Tekst Froukje Holtrop.foto Jan van der Ploeg 40 Diana Wind houdt van kunstenaars die de randen van hun medium opzoeken. Zoals Claire Harvey bijvoorbeeld voor wie een geel post-it-velletje volstaat voor het maken van een tekening. Of Robbie Cornelissen die daar juist vierkante meters voor nodig heeft. Dit vertelt Ludo van Halem tenminste, inmiddels conservator twintigste-eeuwse kunst van het Rijksmuseum. En hij kan het weten, want tussen 1995 en 2008 werkte hij nauw samen met de oud-directeur van het Stedelijk Museum Schiedam. Al direct nadat Claire Harvey de Prix-de-Rome (2007) ontving, nodigde Diana Wind haar uit voor een solotoonstelling in Schiedam. Na de Members Room in Tate Modern in Londen kreeg Harvey daarmee in het Stedelijk Museum Schiedam haar eerste museale podium. Andere, jonge kunstenaars die Diana Wind alle ruimte gaf waren onder andere Koen Vermeule, Fransje Killaars, Juul Kraijer, Raquel Maulwurf en Aji V.N.. Zij maakten hun museale entree in de tentoonstellingserie 'Unisono', waarvan er sinds 1996 inmiddels bijna dertig hebben plaatsge vonden. Hun namen waren al wel bekend in het postdoctorale academie- en galeriecircuit, maar nog niet doorgedrongen tot het grote museum- publiek. Die keuze voor kunstenaars aan het begin van hun carrière zegt iets over de visie van Diana Wind. Ze is nieuwsgierig naar actuele ontwikkelingen in de hedendaagse kunst, gaat kijken bij de bron en durfde het met het Schie- damse museum aan om vernieuwende ontwik kelingen in de hedendaagse kunst te tonen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Historisch Jaarboek Schiedam | 2016 | | pagina 42