De Nachtwacht
De buurt van
Anneloek
INTERVIEW VAN DE MAAND
'Als iemand denkt de hemel in te komen door mij zielig te vinden
dan wil ik hem daar wel een handje mee helpen...'
RADIO RIJNMOND REPORTER, september 1990
36-491
in de serie het mannetje/vrouwtje van de radio
Foto: Salco Occhipinto
Voor drie weken zou hij plaatjes draaien bij Radio Rijnmond maar na zeven jaar zit hij er nog.
Zijn schaterlach is niet meer weg te denken en als je hem 's nachts zoekt dan zit hij
hoogstwaarschijnljk platenlijsten te maken voor de ochtend. Een van de nachtwachten van het
station: muzieksamensteller Arie Groenenveld.
Wat is een muzieksamensteller?
Een muzieksamensteller is soms de
redding van een programma! Ha ha
ha ha! Nee, serieus, een muzieksa
mensteller is een soort buffer tussen
een presentator die vaak geneigd is
naar zijn eigen plaatjes te grijpen en
het publiek. Hij is eigenlijk een mo
dale luisteraar. Hij probeert dus zul
ke muziek uit te zoeken zodat dege
ne die presenteert denkt: 'Goh, het
is toch mijn programma' en de luiste
raar zegt: 'ik zet dit niet uit, want dit
is leuk'.
Maar hoe doe je dat dan?
Ja, dat weet ik niet, dat is gevoel. Ik
ben de eerste geweest die bij Rijn
mond op de zender zat, in december
'83. Ik zou ook maar drie weken
blijven. Ik zou alleen voor die tijd de
uitzendingen doen, want ze moesten
opeens eerder beginnen. Erik Post
was met Nico Haasbroek meegeko
men vanuit Hilversum en die kende
ik al vanaf 1970. In november '83
stond die opeens voor mijn deur
met: 'Joh, jij hebt toch plaatjes, kun
je niet bij ons drie weken plaatjes
komen draaien?' Ik had dat nog
nooit gedaan, ik was wel disc-jockey,
maar niet voor de radio. Dat vond ik
altijd maar een aquarium, zo zonder
publiek. Kijk, iedere disc-jockey wil
natuurlijk graag voor de radio, maar
dan blijkt dat dat een heel ander vak
is dan dee-jay te zijn in een zaal. Dat
deed ik toen al en nu trouwens nog,
als Sammy Green. Heel vroeger
deed ik dat met iemand die later ook
bij Radio Rijnmond tevoorschijn is
gekomen, Pieter Leen, op de jeugd-
sociëteit in Krimpen a/d IJssel. Pie
ter draaide en zei dan niks, maar ik
kon natuurlijk mijn bek weer niet
houden. Dus hij zocht de plaatjes uit
en ik riep wat! Hij had veel meer
verstand van plaatjes dan ik. Hij
draait plaatjes om de plaatjes terwijl
ik ze draai omdat ze werken.
Maar hoe kwam je dan in die muziek
terecht?
Ik had altijd al een bandje gehad, ik
was altijd bezig met muziek, maar ik
was nergens echt goed in. Mijn pia
nospelen was een rampenfonds om
dat die vingers niet echt wilden, want
ik ben een beetje spastisch. Op een
gegeven moment had mijn Opa een
theekistbas voor me gebouwd, want
toen ik een jaar of twaalf was, had ik
ontdekt dat ik jazz heel leuk vond.
Op mijn vijftiende zat ik in een
schoolband met die bas. Als ik maar
op tijd plonkte... En ik kon goed
tegen dat ding aanleunen, dus dat
kwam goed uit. Maar wat nog be
langrijker was, was dat je erbij hoor
de. Ik moest toch wat uitvinden om
erbij te horen?! En voetballen zag ik
ook niet echt zitten, ha ha ha ha!
Toen kwam ik er achter dat ik veel
beter was in het ritselen van werk
voor de band. Dus iedereen wilde
mij wel hebben als bassist, want dan
hadden ze ook altijd wel werk. Ik
was ook lid van B14 Jazzclub in
Rotterdam en ik regelde de bandjes
die daar kwamen voor de jeugdso-
ciëteit in Krimpen. We organiseer
den beatavonden. Ik had mijn maat
je Frans van Es erbij gehaald, want
die was goed met de centjes, mijn
vriend Rients was altijd met de
lampjes bezig, die was heel technisch
en de zoon van de plaatselijke druk
ker deed de decors. Die is later ook
decorateur geworden bij de NOS en
Rients is nu chef techniek van het
nieuwe muziekcentrum in Enschede.
Ja!
Maar wat heb jij nou precies dat je iets
uit moest vinden om erbij te horen?
Ik ben spastisch. En dat betekent dat
mijn hersens beschadigd zijn tijdens
mijn geboorte. En dan hangt er nog
van af welk deel beschadigd is... Bij
mijn spraak heb ik bijvoorbeeld
geen last.
Nee, jij kan wel lullen, zeg! En je
maakt ook geen ongecontroleerde be
wegingen zoals sommigen.
Nee, toevallig is dat stukje van mijn
hersens overgeslagen. Maar ze heb
ben me wel helemaal opnieuw in
elkaar gezet. Vanaf mijn anderhalf
tot mijn negende ben ik veel geope
reerd. Als dat niet gebeurd was dan
had ik alleen maar plat op mijn bed
kunnen liggen. Ik ben een hele knap
pe verbouwing, een soort medisch
wonder dat rondloopt.
Hoe kende jij Erik Post?
We organiseerden bij de Capelse
kermis een disc-jockey-wedstrijd en
daar werd Erik Post tweede maar
Pieter Leen en ik vonden toen al dat
hij eerste had moeten worden. Toen
zijn we in de kennissenkring geble
ven. In 1974 hielp hij met het bou
wen van de eerste officiële professio
nele discotheekinstallatie. Daarna
heb ik hem niet meer zo gevolgd
totdat hij dus ineens voor mijn deur
stond met die vraag over plaatjes
draaien bij Radio Rijnmond.
En toen?
Ik heb me daar totaal op verkeken.
Ik wist absoluut niet hoe dat ging. Je
moet op een hele andere manier
werken. Het is toch vrij arbeidsin
tensief, het was buffelen. Ik luisterde
naar de reacties van de luisteraars en
ik ging ook bij Pieter Leen te rade,
want die was inmiddels in Hilversum
terecht gekomen als technicus. Net
als iedereen bij Rijnmond ben ik
maar gewoon begonnen. Dat was het
leuke van het eerste jaar... iedereen
begon en maakte knallen van fouten.
Maar wat voor fouten maakte jij dan?
Muziek is toch muziek?
Nee, nee... je kan met een plaat de
sfeer die je opgebouwd hebt com
pleet verknallen.
Wat irriteert de luisteraar nou bij
voorbeeld?
Neem nou scheurende gitaren... Ik
vind dat soms heel mooi, maar dat
kun je in een gesproken-woord-pro-
gramma niet draaien, dat wekt wre
vel. Een goed voorbeeld is het pro
gramma van Suzanne Mulder, De
Weg naar Kralingen. Dat was in het
begin ook effe zoeken maar dat heb
ben tegenwoordig aardig onder de
knie.
Als Chris Vemer het Middagmagazi
ne presenteert hoor ik andere platen
dan wanneer Liesbeth van der Kruit
het doet... Je moet je presentatoren
dus goed kennen.
Ja, en ze geven me ook commentaar.
Soms slaan ze er eentje over op de
platenlijst en dan weet ik wel waar
om. Bij Post aan de Telefoon draai-
den we vaak een klassiek riedeltje
om half zeven. Eine Kleine Nacht
Musik bijvoorbeeld. Toen dacht ik
zelf dat we daar weer eens mee op
moesten houden, maar de reacties
van de luisteraars waren dusdanig
dat dat riedeltje nu weer terug is.
Het is een soort rustpunt in het pro
gramma geworden. Je kijkt met het
programmeren natuurlijk naar het
tijdstip van de dag. Jan van de Put
ten is een echte ochtendpresentator
bijvoorbeeld. Wel journalistiek
maar ook gezellig. Nou daar hou ik
dan rekening mee. Sinds we twaalf
uur uitzenden, is de muziekafdeling
met Frans van Dun en Pieter Leen
een serieuze afdeling geworden. We
hebben sinds die tijd ook een for
mat, zoals dat heet. We beginnen
een programma altijd met een nieuw
nummer en nooit met een oud. Het
is bij Rijnmond om en om. Eerst een
nieuwe, dan een oude. Platen van
vier maanden geleden noemen wij
trouwens al oud maar 'oud' kan ook
1950 zijn. Ik kan soms wel jaloers
zijn op Frans van Dun, want die kan
draaien wat hij wil, als hij met zijn
tijd maar uitkomt. Hij heeft de tijd
om iets van negen minuten te draai
en en bij het ochtendprogramma kan
dat niet, dat is allemaal veel strak
ker.
Raak jij nou nog wel eens opgewon
den van muziek?
Dat heb ik misschien maar één keer
in mijn leven gehad, dat was toen ik
voor het eerst Louis Armstrong
hoorde. Toen dacht ik 'dat is het'.
En met The Beatles had ik het ook.
Ik was eenentwintig toen ik mijn
eerste popplaatje kocht en dat was
Sergeant Pepper. Maar ik ben verder
geen plaatjesjager. Je kan mij een
bak plaatjes geven en dan haal ik er
wel wat bruikbaars uit, maar of het
nou precies die goede uitvoering is
zoals de anderen van de muziekafde
ling dat hebben, kan me niet sche
len. Ik heb een stapel platen en daar
kan ik sfeer mee maken.
Als Sammy Green de disc-jockey heb
jij zo'n beetje alle zalen van Neder
land gezien...
Ja, en van alles meegemaakt. En dan
ga je dus vreselijk relativeren. Aan
de ene kant denk ik dat ik dat nog
doe, ik ben nu vijfenveertig en ik
had mezelf tot mijn zesendertigste
gegeven... Er zijn ook feesten die ik
absoluut niet doe, zoals houseparties
bijvoorbeeld. Die vind ik wel leuk,
maar om dat zo mooi aan elkaar te
mixen, ja, daarvan zeg ik altijd 'dat
kan ik niet want dan pleur ik om'!
Hoe ging het eigenlijk na die drie
weken waar je voor aangenomen was
bij Rijnmond?
Je weet hoe Nico Haasbroek is. Die
zei toen ik met Erik Post bij hem
kwam: 'Nou dat moeten we maar
eens proberen voor drie weken, als
het niet gaat dan merken we het
wel'. Na drie weken hadden ze nog
niemand voor de muziek en toen ben
ik maar eens gaan vragen hoe het
zat. Hij zei: 'Het gaat toch goed?'
Dus op een gegeven moment zat ik
daar gewoon!
Waar luister jij nou naar voor je ple
zier? Ik zie je 's avonds Dizzy nog
wel eens binnenschuiven.
Jaaaaah, ik vind jazz leuk! Eigenlijk
hou ik van alle muziek behalve van
opera en operette, daar kan ik echt
niet tegen. Die hele Pavarotti-gekte
en wat die drie ténoren aan het einde
van het WK voetbal presteerden, dat
was natuurlijk scoren met de ogen
dicht, dat was heel popi gedaan.
Maar Carreras, Placido Domingo en
Pavarotti zijn natuurlijk vaklui...
Vertel eens
Platenkast.
Dat was een zomeruitvinding. Het
programma hing erg af van de gas
ten. Aan hen vroeg ik of ze in hun
eigen platenkast konden kijken en
dat wat ze zelf leuk vonden en die
platen draaiden ze dan 'live' op de
radio op zaterdagochtend. Het zei
De Omgevallen vaak heel veel over de gast, de keuze
die hij maakte. André van der Louw
draaide bijvoorbeeld Bob Dylan,
maar er zat ook Italiaans bij.
Mensen reageren heel ver
schillend als je ze een vraag
stelt voor de radio. Om het
even makkelijk te maken: ik
deel de antwoorden van men
sen op straat altijd globaal in
vier groepen in. De eerste ca
tegorie mensen reageert
agressief. Ik: „Meneer mag ik
u wat vragen, ik ben van Ra
dio Rijnmond...". Hij:
„Pleurt op met die kankermi-
crofoon!" Dan ben je dus snel
uitgepraat. De tweede groep
is verlegen. Bij het zien van de
microfoon durven ze he-le-
maal niets meer te zeggen.
Zelfs geen 'nee'. Angstvallig
houden ze hun lippen stijf op
elkaar en proberen met
zwaaien en afhoud-gebaren
duidelijk te maken dat ze niet
willen. De derde groep ver
trouwt je voor geen meter.
Die mensen denken dat ze met
een of andere banana split-
show te maken hebben. „Mag
ik u iets vragen?" Ja, daaag,
denk je dat ik achterlijk ben".
De vierde groep geeft ant
woord. Als ik op een slechte
dag vooral mensen uit de eer
ste drie groepen tegenkom,
kan ik iemand die praat wel
zoenen.
Ik wil maar even zeggen dat het dus
leven*!
W ii
i tenslot-
niet meevalt o
houden. In veel gevallen schrikken
mensen zich een hoedje van zo'n
microfoon. Bovendien heb je nooit
tijd om mensen even aan zo'n ding te
laten wennen. Voor de nieuwsredak-
tie van Radio Rijnmond moet je
immers snel aan je informatie ko
men. Ik kan het me trouwens heel
goed voorstellen, dat mensen dicht
klappen als je aan komt zetten met
zo'n eng geval als een microfon.
Toen ik zelf eens plotseling een mi-
qrofoon onder mijn neus kreeg,
kwam ik ook niet meer uit mijn
woorden. Ik liep als student-journa-
list mee in een demonstratie tegen de
pasjeswet, samen met veel buiten
landers. Toen Migranten TV Am
sterdam eraan kwam, stoven mijn
vriendinnen (allemaal van de School
voor de Journalistiek nota bene) gil
lend uit elkaar. Van het ene moment
op het andere liep ik helemaal al
leen, met de verslaggever, een heel
vriendelijk ogende jongen met zwar
te krullen. Hij vroeg me waarom ik
meeliep met de demonstratie.
Opeens kon ik geen woord meer
uitbrengen, mijn hart klopte drie
keer zo snel en ik herinnerde me niet
eens meer waar die hele demonstra
tie nou eigenlijk voor was. Dus sta
melde ik iets doms van: „Omdat ik
er tegen ben". Ik val met dit ant
woord dus in groep twee: verlegen
en onbruikbaar (al ben ik nachten
opgebleven om maar niets van die
uitzendingen van Migranten TV te
Het gebeurt ook wel dat mensen
ineens heel deftig gaan praten als je
de recorder aanzet. Zou ieder nor
maal mens antwoorden in de trant
van: Rivoli is mij te duur, daar hoor
je toch negen van de tien keer als de
recorder aangaat: „De draai-attrac-
ties van het hele Rivoli-gebeuren
hebben een negatieve uitwerking op
het kostenplaatje, ook naar de be
volking toe". U hoorde nu een amb
tenaar. Bijvoorbeeld. Niet dat alle
ambtenaren zo praten... Hoewel...
Onuitzendbaar is dat. Als je zo'n zin
tussen half zes en zes, tijdens het
schillen van de aardappels voorbij
hoort komen op de radio, snap je er
niks van.
Hoe raar ik zelf doe in de nabijheid
van een microfoon, merkte ik laatst
nog op vakantie. Op aanraden van
een collega, nogal een vakidioot, na
men wij een recorder mee naar het
buitenland. Volgens de collega was
het bijna leuker dan foto's om bij
thuiskomst wat geluiden als souve-
nier uit den vreemde te hebben, „je
zet dat apparaat zo nu en dan aan,
bijvorbeeld als je op een terrasje zit.
Blijf vooral gewoon doorpraten. Als
je thuis het bandje afluistert, is het
net alsof je weer op hetzelfde terras
n het
wennen
idee, maar eenmaal op een terras
zette ik de recorder aan. Hadden we
eerst een gezellige conversatie, bij
het indrukken van de knoppen viel
het doodstil. Na lange stilte zei ik
met veel nadruk, alsof ik het voorlas:
wat een mooi badhuis hè? „Ja", zei
mijn vakantiegezelschap. „Ga je dit
allemaal opnemen?". Het werkte
dus niet Alles wat ze zeiden leek op
een (slecht) opgevoerd toneelstukje.
(Hoe breed denk jij dat deze baai
is?) En het eindigde staavast in ge
giechel. Nee radio maken was leuk,
maar je moest niet overdrijven.
Dan maar alleen geluiden opnemen.
Die gesprekjes geloofde ik wel. „Ik
ga de zee opnemen", riep ik. Daarna
volgde de vismarktgeluiden, het ker-
kogel plus de kerkklokken (een half
uur op gewacht), het zwembad, de
flipperkast, verschillende dieren:
krekels, een kudde schapen met bel
len, het blaffen van een hond en de
stilte (waarin af en toe het gezoem
vam een insekt). Of het nu door de
zon kwam of niet: op een gegeven
moment werden we echter gegrepen
door een soort gekte. Tien minuten
lang renden we met de microfoon
achter een Spaans jongetje aan met
zo'n plastic harmonica-hamertje
want het maakte zo'n mooi piepge
luidje als hij ergens tegenaan sloeg.
Tot we in de boze ogen van zijn
vader keken. In een grote kerk in
midden Spanje namen we de (nieu
we) Radio Rijnmond-jingles op.
Omdat het zo mooi galmde. Radio
Rijnmooooooond.Jan van de Put-
teeee. Eric Poooooost.. en een paar
onbruikbare niet bestaande psal
men. Hoewel, onbruikbaar? Toch
maar eens de EO bellen...
Huub Bals van het Filmfestival heeft
het ook een keer gedaan.
Ja, dat was een topper. Jullie hadden
allemaal gezegd dat hij zo stug was,
maar die man kwam helemaal los! In
je onschuld vraag je iemand en dan
blijkt dat je een hit hebt.
Met w
n Platen-
jij nog t
kast willen maken?
Ik zou wel eens wat met Hans Wie
gel willen doen, zo'n lekkere rechtse
bal. Zo van 'Verrek vent, heb jij
dixieland?' Maar je weet het nooit
hè? Misschien zou hij er wel een
Status Quo ingooien omdat hij zijn
agressie kwijt moet.
Ben jij nou gelukkig in je werk?
Ik vind dit een van de leukste dingen
die ik ooit in mijn leven gedaan heb.*
Wat ik wel mis is het verre autorij
den. Het is nu elf kilometer heen en
elf kilometer terug. Vroeger ging ik
nog wel eens naar de andere kant
van Nederland om een pluggie op te
halen. Als ik weer eens echt ver auto
kan rijden dan ben ik zo gelukkig als
een kind. Maar bij dit werk hoor je
veel meer bij de maatschappij dan
als je als disc-jockey 's avonds in
zalen werkt, dan zit je overdag ge
woon op je krent. Nu is zaterdag
avond vrij een unicum voor mij. Dan
ga ik alle t.v.-kanalen af totdat er
niks meer te zien is. Wat ik ook wel
doe dat is t.v. kijken en radio luiste
ren tegelijk. Thuis luister ik naar
BRT 2 en als ik 's avonds bij Rijn
mond zit te werken dan is het dins
dagavond De Radiovereniging van
de VPRO, een ultieme topper. De
Vlaamse Connectie vind ik ook
waanzinnig goed. Ik heb toch een
Vlaamse tik. Ik vind al die Vlaamse
zangers ook heel goed zoals Johan
van Minnen en Raymond van 't
Groenewoud en zo, die zingen Ne
derlands in de vorm van een chan
son. Maar mijn grote idool is Billie
Holliday en daarna Janis Joplin. Ik
ben altijd sterk geïnteresseerd in de
loser's kant. Alles wat aan de zelf
kant beweegt, vind ik machtig inte-
Toch zie je daar niet naar uit, Arie,
met die mooie kleren van je... Wie
zoekt die eigenlijk uit?
Dat doe ik zelf...
Je hebt een mooi kleurgevoel...
Mijn opa was drogist maar had als
hobby kunstschilderen. Hij heeft
nog jaren les gegeven in hout en
marmer schilderen in Rotterdam in
Columniste en verslaggeefster Anne- laatste afleveringen van het populaire
loek Sollart trekt a.s. zaterdag haar zomerprogramma ln de Buurt van...
buurt Kralingen in met een van de
de jaren '30. Ik ben een drogisten
zoon en in onze familie zit niemand
aan de zelfkant, nee. Maar vroeger
reed ik vaak zomaar de stad in, in the
middle of nowhere, alleen maar kij
ken, dat vind ik fantastisch! Het zijn
toch allemaal maar mensen en dat
vind ik het spannende. Die hele zelf
kant heeft te maken met overleven,
het is een survivaltechniek en op de
een of andere manier heb ik ook een
survivaltechniek om me te handha-
Omdat je invalide bent?
Eigenlijk zou dat een handicap moe
ten zijn, maar dat is het dus niet.
Bij Radio Rijnmond doen ze daar
trouwens wel tof over.
Jaaah ha ha, dat hebben ze van mij
geleerd! Ik heb een serie drempel
verlagende grappen. Eén ding vind
ik niet leuk, als ze daar te bijdehand
in worden, want het zijn wel mijn
grappen! Niemand ziet die wandel
stokken nog bij Radio Rijnmond en
dat is ook goed, zo hoort het ook.
Maar dat heb ik wel zelf bewerkstel
ligd. Toen een buitenlandredacteur
zijn poot had gebroken onlangs
moest ik het hardste lachen. Ik riep:
'Het valt niet mee, he?'
Het is wel waar wat je zegt over je
stokken. Vaak vind je gehandicapten
toch een beetje eng, maar bij jou heb
je dat helemaal niet. Het is toch wat je
uitstraalt.
Dat heb ik van mijn vader geleerd,
want die was blind. We gingen sa
men vaak de stad in, de lamme en de
blinde! Ik moest als jongen veel ge
masseerd worden en dat was altijd
op woensdagmiddag in het Industrie
gebouw aan de Goudsesingel in Rot
terdam. Hij liep dan naast me en hij
hield me vast. Hij was mijn benen en
ik was zijn ogen. We hadden een
hele sterke band, daar kon niemand
tussen komen, ook mijn moeder
niet. Die had trouwens geen makkie
met twee van die gasten! Van mijn
vader heb ik geleerd me niks van
mijn handicap aan te trekken. Ik kan
heel slecht tegen zielig doen, maar ik
ben eerlijk genoeg om toe te geven
dat ik af en toe gebruik maak van
mijn handicap.
Hoe doe je dat dan? Door nóg lang
zamer te lopen?
Nee, je hebt altijd mensen die het
zielig vinden en als ze dat blijven
vinden, dan moeten ze het zelf maar
weten! Vroeger toen ik nog geen
rijbewijs had toen was ik een mees
ter in het regelen van een chauffeur
voor de zaterdagavond. Ik kwam
ook overal voor niks in. Als iemand
denkt de hemel in te komen door mij
zielig te vinden dan wil ik hem daar
wel een handje mee helpen! Ik heb
ook veel support van weer andere
mensen gekregen. Ik heb een aantal
hele lange vriendschappen. Ze pik
ken een hoop van me en ik vraag me
wel eens af of ik er nou wel zo veel
voor teruggeef...
Wat heb jij eigenlijk met Texel?
Daar kom ik al zo'n elf jaar. Dat is
ook weer door het werk, via een
personeelsfeest ben ik er blijven
hangen. Je gaat het water over en je
bent weg, niet meer bereikbaar. Ik
kan niet tegen bossen, als er een
boom in de weg staat zie ik niks! Ik
zit graag op Texel bij de vuurtoren
met een koppie thee en dan zie ik
daar de Noordzee en de Waddenzee
samenkomen en dan is het heel stil,
dan is het er fantastisch...
Heb je nog toekomstdromen?
Ik hoop nog een keertje op de vier
entwintig urige uitzending bij Radio
Rijnmond en dan wil ik de nacht
doen. Met veel mooie lange platen
en weinig zeggen, 's Nachts is het
toch een bijzondere sfeer. De BRT
heeft tegenwoordig nachtuitzendin
gen en die zijn heel leuk want zo
herhalen ook reportages die overdag
al een keer te horen zijn geweest.
Een uitgave van
Wegener Huis-aan-huisbladen B.V.
Postbus 1980
3000 BZ Rotterdam
Tel. 010 - 4699911
in samenwerking met
Radio Rijnmond
Postbus 1515
3000 BM Rotterdam
Tel. 010 - 4334433
Aan dit nummer werkten mee:
ANNELOEK SOLLART
NICO HAASBROEK
MIEKE VAN DERLINDEN
KET V/D BRUGGE
SALCO OCCHIPINTO
CHRIS KUIT
COVERT OVERBEEKE
HANS VAN VLIET
ILSE VAN ENKHUUZEN
Advertentie exploitatie
Wegener Huis-aan-huisbladen B.V.
Inlichtingen A. van Meteren
Tel. 010 - 4699324