Contractonderwijs moet
de schoolkas spekken
Ik ben bang dat ik
anders niet uitkom'
'Binnenvaart, een wereld apart'
Cursussen op maat
voor bedrijfsleven
Scholing en werkervaring
bij 'Rotterdam Werkt'
'Kappersvak
leren vereist
veel inzet'
Leren door doen
Handelsschool doet zaken
Goede toekomst voor
matrozen en schippers
Leerlingen leven zich uit in het vak etaleren.
ROTTERDAM - De wet
houder van onderwijs en
tevens voorzitter van de
Rotterdamse Avondseho-
lengemeenschap (RAS)
Hans Simons, reikte don-
derdg 19 januari het diplo
ma tekstverwerking uit
aan enkele cursisten,
waaronder de vijftigjarige
blinde mevrouw de Heer-
Cheret. Met behulp van een
zogenaamde braille-lesre-
gel en een kleine aanpas
sing van de computer wat
betreft de software is me
vrouw De Heer er als eerste
blinde in geslaagd de les
sen te volgen van de basis
cursus tekstverwerking
(Word Perfect versie 4,2)
en het E.T.Ï.-examen Rot
terdam met positief gevolg
af te leggen. Op de cursus
zat zij gewoon tussen de
ziende leerlingen. „Puur
contractonderwijs", zegt
conrector Van der Made
omdat mevrouw De Heer
de cursus bij de RAS volg
de middels haar werkge
ver, de Stricbting Gehan
dicapten in Dordrecht.
„Men zou kunnen spreken
van een grote stap voor
waarts in de richting van
geïntegreerd gehandicap-
tenonderwijs", aldus wet
houder Simons, die voorts
nog zei in zijn ideale sa
menleving vrije tijd en le
ren in onderlinge wissel
werking te rien.
Voor Jan Passmann was
het een uitgemaakte zaak
dat hij in de voetsporen
van zijn vader, een sleep-
bootkapitein, zou treden.
Jan zit in het eerste jaar
jj van de Middelbare school
voor Rijn- en binnenvaart-
mbo Rotterdam en heeft
het daar prima naar zijn
zin.
Lang niet alle leerlingen
hebben zo'n achtergrond
jj: maar Jan vindt het zelf wel
S een voordeel dat hij uit de
vaarwereld komt. „Je leert
sneller dan wanneer je
nooit hebt gevaren".
Zijn antwoord op de vraag
wat hij dan allemaal kan:
g 'wat kan je niet?' is even-
wel betrekkelijk, want er
valt gelukkig nog wel het
jij: één en ander te leren. Zoals
8 het werken met radar, alles
DONDERDAG 26 JANUARI 1989fifl
wat te maken heeft met het
varen op de Rijn, bijvoor
beeld stromingen en beba-
keningen en, zeer actueel,
kennis van gevaarlijke
stoffen en milieubepalin
gen.
Ook de praktijk brengt nog
wel verrassingen.
Jan: „Op iedere duwbak
staat een andere ankerlier
met een andere motor".
Het woord duwbak brengt
het gesprek op de recente
acties van binnenschip
pers. „Toen kon je in de
klas goed merken wie uit
de vaarwereld kwam. Er
hing een bepaalde sfeer.
Wij waren toch solidair
met elkaar. Een leuke
tijd".
De moeder van Jan, Cecilia
Passmann, die bij het ge
sprek aanwezig is, kan
boekdelen schrijven over
solidariteit onder schip
pers. Ze heeft twaalf jaar
met haar man meegevaren
en de saamhorigheid onder
elkaar sprak haar erg aan.
„Je wist elkaar altijd te
vinden als je in 't weekend
aan de wal lag. Het is een
wereld apart".
Cecilia heeft zelf een vaar
bewijs. Voorheen werd dat
verstrekt op grond van er
varing. Maar de nieuwe ge
neratie moet ervoor naar
school. Naar haar oordeel
kunnen dat evengoed meis
jes zijn als jongens. Direc
teur Schoenmakers beves
tigt dat later. Het zwaarste
werk dat hij kan bedenken
is het dichtmaken van de
luiken, „maar tegenwoor
dig gaat dat met alumini
um rolluiken".
n zoon Passmann: „In de vaarwereld ben je solidair met
Het kappersvak werkt op jon
geren als een magneet. De
meeste kappersscholen heb
ben dan ook weinig of geen
moeite om leerlingen te krij
gen en op hun beurt hebben de
gediplomeerden weinig moei
te om een baan te vinden.
Kapper of kapster kun je wor
den via het leerlingstelsel, dus
werken en leren of door het
volgen van een dagopleiding
op een van de kappersscholen
die op veel .plaatsen te vinden
zijn.
De duur van zo'n opleiding is
vrijwel overal gelijk, twee
jaar, met al na het eerste jaar
de bevoegdheid van bediende.
„Om het vak te leren en na de
opleiding bij te houden vereist
veel inzet", zegt de heer Ton
Walraven. Hij is hoofd van het
Kapperskollege in de Hoog
straat in Vlaardingen. Wie
daar de kappersopleiding gaat
volgen kan er zeker van zijn
niet in een te volle klas te
belanden.
„Nooit meer dan vijftien leer
lingen in een klas", belooft
Walraven. „Daarna beginnen
sisonderwijs. „Dan zou het
concurrentie-element een te
grote nadruk krijgen en het
basisonderwijs is toch vooral
ook opvoedend en vormend
bedoeld".
Kwaliteit
De Rotterdamse Avondscho
lengemeenschap voor Volwas
senen, bij monde van conrec
tor M. van der Made, heeft
niets tegen concurrentie.
„Laat de mensen maar gerust
wakker worden. Het bevor
dert de kwaliteit. Het is ge
woon kwaliteit leveren tegen
een redelijke prijs. Af en toe
kun je je wel boos maken over
voorstellen en beslissingen,
maar je kunt ook je energie
steken in een goede uitwer
king. Je kunt er ook concreet
mee omgaan".
Van de kant van het ministe
rie van Onderwijs en Weten
schappen wordt regelmatig
aandacht gegeven aan het
contractonderwijs. Omdat die
informatie toch nog onvol
doende bekend is wil het COA
een coördinerende rol vervul
len als het gaat om de over
dracht van informatie over
wettelijke en juridische as
pecten en er zal gewezen wor--
den op de informatie van de
Kamers van Koophandel en.
Fabrieken.
Onder auspiciën van de Ka
mers en het COA werden in
1988 workshops gehouden
voor schoolleiders. Van daar
uit blijft het gesprek op gang,
ook over een multi-sectorale
opzet, want de bedoeling is
om tot centralisatie te komen.
Intussen hebben diverse scho
len al een voorschot genomen
op het contractonderwijs via
nevenstichtingen.
COA-directeur Toppen daar
over: „Veel scholen houden
het liefst hun eigen winkel.
Maar een kleine winkel kan
failliet gaan. Centrale voor
zieningen kunnen meer waar
borgen geven. Daarom is lan
gere termijndenken noodza
kelijk".
we gewoon aan een volgende
klas".
„Voor theorie en praktijk zijn
aparte docenten op het Kap
perskollege. Om de leerlingen
op de praktijk voor te berei
den krijgen zij veel salonwerk
voorgeschoteld. Dan wordt er
gewerkt met de nieuwste pro-
dukten en er worden de mo
dernste technieken toege
past", vertelt Walraven.
„Maar voor het examen moet
je evengoed gewoon in vochtig
haar een slag kunnen leggen,
hoewel dat in de salon al jaren
niet meer wordt toegepast.
Het is echter een handvaar
digheid als je dat goed be
heerst, kun je ook andere din
gen met haar doen", aldus
Walraven.
Het Kapperskollege in Vlaar
dingen is een particuliere op
leiding. In een aantal gevallen
is subsidie echter mogelijk.
De Middelbare School voor
levensmiddelentechnologie in
Delft is in 1984 van start ge
gaan met de (laatste nieuwe)
levensmiddelentechnologie
opleiding. De omschrijving
staat voor be- en verwerking
van grondstoffen tot levens
middelen, onder meer het ma
ken van boter, het drogen van
kruiden etc. in fabrieken of
verwerkende bedrijven. Aller
lei soorten bewerkingen in
grote of kleinere bedrijven en
allerlei processen zijn onder
werp van onderwijs in die sec
tor, waarbij vragen aan de
orde zijn als: Hoe wordt dat
bepaalde produkt gemaakt?
Welke veranderingen hebben
er plaats tijdens het produk-
tieproces? Kennis van appara
tuur zowel als kennis van na
tuurkundige of scheikundige
aard behoren dus tot het on
derwijsdoel.
De school kent een A- en een
B-opleiding. De A-opleiding
leidt op voor een kaderfunctie
en soortgelijke functies in
controlerende instanties.
Doorstroming naar de hogere
beroepsopleiding is mogelijk.
Als vooropleiding is nodig,
behoudens uitzonderingen,
MAVO met wiskunde en En
gels op C-niveau, en biologie
of natuurkunde op D-niveau.
Dezelfde vakken gelden voor
het LBO. De A-opleiding
duurt vier jaar, waarvan het
derde jaar stagejaar is.
De B-opleiding onderscheidt
zich van de A-opleiding door
de kortere opleidingsduur
(drie jaar) en een praktischer
ofwel minder theoretische be
nadering van de leerstof. De
jongens en meisjes worden
opgeleid tot geschoolde mede
werkers in de levensmid
delenindustrie.
Men kan daarbij denken aan
functies als voorman, opera
tor etc. Na het eerste leerjaar
kan overgestapt worden naar
de A-opleiding. Toelaatbaar
voor de B-opleiding zijn leer
lingen met een MAVO-diplo-
ma, met bij voorkeur twee
exacte vakken of LBO met
tenminste vier vakken, (waar
onder bij voorkeur twee exac
te) op B-niveau. Veel prakti-
ka, ongeveer de helft van de
totale lestijd. Leren door doen
is dan ook het kenmerk van de
B-opleiding.
Bij het samenwerkingsver
band tussen de gemeente en
het arbeidsbureau 'Rotterdam
Werkt' kunnen werkloze Rot-
tentamen afgenomen. De mo
dulen commerciële economie,
recht en administratie, en
transport duren maar kort: 10
en 16 avonden. De tijdsduur
van de conversatielessen in
twee vreemde talen wordt af
hankelijk gesteld van de voor
opleiding. De module han
delscorrespondentie in een
vreemde taal duurt 36 avon
den.
De afzonderlijk behaalde cer
tificaten vormen samen het
diploma export-manager.
Dan is het inmiddels zo'n
tweeënhalf jaar verder.
Alle scholen voor handelson
derwijs startten twintig jaar
geleden als scholen voor mid-
denstandsonderwijs. Daarom
worden nog steeds afkortin
gen gebruikt als L(ager) MO
en M(iddelbaar) MO. Bij het
MMO (een driejarige oplei
ding) is ook op de dagschool
een nieuwe richting gestart
die betrekking heeft op de ex
port, in eenvoudig Neder
lands: Internationale Handel
(MMO-ih).
Het is een pionier-gebeuren,
dat behalve op het Mercatus-
college nog op zesandere
scholen plaats vindt. Over en
kele jaren zullen andere scho
len volgen.
MMO-C staat voor Middel
baar Handelsonderwijs C en
leidt op tot zelfstandig onder-
terammers scholing volgen en
werkervaring opdoen. In het
afgelopen jaar hebben zo'n
1500 mensen dit gedaan. Een
kleine 1.000 van hen heeft
daardoor een betaalde baan
weten te vinden.
Ook in 1989 organiseert 'Rot
terdam Werkt' weer een groot
aantal op de wensen van de
cursisten en de arbeidsmarkt
afgestemde cursussen en kun
nen vele honderden werkloze
Roterdammers aan de slag op
een werkervaringsplaats om
ook hun kansen op betaald
werk flink te vergroten.
Wie zo'n cursus of werkerva
ringsplaats van 'Rotterdam
Werkt' wel wat lijkt, kan op
werkdagen tussen 8.30 en
17.00 uur bellen voor een af
spraak. Beide kantoren van
'Rotterdam Werkt' (aan de
Linker Rottekade 292 en aan
de Babanenstraat 5-7 op
Zuid) hebben hetzelfde tele
foonnummer 4110344.
Folders over 'Rotterdam
Werkt' zijn via hetzelfde tele
foonnummer te bestellen,
maar ze zijn ook verkrijgbaar
bij alle GSD-districtskanto-
ren in de stad en bij de infor
matiecentra van de arbeids
bureaus.
Tekst: Nelleke de Jong
ROTTERDAM —De sa
menhang tussen onder
wijs en arbeidsmarkt
heeft altijd bestaan. De
afstemming tussen on
derwijs en arbeidsmarkt
is een andere zaak, die
de laatste tijd meer en
meer nadruk krijgt. In
de komende tijd gaan
wettelijke regelingen
gelden waardoor die af
stemming verbeterd kan
worden via het zoge
noemde contractonder
wijs.
De notitie Sectorvor
ming en Vernieuwing
van het Middelbaar Be
roepsonderwijs (SVM)
beoogt scholen het groe
ne licht te geven en ac
tief op te treden ten op
zichte van de scholings
behoeften van de ar
beidsmarkt. Vertaald
betekent dat: scholen de
vrijheid geven om on
derwijs op maat aan te
bieden aan het bedrijfs
leven.
Het kan bijna niet anders of
de opmars van contractactivi-
teiten in het voortgezet onder
wijs is een gevolg van bezuini
gingsmaatregelen. Die voor
zien in een geringer budget,
dat daarentegen zelfstandig
besteed kan worden. Met an
dere woorden: men moet maar
rond zien te komen, er komt
niets bij.
Via het contractonderwijs
krijgen scholen de mogelijk-
heidiets bij te verdienen. Dat
houdt in dat kennis, docenten
en leerplannen gebruikt gaan
worden om cursuspakketten
naar behoefte (van een be
drijf) samen te stellen. De al
dus verkregen verdiensten
kunnen dan terugvloeien in de
schoolkas. Het lijkt erop dat
scholen zelf een bedrijf wor
den.
Zelfstandigheid
Directeur Jan-Kees Toppen
van het Contactcentrum On
derwijs Arbeid (COA) Rijn
delta ziet deze ontwikkeling
als een verrijking.
Toppen: „Het is natuurlijk
niet nieuw dat scholen lessen
aanbieden, maar het contract
onderwijs geeft een grotere
zelfstandigheid". Volgens
Toppan strekt die zelfstandig
heid zich uit tot het perso
neelsbeleid en kan in dat op
zicht positieve gevolgen heb
ben.
De wetsvoorstellen voorzien
namelijk in een rechtspositie
regeling die een flexibele in
zetbaarheid van personeel
moet bevorderen.
Dat kan gaan om de mogelijk
heid tot het inzetten van de
meest geschikt geachte perso
neelsleden of het aantrekken
van deskundigen van buiten.
In de visie van Toppen zijn er
beslist docenten in het regu
liere onderwijs die het aan
trekkelijk vinden een aantal
uren anders en ander onder
wijs te geven, zeker als hun
positie dan wettelijk geregeld
is. Men zou kunnen denken
aan oudere docenten, die dat
een welkome afwisseling zou
den vinden.
Opvoedend
Directeur F. Schoenmakers
van de Scholengemeenschap
voor de Rijn- en Binnenvaart
en de Kustvaart in Rotterdam
Hoe hoger de opleiding, hoe
meer Schoenmakers het nut
van contractonderwijs ziet.
„Op universitair niveau zeker,
en ook HBO". Wat het MBO
betreft, zoals dat wordt voor
gesteld in de notitie SVM, on
dergaat hij in de geest van 'als
het moet dan moet het'.
Ronduit afwijzend staat de
heer Schoenmakers tegenover
contractonderwijs in het ba-
Het feit dat in 1990 voor het
onderwijs een geringer budget
beschikbaar is, dat dan zelf
standig besteed kan worden,
heeft er ook op het Mercatus-
college aan de Spinozaweg in
Rotterdam-Zuid toe geleid
dat er zaken gedaan gaan
worden. Als scholengemeen
schap voor het handelsonder
wijs is de handelsgeest er wel
licht extra werkzaam. Onder
het motto: 'Per groep voorde
liger' wordt het bedrijfsleven
contractonderwijs aangebo
den en is de 'International
Business School' van start ge
gaan. Intussen moet de dag
school voor het lager en mid
delbaar handelsonderwijs
normaal draaien voor de der
tienhonderd leerlingen.
Chinees
Directeur B. Emans ziet er
niet tegen op zich in te laten
met nieuwe onderwijsvormen,
die geld in het laatje kunnen
brengen. „Ik ben bang dat ik
anders niet uitkom", ver
klaart hij.
Het contractonderwijs is niet
aan dag of uur gebonden. Bij
contractonderwijs kan een
ondernemer voor een groep
personeelsleden een cursus op
maat krijgen, op zijn of haar
bedrijf afgestemd. Wat aan
deskundigheid niet in huis is,
moet van buiten komen.
Emans: „Al is het Chinees".
Van de 'zittende' docenten
wordt overigens verwacht dat
ze deelnemen aan bij- of na
scholing.
De vorig jaar gestarte 'Inter
national Business School' is
een opleiding voor gevestigde
ondernemers en hun personeel
die zich willen ontwikkelen
op het gebied van de export,
met de blik gericht op 1992,
als de grenzen open gaan.
(„Als de markt open gaat")
zegt Emans.
De leerstof van de nieuwe cur
sus is verdeeld in zes modulen.
Voor elke module wordt een
nemerschap. Met het diploma
is overal vestiging mogelijk.
MMO-bd is gericht op één be
paalde branche.
Emans: „Als je bijvoorbeeld
bij je vader in de zaak wilt".
Méér over minder dus in dat
geval.
MMO-G leidt op voor de
groothandel. Alle MMO-op-
leidingen kennen vijf ver
plichte vakken, met daarnaast
keuzevakken als manage
ment, toerisme, assurantie
enz. De opleidingseisen voor
het MMO zijn: diploma vierja
rige MAVO-D of C onder be
paalde voorwaarden, diploma
vierjarige LEAO of over-
gangsbewijs van klas 3 naar 4
VWO of HAVO.
Het LMO is toegankelijk na
zes klassen basisonderwijs. In
vier jaar worden jonge men
sen voorbereid op diverse
commerciële functies in han
del en dienstverlening. Deze
jongeren kunnen daarna solli
citeren naar één van de tach
tigduizend vacatures van het
moment, in het midden- en
kleinbedrijf, maar ze kunnen
ook doorstromen naar het
middelbaar voortgezet onder
wijs, dat dan voor hen open
staat.
Het Mercatuscollege houdt
open huis op woensdag 15 fe
bruari en op donderdag 16 fe
bruari van 14.00 uur tot 20.00
uur. Het adres is Spinozaweg
400, Rotterdam.
Leerlingen laten de mast zakken.
„De toekomst ziet er voor as
pirant-varenden uiterst roos
kleurig uit". Dat zegt direc
teur F. Schoenmakers van de
Scholengemeenschap voor de
Rijn- en binnenvaart en kust
vaart Rotterdam. De folder
die de school uitgeeft ver
meldt dat de kwaliteit van de
opleiding van dien aard is dat
ook iemand, die nog nooit wa
ter heeft gezien, de toprangen
bereiken kan.
Wie onderaan begint, kan
evengoed ver komen in een
beroep op het water, of, in
relatie met water, aan de wal,
want de doorstromingsmoge
lijkheden zijn uitstekend.
Maar ook de lagere functies
kunnen aantrekkelijk zijn.
Dat uit zich al in de opleiding.
Op LBO-niveau, bereikbaar
direct na de basisschool, is dat
een combinatie van hoofd en
hand.
Schoenmakers: „Je probeert
de leerlingen een idee te geven
van het beroep, je speelt in op
wat ze leuk vinden".
De opleiding tot matroos
duurt vier jaar, waarin geva
ren wordt in roeiboten, maar
ook op een speciaal instructie
schip, in oefentochten op alle
belangrijke wegen in binnen-
en buitenland. De laatste twee
jaar van de opleiding wordt
(verplicht) in het internaat
van de school doorgebracht.
De Middelbare opleiding
duurt drie jaar, waarvan het
laatste jaar geheel in de prak
tijk. Afgezien van een aantal
weken per jaar op een instruc
tieschip zijn de eerste twee
jaar voornamelijk theoretisch.
Het schippersdiploma dat zo
doende verkregen wordt is
voorwaarde voor een vaarbe
wijs.
Tot de Middelbare School zijn
toelaatbaar de bezitters van
het diploma van één van de
scholen (er zijn er vijf in Ne
derland) voor Rijn- en bin
nenvaart en de kustvaart; het
diploma LBO op bepaalde
voorwaarden en MAVO-4 of
een gelijkwaardige opleiding.
De school houdt open dag op
vrijdag 27 januari van 14.00
tot 17.00 uur en op woensdag
22 maart van 14.00 tot 17.00
uur.
werpt daartegenin dat het
voor een oudere docent even
goed extra belastend kan wor
den.
Als voorbeeld geeft hij een
aanvraag van een bedrijf voor
een bepaalde cursus, waarbij
het bedrijf het ene onderdeel
eruit wil hebben maar één of
andere nieuwe ontwikkeling
erin wenst, waardoor de des
betreffende docent zich daar
in moet gaan verdiepen.