35
Noordzeekanaal en de Nieuwe Waterweg gegraven had.
Aangezien de vrije havenruimte bij nader inzien te smal bleek,
besloot de raad in de vergadering van 27 oktober de haven met
twaalf meter te verbreden. Van de aanleg van de haven, die in de
raadsvergadering van 14 juli 1914 tot'Wilhelminahaven'werd
gedoopt, zijn opzichtersdagboeken bewaard gebleven van de hand
van ene opziener Vos, compleet met tekeningen, situatieschetsjes
en kaartjes. Hierin is van dag tot dag te volgen welke werkzaamhe
den plaatsvonden. Die begonnen op 30 mei met het overhandigen
van een situatietekening aan Volker. De laatste dag van de werk
zaamheden was op 1 december van dat jaar, een regenachtige dag
waarop genoteerd werd: 'Hedenochtend de cutter Sliedrecht VII uit
de haven vertrokken'. De naam van de werf (waartoe Furness het
initiatief had genomen) was in juni 1914 overigens veranderd in
'Scheepsbouwmaatschappij Nieuwe Waterweg'.
De haven had nog niet de huidige omvang. Zij liep niet verder
dan de toenmalige Zuidergors, een ingedijkt stuk grond tussen
de Frankelandsedijk in het noorden en het oostelijk gedeelte van
het Sterrebosch in het zuiden. Dit bleek niet voldoende, want de
scheepsbouwmaatschappij 'Nieuwe Waterweg' groeide voorspoe
dig. In 1919 vroeg de firma medewerking voor de uitbreiding van
het terrein, weer ten koste van het Sterrebosch. In het jaar daarop
werd een perceel grond van acht hectare in erfpacht uitgegeven.
Deze plannen brachten met zich mee dat de haven moest worden
uitgebreid. Daarom besloot de gemeenteraad tegelijkertijd een
krediet te verlenen van 1.850.000 voor uitbreiding van de haven,
zodanig dat aan de zuid- en de westzijde van de uitbreiding acht
honderd meter zou worden verkregen, waarvan 'Nieuwe Waterweg'
er vierhonderd meter zou krijgen. Hierbij bleef 400 meter over voor
uitgifte aan andere bedrijven.
Aan de oostzijde van de haven had zich inmiddels de firma Schie-
veem gevestigd, een opslagplaats van overzee aangevoerde oliën
en vetten. Hiermee kreeg de Wilhelminahaven ook een functie
als overslaghaven. Voor het graven van de haven werd wederom