ooooooooo DE VROUW DIE NIET VAN KINDEREN HIELD l J ASTBOSCH Schrijvers Pr ed Ikbenrten SsS^t Kinderdagtocht naar OOOOOOOOOO DAT KOMT ER VAN 19.75 Het sal niet lang meer fC nOf duren oi ook U krijgt 'w P^la dij TELEFOON 66731 - ROTTERDAMSCHEDIJK 256A - SCHIEDAM U kunt er de gehele volgende week nog van profiteren 1 NED. HERVORMDEGEMEENTE. Predikbeurten voor Zondag 29 Juli 1951. Evang, Luth. Gemeente, Schiedam, Zondag 29 Juli, 10 uurt da. G, Faflé, Amsterdam, Ned, Protestanten Êond, AfdSchiedam, Westvest. Zondag 29 Juli, 10,30 u.i ds, P. J, Sarnauw, Schiedam, Oud Katholieke KerkDam 38, Schiedam, Zondag 29 Juli 1931, iö uur Hoogmis Van de elfde Zondag ha Pinksteren. Woensdag 1 Augustus, 9 uur V:fti,i H. Mis. Ned, tiert). Geref. Émng,, taai ïiüoii, N, tinnen 33?. Zondag 29 Juli, 10 ti, v,m,i Hr, Wildschut, Delfshaven 4 uur mm,: ds, Abma, Delfshaven, M. C. de MOOR Tekfto^ 673504a Pedicure M. H. DRIES-HOEBOER BOERHAVELAAN 86 WOLLEN DEKENS 23.90 WONING INRICHTING f FEUILLETON Ze rolden over elkaar heen. Dan rende de hond de tuin In, uitnodigend blaffend, ue jongen volgde schoorvoetend, terwijl hij zorgvuldig een oogje op de man bij de auto gericht Hield, leder ogenblik gereed om terug te rennen naar de straat. De hond reilde heen ert Weer tüsseh auto en johgen. „Kom", zei Ted met de vingers knip pend. „We gaan wandelen". „Wandelen" was het lievelingzwoord voor de hond. Hij liep met zijn nieuwe vriend mee en keek nog eens onderzoe kend om. Morgan zwaaide naar hem en toen rende de hond met een vreugde- gehuil de straat op. op het punt te weigeren besefte Mor gan het diepe verlangen in het verzoek. Eh een fiets lfc gemaakt om er op te rijden. Hij kon hlet weigeren, Het was eigenlijk zo'h klein verzoek en het bete» kende zoVeei Voet de jongen, „Alleen het blok om 7" „Heüs, meneer," Vooruit dan maar," „Fijn I Dank wel." De jongen straalde, Hij reed de fiets naar buiten met de meeste zorg. Hij gooi de een been over het zadel en keek nog eens verheerlijkt om. maken. Het wachtte kennelijk op Jon genshandjes om het te verzetten, om links en rechts te grijpen en rommelig te maken. Er lag zelfs een fris gewassen en gestreken pyama op het hoofdkussen, Morgan schraapte zijn keel. „Elsa, laten we dit toch opruimen. Stuur het naar een weeshuis. Stuur het ergens heen, maar doe dit de deur uit. Er zijn duizenden „Ze wilde niet. Ze wil geen dokter, Alles wat te wil, is alleen .gelaten te worden." „Eti U maakt ileh daar ongeruat ever," „Ontzettend ongerust," De dokter stopte een pijp en schoof Zijn tabakszak naar Morgan, „Dank Ü"i zei Morgan, t.lk heb de tijd voor Zei de dokter achterover leunend. „Mijn praettjk is nog niet te groot* de korte tijd dat ik mij hier vestigde. Doe rustig aan eft Vertel me wat er aan de haftd la, ,,tk Wordt vijftig de volgende maand"( zei Morgan, zijn pijp stoppend, „Mijn vrouw is een jaar of wat jonger. Wa hielden van elkaar toen we trouw den en bleven van elkaar houden. Onze omstandigheden waren goed en onze in zichten kwamen vrijwel overeen. Het enige gemis was: kinderen." iXii btad ock ujxoa. Uw- Adu-eAtentitó. Verzamelen op MAANDAG 6 AUGUSTUS a.s. s'morgens 8.30 uur bi] »HET NIEUWE STADSBLAD« LOUISE DE COLIGNYSTRAAT 15 Toegangsbewijzen meebrengen s.v.p. - Alle kinderen krijgen nog speciaal nader bericht over vertrek en aankomst, per post thuis. Tot ziens dan tot 6 Augustus a.s. JONGENS EN MEISJES wat zullen we allemaal een prettige dag hebben, 'n Snoepjeen de touringcars rijden op limonade inplaats van benzine. Dus.dorst zullen we vast niet hebben WEL VEEL PLEZIER Dank zij onze SCHIEDAMSE WINKELIERS die jullie dit pretje bezorgen. Ii.'v ■Hi WONING INRICHTING WONING INRICHTING SCHIEDAM Tot en mat 4 Augustus a.s. geven wij nog 15'/» KORTING bij aankoop van 5. Dit doen wij speciaal om ook de klanten met maandsalaris in de gelegenheid te stellen, te profiteren van deze grote korting op onze toch reeds lage prijzen voor prima kwaliteiten in: Lakens, Slopen, Baddoeken, Badhandjes, Tafelgoederen, Tricotages, Kousen, Sokken, Brelwol, Ondergoed, Graslinnen, Katoen, Flanel, enz. 15°/o KORTING BETEKENT: VOOR ƒ5.— KOPEN en ƒ4.25 BETALEN. Grote Kerk. 10 uur: ds. P. Keyzer, Maasland. 5 uur: ds. G. E. W. Huugven, Rotterdam. Jeugddienst; „Ik en mijn naaste". Nieuwe Kerk. 10 uur: ds. A. Hoffman. 5 uur: ds. J. G. Jansen. Westerkerk. 9 uur: Hr. P. Kloosterman. 10.30 uur: Hr. P. Kloosterman. Vredeskerk. 9 uur: ds. J. Gras. 10.45 uur: ds. J. Gras. J eugdkerk, Nieuwe Haven 155. 10 uur: Hr. H. Ysselstein. Gemeente Ziekenhuis. 3 uur; dl. W. A. Krijger. Medisch Gedipl. Chlropodiste HOOGTEZON BESTRALINGEN MANICUREN Algehele voetverzorging, ook op medisch advies. Als men zich met andere vrouwen gaat ophouden, komen er praatjes. Dit ondervond een onzer bekende Schiedammers verleden week in Noordwijkzee. Zo U verleden week in dit blad gelezen hebt, had de vrouwtjeswalvis tegen Ariëns gezegd, blij te zijn van dat indringerige walvisheerschap af te zijn. Hierom nu, draaien in NooTdwijkzee alle praatjes. Tarzan Ariëns is daar de held van de dag, door de geweldige dolkstoot, waarmede hij zich zelf op het laatste nippertje het vege lijf redde. De kranten In Noordwijkzee, wijdde hieraan ver leden week een halve pagina, met als vette kop: „Ariëns de bekende schoenleverancier uitgeroepen tot Koning der walvissen". Alle vrouwtjeswalvissen liggen nu aan het strand in Noordwijkzee, om een glimp van hun nieuwe Koning op te vangen. Dit is de tweede koningstitel welke onze Schiedam mer gewonnen heeft. De eerste is: ARIENS DE KONING DER PASVORMSCHOENEN Deze titel heeft hij gewonnen door het grote aantal burgers welke schoenen dragen.... tenminste pas vormschoenen en dan nog wel voor het gehele gezin van ARIENS SCHOENENHUIS BROERSVEST 54 VOOR ALGEHELE VOETVERZORGING één adres Telefoon 68653 medaillon dessin In effen Pasteltinten. BROERSVEST 68-70 C/~|||FnAM HOOGSTRAAT 97 DOOR J. RONALD Hij kwam vroeg thuis, want hij had zorg over zijn vrouw, maar toen hij het huis bereikte aarzelde hij om naar bin nen te gaan. Alles wat hij kon verwach ten was een vreugdeloze groet. Hij be sloot in de tuin te gaan werken tot etens tijd. Elsa zou hem wel zien vanuit het raam. Als ze hem nodig had zou ze hem wel roepen. Maar hij wist, dat ze hem niet zou roepen. Ze had hem niet nodig. Alles wat ze wilde, was alleen gelaten te worden. Toen hij uit zijn auto klom begon een hond te huilen en te blaffen en aan zijn touw te trekken. Hij aaide de zijdeachtige haren en de hond rilde van plezier, Bruno had een beroerde dag achter zich, vastgebonden aan zijn hok mei een eind touw en niemand die zlöh voor hem inte- resseerde, Maar la een oogwenk vergat hij eljn leed bij de thuiskomst van zijn baas, „Zo, ouwe jongen", zei John Morgan, „je hebt ook weinig aan «o'n leven, hlet?" Hij maakte het dier los en de hond reilde wild lh de rondte Uit pleéiet over zijn herwonnen vrijheid. Morgan keek itt de tuin, In de hooP er iets te doen te vinden. Maar hij had leder bbompje eh struikje verzorgd, de paden geharkt, het gras gemaaid en kon niet ontdekken, wat er hog te doen kón zijn, De garage? Nee, daar had hij al ver» schillende middagen aan besteedt om haar In orde te brengen. De auto dan. Hij had hem enkele dagen geleden al ge poetst maar een regenbuitje had er wat plekjes en strepen op nagelaten. Als hij hem met een droge doek oppoetste kon hij daar wel een paar uur mee zoet- brengen. Hij hing zijn jas en vest in een hoek van de garage en stapte in zijn overall, Onderwijl viel zijn oog op een fietsje dat tegen de muur stond en het werd hem zwaar te moede. Het was een jongensfiets voor een flinke jongen van omstreeks 8 jaar, maar nog geen jongen had er ooit zorgeloos op gereden. Geen schrammetje op ihet glim mende chroom of op de helrode lak. De banden waren nog splinternieuw. De fiets stond daar nog alsof hij zo uit de winkel kwam. Hij ging de garage uit met een dot poetslappen. De hond kwam naar hem toerennen, kwispelend en springend, hoopvol naar de weg kijkend en uitno digend blaffend. „Nu niet", zei Morgan, „strakjes". De blik van de hond verraadde, dat deze niet snapte waarom dit nu niet de beste tijd was voor een wandelingetje. De man wierp zuchtend een blik op het vriendelijke, goed-onderhouden bui tenhuis. Hij en zijn vrouw hadden er meer in gestoken dan geld en tijd. Zij hadden er iets van zichzelf in gelegd, maar desondanks keek hij er nu met een gevoel van onbehagen naar. Hij begon de kap van de wagen te poetsen. Met zijn vijftig jaar was hij een gespierde, aangename verschijning. Tot voor kort had hij leder direct voor zich ingenomen door zijn open, vriendelijk karakter. Gedurende de laatste maanden was zijn gelaat versomberd. Morgan had een goede baan bij een grote firma. Hij hield van zijn werk. Zijn positie was verzekerd en later, als hij zich uit de zaken zou terugtrekken, zou hij geen enkele flnantiële zorg kennen. Vissen en jagen zou hij kunnen naar har telust. Tot plotseling al deze vooruit zichten waardeloos werden. De hond schooierde de tuin door naar het hek en keek verlangend naar de be- boomde straat. Dan stond hij stokstijf en keek naeb een jongen die een blikje voor zich uit schopte. Een armoedig jochie. Toen deze opkeek zwaaide de hond uit nodigend met zijn korte staart. De jongen zakte op zijn knieën, stak zijn hand uit en maakte aanmoedigende geluiden met tong en tanden. „Hola", protesteerde hij blij, toen Bruno tegen hem opsprong, „hola, wat doe je nu". Toen Morgan opkeek, zag Hij de jorijgen Haar hem kijken. De jdhgeh was kleifi Vbor zljh leeftijd. Hij stohd daar aarze lend en klaar Voor de vlucht. Alles wat Morgafl te doeh had was te zëggen i „smeer *111" en hij zou weg zijn. Maar Morgan gromde min oi meer vriendelijk eeh groet en ging door met poetsen, Mij hoorde de jongen tegen de hond fluisteren in een jongens-taaltje dat Bruno scheen te begrijpen. De jongen lag weer op zijn knieën en Bruno sprong over hem heen. Zij stoeiden aahter, naast en voor de auto, duikelden over elkaar heen de garage binnen. „Gommes", zei de jongen en Morgan keek op. De Jongen stond te gapen naar de fiets, stil van verbazing. Dan stak hij bevend een hand uit en bijna, maar niet helemaal, kwam hij aan het glimmende stuur. „Gommes", hakkelde hij, „een fiets De man antwoordde niet. De jongen keek achter zich. „Ik heb hem niet aangeraakt, meneer. Heus niet." Buitenreen*ti\ekken van de mond gaf de man geen blijken iets gehoord te hebben. De jongen waagde iets te zeggen. „Een leuke hond hebt U meneer. Hoe heet hij „Bruno", zei Morgan. Zijn toon was bars, maar hij voegde er wat vriende lijker aan toe: „Hoe heet jij". „Ted, maar de Jongens noemen me Sproetje. Ik ben bijna 10, maar ik geloof, dat ik nogal klein ben". „Doet er niet toe hoe groot Je ben, maar hoe je bent, je mag wel aan de fiets komen. Kan me niet schelen". De jongen zuchtte diep. Zijn handen streelden het rode frame. „Geen krasje erop", zei hij opeens, „ik geloof dat Uw zoontje er erg zuinig op is". Morgan's mond trok opnieuw. „Bruno schijnt op je gesteld te zijn. Neem hem maar mee voor een wandeling". „Mag ik dat „Je zult me een plezier ermee doen". „Als hij niet mee wil". „Hij wil wel, als ik het hem zeg". Mor gan aaide Bruno. „Ga met Ted mee, ouwe jongen, voor uit, ga mee". Naar hen kijkend bedacht Morgan dat er niets beter ter wereld was dan een jongen en een hond. Toen zij waren weggegaan ging hij weer aan het werk. Hij stelde na een poosje vast dat al een uur voorbij gegaan was. De jongen en de hond keerden vro lijk terug toen hij zijn handen stond te wassen in de garage. Ted vertelde hem opgewonden over een haas die hen net te vlug was geweest en Bruno zat met zijn tong uit de bek trots van de een naar de ander te kijken. Morgan tastte in zijn zak naar een kwartje. Ted keek er naar maar maakte geen beweging het aan te nemen. „Het is voor jou. Je hebt het verdiend". „Het was leuk met Bruno. Daar hoeft U me niet voor te betalen". „Neem het maar. Je hielp me". De Jongen keek naar de flets. „Ik wil geen geld hebben, meneer.... maar ik zou wel eens graag op die flets rijden." HIJ zag de blik v«n de man veriomberen en voegde er aan toe: „Ik zei niet ver gaan, Aileeh het huizenblok om. tk zal heus voorzichtig lijn, Uw zoontje zal het met merken", Toen hij het huis bereikte werd de deur geopend en Elsa verscheen met een woe dende haast. Haar mond stond open alsof ze wilde schreeuwen, maar ze gaf geen geluid. Ze greep het stuur en schudde woedend de jongen van do fiets. Hij lag op de grond en staarde versdhrlkt in het woedende gelaat. Dan sprong hij op en rende zonder omzien hot grasveld over. Na een ogenblik van schrik kwam Mor gan naar voren en greep de fiets. Eerst scheen het alsof Elsa het niet wilde toe laten. Ze had de fiets zo stevig vast, dat haar knokkels wit door de huid schenen. Hij wilde spreken doch kon geen woord uitbrengen. „Hoe kan je dat goedvinden'kreet ze, „0, hoe kon je. Tim's fiets. Hoe kon je er een ander kind op laten 7" Hij bracht de fiets weer op zijn plaats en ging op een kist zitten, het hoofd tus sen de handen. Hij zat bewegingloos ln de vellende duisternis, terwijl de hond aan zijn voeten lag en gromde. Ten slotte bracht hij de hond naar zijn hok en bond hem vast. Een verwijtende blik volgde hem op zijn weg naar huis. In de verlaten keuken stonden pannen op het fornuis. Hij dronk wat water en ging naar de eetkamer. De tafel was ge dekt, maar Elsa was er niet. Hij wist waar ze te vinden was. In de kinderkamer. De kamer behangen met scheepjes en roei boten en met bloemgordijnen en een vro lijk bedsprei op het kinderbed. Moeizaam ging hij de trap op. Elsa stond bij het raam en keek naar bulten, maar hij wist dat zij toch niets zag dan beelden uit haar herinnering. Zij was weer kalm. In de kamer stond speelgoed keurig ge ordend op planken. Het bed stond klaar om zo gebruikt te worden. Een Teddybeer leunde tegen het voeteneind. Alles netjes, veel netter dan een kleine jongen het kan kinderen, die „Ja", zei ze, „de wereld is vol kinderen. Duizenden. En ik heb een hekel aan ze, aan allemaal. Want zij leven en mijn kleine jongen is dood." „Gaat U binnen", zei de verpleegster vriendelijk. Morgan legde een oud tijdschrift neer en ging de kamer binnen. De dokter, een energiek type goed in de dertig, keek op met een blik van herkenning. „Ik geloof dat we elkaar al eerder ontmoet hebben." „Bij Uw lezing voor de Stedelijke Ver eniging. Het maakte een grote Indruk op me en daarom ben ik nu hier." „Gaat U zitten. Overigens, U ziet er gezond uit. „Ik kom voor mijn vrouw." „Aha 7 Maar dan had zij ln die stoel moeten zitten." „Een tamelijk groot gemis als je van kinderen houdt." „Ja. En wij voelden dat beiden zeer. Wij spraken er niet over, In het huwelijk «preekt m6n meestRl over de kleine dit' gen. Op haar veertigste verjaardag kv. -m Elsa bij me en zei; „Wel, Ik geloof dat we altijd wel met z'n tweetjes zullen blij ven." Ik kuste haar en deed het met overtuiging." „We hadden te veel levensvreugde om te verzuren in ons gemis. Inderdaad, de leegte was er, maar wij maakten ervan wat ervgn te maken) was. En toen, toen we alle ihoop hadden opgegeven, vertelde onze huisdokter dat Elsa in verwachting was. Ik geloof niet dat een van ons bei den het direct durfde geloven. Het was... te mooi om waar te zijn." Hij haalde een foto te voorschijn en gaf hem aan de dokter. Het was een kleine jongen in korte broek. Zeven of acht jaar oud, met stevige benen en een vrolijk gezicht. (Wordt vervolgd). met ruch, 90 cm. breed, per mtr. BROERSVEST 68-70 HOOGSTRAAT 97

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1951 | | pagina 2