De Nachtwacht De buurt van Anneloek INTERVIEW VAN DE MAAND 'Als iemand denkt de hemel in te komen door mij zielig te vinden dan wil ik hem daar wel een handje mee helpen...' RADIO RIJNMOND REPORTER, september 1990 36-491 in de serie het mannetje/vrouwtje van de radio Foto: Salco Occhipinto Voor drie weken zou hij plaatjes draaien bij Radio Rijnmond maar na zeven jaar zit hij er nog. Zijn schaterlach is niet meer weg te denken en als je hem 's nachts zoekt dan zit hij hoogstwaarschijnljk platenlijsten te maken voor de ochtend. Een van de nachtwachten van het station: muzieksamensteller Arie Groenenveld. Wat is een muzieksamensteller? Een muzieksamensteller is soms de redding van een programma! Ha ha ha ha! Nee, serieus, een muzieksa mensteller is een soort buffer tussen een presentator die vaak geneigd is naar zijn eigen plaatjes te grijpen en het publiek. Hij is eigenlijk een mo dale luisteraar. Hij probeert dus zul ke muziek uit te zoeken zodat dege ne die presenteert denkt: 'Goh, het is toch mijn programma' en de luiste raar zegt: 'ik zet dit niet uit, want dit is leuk'. Maar hoe doe je dat dan? Ja, dat weet ik niet, dat is gevoel. Ik ben de eerste geweest die bij Rijn mond op de zender zat, in december '83. Ik zou ook maar drie weken blijven. Ik zou alleen voor die tijd de uitzendingen doen, want ze moesten opeens eerder beginnen. Erik Post was met Nico Haasbroek meegeko men vanuit Hilversum en die kende ik al vanaf 1970. In november '83 stond die opeens voor mijn deur met: 'Joh, jij hebt toch plaatjes, kun je niet bij ons drie weken plaatjes komen draaien?' Ik had dat nog nooit gedaan, ik was wel disc-jockey, maar niet voor de radio. Dat vond ik altijd maar een aquarium, zo zonder publiek. Kijk, iedere disc-jockey wil natuurlijk graag voor de radio, maar dan blijkt dat dat een heel ander vak is dan dee-jay te zijn in een zaal. Dat deed ik toen al en nu trouwens nog, als Sammy Green. Heel vroeger deed ik dat met iemand die later ook bij Radio Rijnmond tevoorschijn is gekomen, Pieter Leen, op de jeugd- sociëteit in Krimpen a/d IJssel. Pie ter draaide en zei dan niks, maar ik kon natuurlijk mijn bek weer niet houden. Dus hij zocht de plaatjes uit en ik riep wat! Hij had veel meer verstand van plaatjes dan ik. Hij draait plaatjes om de plaatjes terwijl ik ze draai omdat ze werken. Maar hoe kwam je dan in die muziek terecht? Ik had altijd al een bandje gehad, ik was altijd bezig met muziek, maar ik was nergens echt goed in. Mijn pia nospelen was een rampenfonds om dat die vingers niet echt wilden, want ik ben een beetje spastisch. Op een gegeven moment had mijn Opa een theekistbas voor me gebouwd, want toen ik een jaar of twaalf was, had ik ontdekt dat ik jazz heel leuk vond. Op mijn vijftiende zat ik in een schoolband met die bas. Als ik maar op tijd plonkte... En ik kon goed tegen dat ding aanleunen, dus dat kwam goed uit. Maar wat nog be langrijker was, was dat je erbij hoor de. Ik moest toch wat uitvinden om erbij te horen?! En voetballen zag ik ook niet echt zitten, ha ha ha ha! Toen kwam ik er achter dat ik veel beter was in het ritselen van werk voor de band. Dus iedereen wilde mij wel hebben als bassist, want dan hadden ze ook altijd wel werk. Ik was ook lid van B14 Jazzclub in Rotterdam en ik regelde de bandjes die daar kwamen voor de jeugdso- ciëteit in Krimpen. We organiseer den beatavonden. Ik had mijn maat je Frans van Es erbij gehaald, want die was goed met de centjes, mijn vriend Rients was altijd met de lampjes bezig, die was heel technisch en de zoon van de plaatselijke druk ker deed de decors. Die is later ook decorateur geworden bij de NOS en Rients is nu chef techniek van het nieuwe muziekcentrum in Enschede. Ja! Maar wat heb jij nou precies dat je iets uit moest vinden om erbij te horen? Ik ben spastisch. En dat betekent dat mijn hersens beschadigd zijn tijdens mijn geboorte. En dan hangt er nog van af welk deel beschadigd is... Bij mijn spraak heb ik bijvoorbeeld geen last. Nee, jij kan wel lullen, zeg! En je maakt ook geen ongecontroleerde be wegingen zoals sommigen. Nee, toevallig is dat stukje van mijn hersens overgeslagen. Maar ze heb ben me wel helemaal opnieuw in elkaar gezet. Vanaf mijn anderhalf tot mijn negende ben ik veel geope reerd. Als dat niet gebeurd was dan had ik alleen maar plat op mijn bed kunnen liggen. Ik ben een hele knap pe verbouwing, een soort medisch wonder dat rondloopt. Hoe kende jij Erik Post? We organiseerden bij de Capelse kermis een disc-jockey-wedstrijd en daar werd Erik Post tweede maar Pieter Leen en ik vonden toen al dat hij eerste had moeten worden. Toen zijn we in de kennissenkring geble ven. In 1974 hielp hij met het bou wen van de eerste officiële professio nele discotheekinstallatie. Daarna heb ik hem niet meer zo gevolgd totdat hij dus ineens voor mijn deur stond met die vraag over plaatjes draaien bij Radio Rijnmond. En toen? Ik heb me daar totaal op verkeken. Ik wist absoluut niet hoe dat ging. Je moet op een hele andere manier werken. Het is toch vrij arbeidsin tensief, het was buffelen. Ik luisterde naar de reacties van de luisteraars en ik ging ook bij Pieter Leen te rade, want die was inmiddels in Hilversum terecht gekomen als technicus. Net als iedereen bij Rijnmond ben ik maar gewoon begonnen. Dat was het leuke van het eerste jaar... iedereen begon en maakte knallen van fouten. Maar wat voor fouten maakte jij dan? Muziek is toch muziek? Nee, nee... je kan met een plaat de sfeer die je opgebouwd hebt com pleet verknallen. Wat irriteert de luisteraar nou bij voorbeeld? Neem nou scheurende gitaren... Ik vind dat soms heel mooi, maar dat kun je in een gesproken-woord-pro- gramma niet draaien, dat wekt wre vel. Een goed voorbeeld is het pro gramma van Suzanne Mulder, De Weg naar Kralingen. Dat was in het begin ook effe zoeken maar dat heb ben tegenwoordig aardig onder de knie. Als Chris Vemer het Middagmagazi ne presenteert hoor ik andere platen dan wanneer Liesbeth van der Kruit het doet... Je moet je presentatoren dus goed kennen. Ja, en ze geven me ook commentaar. Soms slaan ze er eentje over op de platenlijst en dan weet ik wel waar om. Bij Post aan de Telefoon draai- den we vaak een klassiek riedeltje om half zeven. Eine Kleine Nacht Musik bijvoorbeeld. Toen dacht ik zelf dat we daar weer eens mee op moesten houden, maar de reacties van de luisteraars waren dusdanig dat dat riedeltje nu weer terug is. Het is een soort rustpunt in het pro gramma geworden. Je kijkt met het programmeren natuurlijk naar het tijdstip van de dag. Jan van de Put ten is een echte ochtendpresentator bijvoorbeeld. Wel journalistiek maar ook gezellig. Nou daar hou ik dan rekening mee. Sinds we twaalf uur uitzenden, is de muziekafdeling met Frans van Dun en Pieter Leen een serieuze afdeling geworden. We hebben sinds die tijd ook een for mat, zoals dat heet. We beginnen een programma altijd met een nieuw nummer en nooit met een oud. Het is bij Rijnmond om en om. Eerst een nieuwe, dan een oude. Platen van vier maanden geleden noemen wij trouwens al oud maar 'oud' kan ook 1950 zijn. Ik kan soms wel jaloers zijn op Frans van Dun, want die kan draaien wat hij wil, als hij met zijn tijd maar uitkomt. Hij heeft de tijd om iets van negen minuten te draai en en bij het ochtendprogramma kan dat niet, dat is allemaal veel strak ker. Raak jij nou nog wel eens opgewon den van muziek? Dat heb ik misschien maar één keer in mijn leven gehad, dat was toen ik voor het eerst Louis Armstrong hoorde. Toen dacht ik 'dat is het'. En met The Beatles had ik het ook. Ik was eenentwintig toen ik mijn eerste popplaatje kocht en dat was Sergeant Pepper. Maar ik ben verder geen plaatjesjager. Je kan mij een bak plaatjes geven en dan haal ik er wel wat bruikbaars uit, maar of het nou precies die goede uitvoering is zoals de anderen van de muziekafde ling dat hebben, kan me niet sche len. Ik heb een stapel platen en daar kan ik sfeer mee maken. Als Sammy Green de disc-jockey heb jij zo'n beetje alle zalen van Neder land gezien... Ja, en van alles meegemaakt. En dan ga je dus vreselijk relativeren. Aan de ene kant denk ik dat ik dat nog doe, ik ben nu vijfenveertig en ik had mezelf tot mijn zesendertigste gegeven... Er zijn ook feesten die ik absoluut niet doe, zoals houseparties bijvoorbeeld. Die vind ik wel leuk, maar om dat zo mooi aan elkaar te mixen, ja, daarvan zeg ik altijd 'dat kan ik niet want dan pleur ik om'! Hoe ging het eigenlijk na die drie weken waar je voor aangenomen was bij Rijnmond? Je weet hoe Nico Haasbroek is. Die zei toen ik met Erik Post bij hem kwam: 'Nou dat moeten we maar eens proberen voor drie weken, als het niet gaat dan merken we het wel'. Na drie weken hadden ze nog niemand voor de muziek en toen ben ik maar eens gaan vragen hoe het zat. Hij zei: 'Het gaat toch goed?' Dus op een gegeven moment zat ik daar gewoon! Waar luister jij nou naar voor je ple zier? Ik zie je 's avonds Dizzy nog wel eens binnenschuiven. Jaaaaah, ik vind jazz leuk! Eigenlijk hou ik van alle muziek behalve van opera en operette, daar kan ik echt niet tegen. Die hele Pavarotti-gekte en wat die drie ténoren aan het einde van het WK voetbal presteerden, dat was natuurlijk scoren met de ogen dicht, dat was heel popi gedaan. Maar Carreras, Placido Domingo en Pavarotti zijn natuurlijk vaklui... Vertel eens Platenkast. Dat was een zomeruitvinding. Het programma hing erg af van de gas ten. Aan hen vroeg ik of ze in hun eigen platenkast konden kijken en dat wat ze zelf leuk vonden en die platen draaiden ze dan 'live' op de radio op zaterdagochtend. Het zei De Omgevallen vaak heel veel over de gast, de keuze die hij maakte. André van der Louw draaide bijvoorbeeld Bob Dylan, maar er zat ook Italiaans bij. Mensen reageren heel ver schillend als je ze een vraag stelt voor de radio. Om het even makkelijk te maken: ik deel de antwoorden van men sen op straat altijd globaal in vier groepen in. De eerste ca tegorie mensen reageert agressief. Ik: „Meneer mag ik u wat vragen, ik ben van Ra dio Rijnmond...". Hij: „Pleurt op met die kankermi- crofoon!" Dan ben je dus snel uitgepraat. De tweede groep is verlegen. Bij het zien van de microfoon durven ze he-le- maal niets meer te zeggen. Zelfs geen 'nee'. Angstvallig houden ze hun lippen stijf op elkaar en proberen met zwaaien en afhoud-gebaren duidelijk te maken dat ze niet willen. De derde groep ver trouwt je voor geen meter. Die mensen denken dat ze met een of andere banana split- show te maken hebben. „Mag ik u iets vragen?" Ja, daaag, denk je dat ik achterlijk ben". De vierde groep geeft ant woord. Als ik op een slechte dag vooral mensen uit de eer ste drie groepen tegenkom, kan ik iemand die praat wel zoenen. Ik wil maar even zeggen dat het dus leven*! W ii i tenslot- niet meevalt o houden. In veel gevallen schrikken mensen zich een hoedje van zo'n microfoon. Bovendien heb je nooit tijd om mensen even aan zo'n ding te laten wennen. Voor de nieuwsredak- tie van Radio Rijnmond moet je immers snel aan je informatie ko men. Ik kan het me trouwens heel goed voorstellen, dat mensen dicht klappen als je aan komt zetten met zo'n eng geval als een microfon. Toen ik zelf eens plotseling een mi- qrofoon onder mijn neus kreeg, kwam ik ook niet meer uit mijn woorden. Ik liep als student-journa- list mee in een demonstratie tegen de pasjeswet, samen met veel buiten landers. Toen Migranten TV Am sterdam eraan kwam, stoven mijn vriendinnen (allemaal van de School voor de Journalistiek nota bene) gil lend uit elkaar. Van het ene moment op het andere liep ik helemaal al leen, met de verslaggever, een heel vriendelijk ogende jongen met zwar te krullen. Hij vroeg me waarom ik meeliep met de demonstratie. Opeens kon ik geen woord meer uitbrengen, mijn hart klopte drie keer zo snel en ik herinnerde me niet eens meer waar die hele demonstra tie nou eigenlijk voor was. Dus sta melde ik iets doms van: „Omdat ik er tegen ben". Ik val met dit ant woord dus in groep twee: verlegen en onbruikbaar (al ben ik nachten opgebleven om maar niets van die uitzendingen van Migranten TV te Het gebeurt ook wel dat mensen ineens heel deftig gaan praten als je de recorder aanzet. Zou ieder nor maal mens antwoorden in de trant van: Rivoli is mij te duur, daar hoor je toch negen van de tien keer als de recorder aangaat: „De draai-attrac- ties van het hele Rivoli-gebeuren hebben een negatieve uitwerking op het kostenplaatje, ook naar de be volking toe". U hoorde nu een amb tenaar. Bijvoorbeeld. Niet dat alle ambtenaren zo praten... Hoewel... Onuitzendbaar is dat. Als je zo'n zin tussen half zes en zes, tijdens het schillen van de aardappels voorbij hoort komen op de radio, snap je er niks van. Hoe raar ik zelf doe in de nabijheid van een microfoon, merkte ik laatst nog op vakantie. Op aanraden van een collega, nogal een vakidioot, na men wij een recorder mee naar het buitenland. Volgens de collega was het bijna leuker dan foto's om bij thuiskomst wat geluiden als souve- nier uit den vreemde te hebben, „je zet dat apparaat zo nu en dan aan, bijvorbeeld als je op een terrasje zit. Blijf vooral gewoon doorpraten. Als je thuis het bandje afluistert, is het net alsof je weer op hetzelfde terras n het wennen idee, maar eenmaal op een terras zette ik de recorder aan. Hadden we eerst een gezellige conversatie, bij het indrukken van de knoppen viel het doodstil. Na lange stilte zei ik met veel nadruk, alsof ik het voorlas: wat een mooi badhuis hè? „Ja", zei mijn vakantiegezelschap. „Ga je dit allemaal opnemen?". Het werkte dus niet Alles wat ze zeiden leek op een (slecht) opgevoerd toneelstukje. (Hoe breed denk jij dat deze baai is?) En het eindigde staavast in ge giechel. Nee radio maken was leuk, maar je moest niet overdrijven. Dan maar alleen geluiden opnemen. Die gesprekjes geloofde ik wel. „Ik ga de zee opnemen", riep ik. Daarna volgde de vismarktgeluiden, het ker- kogel plus de kerkklokken (een half uur op gewacht), het zwembad, de flipperkast, verschillende dieren: krekels, een kudde schapen met bel len, het blaffen van een hond en de stilte (waarin af en toe het gezoem vam een insekt). Of het nu door de zon kwam of niet: op een gegeven moment werden we echter gegrepen door een soort gekte. Tien minuten lang renden we met de microfoon achter een Spaans jongetje aan met zo'n plastic harmonica-hamertje want het maakte zo'n mooi piepge luidje als hij ergens tegenaan sloeg. Tot we in de boze ogen van zijn vader keken. In een grote kerk in midden Spanje namen we de (nieu we) Radio Rijnmond-jingles op. Omdat het zo mooi galmde. Radio Rijnmooooooond.Jan van de Put- teeee. Eric Poooooost.. en een paar onbruikbare niet bestaande psal men. Hoewel, onbruikbaar? Toch maar eens de EO bellen... Huub Bals van het Filmfestival heeft het ook een keer gedaan. Ja, dat was een topper. Jullie hadden allemaal gezegd dat hij zo stug was, maar die man kwam helemaal los! In je onschuld vraag je iemand en dan blijkt dat je een hit hebt. Met w n Platen- jij nog t kast willen maken? Ik zou wel eens wat met Hans Wie gel willen doen, zo'n lekkere rechtse bal. Zo van 'Verrek vent, heb jij dixieland?' Maar je weet het nooit hè? Misschien zou hij er wel een Status Quo ingooien omdat hij zijn agressie kwijt moet. Ben jij nou gelukkig in je werk? Ik vind dit een van de leukste dingen die ik ooit in mijn leven gedaan heb.* Wat ik wel mis is het verre autorij den. Het is nu elf kilometer heen en elf kilometer terug. Vroeger ging ik nog wel eens naar de andere kant van Nederland om een pluggie op te halen. Als ik weer eens echt ver auto kan rijden dan ben ik zo gelukkig als een kind. Maar bij dit werk hoor je veel meer bij de maatschappij dan als je als disc-jockey 's avonds in zalen werkt, dan zit je overdag ge woon op je krent. Nu is zaterdag avond vrij een unicum voor mij. Dan ga ik alle t.v.-kanalen af totdat er niks meer te zien is. Wat ik ook wel doe dat is t.v. kijken en radio luiste ren tegelijk. Thuis luister ik naar BRT 2 en als ik 's avonds bij Rijn mond zit te werken dan is het dins dagavond De Radiovereniging van de VPRO, een ultieme topper. De Vlaamse Connectie vind ik ook waanzinnig goed. Ik heb toch een Vlaamse tik. Ik vind al die Vlaamse zangers ook heel goed zoals Johan van Minnen en Raymond van 't Groenewoud en zo, die zingen Ne derlands in de vorm van een chan son. Maar mijn grote idool is Billie Holliday en daarna Janis Joplin. Ik ben altijd sterk geïnteresseerd in de loser's kant. Alles wat aan de zelf kant beweegt, vind ik machtig inte- Toch zie je daar niet naar uit, Arie, met die mooie kleren van je... Wie zoekt die eigenlijk uit? Dat doe ik zelf... Je hebt een mooi kleurgevoel... Mijn opa was drogist maar had als hobby kunstschilderen. Hij heeft nog jaren les gegeven in hout en marmer schilderen in Rotterdam in Columniste en verslaggeefster Anne- laatste afleveringen van het populaire loek Sollart trekt a.s. zaterdag haar zomerprogramma ln de Buurt van... buurt Kralingen in met een van de de jaren '30. Ik ben een drogisten zoon en in onze familie zit niemand aan de zelfkant, nee. Maar vroeger reed ik vaak zomaar de stad in, in the middle of nowhere, alleen maar kij ken, dat vind ik fantastisch! Het zijn toch allemaal maar mensen en dat vind ik het spannende. Die hele zelf kant heeft te maken met overleven, het is een survivaltechniek en op de een of andere manier heb ik ook een survivaltechniek om me te handha- Omdat je invalide bent? Eigenlijk zou dat een handicap moe ten zijn, maar dat is het dus niet. Bij Radio Rijnmond doen ze daar trouwens wel tof over. Jaaah ha ha, dat hebben ze van mij geleerd! Ik heb een serie drempel verlagende grappen. Eén ding vind ik niet leuk, als ze daar te bijdehand in worden, want het zijn wel mijn grappen! Niemand ziet die wandel stokken nog bij Radio Rijnmond en dat is ook goed, zo hoort het ook. Maar dat heb ik wel zelf bewerkstel ligd. Toen een buitenlandredacteur zijn poot had gebroken onlangs moest ik het hardste lachen. Ik riep: 'Het valt niet mee, he?' Het is wel waar wat je zegt over je stokken. Vaak vind je gehandicapten toch een beetje eng, maar bij jou heb je dat helemaal niet. Het is toch wat je uitstraalt. Dat heb ik van mijn vader geleerd, want die was blind. We gingen sa men vaak de stad in, de lamme en de blinde! Ik moest als jongen veel ge masseerd worden en dat was altijd op woensdagmiddag in het Industrie gebouw aan de Goudsesingel in Rot terdam. Hij liep dan naast me en hij hield me vast. Hij was mijn benen en ik was zijn ogen. We hadden een hele sterke band, daar kon niemand tussen komen, ook mijn moeder niet. Die had trouwens geen makkie met twee van die gasten! Van mijn vader heb ik geleerd me niks van mijn handicap aan te trekken. Ik kan heel slecht tegen zielig doen, maar ik ben eerlijk genoeg om toe te geven dat ik af en toe gebruik maak van mijn handicap. Hoe doe je dat dan? Door nóg lang zamer te lopen? Nee, je hebt altijd mensen die het zielig vinden en als ze dat blijven vinden, dan moeten ze het zelf maar weten! Vroeger toen ik nog geen rijbewijs had toen was ik een mees ter in het regelen van een chauffeur voor de zaterdagavond. Ik kwam ook overal voor niks in. Als iemand denkt de hemel in te komen door mij zielig te vinden dan wil ik hem daar wel een handje mee helpen! Ik heb ook veel support van weer andere mensen gekregen. Ik heb een aantal hele lange vriendschappen. Ze pik ken een hoop van me en ik vraag me wel eens af of ik er nou wel zo veel voor teruggeef... Wat heb jij eigenlijk met Texel? Daar kom ik al zo'n elf jaar. Dat is ook weer door het werk, via een personeelsfeest ben ik er blijven hangen. Je gaat het water over en je bent weg, niet meer bereikbaar. Ik kan niet tegen bossen, als er een boom in de weg staat zie ik niks! Ik zit graag op Texel bij de vuurtoren met een koppie thee en dan zie ik daar de Noordzee en de Waddenzee samenkomen en dan is het heel stil, dan is het er fantastisch... Heb je nog toekomstdromen? Ik hoop nog een keertje op de vier entwintig urige uitzending bij Radio Rijnmond en dan wil ik de nacht doen. Met veel mooie lange platen en weinig zeggen, 's Nachts is het toch een bijzondere sfeer. De BRT heeft tegenwoordig nachtuitzendin gen en die zijn heel leuk want zo herhalen ook reportages die overdag al een keer te horen zijn geweest. Een uitgave van Wegener Huis-aan-huisbladen B.V. Postbus 1980 3000 BZ Rotterdam Tel. 010 - 4699911 in samenwerking met Radio Rijnmond Postbus 1515 3000 BM Rotterdam Tel. 010 - 4334433 Aan dit nummer werkten mee: ANNELOEK SOLLART NICO HAASBROEK MIEKE VAN DERLINDEN KET V/D BRUGGE SALCO OCCHIPINTO CHRIS KUIT COVERT OVERBEEKE HANS VAN VLIET ILSE VAN ENKHUUZEN Advertentie exploitatie Wegener Huis-aan-huisbladen B.V. Inlichtingen A. van Meteren Tel. 010 - 4699324

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Havenloods | 1990 | | pagina 13