dat utaó' 1949...
Oude Jaar!
Langs onze zalen
VESTER
SCHRIJVER
SCHRIJVER
Nieuws= en Advertentieblad voor Schiedam
Het jaar is ten einde
jj
No. 8
Oplaag 16.000 exemplaren
31 December 1949
ZWARE WOLLEN DEKEN
170x220 Nu nog voor 24.80
Echt gemakkelijke Fauteuls
Speciale prijzen v.a. 29.75
to
tni mum ihii/iihmiu
Redactie- en Administratie-adres
C. J. v. d KLINK
Louise de Colignystraat 15
Schiedam Tel. 67368
Advertentietarieven
LOSSE PLAATSINCEN '2 P" mm
BIJ CONTRACT 2.000 mm OF HOGER 10 c<-ot p« mm
INCEZONDEN MEDEDELINGEN DUBBEL TARIEF
VISSERTJES 4 REGELS
ELKE REGEL MEER
I I-
I 0.25
Het oude jaar is haast voorbij, nog resten enk'le uren,
En dan heeft weer de slag van twaalf het nieuwe ingeluid;
De grijze Vader Tijd beloofde heel wat avonturen,
En zet zich in zijn leunstoel voor het jaarlijkse besluit.
De struise Nederlandse Maagd, ondanks haar vele plichten,
Geeft tijdelijk het roer van staat in een vertrouwde hand,
En wil met Vader Tijd nog eens het oude jaar belichten,
Dat zoveel heeft betekend voor ons kleine vaderland.
„We hadden," zo begint de Maagd, „in 't algemeen geen klagen,
Ik ben en blijf toch altijd nog maar graag wat optimist,
Al zijn we in de voetbal dan door Belg en Deen verslagen,
En heeft zich onze leeuw dan in de duiveltjes vergist.
„Hoor toch eens aan," bromt Vader Tijd. „Wie had dat kunnen denken,
Het vrouwenhoofd raakt ook al vol van spelen en van sport,
Er is wel iets van méér belang om aandacht aan te schenken,
Let maar eens op wat politiek ons kleine landje schort:
We bleven weer een heel jaar lang gestaag aan 'n confereren,
De Ronde Tafel bracht een diplomatenstroom hierheen,
Maar 'k heb toch het idee, dat onze mensen die regeren
Wel voelen dat ze achter staan, en méér dan slechts nul-één
„Dat weet ik nog zo net niet," valt de Maagd hem in de rede,
We kijken naar de toekomst en zien niet meer naar 't verleden.
„Wij moeten samenwerken, ook ten bate van óns Rijk,
Wanneer we zó ten aanval gaan wordt vast de stand gelijk!"
„Dat zullen we dan hopen, maar 'k hecht weinig aan je oordeel,
Het vrouwelijk verstand heeft niet zo'n beste naam en faam...."
„Dat is nu óók voorbij, de tijd verandert in ons voordeel,
In '50 wordt de Vrouw zegt Wyers handelingsbekwaam!
Het wetsontwerp daartoe is, vind ik, een der mooiste dingen
Die 't afgelopen jaar aan onze sexe heeft gebracht,
Dan zullen al die mannen wel een toontje lager zingen,
En krijgen we na veel geduld dan óók een beetje macht.
„Gelukgewenst, hoor Maagd, dat je die vrijheid moogt gebruiken
Tot voorspoed van ons land en volk, dus van ons allemaal;
Ik zie, net als van 't zomer, hele scharen vrouwen duiken
En spartelen ter onzer eer in 't Engelse Kanaal!
Ik zie ze home-gepermanent da's ook dit jaar gekomen
Verscheuren tot de laatste bon de distributiekaart...."
„Natuurlijk, dat is 't ideaal waarvan wij vrouwen dromen,
De koffie en de steenkool nog, dat is ons alles waard;
De prijzen bleven hoog, dat is verdrietig voor ons bruintje,
Maar heerlijk is de kaalheid van de bonkaart-algemeen,
Haast net zo kaal en glad als wijze mannen op hun kruintje,
Maar daarvoor kwam dit jaar het kleine kappertje in Eén!
Een flesje vocht, een hoogtezon.
„Daar moet je niet mee spotten,
Want elke man zit graag zijn hoofd natura toegedekt;
'k Geloof niet dat de man expres dunharigen bedotte,
Al heeft de volle maan allicht zijn buidel wel gespekt.
Zelfs kale Duitsers kwamen om bij hem weer haar te krijgen,
Maar moesten halverwege naar hun Heimat weer weerom."
,,'t Was jammerlijk, en laten we daar verder over zwijgen,
Daar Michel toch al volop in de narigheden zwom;
In 't westen, daar ging Nederland de grenzen corrigeren,
In 't oosten, ondoordringbaar, bleef het ijzeren gordijn...."
„Dat vond ik niet oprecht, wat Holland deê was annexéren,
Al mag er in de politiek een mooie term voor zijn!
Zo werd ons land wel groter, maar ons geld werd heel wat minder,
Al riep men maanden „nee", tenslotte kwam het er toch van,
En stiekum op een Zondag, want dat gaf de minste hinder,
Kwam onze grote Piet met zijn devaluatie an!
De gulden moest omlaag
de grootste strop was voor de vrouwen,
Ja, Vader Tijd, we werden met een gulden toeslag blij,
Behalve de ministers dan, die kregen voor hun sjouwen
Naast achttien mille per jaar er toch nog gauw zesduizend bij
„Vergeet de Kamerleden niet, die gaan ook al beginnen,
Want morgen mag de werkman met zijn loon een riks vooruit,
Dus waarom zij dan niet? Je weet, wat binnen is is binnen,
En 't gaat voor deze heren om een heel wat vett're buit!"
„Wat dat betreft bleef ook dit jaar de wereld net als vroeger,
De rijken werden rijker en wie arm was méér verarmd,
De gulden van de toeslag was het fooitje voor de zwoeger,
En wie er dicht bij 't vuur zat, heeft zich wéér het best gewarmd!"
„Dat vind je bij de dictatuur, doch ook bij democraten,
Jan Boezeroen staat altijd nog het eerste in zijn hemd,
Maar laten we vooral toch over leuke dingen praten:
We hebben weer opnieuw voor de gemeenteraad gestemd!
We streden voor de zwarten, voor de rooien of de blauwen,
We hebben op ons stembiljet de beste keus gedaan...."
„Doch in de grote politiek voelt Truman zich verkouwen,
Het kostbare atoomgeheim is practisch naar de maan!
De Rus heeft óók een bom
nee-nee, niet van die nare zaken,
Ze stoorden ook de radio, 't was net weer oorlogstijd,
Maar dat is iets, daar kun je je zelfs vrolijk over maken,
Dat geldt ook onze Stotteraar, die zich weer had bevrijd.
„We bleven in de woningnood, voor vrouwen om te huilen,
Want vele jonge paartjes trouwden weer bij moeder in,
En als je wou verhuizen moest je wel met tien man ruilen,
Waarvan er negen waren met een portie tegenzin;
Hoewel, daar was Faas Wilkes
maar die kon er aan verdiénen,
Die trapt nu Italië om handen vol met geld.
Wij voelen ons bedrogen en het is haast om te grienen
We kregen van de Denen klop, nog wel op eigen veld.
„Zo was er, Vader Tijd, weer veel te prijzen en te laken,
Er werden valse tekeningen van Van Gogh ontdekt,
En om de griep te keren gingen we aan 't eitjes maken,
Waardoor juist een klein griepje bij de mens wordt opgewekt;
Er was een suikeroorlog en een veldslag om gebitten,
De tandarts was in Holland heus wel goed maar lang niet mal
„Dan zijn we ook wat vaster aan de Benelux gaan zitten,
Doch vraag niet naar het resultaat, want da's nog niemendal!
Voorts hebben we met een dozijn, dat mag je niet vergeten,
Ons hecht aaneengesloten in een Noordatlantisch Pact;
We hebben Beel en Lovink glad in Indië versleten,
En naar een schaarse Zondag zonder rijverbod gesnakt...."
„Ik dien als Hollands Maagd de jubilea te gedenken,
Met luchtvaart, voetbal en toneel zat ik er middenin,
TPlus nog een grote Julidag met kostbare geschenken:
De vorstelijke bruiloft in ons prinselijk gezin!"
„Dit zou een aardig slot zijn, maar ik moet nog één ding noemen,
Dat in de landshistorie eeuwenlang te boek zal staan:
De ooievaar was niet werkloos en mag zich dus beroemen:
Ik bracht nog in dit jaar ons land de tienmillioenste aan!
„Met tien millioen dan, Vader Tijd, het nieuwe jaar bekeken,
We zullen méér ons best doen dat is zo ons wiegelied
Al zal op oudejaarsavond, net als altijd,^zijn gebleken:
Een vos verliest zijn haren wel, maar toch zijn streken niet.
Het is bekend, dat op oudejaars
avond de kerken voller zijn dan an-,
ders endat er op die avond ook
wel een stevig borreltje gedronken
wordt. Wie klokslag twaalf een blik
zou kunnen slaan in alle vertrekken,
waar mensen bijeen zijn, zou onge
twijfeld schrikken van de grote tegen
stellingen. Als hij tegelijkertijd even
de gedachten van al deze mensen le
zen mocht, zou hij opnieuw verbaasd
zijn, vooral over de vele goede voor
nemens!
In het afgelopen jaar zijn er door
allen fouten gemaakt en vele zonden
bedreven. Voor de één werd dit jaar
het geluk geboren, voor de ander
scheen het vo&r goed te verdwijnen,
hetzij door een fout, door een zonde,
door een ongeluk of door de dood.
Op deze oudejaarsavond zal een be
langrijk aantal mensen zijn tijd ver
knoeien door allerlei boze gedachten.
Ruzietjes zullen „ter tafel komen",
verloofden zullen elkaar verwijten
doen en echtgenoten zullen stug te-,
genover elkaar zitten of gedwongen
blij doen terwille van de kinderen.
Of er dan niets dan kommer en zorg
is? Zeker niet, ik wijs slechts op de
tegenstellingen. In vele kamers zul
len immers gelukkige mensen bijeen
zijn. Er zal uitbundige vrolijkheid en
blijde ernst zijn. Als de stoomfluiten
gaan, donderbussen uiteenspatten en
klokken luiden, zal men opgewekt el
kaar de hand schudden en elkaar de
allerbeste dingen toewensen.
Ik las niet lang geleden een boek
over mensen, die naar het lichaam
ongelukkig zijn, maar nochtans van
het leven genieten. Tot hen kan ik
niets zeggen, ik kan hun ook niet
wensen wat ik ze gun, want het zou
tevergeefs zijn.
Tot de gezonden naar lichaam en
ziel behoef ik ook niet veel te zeggen.
Weest dankbaar voor het geluk en
vastbesloten om het niet door eigen
toedoen kwijt te raken. Geluk is een
teer bezit!
Slechts een woord nog tot hen, die
gelukkig kunnen zijn als zij zichzelf
en de ander maar overwinnen. Sluit
de balans ditmaal met een voordelig
saldo. Afschrijven de schulden, welke
afgeschreven kunnen worden. Het
weer samen proberen, het weer met
elkaar eens zijn. Verlaat ditmaal het
oudejaar niet met goede voornemens,
doch met goede daden!
God laat ons weer een nieuw jaar
beginnen. Wie het volmaakte op aarde
zoekt, zal spoedig verdwaald zijn. Wie
echter tracht naar vervolmaking van
zichzelf en de ander, zal steeds geen
tijd hebben voor wat van het goede
pad afleidt. Laat dit oudejaar e«n dag
van hereniging zijn, van hervonden
vriendschap en hernieuwd*-geluk. Als
niet alle schulden tegelijk afgeschre
ven kunnen worden, schrapt er dan
vast één of meer. Misschien kan aan
één mens in elk geval een bijzonder
goede avond gebracht worden. Een
moeder misschien, een vrouw, een
jongen, een kind, of misschien wel
een vreemde.
Dat is meer dan duizend goede
wensen. Het is oudejaar op zijn best!
zong: Er is een kindeke geboren en
Les anges dans nos campagnes.
Met, wij zouden haast schrijven
klassiek geworden, „the Holy City"
van Stephan Adams met zijn gewel
dige apotheose:
Jeruzalem! Jeruzalem! Sing for
the night is over,
Hosanne in the highest,
Hosanna for ever more!
eindigde dit concert, dat ongetwijfeld
aan alle aanwezigen de hoogste vol
doening heeft geschonken.
Culturele Avond van het
Schiedams Vrouwenkoor.
Maandagavond 19 Dec. 8 uur in de
grote zaal van Musis Sacrum. Bij her
haling hebben wij in ons Nieuwe
Stadsblad er reeds de nadruk op ge
legd, dat onze Stad zulk een rijke ver
scheidenheid voor het uitgaande pu
bliek biedt. Alleen de snobs en de
izegrimmen zullen dit wel weer te
genspreken. Die moeten persé naar
Parijs! Redelijke stadgenoten, die de
plaatselijke mogelijkheden in aan
merking nemen, zullen ongetwijfeld
dankbaar zijn voor hetgeen Schiedam
tot nog toe op cultureel gebied heeft
gebracht. Zo was op deze Culturele
in ware zin des woords Avond de
grote zaal van ons gezellige en zo ver7
trouwd geworden Musis Sacrum ge
heel gevuld met kunstzinnige Schie-
dammelingen. Wij hebben genoten.
Dit Vrouwenkoor mag gehoord wor
den. Het gebodene stond op hoog peil.
Het frappeerde ons, dat wij nu eens
een vrouwelijke dirigente zagen: Mej.
Ria Borgmeyer. Zij beheerste het koor
volkomen. De solodansen van de leer
lingen der Rotterdamse Dansschool
van de bekende Corry Hartong waren
een lust voor de ogen, waarbij Peter
Snelleman voor een technisch-perfecte
begeleiding zorgde. Het koor werd op
uitstekende wijze begeleid door Mej.
Bep Borgmeyer, die dan ook met
enige andere dames bloemen kreeg.
In de pauze hebben wij in de foyer
hier en daar de reacties van de aan
wezigen gepeild en wij kregen wel de
indruk, dat dit werkelijk artistieke
programma in de smaak viel van een
publiek, dat een uitgesproken intel
lectuele physionomie vertoonde.
„Orpheus concertreert in de
Grote Kerk".
Op de tweede Kerstdag 's middags
om 3.30 uur heeft het bekende Schie-
damse Mannenkoor „Orpheus" een
bijzonder Kerkconcert in de Grote
Kerk gegeven. De kerk was geheel
gevuld. De prachtige kronen met ori
ginele kaarsen, waarvan men de vet-
druppels hoorde neertikken, gaven de
gewenste sfeer. Na het inleidend or
gelspel van Jacq. P. Bekkers, klonk
een Portugees en een Middeleeuws
Kerstlied, waarna vervolgens Stille
Nacht van Fr. Gruber ten gehore
werd gebracht.
Dora
Daarna zong de sopraan
Schrama zeer gevoelig
O seht die Wahrheit
Steigt zu uns herab
van G. F. Handel en Maria Wiegelied
van Max Regers, dat zij op de j uiste
manier wist te vertolken.
Bijzonder goed gezongen waren ook
de twee franse liederen: Cantique de
Noël en Non Credo door de bariton
Henk Dorel.
Een machtige indruk maakte op
ons Die Allmacht van Fr. Schubert
door sopraan, koor eri orgel.
Nog even willen wij de sopraan
Dora Schrama in herinnering bren
gen, zoals zij voor het auditorium
HORLOGERIE REEDS AO JAAR
HOOGSTRAAT 9
SCHIEDAM
Op de zandloper der tijden prijkt
nog het getal 1949. Spoedig zal het
laatste uur vergleden zijn.
Onze levensgang is als het fijne
zand in dat glas. Het glijdt voort door
de enge buis onze naaste omgeving,
altijd even snel, even gelijkmatig.
Maar op 31 December loopt een jaar
leeg en even stopt ons leven op de
oudejaarsavond. Dan wenden wij en
stroomt de loop der alledaagse feiten
opnieuw voort.
Bij het keren van het tijdglas van
gen wij nog eenmaal een verzameling
verbruikte dagen in ons oog en onze
gedachten woelen er doorheen als om
hoop en verwachting te putten uit de
vergane resten van een kostbaar tijds
bestek. Veel goeds en moois kan ons
vermoeide oog helaas niet onderschei
den. Het zijn slechts brokken uit een
goede oude tijd. Ons koninkrijk, ge
bouwd door energieke koopmanshan-j
den, leek ineen te storten, ondermijnd
als het was door oorlogsvuur en in
nerlijke verdeeldheid. De as der ron
detafelconferentie schijnt ongeschikt
als bouwmateriaal voor een nieuw
Nederlands huis.
In de Septemberhoek ligt troosteloos
de zwaar geschonden gulden, een
toonbeeld van gedeukte soliditeit. Een
begroting met tekorten leunt achteloos
tegen een project werkloosheidsverze
kering, terwijl de half afgebouwde
Benelux dreigt in te storten onder de
last van internationale tegenstellin
gen en douane-muren.
Ginds ligt een fundament van pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie als
vrucht van een lange parlementaire
worsteling. De grondwet, ergens in
een hoek opgeborgen schijnt geschon
den. Daar meren schepen met ge
desillusioneerde soldaten, hier daalt
?J
■>i
A 1
V
C
een vliegmachine vol gevluchte plan
ters en overal is geroep: merdeka.
Algemene vermoeidheid.
De jaarfilm toont vermoeide men-,
sen. Arbeiders, die tobben met een
loontekort. Industriëlen, die roepen
om grondstoffen, gaan tekeer tegen
in aantal afnemende ambtenaren. Het
distributieapparaat slinkt weg en
wroetende middenstanders zingen een
belasting-klaaglied.
Duizenden jongeren vragen om toe
komst, om werk en huizen, terwijl
ons monetair gebouw nog kraakt. Mi
nisters houden hun handen op om
wapens en munitie te ontvangen.
Over dit alles heen dondert de stem
van Lieftinck, hij buldert het in onze
oren: „Wij komen tekort!"
Dit woord overheerst het gehele
verteerde jaar: tekort. Wij hadden
een staatkundig deficit in Indië en
een financieel in Europa. Onze we
reld schoot tekort in samenwerking
en eendracht. Men wist de krachten
dor wetenschap opgewekt nog niet te
beheersen. Men kon de catastrofe in
China niet afwenden en men liet mil-
lioenen in Oost-Europa verkomme
ren door bruut geweld. Noch het At
lantisch pact, noch Marshall-dollars
vermochten de achterstand in te ha-,
len door oorlog en vernietiging ont
staan.
Nu komt een nieuwe tijdslimiet zich
melden. Wat gaan wij er van maken?
Zullen wij voortstormen op de weg,
die wij nu gaan, weg van tekorten?
Er is nog licht!
Gelukkig zijn er lichtpunten in deze
feiten-chaos. Alom zien wij nog
krachten gericht naar de goede zijde
van het leven. Onze arbeiders houden
het hoofd koel. Ondanks alle zware
lasten klinkt elke dag opnieuw het
lied van zaag en hamer.
Onze huisvrouwen mopperen over
duurte en moeilijke tijden maar allen
ploeteren met grote wilskracht voort.
Middenstanders weten zich bedreigd
door grootbedrijf en overheidslasten,
die elke dag hun zorgen vragen. Maar
ook hun werk gaat door. Boeren wil
len steun en zoeken naar meer land.
Zij ploegen en zaaien tot de avond
stond.
In ons is het besef groeiend, dat met
de tweede wereldoorlog een oude
kosmos totaal is ingestort.
Het nieuwe jaar klopt aan de poort
der tijden. Voordat wij opendoen,
schudden wij de oude lasten van ons
af. In ons stijgt dff energie, een fris
verlangen naar iets nieuws, iets be
ters doortrilt ons gemoed. Bij het hef
fen der glazen op de oudejaarsavond
stroomt met de punch of chocola de
wil ons lichaam binnen. De wil om te
slagen eer de halve eeuw verstrijkt.
Een goed, een beter jaar moge aan
breken.