14
Ondanks al deze bijkomende werkzaamheden wist Janssen al in
het eerste jaar na zijn aantreden indruk te maken met een be
zoekcijfer van ruim 34.000. Verreweg de meeste kijkers kwamen
dat jaar (1957) af op een tentoonstelling waarmee Schiedam in
binnen- en buitenland de aandacht trok: vijftig schilderijen en
dertig tekeningen van Vincent van Gogh, vele nog maar zelden
tentoongesteld. Ze waren beschikbaar gesteld door nazaten van
Vincents broer Theo, met wie Piet Sanders als bestuurslid van
museum Kröller Müller goede contacten onderhield. „Voor een
klein museum was het organiseren van een dergelijke tentoonstel
ling. zeker in die tijd, een enorme prestatie," meent Timmer. Het
was ook de enige tentoonstelling in het Stedelijk Museum Schie
dam ooit die 's nachts door een politieagent werd bewaakt.
de nieuwkomer vast dat hij een groot deel van zijn tijd zou moeten
besteden aan het op orde brengen van de collectie. Die was slechts
ten dele in het depot opgeborgen, veel stukken zwierven door het
museum, sommige stonden op de zolder, andere waren lukraak in
de kelder neergezet. Janssen stond niet alleen voor de opgave om
orde te scheppen in deze chaos, de gehele collectie moest ook nog
eens worden geregistreerd, een tijd en aandacht rovende klus.
De nieuwe conservator besteedde, zo blijkt uit het tentoonstel-
lingsoverzicht over de jaren 1957-1962, geheel volgens zijn
instructies veel aandacht aan (jonge) Nederlandse kunstenaars.
Maar hij begreep dat hij door alleen werk van Hendrik Werkman,
Gerrit Benner, Kees Verwey, Lucebert, Willem Reijers en andere
vertegenwoordigers van de moderne kunst aan te bieden, er
nooit in zou slagen de gewenste diversiteit onder de bezoekers te
bereiken. Om ook minder artistiek bewogen Schiedammers voor
het museum te interesseren, moesten toegankelijker onderwerpen
worden gevonden. Dat was niet echt een probleem voor de veel
zijdig georienteerde Pierre Janssen. Zijn zomertentoonstellingen
over bijvoorbeeld speelgoed, poppen en paarden bleken een schot
in de roos. Ze trokken behalve veel kijkers en ook de aandacht van
andere musea, zoals met de zomertentoonstelling 'Een vlinder heb