Beroepskeuzetest geeft richting,
maar stippelt geen carrière uit
Rotterdam Werkt en Start helpen
werklozen aan baan in de winkel
'Als je jezelf hier bewijst, kan je snel vooruit komen'
'Ik heb geen flauw idee
wat ik moet doen'
Cursus verkoopmedewerker
duurt half jaar
Van vakkenvuller
tot afdelingschef
Open huis
bij horeca
J januari 1991
psychologe Nina Baardse bij de test van Anko van Kooten.
in." (foto: Jacqueline de Haas/Cor Vos)
Beroepskeuze-adviseur Ferton i
„Als ik het niks vind, ga ik niet
Tooren en
het advies
De gratis cursus verkoopme
dewerker met garantie op
werk is bestemd voor Rot
terdammers van 18 tot 45
jaar, die langer dan een jaar
zonder baan zijn.
Meer informatie is verkrijg
baar bij Ingrid Leegsma van
Rotterdam Werkt, telefoon
010-4170417 of Petra Vlees
houwers en Nicole Akveld
van uitzendbureau Start, te
lefoon 010-4102529,
4102732 of 4102295.
Per week laten ongeveer veertig mensen tussen de 15
en 40 jaar zich adviseren of testen bij de Stichting
Nederlands Instituut voor studie- en beroepskeuze
Begeleiding. Testen is lang niet altijd de oplossing,
het is eigenlijk nooit de oplossing, aldus beroepskeu-
ze-adviseur Ferton van Tooren. „Het is een hulp
middel om een kijk op iemand te krijgen en iemand
zover te krijgen over zichzelf te praten." Een gesprek
met twee begeleiders in de beroepstoekomst van
jonge Rotterdammers.
Anko van Kooten is 16 jaar en
zit in de vijfde klas van het
VWO. Wat hij na zijn examen
zal gaan doen weet hij niet.
Zijn decaan adviseerde hem
eens te gaan praten met de
beroepskeuze-adviseurs van
de Stichting Nederlands Insti
tuut voor studie- en beroeps
keuze Begeleiding (NIB). Het
NIB is een gesubsidieerde
overheidsinstelling met meer
dere vestigingen in Nederland
waar mensen informatie kun
nen krijgen over beroeps- en
studiemogelijkheden.
Op het kantoor van de Rotter
damse vestiging in de Jan
Ligthartstraat vertellen be-
roepskeuze-aviseur Ferton
van Tooren en psycholoog
Nina Baardse over de werk
wijze van het NIB.
Ferton van Tooren: „Het is
niet zo dat wij altijd testen
afnemen. Nadat de mensen
zich bij ons hebben aange
meld, hebben we eerst een
kennismakingsgesprek met
ze. Tijdens dat gesprek vraag
je dan eerst naar zaken die een
rol kunnen spelen in de be
roepskeuze, dingen als welke
hobby's iemand heeft en hoe
het op school gaat. Je gaat wat
dieper in op de problemen die
iemand heeft bij de beroeps
keuze, wij noemen dat 'de
vraag'. Op basis van die vraag
bekijken wij of er door het
'maken van testen een ant
woord op die vraag gegeven
kan worden: Dat hoeft niet
altijd het geval te zijn. Het is
mogelijk dat iemand te weinig
informatie heeft over de ver
schillende opleidingen en
'daarom niet kan kiezen. In dat
'geval heeft testen weinig zin.
'Je kunt dan beter folders en
'adressen geven waarmee de
'persoon aan het werk kan.
'Maar er zijn ook vragen waar-
luit blijkt dat mensen twijfels
'hebben over wat ze kunnen of
«willen. In zo'n geval zijn tes
tten een handig middel om
'daar zicht op te krijgen."
Richting
Wie na zich te hebben laten
testen denkt dat hij een brief
krijgt waarin zijn carrière
haarfijn staat uitgestippeld,
wordt teleurgesteld. Nina
Baardse: „Uit een test komt
nooit zomaar een beroep te
voorschijn. Het gaat om de
richting waarna de interessen
uit gaan. Als je daar achter
bent, kan je er beroepen bij
gaan zoeken. Verder kan je
dan naar de capaciteiten van
iemand gaan kijken om in te
schatten of wat hij wil ook
mogelijk is. Dat er nooit een
concreet antwoord uit de test
komt, is misschien wel vaag.
Het zou aan de andere kant
denk ik niet goed zijn, wan
neer je iemand met vaste over
tuiging een bepaalde richting
uitstuurt die niet geschikt
voor hem is."
De testen die worden afgeno
men zijn te verdelen in capa
citeiten, interessen in het ge
bied van beroepen en oplei
dingen en persoonlijkheidsas
pecten. Baardse: „Meestal
worden alle drie aspecten ge
test. Het komt wel voor dat de
persoonlijkheidstest achter
wege wordt gelaten. En wan
neer iemand goede cijfers
heeft op school, hoeven zijn
capaciteiten niet onderzocht
te worden."
Van Tooren: „Als iemand zich
afvraagt of hij wel geschikt is
voor een universitaire studie,
kijken we bijvoorbeeld naar
iemands zelfstandigheid."
Markt
Over het nut van testen kun
nen de adviseurs weinig met
zekerheid zeggen. Volgens
Baardse en Van Tooren ont
breekt het daarvoor aan tijd
en g^ld. Baardse: „Ik denk dat
het nuttige effect moeilijk te
onderzoeken is omdat er zo
veel factoren een rol spelen bij
beroeps- en studie-adviezen.
Wij kunnen bijvoorbeeld een
advies geven, maar daarna
kan er van alles gebeuren
w aardoor iemand in een ande
re positie komt en het advies
nergens meer op slaat. Het is
ook mogelijk dat ons advies in
de wind wordt geslagen en de
testpersoon iets anders gaat
doen."
Er wordt in het advies geen
rekening gehouden met de ar
beidsmarktverhoudingen
Wanneer iemand een beroep
wil kiezen dat slecht in de
markt ligt, wijzen de advi
seurs daar wel op. Waarde
oordelen worden niet gegeven,
de mensen moeten uiteinde
lijk zelf beslissen of ze iets wel
of niet willen doen. De kosten
voor advies of testen variëren
van 100 tot 360 gulden en zijn
afhankelijk van leeftijd en ge
zinsinkomen. Voor personen
ouder dan 16 jaar ontvangt
het NIB subsidie. Personen
jonger dan 16 betalen het vol
ledige bedrag.
Niks
Anko heeft de helft van de
testen er op zitten en moet
's middags nog een aanlegtest
maken. „Ik moest vanmorgen
rekensommen maken en er
waren getallenreeksen waar
bij je steeds het getal moest
verdubbelen. Daar was ik heel
slecht in. Een andere test ging
over taalvragen; in een zin
staat een woord onderstreept,
je moet dan in een volgende
zin een werkwoord aanwijzen
dat dezelfde functie heeft als
de voorgaande zin."
Straks volgt de aanlegtest.
Zelf weet Anko niet waar hij
aanleg voor heeft. Over de uit
slag van de test haalt hij zijn
schouders op. „Als het advies
aanslaat ben ik wel van plan
in een bepaalde richting te
gaan zoeken. Ik heb iemand
gesproken die ook zo'n test
had gedaan, maar die vond
het niks. Als ik het ook niks
vind, ga ik natuurlijk niet op
het advies in."
Paul van der Schoor
Het informatiecentrum van
het NIB is geopend op dins
dag-, woensdag en donder
dagmiddag van 13.00 tot 16.00
uur. Het adres is Jan Ligthart
straat 40 in Rotterdam.
Januari is traditioneel de maand waarin veel scholieren zich de
vraag stellen: ga ik verder studeren of wil ik na dit schooljaar
op zoek naar een baan? Het onderwijsaanbod breidt zich steeds
uit. Steeds meer wordt er gevraagd naar gespecialiseerd perso
neel, vooral op het gebied van techniek. Maar ook op andere
vakgebieden zijn er interessante opleidingen en banen te vin
den.
Deze krant besteedt de komende weken regelmatig aandacht
aan opleidingen en werk. Ook de beroepskeuze komt aan bod.
Verschillende instanties bieden hulp bij het zoeken naar pas
send werk en de juiste scholing.
ROTTERDAM Scho
ling/werk Rotterdam
Werkt (SRW) en uitzend
bureau Start willen men
sen die al meer dan een jaar
werkeloos zijn en het leuk
zouden vinden om in een
winkel te werken graag
helpen aan de slag te ko
men. Onder het motto
'werk in de winkel' bieden
ze werkloze Rotterdam
mers kosteloos een cursus
voor verkoopmedewerker.
Bovendien helpen ze na de
cursus met het vinden van
een baan in de detailhan
del.
De vraag naar personeel in de
detailhandel is bijzonder
groot. Toch blijkt er maar
weinig animo te zijn voor ba
nen in bijvoorbeeld de levens
middelenbranche en waren
huizen. Petra Vleeshouwers
van uitzendbureau Start vindt
dit jammer, want „werken in
een supermarkt of een waren
huis houdt heel wat meer in
dan vakken vullen en dwei
len." Volgens Petra's collega
Nicole Akveld is ook het ide
aalbeeld dat veel mensen heb
ben van het werk in een kle-
dingboetiek niet altijd juist.
Werken bij een bakker of in
een doe-het-zelfzaak is zeker
zo leuk en afwisselend.
Cprsus
SRW zét zich in voor mensen
die al lange tijd zonder baan
zitten. Uitgangspunt is: „Als
een baan niet geschikt is voor
jou, maak jezelf dan geschikt
voor een baan." Ruim ander
half jaar geleden is SRW ge
start met een full-time oplei
ding tot winkelpersoneel.
Langdurig werklozen van 18
tot 45 jaar kunnen zich voor
die opleiding inschrijven, zon
der hun uitkering te verliezen.
De cursus wordt gegeven aan
het scholingsinstituut IVIO in
Rotterdam-Zuid en bestaat
uit twee fasen.
Ingrid Leegsma, medewerk
ster bij SRW: „Als je een afge
broken l.b.o.-opleiding hebt,
of een opleiding op soortgelijk
niveau, begin je in fase 1. Die
duurt vier maanden. Je krijgt
dan niet alleen vakken als re
kenen, Nederlands en ver-
koopkunde, maar ook: kassa
training, sociale vaardigheden
en sollicitatietraining. Daar
naast maken we excursies
naar verschillende bedrijven.
Vorig jaar was dat bijvoor
beeld naar Bas van der Heij
den en V D".
Feestelijk
„Als je door de eerste fase
heen bent gekomen, ga je door
naar fase 2. Mensen met een
l.b.o.-opleiding op C niveau of
mavo stromen al direct door
naar dit deel van de cursus.
Deze tweede fase duurt twee
maanden. Dezelfde vakken als
in fase 1 komen aan bod, al
leen komen daar nog boek
houding, economie en waren
kennis bij", aldus Ingrid
Leegsma. Heb je de tweede
fase met goed gevolg doorlo
pen, dan krijg je een cerficaat.
Nicole Akveld van Start: „Na
tuurlijk is de uitreiking van
dat certificaat een feestelijke
gebeurtenis. De cursisten heb
ben voordat ze met de oplei
ding begonnen minstens een
jaar zonder werk gezeten. Het
onderhandelen met een aantal
doe-het-zelfzaken.
Volgens Nicole Akveld gaat
het vooral om full-time banen,
maar zijn er ook wel part-time
banen te krijgen. Petra Vlees
houwers: „Met de cursus en de
arbeidsbemiddeling willen
wij de mensen motiveren voor
werk in de detailhandel. Ge
durende het hele jaar zijn er
mogelijkheden en ook werk
gevers kunnen reageren." Tot
slot merkt zij op: „Hoewel je
in de verkoopbranche zeker
van aanpakken moet weten en
je soms lang op je benen staat,
blijkt vooral dat het werk heel
leuk is."
„Bovendien", voegt Ingrid
Leegsma er aan toe, „bestaat
er in de meeste bedrijven de
mogelijkheid om hogerop te
komen als je eenmaal hebt be
wezen dat je van aanpakken
weet."
Suzanne Odijk
Ingrid Leegsma (rechts), Nicole Akveld en Petra Vleeshouwers
(staand): project moet langdurig werklozen aan een baan in het
winkelbedrijf helpen, (foto Robert Vos)
René Langstraat op'zijn' zuivel- en diepvriesafdeling. De pinguin is een prijs die de winkel vorig jaar kreeg vanwege de mooiste, schoonste
ROTTERDAMWerken in een grootwinkelbedrijf is
leuk. Dat vindt René Langstraat (29), die vanaf 1978
met kleine onderbrekingen werkzaam is bij super
markt Den Toom aan de Oudedijk in Kralingen. Hij begon
daar in de weekend-ploeg met vakken vullen, en is nu
inmiddels chef van de afdelingen zuivel en diepvries, een
verantwoordelijke functie met afwisselend en soms inge
wikkeld werk.
René: „Als je jezelf bewijst,
kan je snel carrière maken in
deze branche. Ik ben ook be
gonnen met het minimum
jeugdloon, maar nu heb ik een
heel goed salaris."
Er zijn veel vooroordelen over
het werken bij een groot le-
vensmiddelenbedrijf, vindt
René. „De mensen denken
vaak dat het dom werk is. Ze
hebben echt geen idee over
wat er allemaal komt kijken
bij het draaiend houden van
zo'n afdeling. Vooral bij de
zuivel is de versheid van de
produkten heel belangrijk. Je
moet zorgen dat er geen spul
len met een verlopen datum
op de schappen staan. Dat wil
zeggen dat je de inkoop en de
leveringen heel goed in de ga
ten moet houden. Daarbij is
ook de hygiëne heel belang
rijk."
De werkzaamheden worden
gedaan volgens een wekelijks
vast draaiboek. Daarnaast
zijn er altijd kleinere en grote
re problemen met leveringen,
werknemers, vertegenwoordi
gers en klanten, waar ter
plekke een oplossing voor ge
vonden moet worden. „Dat is
soms wel lastig, maar het
maakt het werk wel interes
sant en gevarieerd", aldus
René.
De vakkennis die René nodig
heeft in zijn functie, deed hij
deels op in de praktijk, deels
bij de cursussen die hij volgt
en gevolgd heeft. Al op de
havo werkte René in de week
einden als vakkenvuller bij
Den Toom. Na de militaire
dienst wilde hij aanvankelijk
waterklerk worden. Dat werk
voldeed niet aan de verwach
tingen die René ervan had, en
gelukkig kon hij terecht als
full-timer bij Den Toom. In de
avonduren volgde hij een
drie-jarige opleiding bij het
Centraal Onderwijsinstituut
voor de Levensmiddelenbran-
beste diepvriesafdeling, (foto Rob
che, waarbij hij ook het mid
denstandsdiploma haalde. Op
het ogenblik is hij bezig met
een management cursus.
t Vos)
Zijn werkgever houdt regel
matig trainingsbijeenkomsten
voor het kader, cursussen
waarbij de afdelingschefs le
ren hoe ze om moeten gaan
met het personeel.
„We gaan hier heel collegiaal
met elkaar om. Het helpt wel
dat ik ben begonnen als vak
kenvuller; ik kan die jongens
goed voordoen hoe ze zo snel
mogelijk een doos boter kun
nen uitpakken. Dan staan ze
wel eens te kijken, ja. Je weet
waar de moeilijkheden zitten,
en je probeert de mensen zo
goed mogelijk gereedschap te
geven om het werk te doen.
Dat motiveert.Als voorbeeld
geeft René de kratjes, die de
vakkenvullers gebruiken om
hun dozen op neer te zetten.
„Het zijn maar kleine dinge
tjes, maar het helpt, want de
mensen hoeven veel minder te
bukken."
Visitekaartje
„Vakken vullen is een vak
apart. Het is niet zulk dom
werk als wel eens wordt be
weerd. Wij noemen het geen
vakken vullen, maar schap-
verzorgen. Uiteindelijk is de
zuivel-en diepvriesafdeling
het visitekaartje van het be
drijf, dat houd ik de medewer
kers altijd voor. Als het bij de
zuivelafdeling niet schoon is,
en een rommeltje, zal het voor
de rest ook wel niet kloppen in
de winkel, denken de klanten.
De manier waarop de schap
pen gevuld worden is dus erg
belangrijk. De produkten
moeten het oog strelen, verlei
den tot kopen. Er zijn natuur
lijk altijd medewerkers die
het niets kan schelen hoe de
winkel er uit ziet, maar dit
slaat bij de meesten wel aan."
Als 'vakkenvullers' interesse
tonen en hun werk goed en
gemotiveerd doen, volgt al
snel salarisverhoging. Ook
voor werk op vroege uren-
wordt een hogere beloning
dan het minimumloon in het
vooruitzicht gesteld.
Pinguin
De afdeling van René Lang
straat is, ook voor een grote
supermarkt, behoorlijk groot;
het assortiment is enorm. Vo
rig jaar werd Den Toom diep
vrieswinkelier van het jaar,
een landelijke onderschei
ding. De trofee, een pinguin,
staat trots te pronken boven
een van' de diepvrieskisten.
„Ik ben enorm vereerd met die
prijs", laat de enthousiaste af
delingschef weten. „Er waren
klanten die me er speciaal
voor kwamen feliciteren.
Daardoor heb je weer plezie
rig contact met de klanten. En
dat is ook een van de leuke
kanten van dit werk."
Maria Neele
Horecabedrijven in het hele
land houden zaterdag 12 ja
nuari open huis.
Onder het motto 'Kijk in de
keuken' stellen zij hun deuren
open voor jongeren die over
wegen te kiezen voor het wer
ken in de horeca. Informatie
over opleidingen en carrière
mogelijkheden in de horeca
zijn in alle bedrijven ruim
voorhanden.