f9.- f 16.90
Herenmodes
BL0EMKNES
v/VL
Radio's vanaf f5.- per u/eek l
Grote Sortering
Lage prijzen
Radio Passage Tel. 40
Eerst kijken bij
PIET
5 lichtskroon f 29.- Ganglantaarn 0
Weekkalender
Huiskamerkap Slaapkamerornament I
Prijzen compleet met passementsstang
gemonteerd
ZIE ETALAGES
ZIE ETALAGES
voor VLEES naar S wierstra
Van houtsplinter
tot T»N,=buis
Radio
Electra
NIC. BEETSSTRAAT, hoek Rembrandtlaan
Nog steeds Uw adres voor
BROERSVEST 6 TELEFOON 68206
WENEN - GEDISTILLEERD
gUlS VAN VERTROUWEN
HQDG5IRAAT 51
TEL.66S1I
tiaan trok partij voor de passagier.
Plotseling ontstond er een vecht
partij welke zich niet alleen beperkte
tussen de twee betrokkenen, maar
een ware veldslag werd tussen Tahiti
en „Al Sudan". Stoelen, tafels, flessen
en zelfs messen kwamen er bij te pas,
na enkele minuten was er een groot
deel van de inventaris van deze ove
rigens keurige dancing niet veel meer
over. Vanzelfsprekend ontstonden er
bloedende wonden door flessen en
messen maar het gevecht werd on
danks dat voortgezet. Opmerkelijk
was nog dat de politie aan de ingang
het schouwspel gadesloeg. Het gevecht
duurde voort en verplaatste zich naar
buiten en daar slingerde men elkaar
fietsen, die voor het gebouw stonden,
als lucifershoutjes naar het hoofd.
Daar de bemanning natuurlijk in de
minderheid was namen zij de vlucht
naar het schip achtervolgd door een
60?tal Tahitianen. Echter was men op
het schip reeds op de hoogte en daar
stond men de horde weer op te wach
ten met allerlei wapens. De beman
ning zette de omtrek van het schip
af en alleen de passagiers konden
daar de gewapende posten nog passe
ren. Daar er echter verschillende
zwaargewonden waren achtergeble
ven wilden leden van de bemanning
het schip weer verlaten om hen te
wreken, hetwelk door de kapitein was
verboden. Hierdoor ontstonden aan
boord weer schermutselingen, die zelfs
zo hoog opliepen dat er twee van de
bemaaning over boord sprongen en
met een doffe klap op de kade terecht
kwamen. Met gekneusde voeten kwa
men deze weder aan boord. Geduren
de de verdere avond en een groot deel
van de nacht bleef het rumoerig. De
volgende morgen stond er in de bla
den dat dit het grootste gevecht was
geweest dat ze ooit hadden meege
maakt. Ik kan wel vertellen dat de
scheepsdokter heel wat verband en
pleisters aan die grap is kwijtgeraakt.
Over de vrouwelijke bevolking kan
ik nog dit vertellen dat dit het beste
is te vergelijken met het slag dat in
Amsterdam op bepaalde punten loopt
of staat. Bij het scheepsvolk staat dit
eiland dan ook bekend als het ,,Bor?
deel van de Pacific" zo vertelde men
mij. En uit de verhalen die ik later
aan boord hoorde, bleek een en an
der ook wel. Doch om nog even bij
vechten te blijven, de volgende och
tend ontstond er in het waslokaal aan
boord onenigheid tussen twee Fran
sen. Veel woorden werden hier niet
vuil gemaakt, maar een scheermes
werd even over de hals gestreeld met
het gevolg dat het slachtoffer bloe
dend ineenzakte en zoals later bleek
drie weken nodig had om op verhaal
te komen. De slagader was gelukkig
niet geraakt. De dader werd gearres
teerd en op transport gesteld naar
Frankrijk terug, WEG IDEALEN!!!!
Op 23 Februari werd de reis voort
gezet naar Sura (Fiji eilanden) een
afstand van 1830 mijl. Dit is Engels
bezit hetwelk we op 3 Maart toen we
daar aankwamen al spoedig merkten
aan het verkeer want het was daar
links houden. De bevolking bestaat
hoodzakelijk uit Brits-Indiërs, echter
zijn de eigenaren van de zaken
meestal Chinezen. Vele mannen dra
gen hier een rokje, zelfs de politie
agenten die allen zijn gekleed in
zwarte blouse en wit rokje. Men moest
hier eerst goed uitkijken of men met
een man of een vrouw te doen had.
Een oude man liep er bijv. met een
rode gebloemde rok en grijs colbert
jasje, verder droeg hij rood-wit ge
streepte voetbalkousen en witte schoe
nen. 't Is weer eens wat anders. Veel
gelegenheid hadden we niet er te ver
toeven want om 5 uur voeren we af
voor een tochtje van 595 mijl naar
Port Villa (Sandwich Eilanden) het
welk half Frans half Engels bezit is
en waar we op 5 Maart om 12 uur
aankwamen. Echter bleven we daar
op de rede liggen en bestond er ge
legenheid met een bootje aan wal te
gaan, waarvan we natuurlijk gebruik
maakten. Een slechte weg met slechts
enkele huizen troffen we aan, zodat
er voor ons niet veel te passagieren
viel. Aan boord was het echter inte
ressanter want daar gingen enkele
passagiers vissen met de werphengel
en ze hadden daarbij aardig succes
want de tropische vissen schenen
graag te bijten. Iedere keer als er een
vis naar boven kwam stonden we ver
steld van de prachtige kleuren en de
zeer eigenaardige vorm van sommige
beesten. Het water van de Baay waar-,
in we lagen was zo helder dat we de
kiel van het schip konden waarnemen
en soms zelfs het koraal. Tegen de
avond kwamen de haaien een kijkje
nemen en brachten met hun enorme
lichamen het water in beroering. Om
3 uur op 6 Maart vertrokken we naar
Noumea (Nieuw Caledonië) een af
stand van 337 mijl, waar we 7 Maart
om 16 uur aankwamen, 's Avonds zijn
we nog de wal opgegaan maar in deze
slecht verlichte stad was geen amu
sement te vinden, dus gingen we weer
naar boord om de volgende dag te
kijken hoe het er met daglicht uit zou
zien. En inderdaad viel dit mee, want
het was een van de netste Franse
stadjes die we op onze reis hadden
aangedaan. Keurige winkels, veelal
met een Chinese eigenaar en keurige
straten. Vanaf het hoogste punt (240
M.) bij deze baai had men een prach
tig uitzicht over de omtrek. De groot
ste fabriek die er stond was een Nik-
kelfabriek, de bodem is hier n.l. rijk
aan allerlei ertsen. Ook doet men hier
veel aan vissen en men heeft hier
een grote vaardigheid de vissen te be
machtigen-met een SPEER (welke
aan een lang touw zit) met acht pun
ten zo groot als halve breinaalden.
Deze werpt men dan met grote ze
kerheid, zo zag ik b.v. een kleine inkt
vis vangen en twee schildpadden
welke laatste het respectabele gewicht
hadden van resp. 200 en 250 kilo. De
inktvis deed zijn naam eer aan want
toen die werd „geharpoeneerd"
scheidde hij zoveel vocht af dat het
water er zwart van werd. Voor het
afleggen van het laatste traject naar
Sidney vertrokken we 11 Maart om
12 uur en gedurende de drie dagen
dat deze tocht duurde, konden we ge-,
nieten van veel wind. Verscheidene
zeezieken veroorzaakten dit en een
geweldige windhoos maakte het ver
blijf aan dek onmogelijk.
Op 14 Maart om 2 uur arriveerden
wij in Sidney.
(Wordt vervolgd).
KREUGER
KABELLEGGING
NEDERLAND—DENEMARKEN
VOLTOOID.
De legging van de beide zeekabels,
die de capaciteit van het telefoonver
keer tussen Nederland en Denemar
ken sterk zuil envergroten, is dezer
dagen voltooid door het Engelse ka
belschip de „Monarch", dat in onge
veer 14 dagen de beide kabels op dit
240 km lange traject gelegd heeft. De
kabelschepen „De Poolster" en de
„Krarup" hebben respectievelijk de
Nederlandse en Deense landingsein
den voor hun rekening genomen.
De techniek van onderzeekabels
heeft hiermede een belangrijke
schrede vooruitgedaan, aangezien in
beide kabels twee versterkerstations
zijn ingebouwd, die op de bodem van
de zee zijn neergelaten en waardoor
de gesprekcapaciteit aanzienlijk is op
gevoerd. De voor de versterkerlam
pen benodigde stroom wordtl angs de
kabels zelf toegevoerd.
De indienststelling van de nieuwe
verbindingen die ook voor het inter
nationaal transietverkeer van veel
belang zijn, zal eerst over een half
jaar kunnen plaats vinden, vanwege
werkzaamheden, die nog op het land
moeten worden verricht. Deze zijn
vooral op Deens gebied zeer omvang
rijk, omdat de verbindingen van de
Westkust af dwars door Denemarken
naar Koenphagen moeten worden
doorgetrokken.
Hier volgen de overige kranten
knipsels, welke wij enige tijd geleden
toegezonden kregen:
De sigaren zijn thans zo
schreeuwend duur, dat men er stil
onder wordt.
Men hoorde het geschreeuw der
schipbreukelingen, dat onhoorbaar
werd gemaakt door het bulderen der
zee.
Ondergetekenden zullen slachten
2 puike, vette jonge koeien en hangen
a.s. Zaterdag bij de laatste ondergete-,
kende te bezichtigen.
De intekenaars ontvangen boven
dien een feit uit de geschiedenis, in
fraaie lijst.
De negentigjarige oude krasse
T.spit nog dagelijks zijn tuin om.
Zaterdag 16 September: Zon op 6.15,
onder 18.55. Maan op 12.18, onder
20.12.
De meeste schaduwen, die op ons
pad vallen, komen doordat wij ons
zelf in het licht staan.
Zondag 17 September: Zon op 6.16,
onder 18.52. Maan op 13.49, onder
20.44.
Door het geloof komt de zonde on
der ons; de vrees achter ons; de
vrede in ons; de hemel vóór ons.
(Laurillard).
Maandag 18 September: Zon op 6.18,
onder 18.50. Maan op 15.11, onder
21.31. Eerste Kwartier 21.54 uur.
Teleurstelling is voor een edele
ziel, wat water is voor gloeiend me
taal. zij versterkt, tempert, geeft
vastheid.
Dinsdag 19 September: Zon op 6.20,
onder 18.48. Maan op 16.14, onder
22.37.
De grootste daden, dat zijn de da
den, die de liefdein stilheid ver
richt.
Woensdag 20 September: Zon op 6.21,
onder 18.45. Maan op 16.48, onder
23.57.
Wij moeten de rozen der vreugde
niet alleen voor ons plukken, maar
ze ook voor anderen strooien.
Donderdag 21 September: Zon op 6.23,
onder 18.43. Maan op 17.27, onder
Zijn plicht gedaan te hebben is het
enige, waarvan een mens nooit be
rouw heeft. (Thorbecke).
Vrijdag 22 September: Zon op 6.24,
onder 18.40. Maan op 17.46, onder
1.23.
We klagen vaak, dat de mensen zo
weinig aan ons hebben, maar laten
we er voor zorgen, dat de mensen
iets aan ons hebben.
Ovrr\fL
Onze slijterij is voor U een bron
van exquis genot
Wij bezorgen door de gehele stad
De verlichting in de loop der eeuwen.
Als we tegenwoordig 's avonds in
onze verlichte steden en dorpen wan
delen, dan zijn we welhaast de laatste
oorlogsmaanden vergeten, toen we in
de meeste delen des lands verstoken
waren van de meest elementaire be
grippen van beschaving en comfort,
waaronder de electrische verlichting
wel een der voornaamste plaatsen in
neemt. Wie toen zijn ogen zat te be
derven bij een carbidvlam, een olie
lampje, een kaars of waxinelichtje,
waardeerde pas recht de zegen, die
de electrische verlichting de mensheid
geeft. Eén draai aan de knopen
onze kamer, keuken, kantoorvertrek
en werkplaats baadt in een zee van
licht!
Tocher is een tijd geweest, dat
de mensheid niets wist van electrici-
teit, noch van gas, noch van petro
leum, zelfs niet van kaarsen, want als
we eens paar eeuwen terug grijpen in
de geschiedenis, dan ontdekken we,
dat het met de verlichting maar heel
primitief gesteld was.
Slaan we de boeken over de oudste
geschiedenis op,d an weten we, dat
de eerste verlichting eigenlijk niets
anders was dan een sten enknijper,
waarin een brandende boomtak werd
vastgeklemd. En volgens sommige
overleveringen oude Chinese papy*
russen spreken hiervan schijnen
bepaalde volkeren gebruik gemaakt te
hebben van de natuurlijke mogelijk
heden om licht te verspreiden door op
de een of andere wijze gebruik te
maken van vuurvliegen en glimwor
men. Ook in Zuid-Amerika heeft men
voorwerpen aangetroffen, welke hier
van het bewijs leveren. De Surinaam
se vuurvlieg bijvoorbeeld verspreidt
een fosforcerend licht, zodat deze mo
gelijkheid niet is uitgesloten.
Maar, zoals gezegd, de brandende
tak in een klem of knijper heeft lange
tijd dienst gedaan als middel tot ver
lichting. Later wat meer verperfec-
tionneerd door het gebruik van de
harsachtige houtsplinter. De boeken
van Scott brengen ons in dit verband
in de ridderzalen van de middeleeuw
se kastelen, waar zwarflberookte ga
ten aanwezig waren, waarin deze pri
mitieve fakkels geplaatst werden. Ook
in de grot te Valkenburg moeten de
ijzeren ringen, die in de rotswanden
zijn bevestigd, hebben gediend om
brandende fakkels in te steken.
Ongeveer 5000 jaar geleden is er
sprake van de olielamp voor verlich
ting. Bij de Egyptenaren en de Assy-
riërs waren deze lampen meest ver
vaardigd van aardewerk, steen of
metaal, en vreemd, maar mooi, hoe
wel voor onze begrippen grillig van
vorm. De Arabieren daarentegen had
den kunstig bewerkte koperen lam-(
pen, welke aan kettingen hingen. Als
brandstof werd raapolie gebruikt. Vol
gens beschrijvingen, die nog in ons
bezit zijn moeten deze olielampen
over het algemeen slecht licht heb
ben gegeven en erg walmen. Zelfs
tussen de cultuurresten der oudste
wereldbewoners heeft men allerlei
aardige potjes en koperen lampjes
aangetroffen en aangezien de vormen
van deze lampjes niet zo heel veel
verschillen met die der laatste
eeuwen, komen we tot de merkwaar
dige conclusie dat het tempo van be
schaving in deze vorm betrekkelijk
langzaam vooruit is gegaan.
De kerstening, welke omstreeks de
Middeleeuwen het meest actief was,
verbreidde het gebruik van kaarsen,
niet alleen voor religieuze doelein
den. maar ook voor huiselijk gebruik.
De kaars is echter ook oud en werd
reeds bij de Phoeniciërs aangetrof
fen En ook door de Romeinen werden
ze bij hun ceremoniële erediensten
gebruikt. De Middeleeuwse kaarsen
werden gemaakt van schapenvet, met
van binnen een pit van katoen. Deze
wijze van verlichting was voorname
lijk in de noordelijke landen in
zwang. In Frankrijk, Italië en Spanje
was het verlichtingsmiddel de olie-,
lamp. omdat de prijs van de olie in
dit geb'ed bijzonder laag was.
Vast staat evenwel, dat de kaars
verlichting in dg Renaissancetijd haar
hoogtepunt heeft gevonden maar tot
zelfs aan het einde der 18e eeuw von
den er bals en toneelvoorstellingen
plaats onder een of meer kroonluch
ters, die met ontelbare kaarsen bezet
waren. In vele kerken kan men nog
altijd de mooie bolvormige kaarsen
kronen zien hangen.
In het einde der 18e en begin der
19e eeuw begon de evolutie op het
gebied der verlichting in een sneller
tempo. Omstreeks de eeuwswisseling
kwam de verbeterde olielamp, die
*oen in vrijwel ieder gezin werd aan
getroffen En de kwaliteit van het
licht werd beter, toen de aardolie (pe
troleum) in gebruik kwam.
We gaan eerst nog even terug. Hoe
een donkere stad of dorp er uit ziet,
weten we nog uit de oorlogsjaren. En
in de 17e eeuw was er in ons land
evenmin als andere landen sprake van
straatverlichting. Het is dan ook niet
te verwonderen, dat men in die da
gen klaagde over het brutale optre-.
den van rovers, die misbruik maken
de van de avonlijke duisternis, op hoe
ken van straten en pleinen de arge
loze voorbijgangers aanrandden en
uitschudden, om van erger maar niet
te spreken. En zelfs verstoutte men
zich niet om overvallen te plegen in
woningen. Zodra het dan ook avond
werd sloot men de huizen van binnen
met zware kettingen en sloten om be
veiligd te zijn tegen dat gespüis. Wie
toch over straat moest na het inval
len van de duisternis, beveiligde zich
met één of meer fakkeldragers, in de
regel mannetjesputters, die niet voor
een klein geruchtje vervaard waren.
In de 17e eeuw had men in Parijs van
deze beroepsfakkeldragers, die des
avonds en 's nachts mensen over
straat beseleidden en beveiligden.
Reeds in 1692 werden in de grote ste
den van ons land de hoeken der stra
ten en pleinen verlicht met straatlan,
taarns. Zo'n lantaarn bestond uit een
metalen omhulsel met een hoornen
nlaat en de nachtwachten hadden in
die dagen tot taak deze lampen bij
het invallen der duisternis te ontste
ken en om elf uur 's avonds te doven.
Overdag moesten ze dan de lampen
weer vullen.
In Frankrijk heeft men ook enige
tijd kaarsiantaarns voor de straatver
lichting gebruikt, maar deze voldeden
niet. zodat men omstreeks de eeuws
wisseling (1700vrijwel overal reeds
olielampen had. Ook in ons land was
er omstreeks het jaar 1700 in vele
plaatsen straatverlichting aange-
brach.
Het gebruik van aardolie heeft
slechts betrekkelijk korte tijd de ver
lichting gediend. Want tussen de tijd,
dat deze olie gebruikt werd voor ver
lichting (en verwarming!) en de uit
vinding van het lichtgas, liggen maar
enkele tientallen van jaren. Productie
van aardolie vond pas op grote schaal
plaats in het midden der vorige
eeuw maar op dit ogenblik wist men
al van het bestaan van lichtgevende
gassen af, zij het dan ook niet in ons
continent.
Nabij de Kaspische Zee bevonden
zich gasbronnen en de Perzen, van na-,
ture aanbidders van alles, wat ze niet
kenden of begrepen, zagen in deze
gasbronnen iets geheimzinnigs en ver
eerden ze. Maar er waren onder deze
Perzen ook mensen, die verder zagen.
Zij bemerkten, dat er wel wat aan te
verdienen was en gingen dan ook
handel drijven in dit gas, zij stuurden
het naar alle delen van het land.
Ook in China waren er van deze
gasbronnen. Uit de zoutwaterputten
in Young-Hiam steeg het gas op. De
Chinezen leidden dit gas door bam^
boebuizen naar hun fabrieken en ge
bruikten het daar voor verlichting,
alsmede voor verwarming. Hiermee
waren zij Europa ver vooruit.
De Engelsman William Murdock,
die van 1754 tot 1839 leefde, komt de
eer toe de uitvinder van het gas-licht
te zijn. Zestien jaren duurden zijn
proefnemingen en hoewel zelfs zijn
eigen vrouw hem uitlachte, bleef hij
volharden, tot zijn pogingen met suc
ces werden bekroond. Hij verkreeg
toen steun van verschillende zijden en
was zodoende in staat om in Redruth
een gasfabriekje op te richten, al
waar hij lichtgas probeerde te ver
krijgen door destillatie van minerale
en plantaardige stoffen. Het verkre
gen gas had geen erg lichtgevend ef-k
fect en i men zocht daarom naar een
middel om het licht te verhelderen,
zeer goed beseffende, dat er in dit
gas grote mogelijkheden schuilden.
De Engelsman slaagde daarin niet,
maar in andere Europese landen had
men zijn proefnemingen met aandacht
gadegeslagen. Onder anderen was
daar in Duitsland de chemicus Frei-
herr Auer von Welsbach. die van 1859
tot 1929 leefde, die na veel experimen
ten het bij de oudere generaties neg
wel bekende gaskousje uitvond. In
18^5 liet hij gas stromen door een
staand kousje en het effeect was bij
zonder goed Het kousje verspreidde
een zeer helder licht. Dit gloeikousje
was een cylinder van fijn weefsel, in
een oplossing van bepaalde 'zouten
gedrenkt en vervolgens verhit, waar
door een cylinder van as overblijft,
die, op een staafje om een gasvlam
staande of hangende een goed wit
Mcht verspreidt.
Maar zover was men toen in Enge
land nog niet. In 1812 werd het gas
van Murdock geschikt bevonden voor
verlichting en werd een gasmaat
schappij opgericht, na heel veel tegen-,
kantingen van het Lagerhuis! Op
Oudejaarsavond van het jaar 1813
werd de Londense Westminsterbrug
het eerst met gaslantaarns verlicht, ge
volgd in 1815 door verlichting van
het stadhuis Het gas in deze lampen
stroomde vrij uit de pijp en kwam in
een waaiervormige peer, waaruit de
vlam brandde. Zoals gezegd, de uit
vinding van het gloeikousje bracht de
kwaliteit van het licht een eind om
hoog.
De laats+e stap op het gebied van
de verlichting tot nu toe is geweest
die naar de electriciteit. En toch was
electriciteit al in oude tijden bekend.
De naam is ontleend aan elektron
barnsteen (Grieks), waarvan reeds
bij de Grieken bekend was, dat het
door wrijving het vermogen kreeg
kleine voorwerpen aan te trekken.
Aan Thomas Alva Edison komt de
eer toe de uitvinder te zijn van de
kooldraadlamp,- waardoor de electri
sche stroom practisch voor verlich
ting kon worden gebruikt. En toen
men zover was, ontstond er in enkele
jaren tijds een evolutie op het gebied
der verlichting zoals de wereld niet
gekend heeft. In de grootste ver
scheidenheid kan men de gloeilampen
op het ogenblik fabriceren en ook
kan men afwisseling brengen in de
plaats van de lichtbron in de te ver-,
lichten ruimte. Zo wordt de indirecte
verlichting veel toegepast waar het
licht door zoldering of door de wand
teruggekaatst, dienst doet. Vooral in
bioscopen, schouwburgen, enz., maakt
men van deze indirecte! verlichting
gebruik. Neon- of vacuumlampen ge
bruikt men voor reclamedoeleinden,
terwijl bij feestelijke gelegenheden
openbare gebouwen door z g. flood
light worden bestraald. En zelfs de
kaarsjes van de Kerstboom zijn ver
drongen door de electrische kaarsen!
Tegenwoordig begint ook de
z.g n. T.N.-buis op het terrein der ver
lichting aan belangrijkheid te winnen.
Vele kantoren, werkplaatsen, winkels
en zelfs keukens in woonhuizen wor
den met deze .daglichtstaven" zoals
een electricien deze lampen populair
noemde, verlicht en de voordelen bo
ven gewone lampen zijn belangrijk
genoeg om er even aandacht aan te
schenken, want het stroomverbuik is
miniem, het licht is helderder en lijkt
meer op daglicht en het is voor de
ogen ten slotte minder vermoeiend. Is
het te verwonderen, dat deze T.N.-,
buizen thans op grote schaal gefabri
ceerd worden, o.a. in onze grote
„licht"-fabriek in Eindhoven?
Waneer we nu nog terugdenken aan
de brandende takken, die onze verre
voorouders gebruikten voor verlich
ting en we zien nu 's avonds een fa
briek verlicht met T.N.-buizen, dan
mogen we dankbaar erkennen dat
tenminste één uitvinding die van
het electrische licht een ware ze
gen is geworden voor de gehele
mensheid.
Ariëns Schoenenhuis Broersvest 54
Schoenen voor geheel Uw gezin