject. Foto Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii In aanwezigheid van minister dr. A. Pais werd op woensdag 18 januari het elfde advies van de ICM aan de pers aangeboden. Deze bijeenkomst was belangrijk omdat minister Pais, zoals Het Vrjje Volk het uitdrukte, zijn visitekaartje liet zien. Een aantal uit spraken van de minister, die door de landelijke pers gretig geciteerd zijn, waren min of meer verbijsterend. De heer Pais zei veel waardering te hebben voor wat er in het onderwijs gebeurt en vond dat vernieuwingen in de eerste plaats van het onderwijsveld zelf mpeten komen. Hij verzette zich tegen mensen die „het onderwijveld afschilderen als reactionaire achter blijvers". Hiermee viel hij indirect zijn voorganger Van Kemenade aan, die zich wel eens kritisch over het onderwijsveld heeft uitgelaten. De uitgangspunten van Pais zijn volstrekt Naast de middenschoolexperimen ten zijn er nog vele activiteiten tot verbetering van het bestaande onderwijs. De meeste vernieuwin gen voltrekken zich echter on afhankelijk van elkaar. Er is bij voorbeeld weinig overleg tussen betrokkenen bij het midden schoolproject- en het brugklaspro ject, het MAVO-project en het LBO-AVO-proiect. Dit geldt ook voor deskundigen die de projec ten ondersteunen (Zelfs als ze bij hetzelfde instituut werkzaam zijn). Doordat vaak de indruk wordt ge wekt, dat het om gescheiden be langen gaat, kan deze situatie, volgens de ICM, tot gevolg hebben dat vernieuwingen die in toene mende mate samenhang vertoon den, gescheiden raken. De ICM wil voorkomen dat de middenschool- experimenten geïsoleerd raken van vernieuwingspogingen in het be staande onderwijs. De ICM wil daarom dat de overheid nagaat welke ontwikkelingen van belang zijn voor het Middenschoolproject en welke onderdelen van de middenschool aansluiten bij ont wikkelingen in het bestaande onderwijs. - de moedertaal - één van de vreemde talen oriëntatie op mens en maatschap pij (geschiedenis, cultuurgeschiede nis, de mens in zijn omgeving, maat schappelijke verhoudingen etc.) - expressie activiteiten rijker was volgens hem een goed sy steem van tweede kansonderwijs om dat men in de toekomst een regelma tige bij- of omscholing noodzakelijk zal worden. Omdat het succes van '>IUIIHtllllllllMHII(IHIIII1IHIIIHIIIIIIHIHIIIIIIIIIHIlH deze scholing in tweede termijn mede afhangt van wat men geleerd heeft in de voorgaande jaren, wilde hij uiter De heer Pais komt met deze uit spraak wel aan één van de vier uit gangspunten van het middenschool experiment, waar men een uitstel van de school- en beroepskeuze essentieel vindt. Het was dan ook niet verwon derlijk dat de heer drs. H.J. Jacobs, II voorzitter van de innovatiecommissie middenschool steeds somberder begon te kijken en er de volgende dag koppen in de krant verschenen als: „Pais zet middenschool op de tocht" en „Middenschool en nieuwe bassis- school van de baan". Hoewel de leeftijdsgrenzen nog niet precies zijn afgebakend, is de mid denschool bedoeld voor alle 12-16 jarigen, dus zowel de leerlingen die naar het L.B.O. als naar het VWO zouden gaan. Het is echter niet de be doeling dat zij dezelfde programma's volgen en dezelfde prestaties moeten leveren. - vorming van hart, hoofd en han den. Dus niet alleen vorming van het verstand maar b.v. ook van het ge voel, de creativiteit en het bevorde ren van technisch inzicht. De huidige minister APais: voor? - ontwikkeling, oefening en verzor ging van het lichaam. Een moeilijk punt is.de beoordeling. Men moet niet meer vergelijken met andere leerlingen maar de prestaties beoordelen op grond van de doelen van de betrokken leerling. Alle leeras pecten moeten daarbij aan de orde komen: interesse, vervaardigheden en houdingen mogen daarbij niet ver geten worden. Zoveel mogelijk wor den de leerlingen zelf en de omstan digheden waaronder de leerresultaten tot stand zijn gekomen bij de beoor deling betrokken. Onzekerheid Als de leerling de school verlaat Krijgt hij een rapport mee over zijn kennis, houdingen, inzicht en vaardigheden. Daarnaast ontvangt hij een lijst van wat hij gedaan heeft op school en wordt hij geadviseerd over de moge lijkheden van vervolgonderwijs. Dit laatste is nu nog niet goed geregeld. Met name de betrokkenen bij de nu werkende experimenteerscholen ver keren in grote onzekerheid wat voor onderwijs ze na de middenschool kunnen volgen. De ICM heeft aan d de minister gevraagd, zo spoedig mo gelijk met wettelijke regelingen te komen. Op dit punt is er natuurlijk wel kontakt tussen de vervolgscho- len en de experimenteerscholen maar juist het ontbreken van een wette lijke regeling, bemoeilijkt de contac ten. De middenschool is een omstreden project, waarin veel moeilijkheden overwonnen moeten worden. Er is politieke tegenwerking, er is onzeker heid over de status van de school, het aantal experimenten is te beperkt, de voorlichting over de middenschool is gebrekkig en eenzijdig (men kan het idee krijgen dat er amper tijd is voor „gewoon leren Veel zal nu afhangen van de wijze waarop minister Pais de midden schoolexperimenten (financieel) steunt en ingaat op de voorstellen die in het elfde advies van de ICM staan. De munster laat zich eerst door zijn ambtenaren adviseren voordat hij zich daarover uitspreekt. Zijn recente uitlatingen doen echter het ergste Sedert de komst van de mammoetwet is er in onderwijsland wel het nodige veranderd. Vroeger was de keus vrij eenvoudig. Als meisje ging je naar de huishoudschool, als jongen naar de ambachtsschool, en als je goed kon leren was er de MULO en soms zelfs de HBS. Tegenwoor dig kunnen de leerlingen die van de lagere school komen kiezen uit een serie schooltypen die ongeveer even groot is als de sortering was middelen van een welvoorziene supermarkt. De namen MULO, HBS en ambachtsschool zijn verdwenen. Er voor in de plaats kwamen aller lei afkortingen als L.E.A.O., M.M.O., I.H.N.O. enz., waarvan maar weinig mensen weten wat ze precies betekenen en wat voor soort op leiding erachter schuil gaat. Daarom leek het ons nuttig om op dit moment, nu er weer een grote groep kinderen de stap naar het voortgezet onderwijs gaat wagen, een overzicht te geven van wat er op de onderwijsmarkt zoal te koop is. Om het verhaal niet te lang en te saai te maken hebben we het in twee- en gedeeld. Deze week vindt u een opsomming van de verschillende soorten beroepsonderwijs; volgende week komen het algemeen vor mend onderwijs en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs aan de beurt. van de basisschool komen neemt het lager beroepsonderwijs hier de belangrijkste plaats in. Wat algemene opmerkingen vooraf. - Het beroepsonderwijs is onderver deeld in drie groepen, namelijk het lager, middelbaar en hoger beroeps onderwijs (LBO. MBO en HBO). Om dat dit overzicht vooral is samenge steld met het oog op de leerlingen die schoolsoorten vermeld die in Rotter- - Het eindexamen van het lager be- repsonderwijs kan men afleggen op A-, B- en C-niveau. Voor een verdere studie bij het middelbaar beroeps onderwijs is C-niveau vereist. Met een diploma op B-niveau kan men over het algemeen nog verder leren via het' leerlingstelsel en het part-time onder wijs. En dan nu de schooltypes. L.H.N.O. Lager Huishoud- en Nijver heids Onderwijs. Vietjarige opleiding. Met een diploma op C-niveau kan de leerling door naar het Middelbaar Huishoud- en Nijver heids Onderwijs (M.H.N.O.) onder meer voor de opleidingen inrichtings assistente, kinderverzorging of costu- mière en daarna naar het H.H.N.O. dat onder meer opleidt tot lerares bij het nijverheidsonderwijs. Een andere mogelijkheid is de Middelbare Sociaal Pedagogische Opleiding (M.S.P.O.) waar bijvoorbeeld geleerd kan worden voor gezinsverzorgende of bejaardenverzorgende. Soortgelijke opleiding als het L.H.N.O., duurt eveneens vier jaar. Is echter meer gericht op individuele begeleiding van de leerling, onder andere door kleinere klassen. Oplei ding meestal op A- en B-niveau. L.E.A.O. Lager Economisch en Ad ministratief Onderwijs. Opleiding voor lagere functies in winkel en op kantoor. Duurt vier jaar. Na het tweede jaar wordt ge kozen voor winkel- of kantoorrich ting. Verdere studiemogelijkheden: leerlingstelsel, M.H.N.O. en M.S.P.O of M.E.A.O. (is Middelbaar Econo misch en Administratief Onderwijs). Daarna kan men nog verder naar het H.E.A.O. Er is een aparte L.E.A.O.- opleiding voor slechtshorende en spraakgebrekkige kinderen en voor lichamelijk gehandicapte kinderen L.M.O. Lager Middestands Onderwijs Ook vaak school voor de detailhan del genoemd. Vierjarige opleiding. Het diploma L.M.O. geeft recht op vestiging in bepaalde winkelbranches. Verdere studiemogelijkheden: M.E.A.O. of Middelbaar en daarna Hoger Middenstands Onderwijs (M.M.O. en H.M.O.). Er is geen algemene H.M.O.-school, wel bepaal de vakgerichte opleidingen zoals de Hogere Hotelschool. L.T.O. Lager Technisch Onderwijs. Vierjarige opleiding op A-, B- of C- niveau. Na twee jaar wordt voor een bepaalde richting gekozen. Diploma op C-niveau geeft de mogelijkheid door te leren aan de M.T.S. en later aan de H.T.S. Bijzondere L.T.O.-opleidingen. Lagere Zeevaartschool Opleiding tot scheepsgezel-vol matroos. Duurt één jaar. Mini mum leeftijd bij inschrijving: 15 jaar. Later mogelijkheid t< Middelbare en Hogere 1 school. i Hogere Zeevaart- Haven- en Vervoersschool Opleiding voor meisjes: technisc-h- administratieve richting. Voor jongens: operationele of technisch- administratieve richting. Vierjarige opleiding. Verdere studiemogelijk heden in het leerlingstelsel. L.T.O. voor Binnenvaart en Kust vaart. Vierjarige opleiding. Aan deze scholen is een internaat verbon den. Mogelijkheden tot verdere studie in het leerlingstelsel en aan de Middelbare opleiding voor Rijn- en binnenvaart. L.T.O. voor Hovenier en Bloem- binder. Vierjarige opleiding. Mogelijkhe den voor verdere studie: middel baar beroepsonderwijs of leerling stelsel bloemsierkunst en tuin aanleg en -onderhoud. Grafische School. Vierjarige opleiding. Mogelijkhe den tot verdere studie in het leer lingstelsel voor het Grafisch Bedrijf. Vierjarige opleiding. Mogelijkhe-' den tot verdere studie bij het mid delbaar beroepsonderwijs of het leerlingstelsel. Soortgelijke opleiding als het L.T.O., echter meer gericht op de individuele begeleiding van de leerling door bij voorbeeld kleinere klassen. Vieijarige opleiding, meestal op A- en B-niveau. Na twee jaar kiest men ook hier weer voor een bepaa!4e richting. Uitgebreide algemene vorming, met daarnaast voor de meisjes vorming op huishoudelijk gebied en voor de jongens vorming op technisch gebied. Opleiding voor moeilijk lerende kinderen. Deze opleiding vindt men aan verschillende scholen voor buitengewoon onderwijs. Er is een mogelijkheid tot doorstroming naar het I.T.O. Meestal bevat de opleiding een stageperiode.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1978 | | pagina 13