40 jaar Havenloods in woord en beeld
De geur van De Havenloods
Zes matjes verwisseld
DE HAVENLOODS
Rotweer??
Loodsbericht
John de Pater zoekt
alledaagse momenten
DE HAVENLOODS - JUBILEUM - DONDERDAG 31-OKTOBER-1991
DE HAVENLOODS
itMtar
De foto- en verhalenwedstrijd
die de Havenloods ter gelegen
heid van het veertigjarig jubile
um heeft uitgeschreven, leverde
een enorme stapel inzendingen
op. Veel lezers lieten zich op
zeer uiteenlopende wijze inspi
reren door het thema 'Haven
loods'.
De jury, voor de verhalenwed
strijd bestaande uit de Haven
loodsredacteuren Charles Veen-
stra, Maria Neele, directeur Bep
Alkemade en boekhandelaar
Maria Heiden van Van Gennep
Rotterdam, koos de drie prijs
winnaars en drie inzenders die
een extra prijs ontvangen.
De fotowedstrijd werd beoor
deeld door een jury bestaande
uit beide voornoemde redacteu
ren, Bep Alkemade en Walter
van Leeuwen van de afdeling
Promotie van De Havenloods.
Ook hier moest een moeilijke
keuze gemaakt worden tussen
vele originele inzendingen.
De eerste prijs in de verhalen
wedstrijd, 500 gulden, gaat naar
J.F.S. Thieme in Capelle aan
den IJssel. De tweede prijs, 250
gulden, is gewonnen door C.J.
Damme, ook uit Capelle en de
derde prijs, een etentje voor
twee personen, gaat naar me
vrouw A. van Krieken-Sietsma
in Krimpen aan de Lek. De ex
tra prijzen zijn voor J.E.M. van
der Lens uit Rotterdam, me
vrouw A. van Buel uit Rotter
dam en Ans Petit uit Capelle aan
den IJssel. Zij krijgen elk twee
kaartjes voor een Zondagoch
tendconcert naar keuze in de
Doelen.
In de fotowedstrijd gaat de eer
ste prijs van 500 gulden naar
Herman Peeren uit Rotterdam.
De tweede prijs, 250 gulden, is
voor Jannie de Leeuw uit Rot
terdam, en het etentje voor twee
personen is toegekend aan Mie-
ke van Leeuwen uit Capelle aan
den IJssel. Een extra prijs, twee
kaartjes voor een Zondagoch
tendconcert naar keuze, gaat
naar mevrouw J.T. Schenkels uit
Vlaardingen.Genoeg ruimte om
alle winnende verhalen te publi
ceren was er niet, we moesten
een (moeilijke) keuze maken.
U moet bij deze titel niet den
ken aan 'nestgeur', oftewel de
dingen waardoor het blad ver
raadt waar het vandaan komt,
met welke achtergrond het
wordt gedrukt. En als u nu met
uw neus in de krant duikt be
speurt u alleen de geur van
papier en drukinkt. Alleen de
vakman zal zó misschien on
derscheiden of het blad in offs
et of in boekdruk is ge
maakt....
Het begrip 'havenloods' doet
me denken aan de loodsen en
pakhuizen, waarin de in de ha
ven aangevoerde goederen tij
delijk worden opgeslagen. Ze
waren vroeger in of nabij de
binnenstad. We hadden vroe
ger zo onze vaste routes om
naar school of naar het werk te
gaan. Als kind kon je je vader
aan het eind van de dag tege
moet lopen, want hij ging altijd
dezelfde weg. Lopen, want hij
had geen fiets en het tramgeld
trachtte hij te besparen. Zelf
ging ik gedurende één jaar met
de tram naar mijn school.
De tramkaart was een maand-
kaart en de conducteur knipte
er telkens weer een gaatje in,
twee keer - bij sommige kinde
ren vier keer - per dag. De
tram had open balcons en
daardoor kon je ook in de tram
ruiken waar je voorbij kwam.
Een blinde of geblinddoekte
persoon kon je ook vertellen
waar je was. Zo kwam je op de
Westzeedijk langs Kaufmanns
huidenhandel en het was daar
een zeer doordringende geur.
Als je ging lopen kwam je ook
door Het Park en daar, bij Tol
lens' standbeeld en zo, kon je
weer de zuivere natuur opsnui
ven.
Ergens kwam je langs 'Pak-
huismeesteren' en je begreep
als schooljongen niet dat ze
zo'n taalfout op de muur zet
ten, het meervoud was immers
'meesters'?... Wat daar in de
pakhuizen of havenloodsen
zat, weet ik helaas niet meer.
Bij een houthandel rook je het
hout, en op de Schiedamse-
dijk, het zeemanskwartier,
rookt je iets van verschraald
bier en/of andere dranken. Als
schooljongen had je daar niet
zo'n kijk op. Bij een smid, die
bezig was een paard te beslaan,
rook je het schroeiende hoorn
van de hoeven.
Jan Prins heeft in zijn gedicht
'De Stad waar men is kind ge
weest' ons een handreiking ge
daan om ons de geuren van de
havenloodsen en pakhuizen
weer te herinneren: Naar kof
fie rook het bij de Draaisteeg,
aan 't Oude Hoofd naar teer
en touw, naar kopra langs de
Spoorweghaven, naar reuzel
bij het Poortgebouw, naar hui
zen op de Terwenakker en aan
de Haringvliet naar kaas, dan
was de lucht van gist of olie, en
dan van jute weer de baas.en
hij noemt nog enkele plekken
in zijn gedicht.
't Rook trouwens niet alleen
bij havenloodsen en zo, maar
ook in en bij de woningen. Op
maandagmorgen rook je tel
kens het zeepsop, want de
moeders deden (buiten) de
was. Trouwens, elk schoollo
kaal had zo zijn eigen geurtje,
's Winters bijvoorbeeld, als de
kachels brandden, en dan in de
havens, als de schippers hun
boot teerden. En als 't schip
ging varen: stoom, smook,
geur.
We liepen als jongens heel wat
rond in de haven in die jaren.
Telkens weer andere dingen,
andere geuren. Pakhuizen, ha
venloodsen, sinaasappelen, ci
troenen, tabak. „Gewis, er valt
geen geur te ruiken, die aan dit
havenbeeld ontbrak", zei Jan
Prins. En ik val hem bij: „Maar
later, toen ik op mijn tochten
in aller Heren landen kwam,
kon het mij dikwijls overval
len: Hier ruikt het als in Rot
terdam!" Ik ben niet overal op
de wereld geweest, maar wel in
enkele havensteden, en ja: er
viel geen geur te ruiken, die in
de havenloods ontbrak!
J.F.S. Thieme
Capelle aan den IJssel
Eerste prijs.
Jannie de Leeuw liet een papieren bootje varen op de Maas. Het leverde haar de tweede prijs op.
Boos keer Joyce naar haar moe
der. Verdorie, regen buiten en
dan die rotkrant rondbrengen.
„Te mam, vanavond kan ook
nog wel!" zeurde ze, „En ik heb
'nog zoveel huiswerk!" Onwille
keurig lachte haar moeder. „Nu
dat is dan ook voor het eerst, dat
je huiswerk voor gaat, meestal
stel je dat tot het laatste moment
uit. Nee, jongedame, jij moest
zo nodig een krantwijkje, dus zal
jij nu die Havenloods rondbren
gen of je wil of niet. Er zijn
mensen, die graag op de hoogte
worden gehouden van alles wat
er in hun buurt omgaat en daar
moet jij voor zorgen. Regenpak
aan en even doorbijten!"
„Ja, ook nog, dat gekke regen
pak!" Mopperend vertrok haar
zestienjarige dochter, terwijl
haar moeder haar glimlachend
nakeek. Zo'n vijfentwintig jaar
geleden bracht zij al De Haven
loods rond en ook toen was het
niet altijd mooi weer. Maar een
winter scheen de zon, ook al
sneeuwde en hagelde het. Tja,
want halverwege het ritje kwam
ze bij de Rozenlaan op nr. 15 en
daar, ja daar woonde toch een
leuke jongen. Heel langzaam
liep ze langs het raam, keek stie
kem naar binnen, duwde heel
langszaam de krant in de bus,
keek weer stiekem naar binnen
en liep heel langzaam het tuin-
Ead af. Zou hij haar nu gezien
ebben? Week na week liep ze
daar maar erg veel gebeurde er
niet. Toen kwam ze op een idee.
Als ze nu eens ah nee, dan
kon toch niet., ja, maar toch...
De volgende keer belde ze aan.
Zou... Nee, zijn moeder vroeg
wat er aan de hand was. „Uhm
uhm heb ik... ja, ik wilde... hier
is de krant mevrouw", bracht ze
uit en vloog weg, een verbaasde
mevrouw achterlatend. Eigen
lijk durfde ze nu niet meer zo
goed naar de Rozenlaan nr. 15,
dus sloeg ze het adres maar over,
terwijl ze stiekem keek of hij
ergens rondliep. Tja, en toen
kwamen natuurlijk de klachten.
Een strenge moeder stuurde
haar weer op pad met de Haven
loods. En net tóen ze op een
kletsnatte dag zo snel mogelijk
een toch wel natte krant in de
bus probeerde te proppen, zon
der al te veel beschadigingen,
ging de deur open en daar stond
hij... Vreselijk, de krant was
nat, zij was nat en uitgerekend
dan doet hij de deur open...
Vreselijk, gisteren had ze nog
die leuke kleren aan, nu stond ze
hier verpieterd met haar achter
lijke plastic regenpak. Vrese
lijk? Na 20' jaar huwelijk - en
Haveloods - vielen die vreselijke
gevolgen wel mee. Terwijl ze
nog stond te dromen, vloog de
buitendeur open en rolde haar
kletsnatte dochter naar binnen,
met een verrukt gezicht. „Zo,
dat heb je vlot gedaan". „Ja
man, want weet je, op de Rei
gerlaan, daar woont toch zo'n
leuke jongen! En weet je wat ik
gedaan heb?" Nee, dat wist ze
niet, maar ze had een vermoe
den...
A. van Krieken-Sietsma
Krimpen aan de Lek
Derde prijs.
Een havenloods is een gids te
water die daar loods heet en
daar schepen veilig door de ha
ven loodst. Dé Havenloods is
een gids ofwel blad loodsend op
het land en op het water. Omdat
een stadsloods niet bestaat en de
stad een haven heeft heet dat
blad Havenloods.
De Havenloods echter wordt be
zorgd door interlanden/sprei-
loodsen maar die loodsen, lood
sen de Havenloods niet altijd
keurig bij mij thuis, of anders
gezegd: hij wordt soms niet bij je
binnengeloodst. Soms zijn we
dan bezorgd dat de Havenloods
is overleden want dan zouden zij
gehavend zijn.
Die Interlanden/Spreiloodsen
hebben dan een loodsklachten-
nummer waarop je kunt vertel
len aan een loodsklachtendame
dat loodsventjes of loodsvrouw-
tjes de havenloods niet bij je
geloodst hebben. Vervolgens
mag je verwachten dat de haven
loods dan weer regelmatig bij je
geloodst wordt. Maar vorig jaar
werd er, ondanks dat loodsnum-
daarna toch niet geloodst.
Geen dinsdag en geen donder
dag loods. Ik in paniek!
De Spreiloods loodste niet of
had geen loodsmannetje. Wij
hebben ons toen schriftelijk tot
de Havenloods zelf gewend en
zij nu, die havenloodsen, blijken
een enorme invloed te hebben
op die Spreiloodsen.
Prompt werd ik gebeld door een
inspecteur van die Spreiloods-
dienst, een zogenaamde inspec-
tiespreiloods. Deze spreiloods is
een hoofdloodser van een loods-
team en deze hoofdinspectie-
loodser heeft onder zich een ray-
onloodser met een loodsdistrict
een wat je noemt loodsbaas die
loodsmannentje en -vrouwtjes
heeft die voor een loodsloontje
de Havenloods bij binnenlood
sen.
En jawel hoor de Havenloods
werd weer in de bus geloodst.
De inspectieloods belde per
soonlijk op en controleerde zo of
er weer geloodst werd en ik zei:
„Ze loodsen weer". Ook dit jaar
met de vakantietijd werd er nau-
welijk geloodst en ik dacht: „Be
kijk 't maar" ik ga proberen hem
zelf binnen te loodsen dat heb ik
toen moeten doen via het vuilnis
waar anderen hem dan weer ge
loodst hebben. Op dat moment
is de Havenloods een afvalloods
geworden maar toch is dat een
onfrisse manier van loodsen. Tot
plots in september daar werd de
Havenloods weer in m'n bus ge
loodst. Eerst alleen op donder
dag maar niet op dinsdag en ik
dacht; dat kan, op dinsdag heet
het Stadsblad en dat loods je niet
meer bezorgd je. Bezorgd ble
ven we toch maar nu wordt ie
weer redelijk geloodst soms op
woensdag in plaats van dinsdag
maar ze loodsen.
De Havenloods heeft ons veertig
jaar lang met plezier door stad
en haven geloodst zonder dat je
ooit loodsgeld hoefde te betalen.
Soms geeft men weieens prijzen
weg en dan krijg je loodsgeld
toe. Maar zonder loods is het
bloots.
De Havenloods namelijk loodst
loodsberichten en loodsadver-
tenties die nergens anders ge
loodst worden en je die, dan zit
je aan de grond. En juist een
Havenloods moet zorgen dat
zijn schip niet aan de grond
raakt. Dus loodsen ze hem weer
eens niet bellen we het Sprei-
loodsnummer en hopen dan dat
de loodsbaas van de loodsbestel-
dienst de loodsmannetjes weer
tot twee maal per week lioodsen
wil aanzetten en zo niet begint
dit hele loodsverhaal weer op
nieuw. Soms denk je de Haven
loods bruist van het leven maar
de Loodsbootmannetje laten het
af weten.
Wij wensen u een groots loods-
feest toe en blijft 'm loodsen.
J.M. van der Lans,
Rotterdam
Extra prijs.
Rond 1956 maakte ik kennis
met De Havenloods. De totale
oplage was toen 80.000. Van
buurman Van der Giesen, va
der van de toenmalige direc
teur die verantwoordelijk was
voor de verdeling, kreeg ik een
wijk. In een fietsenkelder aan
de Pijnackerstraat werden
1000 kranten afgeteld.
Vaak waren er folders. De
baas van de fietsenkelder was
daar niet blij mee, want we
misbruikten zijn stalling voor
invoegen zodat er met moeite
gestald kon woren. Wij ver
dienden graag wat boven de
acht gulden per week. Eens in
de maand op zaterdag was het
betaaldag in de Zwarte Paar
denstraat. Later kreeg je eep
postcheque. De kosten voor
reparatie aan fiets, tas en
schoenen waren niet gering.
Volgens mijn ouders 'rotten de
kleren aan je lichaam' en hele
maal ongelijk hadden ze niet.
Je kon niet wachten voor een
egenbui. Overigens regende
het nooit op donderdagavond!
Onze wijk lag ver van de fiet
senkelder. Alles moest op de
fiets van mijn maat en van mij,
want extra rijden was zojyle.
Na opladen maakte je gebruik
van een aflopende stoep om op
snelheid te komen en stopte je
als je wijk bereikt was, anders
gingen de kranten, die met één
•and vastgehouden werden,
schuiven. Bij de Bergweg fiet
ste je met het verkeer mee tot
je kon oversteken. Op een
winderige avond gingen we
daar beiden onderuit. Het leek
wel of het sneeuwde, alles zag
wit van de opwaaiende krante
bladen. Automobilisten en
trambestuurder stapten uit om
te verzamelen. Met bergen los
se bladen wandelden we de vis
winkel aan de Rodenrijsestraat
binnen om daar de kranten
weer in elkaar te vouwen.
Toen we bleven komen met
bergen papier was hij er niet
blij mee. Degenen die
's avonds maar een deel van de
krant kregen óók niet. Overi
gens, het was toen nog: één
krant per deur, al woonden er
vier gezinnen op de trap.
Half december begonnen we
met nieuwjaarswensen; hiel
den een administratie bij wie
niet thuis was en kwamen des
noods eind januari terug. Een
enkeling wenste je 'van 't zelf
de', maar meestal ving je een
kwartje (en een gulden van
mensen die het het minst kon
den missen). „Ik heb alleen
maar groot geld" werd beant
woord met „We kunnen wisse
len". Aan het eind van de
avond of begin van de nacht,
werd de buit in een portiek
verdeeld. Je werd dan door
voorbijgangers aangekeken of
je een sigaretten-automaat had
geplunderd.
Tot de wijk behoorden wat
portiekflats aan de Gordelweg.
Voor de buitendeuren boven
lagen zes matjes naast elkaar.
We bezorgden dan de Haven
loods en verwisselden de ma
tjes met de portiek ernaast.
Volgens ons moest dat heel
wat geharrewar geven de vol
gende morgen, omdat de ma
tjes veel op elkaar leken en
men er vast niet aan dacht een
trappenhuis verder te zoeken.
We hebben er nooit wat van
gehoord.
Later kregen we een wijk van
1715 kranten en in 1962 ben ik
ermee gestopt.
C.J. Damme,
Capelle aan den IJssel
£weede prijs
John de Pater: „Altijd om je heen blijven kijken.
Free-lance fotograaf John de
Pater werkt ruim tien jaar voor
Wegener Huis-aan-huisbladen.
Hij begon in dienst van fotobu-
reau Cor Vos, die destijds
hoofdzakelijk voor het zuster-
blad Het Zuiden fotografeer
de. Sinds bijna anderhalf jaar
heeft De Pater een eigen be
drijf en werkt hij steeds meer
voor zowel Het Zuiden als De
Havenloods.
„Sinds ik voor die bladen
werk, valt het me elke keer
weer op dat de mensen De
Havenloods en Het Zuiden erg
graag lezen. Het nieuws van
dichtbij interesseert de mensen
echt."
John de Pater verslaat graag
grote sportevenementen.
Sportliefhebbers zullen hem
vaak aan de rand van het veld
bij de grote wedstrijden kun
nen aantreffen. Maar net zo
leuk vindt hij het om een feest
je in de wijk op de gevoelige
plaat vast te leggen.
„Ik ben altijd op zoek naar
leuke dingen. Bijna overal heb
ik mijn camera bij de hand.
Als ik ergens voorbijrijd en ik
zie iets, stop ik en probeer ik er
een plaat van te schieten. Ik
ben ook vaak te laat, dan is het
al weer voorbij. Ik ga nooit iets
achteraf in scène zetten. Het is
de sport om het op het moment
zélf te pakken.
„Zoals gisteren nog, tussen de
buien door, zat er voor het
bejaardenhuis bij mij in de
buurt een oude man in een
rolstoel te genieten van het
zonnetje. Als contrast met het
herfstweer maak ik die plaat.
Het gaat mij om het alledaag
se. Dat is bijzonder. Je moet
altijd om je heen blijven kif
ken."
Met zijn sportfoto's heeft Johfi
de Pater drie maal een prijs
gewonnen in de jaarlijkse wed
strijd om de Zilveren Camera,
een felbegeerde onderschei
ding voor persfotografen. „Je
moet wel een beetje verstand
hebben van de sport die je fo
tografeert. Ik heb vroeger zelf
gevoetbald en van hardlopen
weet ik ook wel wat omdat ik
het zelf doe. Je voelt dan beter
aan wanneer er iets gaat ge
beuren in een wedstrijd, wie de
volhouders zijn en wanneer het
fout gaat. Dat zijn voor mij dè
momenten."
Mevrouw J.T. Schenkels vond steeds Havenloodsen in de sloot. In een
origineel verhaal maakt ze zich zorgen over de verontreiniging van het
oppervlaktewater. Wij ook, vandaar de extra prijs.
Mieke van Leeuwen maakte deze sfeervolle impressie in een herfstbos.
We hopen dat ze de Havenloods daarna weer heeft opgeruimd! Ze krijgt
van or^s de derde prijs.