Uniek bedrijf hoedt ons industrieel erfgoed De baas droomt van een gaffeltopzeilschoener Stoomkraan Boele 10 terug in oude staat Loodsschoener ontdekt op Faröer eilanden 'We kunnen grote projecten aanpakken' DINSDAG 7 APRIL 1987 15-500 ROTTERDAM— „Direkt na mijn studie kwam ik in contact met een eigenaar van antieke schepen", ver klaart Harm van Dijk zijn functie van directeur van Technische Restauraties Rijnmond. „Hij wilde graag een hellinkje en zo ben ik terechtgekomen bij het Oude-Havenproject. Ik kwam in dienst van de stichting Openlucht Bin nenvaart Museum. In sa menwerking met de ge meente is toen een plan voor de Oude Haven uitge werkt waarvoor de ge meente een startbedrag gaf voor het grondwerk. Via sponsering door het be drijfsleven is toen het geld bijelkaar gescharreld om de helling te bouwen waar na in 3 jaar tijd het project gerealiseerd is". „Daarna heb ik meegewerkt aan het concept voor de opzet van het Buitenmuseum bij het Maritiem Museum. Op een ge geven moment kwam het res tauratie-bedrijf er ook nog bij en dat werd teveel. Ik wijd me dus nu helemaal aan dit be drijf, want ik vind organise ren en regelen gewoon leuk. Proberen óm wat op voorhand onmogelijk lijkt toch te reali seren". „Natuurlijk heb ik altijd inte resse gehad in dit soort dingen Aan deze pagina werkten mee: tekst - Jenny Enzlin foto's - Dick Hogerwerf ROTTERDAM— Het grootste project dat Tech nische Restauraties Rijn mond tot nu toe onderhan den nam, is het weer in de oude staat terugbrengen van de Rotterdamse Loods schoener nr.l, bekend on der de naam Silver Spray. Het schip werd in de jaren 70 bij toeval ontdekt op de Faröer eilanden waar het, uiteraard na geschiktma- king, ingezet werd voor de walvisvangst. Vijf jaar on derhandelen met de eige naren, gingen vooraf aan de terugkomst van het schip naar Nederland. Het schip behoort tot de zes schoeners die tussen 1910 en 1920 voor het Loodswe zen werden gebouwd. De nr.l werd in 1916 op de werf van Piet Smit ge bouwd, de thuishaven werd Hellevoetsluis. Aan boord verbleven twaalf loodsen die met een jol overgeroeid werden naar en van de in- en uitgaande schepen. In '27 werd de schoener inge zet op de rede van Texel waarna 2 jaar later de ver koop naar de Faröer volg de, waar het schip de naam Silver Spray kreeg. Om de restauratie en de ex ploitatie te realiseren werd de stichting Rotterdamse Loodsschoener nr.l opge richt waarvan het bestuur gevormd wordt door een aantal mensen uit de in dustrie- en zakenwereld. Oktober vorig jaar werd een begin gemaakt met de klus die overigens niet al te snel vordert omdat het geld maar mondjesmaat afkomt. De eerste fase is inmiddels gereed. De afbouw vindt plaats in de Leuvehaven bij het Buitenmuseum. Het ligt in de bedoeling om het schip op den duur weer in de vaart te brengen. Zo wel het bedrijfsleven als particulieren zouden het schip kunnen huren voor tochten door de havens of voor een trip in het week einde voor de kust. Voorts zou het schip ingezet kun nen worden voor represen tatieve doeleinden. Op dit moment komt Harm van Dijk in beeld. Het stich tingsbestuur benaderde hem met het verzoek de zaak nog eens te bekijken en opnieuw te begroten. Van Dijk zette zich aan het rekenen en kwam uit op een bedrag van IV2 miljoen waarbij hij dan wel uitging van personeel in lèondienst. „Toen stonden we voor de keus liquideren of een andere opzet kiezen en daarmee be doel ik het op poten zetten van een restauratiebedrijf als middel voor de stichting om haar doelstelling te realiseren. Op basis van mijn onderne mingsplan bleek het Arbeids bureau bereid om gedurende 3 jaar het aanloopverlies voor zijn rekening te nemen. Na die periode moeten we zelf het hoofd boven water kunnen houden. Voorts moeten we het personeel onder werklozen zoeken maar dan ontvangen we ook een bijdrage in de loonkosten. Verder moet er binnen het project sprake van scholing zijn". En zo kon Technische Restauraties "Rijn mond in gewijzigde opzet nu net een jaar geleden van start: Zelfstandig „We moeten nu zien dat we zonder overheidssteun finan cieel zelfstandig worden. We werken als elk aannemingsbe drijf tegen gangbare prijzen. De winst die we eventueel gaan maken, moet echter in het bedrijf blijven en worden De directeur van Technische Restauraties Rijnmond, Harm van Dijk. maar echt een studie heb ik er niet van gemaakt. Aan de HTS ben ik afgestudeerd op een onderzoek naar de mogelijk heid van de bouw van een po lyester vissersschip. Ik werk zo'n 70 80 uur per week, ik kom aan studie ook niet toe. Je moet net oppiKxcen in de praKtijk en veel rijden en kij ken. Je moet elke meter ha venkade afrijden om dingen te ontdekken die de moeite waard zijn". „Zo heb ik eens vanuit een rijdende trein in Frankrijk een handbediend taatskraan tje gezien dat ik later hier naar toe heb gehaald. Die komt in het Buitenmuseum. In totaal komen er zeven, die de technisch-historische ontwik keling in beeld brengen vanaf een houten handbediend Vi- geekraantje uit eind 19e eeuw via een vaste-armkraan uit 1910, het eerste electrische type, tot de Vigeekraan uit 1930. Ons pronkstuk, de Boele 10 stoomkraan staat er al. M'n droom is om nog eens een driemast-gaffeltopzeilschoe ner zoals je ze ziet bij Amster dam Sail te restaureren. Er is maar één casco van Neder landse makelij dat op het ogenblik zonder bestemming in Delfzijl ligt. 't Zou fantas tisch zijn als dat zou lukken". „Kwaliteit en betrouwbaar heid staan bij ons hoog in het vaandel", zo karakteriseert de directeur zijn bedrijf. Er wordt bij ons volgens hoge normen gerestaureerd. De sfeer in het bedrijf is ook erg goed. Er staat hier niemand achter je die voortdurend roept, het moet sneller, bij ons is het eigenlijk zo dat het steeds beter moet. Maar let wel, het tempo moet wel pro fessioneel zijn. De mensen hebben plezier in het werk omdat ze steeds bezig zijn om mooie dingên te maken" Het casco van de Loodsschoener nr. I bekend als de Silver Spray op de werf bij Technische Restauraties Rijnmond. 9 Een overzicht van het werkterrein van Technische Restauratie Rijnmond met de veelbesproken GEM 4. aangewend ten bate van de doelsteling. Het bedrijf waar nu tien men sen aan het werk zijn, is opge bouwd uit vier zelfstandig werkende werkplaatsen, elk met een eigen ervaren baas. De werkzaamheden wordeij gecoördineerd door een be drijfsbureau waar ook de voorbereidende werkzaamhe den plaats vinden zoals het maken van ontwerpen, con structie- en detailtekeningen en de daarbij behorende re search. De smederij/construc tiewerkplaats is ingericht voor de uitvoering van alle voorkomende werkzaamhe den en reparaties aan sche pen. Er is een complete sme derij met een 2-vuurs smidse ingericht waar een voormalige scheepssmid de scepter zwaait. Al werkend draagt de smid zijn kennis over aan een ijzerwerker. Revisie van stoommachines, lieren, werktuigen, en oude motoren is mógelijk in de bankwerkerij/revisiewerk- plaats. Voor de kwaliteit van de conservering en de manier van afwerken van een geres taureerd object zijn de vaklie den van de schilderswerk plaats verantwoordelijk. Alle technieken, van marmeren tot houten en politoeren en van straal- tot constructieschil derwerk worden in eigen be heer uitgevoerd. De timmer werkplaats is op de eerste plaats ingericht voor scheeps- timmerwerk. Er worden mas ten, zwaarden, gieken en blokken gemaakt. Complete scheepsbetimmeringen kun nen er worden gemaakt, oude betimmeringen worden gere noveerd. Er zijn plannen om aan de hand van de oude mo dellen, nieuwe schepen te gaan bouwen. Uniek „Door deze opzet", aldus Van Dijk, „kunnen we grote pro jecten aanpakken en waar het te specialistisch wordt huren we die specialisten in. Het be drijf is niet aMeen uniek in Nederland maar zelfs in Euro pa, we zijn voorloper". Met de GEM 4 is het inmiddels treu rig gesteld, sinds een jaar is er niet mèer aan gewerkt. „Mis schien kan ie nog tijdens het evenement Stoom '87 naar de Leuvehaven gesleept worden maar ik vrees dat ie daarna toch rijp is voor de sloop. Al licht kan er nog eens een an dere die we al gekocht heb ben, opgeknapt worden, 't Is wel geen Rotterdamse maar hij is wel indentiek. Dan kun nen de mensen toch nog zien hoe het er uit zag". wat mensen nodig om 'm aan de gang te houden. Die eleva toren, er zijn er wel een stuk of zestig in bedrijf geweest, waren van grote invloed op de ontwikkeling van Rotterdam tot wereldhaven. Zij waren ook kenmerkend voor het ha venbeeld". „In '78, '79, werd de GEM 4 buiten bedrijf gesteld. Toen kwam het idee op om het ding te behouden en voor een sym bolisch bedrag werd ie ver kocht aan de Stoomstichting Nederland, een groep vrijwil ligers die onder meer sleutelde aan oude treinen. Het ontbrak de stichting echter aan vol doende mankracht waardoor de.elevator in verval raakte. Een paar jaar later, in '82, ging de GEM 4 weer terug naar de oorspronkelijke eige naar die het gevaarte onbe- ROTTERDAM— De or derportefeuille van Tech nische Restauraties Rijn mond ziet er goed uit, voor lopig is er werk voor een periode van vijf maanden. De opdrachten komen van particulieren en musea. „Wij zijn bezig", aldus direk- teur Harm van Dijk, „met het met de hand smeden van een 110 meter lang hek dat ge plaatst wordt bij de scheeps helling Koningspoort bij de Oude Haven. De verwachting is dat met Pasen de oplevering plaats vindt. Verder zijn we bezig met in tekening brengen van een Veense praam. Er be staat er nog één maar die is in zo'n slechte staat dat ie niet meer gerestaureerd kan wor den, daar maken we een repli ca van". „Onlangs hebben we uit Dur ban een stoommachine ge haald, Nedloyd, die nu met het Maritiem Museum over restauratie gaat praten, spon sorde het transport. De restauratie van kranen die in het Buitenmuseum van het Maritiem geplaatst moeten worden is ook een opdracht waar we aan werken. Ook voor het Buitenmuseum zijn we in gesprek over de restau ratie van een Lijnbaanstraat uit de 19e eeuw die in Alblas- serdam stond. Het is geschenk van Lankhorst Touwfabrie- ken. Binnenkort beginnen we aan de reconstructie van het voor schip van het oude zeilschip Lena. Je kunt wel zeggen dat het goed gaat". Boele 10 „Het meest trots ben ik op de restauratie van de stoom kraan Boele 10 die tot op de laatste bout uit elkaar is geno men. Met behulp van oud fo tomateriaal is het originele ui terlijk gereconstrueerd. Hele maal in de oude staat en be drijfsklaar hebben we 'm bij het museum afgeleverd". „Met onze ervaring kunnen we ook adviezen geven aan verenigingen of musea. We bestrijken alle basistechnie ken, specifieke technieken moeten in de praktijk geleerd worden. Kijk, klinken en sme den moet je hier leren. Daar voor komt twee keer in de week een gepensioneerde smid van het Noordereiland. Er is een opleiding voor schil ders om te leren marmeren en houten. Maar schilders heb ben we, ook timmerlui en bankwerkers. Wat ik nog zoek zijn ijzerwerkers in de scheepsbouw". Bedreiging Het Buitenmuseum waarover Van Dijk zo enthousiast ver telt, vormt overigens wel enigszins een bedreiging voor ROTTERDAM— Uniek in Nederland mag het bedrijf Technische Res tauraties Rijnmond ge vestigd in Loods 21 aan de Waterklerkstraat 22 zeker genoemd worden. Als een rode draad door de ontstaansgeschiede nis die aanvankelijk ge kenmerkt werd door meer vallen dan op staan, loopt de volhar ding, het enthousiasme en naar zo is gebleken, het zakelijk inzicht van de huidige directeur, Harm van Dijk. Aanlei ding tot de oprichting vormde de wens tot be houd van de uit 1906 da terende stoomgraanele- vator GEM 4. „De aankoop destijds", vertelt Van Dijk, „leidde tot nogal wat beroering in de havenwe reld. Havenarbeiders zijn al tijd een weerbaar volkje ge weest, wat dat betreft is er niet veel veranderd, 't Was het begin van de mechanisatie van de overslag. De speciaal voor de exploitatie opgerichte Graan Elevator Maatschappij bezweek voor de druk waar door het 2 jaar duurde voor dat de elevator in gebruik ge nomen werd. In die tijd was het ontwerp al bijzonder mo dern en zijn tijd ver vooruit. De principes worden tot op de dag van vandaag nog steeds toegepast. De capiciteit was ook niet gering, zo'n 200 ton per uur. Er waren alleen nogal Het restauratiebedrijf is gevestigd in Loods 21 aan de Waterklerk straat. De smederij is één van de vier werkplaatsen van het Technische Restauraties Rijnmond. heerd in het Botlekgebied liet liggen". Toch bleef een aantal mensen begaan met het lot van de steeds verder wegroestende elevator waarvan de staat in middels gerust als 'gevaar op leverend' aangeduid kon wor den. „Ja, een paar mensen hebben toen de koppen bij el kaar gestoken, onder anderen Pieter van Empelen, directeur van het Maritiem Museum, mensen van het Centrum van Vrijwilligers en van de stich ting Industrieel Erfgoed Rijn mond. Zij maakten een plan plus bijbehorende begroting. De opzet was om jonge werk lozen aan te trekken die onder leiding van oudere, ervaren vrijwilligers aan de slag kon den gaan. Het benodigde geld, 2 ton, was binnen enkele maanden op tafel waarna een stichting, Technische Restau raties Rijnmond opgericht werd. Dat was in september '84". „Doelstelling was het behoud van industriële monumenten, het behoud van vakkennis en ervaring en het bieden van fa ciliteiten voor dat behoud. Als eerste project stond de GEM 4 op het programma. Het wer ven van de vrijwilligers viel echter tegen, dat wil zeggen van mensen met ervaring, 't Project bleek ook te groot, ze zagen niet over de klus heen en er waren ook onvoldoende faciliteiten. In mei '85 werd aan het karwei begonnen naar al na een paar dagen werd duidelijk dat het niet zou luk ken". zijn bedrijf. „Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het restauratiebedrijf in een loods bij het museum gevestigd zou worden. De gemeente wil nu toch graag dat althans een ge deelte van het bedrijf op het terrein van het Buitenmuseum komt omdat dat gewoon leuk is voor het publiek. We zou den daar dan het ambachtelij ke werk gaan doen zoals het smeedwerk, het fijnschilder werk en het constructiewerk. Hier in Loods 21 blijven dan de industriële activiteiten ge vestigd". „Hoewel ik wel begrip voor het gemeentelijk standpunt kan opbrengen, tenslotte heb ben ze er ook geld ingestopt, vind ik het, als de plannen doorgaan, toch jammer voor de ontwikkeling van het be drijf. Het is ook een operatie die niet zonder risico's is", zo besluit Van Dijk zijn verhaal. Een gepensioneerde scheepssmid van het Noordereiland draagt zijn vakkennis over aan jongeren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1987 | | pagina 7