'Kleine voetbalverenigingen worden
door deze krant niet overgeslagen'
'Je leefde weken toe naar
de wedstrijd tegen CKC'
Cor van Eijk houdt van
lange halen naar de flanken
DE HAVENLOODS
'Altijd wel een gaatje te vinden om nieuws van kleine clubs te melden'
DCV'er Wim Krijgsman gaat terug in de tijd
Sparta uiterst tevreden
over De Havenloods
'Spelers en trainers maken het zich te moeilijk'
DE HAVENLOODS - JUBILEUM - DONDERDAG 31-OKTOBER-1991
DE HAVENLOODS
door COR HULSBUS
DE HAVENLOODS HEEFT
in de afgelopen veertig jaar
een belangrijke rol vervuld
voor sportverenigingen. Re
gelmatig kwamen tal van wat
minder bekende sporten aan
de orde in één van de vele
edities. De clubs konden al
tijd terecht met hun berich
ten en aankondigingen voor
toernooien en andere festivi
teiten. Met name de voetbal
clubs uit de regio Rotterdam
denken daar nog vaak met
plezier aan tereug. In dit ar
tikel komen een paar be
stuursleden van kleine ama
teurverenigingen aan het
woord om te vertellen over de
relatie De Havenloods hun
club.
Als eerste wil Dik de Man van
Vooruit naar het Doel, afgekort
VND enthousiast aangeven wat
er nu zo bijzoinder is aan die
band. „Bij de Havenloods kon
den kleine clubjes altijd terecht.
Er was altijd wel een gaatje te
vinden om het nieuws wat voor
die leden zo belangrijk was, te
vermelden. Die mensen lazen
dan heel trots over hun 'cluppie'.
VND speelt momenteel in de
tweede klass RVB, maar heeft in
het verleden ooit in de derde
klasse van de KNVB gespeeld.
Als ik helemaal terugduik in het
verleden, dan kom ik zelfs te
recht bij het zomeravondvoetbal
op het Crooswijkse Schutters
veld.
„In de jaren vijftig speelden we
regelmatig tegen Sparta en ande
re gerenommeerde verenigin
gen. Dan stond er ook altijd wat
van in de Havenloods. Die wa
ren er toen al goed bij. Natuur
lijk niet een dag later, maar wel
met bijvoorbeeld een weekover
zicht van wat er die week plaats
had gevonden op het Schutters
veld. Veel clubs hebben daar op
getreden en er was altijd veel
publiek. Soms duizenden men
sen. De oudere generatie zal
hier nog wel eens naar terug ver
langen, denk ik. Zelf ben ik nu
75 en al zestig jaar bestuurslid.
Nu fungeer ik als secretaris/pen
ningmeester en ik ga door zolang
ik het volhoud. En ik hoop nog
vele jaren De Havenloods te
blijven lezen, want ook het
stads- en het wijknieuws lees ik
altijd. Je moet toch weten wat er
in je eigen wijk gebeurt.
Niet zonder bril
„Ik kan me wat betreft het voet
ballen nog wel één belangrijk
artikel herinneren. VND (heeft
overigens niets te maken met het
bekende warenhuis, gelukkig
maar, want wij zijn momenteel
wel gezond) vierde in 1986 het
65-jarige jubileum en toen stond
er een prachtig stuk in over de
geschiedenis van de club. Dat
vergeet ik nooit meer. En ik
hoop dat er nog veel mogen vol
gen de komen jaren. Want de
kleine verenigingen hebben ook
hun bestaansrecht, maar komen
veel te weinig in het nieuws.
Meestal alleen maar de uitsla
gen, die je zonder bril vaak niet
eens kunt lezen", aldus de 75-
jarige Dik de Man, die momen
teel recht tegenover het ver
maarde Schuttersveld woont en
regelmatig terug denkt, aan de
roerige voetbaljaren op dat com
plex.
Tribune
De Rotterdamse Football Club,
spelend in de toepasselijke
groen-witte tenues, heeft ook al
jarenlang een speciale binding
met De Havenloods. De mo
menteel in de vierde klasse spe
lende vereniging uit Spangen
kent in de personen van Jan van
Putten en Aad van Vliet echte
clubmensen, die de pers altijd
uitstekend op zijn wenken weten
te bedienen. Wanneer er iets te
melden was, nam één van hen
contact op met de sportverslag
gevers van onder andere De Ha
venloods. Helaas kreeg meneer
Van Vliet drie weken geleden te
maken met een hersenbloeding.
Wij wensen hem veel sterkte
toe. De honneurs worden in dit
geval dan ook overgemomen
door Jan van Putten, de voorzit
ter. „Ik ben al 53 jaar lid van
RFC en ik heb beseft dat je niet
zonder een blad als De Haven
loods kunt. Als kleine vereni
ging kun je er altijd je nieuws
kwijt. Was er een pupillen- of
een veteranentoernooi, dan
werd er altijd wel aandacht aan
besteed. Ook bij de opening van
de tribune was indertijd een re
porter aanwezig. In het verleden
kregen we ook vaak een verslag
gever op bezoek, die dan een
wedstrijdverslag maakte. Helaas
staan die nu nooit meer in de
krant. Maar dat komt ook, om
dat er tegenwoordig zoveel vere-
door JAN J. TIMMER
KRIMPENAAR WIM
Krijgsman lag alweer een
jaar op zijn 'babyvachtje'
toen het eerste nummer van
De Havenloods het levens
licht zag. Snelle rekenaars zal
het dus duidelijk zijn dat de
penningmeester en oud- eer
ste elftalspeler van DCV de
leeftijd van eenenveertig be
zit. Zes jaar geleden speelde
hij zijn laatste wedstrijd in
DCV-1. „Dat was tegen
RVC, we speelden met 5-5
gelijk en degradeerden door
dat resultaat. Een pijnlijke
ervaring", aldus Krijgsman,
die het kranteverslag van
voornoemde partij opgeplakt
heeft op een 'zwarte bladzij
de' in zijn voetbalarchief.
Gelukkig maakte de op het Ca-
pelse gemeentehuis werkzame
Krimpenaar ook vele hoogte
punten mee aan het Waalplant
soen, alwaar hij zijn voetbal
loopbaan op 9-jarige leeftijd be
gon bij een club die hem anno
1991 nog altijd zeer na aan het
hart ligt.
„Je was vroeger beperkt in je
mogelijkheden als het ging om
de invulling van vrije tijd" zegt
Wim Krijgsman. „Voor mij le
verde dat geen problemen op,
omdat ik helemaal idolaat van
voetbal was, ik groeide als jon
getje op in de omgeing van de
'Witte Flatjes' in Krimpen. Daar
trapten we ieder vrij moment
van de dag tegen een bal. Als ik
nog energie nodig had voetbalde
ik zelfs in de huiskamer, met een
tennisbal. De stoelputen vorm
den de doelpalen. Ik werkte zo
hele wedstrijden af in mijn een
tje." Toen hij negen jaar was
meldde hij zich aan bij DCV.
„Bij de pupillen kwam ik terecht
bij meneer Bons. Een legendari
sche figuur in Krimpen. We gin
gen door het vuur voor die man
en hij voor ons. Iedere week
werd er driftig getraind en er
ontging hem niets. Meneer Bos
wist ons geweldig te stimuleren.
Een prachtman."
Als jeugdvoetballer stond Wim
Krijgsman doorgaans opgesteld
als middenvoor, een positie die
hij als senior moet inruilen voor
de linksbackplaats. „Piet Lagar-
de, onze toenmalige trainer,
vond dat dat een goede plek
voor me was. Op min 16e kwam
ik bij de selectie, al duurde het
een jaar of zeven voor ik een
echte basisplaats kreeg toegewe
zen." Vervolgens was Wim
Krijgsman van zijn 23e tot zijn
35e vaste keus in het Krimpense
team, waarna hij werd benaderd
om het bestuurlijke ambt van
penningmeester te gaan vervul
len. „Een leuke functie die de
gelegenheid geeft om de club
eens van een andere kant bekij
ken", vindt de schatkistbewaar
der van de Krimpense Hoofd
klasser. „DCV is in financieel
opzicht net een bedrijf. Er gaat
een aardige hoeveelheid geld in
om. Ik ben de eindverantwoor
delijke man. Alle üjnen vanuit
bijvoorbeeld de toto/lotto-com
missie en de kantine- administra
tie komen bij mij uit.
Zo'n drie
keer per week ben ik aanwezig
op het sportpark. Nee, niet al
leen vanwege mijn bestuurlijke
taak, ik mag ook graag naar
voetbal kijken en de sport zelf
beoefenen. Dat laatste doe ik in
het zevende elftal. Als midden
velder inderdaad, uitgaande van
mijn techniek."
Als linksback in DCV-1 stond
Wim Krijgsman bij het Krim
pense voetbalpubliek al niet be
kend als een 'schopper'. „Ik had
er een verschrikkelijke hekel
aan om de bal met een reuzeknal
over de zijlijn te trappen of zwa
re overtredingen te maken. Het
liefst loste ik problemen voetbal
lend op en zocht ik de aanval
waar mogelijk. Veel doelpunten
leverde dat niet op. Per seizoen
scoorde ik zo'n vier maal."
Krijgsman denkt met veel ple-
Wim Krijgsman: „Het wordt steeds moeilijker vrijwilligers te krijgen".
11
o: PETEF^IE KI
zier terug aan de streekderby's
tegen CKC. „Dat waren echte
titanengevechten. Beide clubs
leefden destijds weken toe naar
die wedstrijden. Ik heriner me
nog dat ik een keer het winnen
de doelpunt maakte. Man, ik
was de koning te rijk."
Veertiger Krijgsman stamt uit de
voetbaltijd dat regionale cory
feeën als Dick Koolmees, de ge
broeders Van Tuijl, Huug Rook
en Bennie Zevenbergen beken
de namen waren voor het voet
balpubliek in het Lek- en IJssel-
gebied. „Toch stamden de spe
lers die mij het meest aansprak
uit een nog vroegere periode.
Bij DCV speelde in de vijftiger
en begin zestiger jaren Cor
Schouten. Ik kon me met hem
goed identificeren. Een fijne
technische voetballer. Misschien
niet de allerbeste voetballer uit
de geschiedenis van DCV, maar
voor mij een prima voorbeeld."
De 'ware voetbalbeleving' is er
zo langzamerhand een beetje af
bij veel streekgenoten, beseft
ook Wim Krijgsman. „Tegen
woordig zijn er zoveel andere
dingen waar mensen zich mee
bezig houden. Voetbal staat
vaak niet meer op de eerste
plaats, je merkt dat als vereni
ging aan de afname van je club
kader. Het wordt steeds moeilij
ker om vrijwilligers te krijgen.
Een tendens waar ik me als club
man zorgen over maakt. Geluk
kig lopen er bij DCV nog genoeg
mensen rond die de helpende
hand willen bieden wanneer de
situatie daarom vraagt. Kijk
maar naar de herbouw van onze
kantine na de brand van vorig
jaar april. Dat is heel spijtig en
stemt tot nadenken. Zelf hoop ik
nog lang actief te zijn voor
DCV. Dat heeft te maken met
clubtrouw. Op het Waalplant
soen ligt een zeer belangrijk deel
van mijn leven. Hier heb ik veel
vrienden en een fijne hobby.
Daar ben ik zuinig op."
Net zoals Krijgsman zuinig is op
de reputatie van zijn vereniging.
„De sportpagina's van de streek-
kranten lees ik altijd helemaal.
Ik kijk op dinsdag en donderdag
uit naar de Havenloods. Ligt-ie*
later dan gebruikelijk is de bus
dan loop ik behoorlijk te balen,
over het algemeen vind ik dat de
streekpers goed bezig is met
onze sport, al moet ik wel zeg
gen dat soms de bijzaken belang
rijker worden gemaakt dan de
hoofdzaken. Toch kan DCV niet
zonder de kranten. Het is een
goede zaak dat de naam van de
vereniging vaak genoemd wordt
in de media. Wat dat laatste be
treft worden we op onze wenken
bediend."
nigingen zijn, daar kun je niet
allemaal over schrijven.
Toch
wil ik De Havenloods gelukwen
sen met het 40-jarig jubileum en
ik weet zeker dat ze op den duur
altijd aandacht zullen blijven be
steden aan de sportgebeurtenis
sen die in Rotterdam plaatsvin
den".
foto: LEUNIS VERLINDE
Sparta-voorzitter Floor Bouwer: „We zijn beiden bezig met het promo
van de prachtige voetbalsport."
foto: FONS EVERS
Sparta en De Havenloods kun
nen elkaar altijd even goed
vinden. In de loop der jaren is
er een speciale band gegroeid
tussen beide partijen. Zo
schreef Barry Hughes in het
verleden elke week een co
lumn in deze krant en bij be
langrijke thuiswedstrijden
wordt zelfs een hele pagina be
steed aan Sparta.
Volgens Sparta-voorzitter
Floor Bouwer zijn deze goede
contacten gegroeid, omdat de
redactie altijd positief staat te
genover de sport. „Allereerst
wil ik natuurlijk de krant en
alle betrokkenen van harte fe
liciteren met het jubileum. Wij
weten wat het is om dit soort
feestjes te vieren, want op 15
oktober bestond Het Kasteel
vijfenzeventig jaar en ruim
drie jaar geleden bestond de
club een eeuw. Bij dat soort
festiviteiten is De Havenloods
altijd aanwezig om het met ons
te vieren en daar in de krant
aandacht aan te besteden.
„De Havenloods benadert de
sport altijd op een positieve
manier en de lezers waarderen
dat toch. Dat moge duidelijk
zijn. Wij krijgen regelmatig de
mogelijkheid om een hele
bladzijde vol in de aandacht te
staan en dat betekent voor ons
extra toeschouwers. Voor de
sponsors ook een ideale moge
lijkheid om te adverteren.
„Zo snijdt het mes aan twee
kanten en zijn we beiden bezig
met het promoten van de
prachtige voetbalsport. Bij
Sparta zijn een aantal mensen
al jarenlang bezig om dit soort
artikelen te verzamelen en te
bewaren. Ik heb gezien dat
daar heel wat stukken uit De
Havenloods bij zijn. Binnen de
club hadden we meneer Klein
geld die helaas enkele weken
geleden overleden is. Hij wist
als geen ander mooie verhalen
uit het verleden te vertellen,
die ook in de krant hadden
gestaan.
„Ik spreek de wens uit dat we
nog vele jaren op deze voet
verder mogen gaan. Ik wens,
namens Sparta, De Haven
loods nog veel succesvolle ja
ren toe", aldus Floor Bouwer,
die momenteel aan zijn twin
tigste jaar bezig is als bestuurs-
I door GERARD S. VERVER
HU IS INMIDDELS DE
zeventig gepasseerd, de
Vlaardinger Cor van Eijk,
maar het voetbalbloed kruipt
waar het eigenlijk niet meer
kan gaan: als hij de kans
kreeg zou hij zo de kicksen
weer aantrekken. Zijn vrouw
weerhoudt hem er, ongetwij
feld terecht en in zijn eigen
fysieke belang, van. Precies
zestig jaar geleden meldde hij
zich als elfjarige („omdat je
eigenlijk twaalf moest zijn
om lid van de bond te wor
den, is er een jaar met mijn
leeftijd gesmokkeld) bij het
Vlaardingse VFC en bijna
een halve eeuw later zwaaide
hij (als speler van het vijfde
elftal, waarin ook zijn nako
melingen speelden) af. Als
superveteraan en na een flon
kerende voetballoopbaan.
De Vlaardingse voetbalgetrou-
wen herinneren zich VFC's ge
vaarlijke linksbuiten zeker nog
wel. Hij speelde aan de Sport-
laan 21 jaar in de hoofdmacht,
werd geselecteerd voor het Ne
derlands elftal („als enige speler
uit een tweedeklasser en met
mannen als Piet Kraak, Rinus
Michels, Cees Rijvers en Abe
Lenstra"). Met Faas Wilkes en
Rinus Terlouw bemande hij het
Rotterdamse elftal, dat in de ja
ren vijftig ten strijde trok tegen
Huil City. Zoete herinneringen
en Cor van Eijck weet het zich,
meer dan veertig jaar na dato,
nog feilloos te herinneren.
Bijna heeft hij zelfs het betaalde
voetbal gehaald. „Komt door
Piet Kraak. Die wilde me naar
Stormvogels halen, omdat die
club geen specifieke linksbuiten
had. Het profvoetbal bestond
toen voornamelijk uit semi-
profs. Ze moesten me dus ook
een baan bezorgen. Er is me in
IJmuiden van alles aangeboden.
Zelfs Rijkswaterstaat draafde
op. Gelukkig ben ik zo wijs ge
weest om te beseffen, dat die
banen net zo lang zouden duren
als mijn contract bij Stormvo
gels. Uiteindelijk ben ik hier ge
bleven en bij bij de Caltex gaan
werken. Ik heb het nooit be
treurd."
Daarna heeft hij nooit meer naar
het betaalde voetbal gelonkt.
Zelfs het trainerschap lokte hem
niet. HoewelNatuurlijk had
ik alle papieren kunnen halen en
daarmee de hoogste trede van de
ladder kunnen bereiken. Ik heb
wel een aanzet gemaakt, maar
toen er lessen op zaterdagmor
gen volgden, ben ik afgehaakt.
Gewoon, omdat ik een continu-
baan had, waardoor ik op zater
dag moest werken. Achteraf heb
ik van die stap geen spijt gehad.
Het trainerschap is één brok el
lende. De ene dag ben je de
gevierde held en de andere dag
wordt je verguisd, omdat het
even niet loopt, zoals de aan
hang dat wenst."
Niettemin werd hij trainer.
„Zonder papieren. Dat wel. Ik
deed het, omdat het voetbal nu
eenmaal een passie was. Een
vriendendienst. De clubs hebben
een goedkope aan me gehad",
relativeert hij. Hij leidde eerst
zes jaar zaterdagclub DVO'32
en zorgde er vervolgens voor,
dat RKWIK vanuit de RVB de
derde klas bereikte. En dat alle
maal zonder diploma's. „Of die
papiertjes belangrijk zijn? Voor
de één wel, voor de ander niet.
kijk, als ik tegen een jongen zeg,
dat 'ie een hoekschop verkeerd
neemt, moet ik wel kunnen
voordoen hoe het moet. Nou,
dan kon ik. Wat maakt een di
ploma dan uit? Niets toch. De
voornaamste factor is daarnaast
het omgaan met de jongens. Di
plomatie. Dat kan je niet leren.
Dat heb je. Of niet."
Van Eijk, die intussen gewoon
ook zelf bleef voetballen, ba
seerde zijn strategie op een ijze
ren conditie. „Op dinsdag liepen
we vijf rondjes van twee kilome
ter en op donderdag trainden we
op het veld, maar voornamelijk
met de bal. Conditie vind ik veel
belangrijker, dan een verfijnde
techniek. Ik geniet dan ook van
elftallen, die op inzet spelen.
Vandaar, dat ik tegenwoordig
eingelijk alleen nog in Maassluis
bij VDL ga kijken. Daar wordt
nog steeds puur keihard ge
werkt".
Een beetje 'goeie ouwe tijd'
klinkt eveneens door in zijn af
keer voor het actuele systeem
voetbal. „Ik meen, dat de voet
ballers en trainers het zich veel
te moeilijk maken. Natuurlijk,
de officiële opstellingen noemt
nog steeds twee buitenspelers
maar de praktijk leert, dat d{
beter achterwege gelaten ka
worden. Wij hanteren de W-fo
matie. Jawel, met lange haléi
naar de flanken. Het maakt fie
spel zeker spectaculair. Om h<
te laten slagen, moesten er ove
rigens wel goede vleugelloper
zijn. Anders kwam er natuurlij
niets van terecht."
Hoewel hij, als trainer, een sp<
Ier volop krediet gaf en het ver
tikte om hem te wisselen, ook
indien hij onder de maat voet
balde („gebeurde dat, dan moes»
ten die andere tien er maar eeft
schepje bovenop doen. Voetbal
is toch een teamsport, of nieif
soms?"), wist hij zijn manneg
zeer fijntjes de waarheid te ver
tellen. „Vroeg een speler njh
eens waarom hij niet in de basS
stond. Zei ik: 'Je kunt voetbqï
len, maar je voetbal is nifl
goed.' Wat die jongen fow
deed? Hij passeerde zes mam
maar kwam geen stap vooruit, ik
zag liever, dat hij slechts twee
man voorbij ging en veertig me-*
ter opschoot. Die knaap begreep;
uitstekend wat ik bedoelde. Dat'
heeft hij later bewezen, want het
werd een voetballer naar mijn
hart."