De gemoedelijke DE DRIE ANKERS Hengelaar. Fondantborstplaat 250 gram van 49 voor van I 5.- waren VAN WOE RKOM Schiedam, Hoogstraat 37, Tel.67437 De dubbele bril onder de loupe. LM.J. Re* 19 faiterno Vakkundige voorlichting en plaatsing. oranjestraat 13 tel 65673 broersveld 137-139 tel 67736 Eventueel prettige betalingsregeling} Als onvermoeid zwerver in het polderland rondom onze stad heb ik vele malen kennis ge maakt met die eenzame, zwij gende figuren langs onze vre dige vaarten en vlieten: de hen gelaars. Zij zijn langzamerhand mijn vrienden geworden. Ik heb hen leren kennen als levensfilo sofen, die hun gemoedsrust aan de waterkant gevonden hebben. Zij zien er niet altijd even oog lijk uit. Hun kleren zijn niet bepaald geschikt voor het keu rige salon, maar destebeter voor hun modderige en natte escapa des in een dikwijls grillig kli maat. Hun taal is meestal geen gekuist Nederlands. Wat zij te vertellen hebben, getuigd ech ter zowel van gezond verstand als van 'n evenwichtige ge moedsgesteldheid. Het laatste danken zij waarschijnlijk aan hun rustige liefhebberij en aan hun contact met de natuur. Htm gesprekken heb ik nooit verve lend kunnen vinden. Want zij hebben mij altijd iets nieuws en belangwekkends kunnen mede delen. Al mag dan het vissers latijn niet ontbroken hebben, dan hadden zij toch meestal zo vele vissersavonturen beleefd en zovele natuurhistorische ont- cekkingen gedaan, dat ik steeds weer heb moeten genieten van him anecdotische-aanschouwe- lijke verteltrant. Ons waterlandje is uitermate geschikt voor al die fuikenzet- ters, peueraars en hengelaars 1 Ik acht hen de meest tevreden mensen van onze kleine, overbe volkte samenleving. Zou in deze richting wellicht een niet te onderschatten arbeids-therapie voor de vele moderne neurosen van onze neurasthenische tijd genoten liggen •Or Dezer dagen kwam mij een oud, Engels boekwerk in handen, dat in 1655 het licht had gezien. Het bleek een handtekening te zijn, speciaal samengesteld voor de broederschap der hengelaars „The Compleat Angler" heette het, geschreven door een zekere heer Izaak Walton. Hij was al lang niet jong meer, toen zijn levenswerk verscheen. Zestig lange, moeilijke jaren had deze auteur reeds achter de rug. Het tijdperk waarin hij geleefd had, was één der woeligste in de Engelse geschiedenis geweest. Hij had zijn eerste vrouw en ze ven kinderen door de dood ver loren. Deze man nu, die zijn hele leven lapjes had verkocht hij was n.l. manufacturier moet een volleerd visser geweest zijn. Doch groter dan zijn deskundig heid op hengelaarsgebied, was zijn dankbaar en blijmoedig hart. Hij is het klassieke type geworden van de gemoedelijke hengelaar. Van het begin tot het einde ademt „The Compleat Angler" een geest van blijmoe digheid en vredig filosofisch levensgevoel. En in elke hengelaar steekt iets van deze Izaak Walton. Brief aan de Redactie van het Nieuwe Stadsblad. De hartekreet van een bedroefde hengelaar Voor ons ligt een brief van onze verder onbekende hengelaars vriend, de heer J. uit de Prins Fred. Hendrikstraat. Het is een bedroefd, doch geen verbolgen epistel, tevens een hartekreet Deze gemoedelijke hengelaar had het avontuurtje van het „Ongedachte Weerzien onder onze stadsrook" gelezen en hier op onmiddellijk gereageerd met een vriendelijk verzoek de des betreffende autoriteiten door middel van een stukje in „Het Nieuwe Stadsblad" onder de ogen te brengen de deplorabele toestand van het viswater, de Poldervaartwaarin zich wèl water maar géén vis schijnt te bevinden. De heer J. verteld dan in zijn brief, dat hij een groot liefheb ber van vissen is en dat hij somwijlen zijn echtgenote mede- neemt. Want de frisse buiten lucht en de rust der vrije natuur zijn twee gezonde dingen, weet U! Vier weken lang heeft hij aan één stuk op de bewuste plek ge vist. Maar het succes bleef uit. Dat komt schrijft hij, omdat men uitsluitend UITlaat en geen wa ter INlaat. Bovendien zou er ge durende 3 weken bij het stoom gemaal „De Vijf Sluizen" een net dwars door de Poldervaart gespannen geweest zijn, hetgeen ook al niet erg bevorderlijk voor de visstand aldaar genoemd mag worden. Dat men regelmatig eens wat méér vis uit de Maas dóór laat, is tenslotte de vurige hartekreet van deze visserman. Want, de Poldervaart is voor velen zulk een prachtig viswater, vooral voor de oudere stadgenoten, die niet mee zo ver kunnen gaan -Gr De redactie van „Het Nieuwe Stadsblad" hoopt zowel de heer P. J. J. als de gehele broeder schap der hengelaars met het hierboven gepubliceerde een dienst bewezen te hebben. Over de technische mogelijkheden van het gewenste is zij echter niet tot oordelen bevoegd t/m Dinsdag idem er PIKE NORTON WILLS „Meestal wel", luidde het antwoord. De dubbele of de zgn. dubbel focus bril, wordt hoofdzakelijk gedragen door mensen die en op afstand en voor nabijheid dienen te worden gecorrigeerd. Voor deze afwijkingen zijn ver schillende uitvoeringen van dubbelglas te gebruiken. Dit kan voor een ieder die van deze glazen gebruik moeten maken verschillend zijn. Wij raden U dan ook aan dit uitvoerig, met Uw opticiën te bespreken, zodat ook voor U de juiste uitvoering genomen kan worden. Om het gebruik van dubbele glazen tot een genoegen te ma ken, is het van zeer groot belang dat deze vakkundig en met de meeste zorg, individueel wor den opgepast, d.w.z. op de juiste hoogte middelpuntsgronden e.d. Dit vereist de grootste zorg en vakmanschap. Het dragen van dubbele glazen geeft grote voordelen op dege nen die hier geen gebruik van maken. Stel U maar eens voor, U bent in gezelschap of moet 'n lezing houden. Toezicht uitoefe nen op personeel of werk ver richten dat vereist dat U er dichtbij en veraf moet zien met korte tussenpozen. U zoudt dan verplicht zijn twee brillen bij U te hebben en deze te verwisse len naar gelang de afstand die U nodig heeft om iets goed te zien. Dit i: zeer hinderlijk en kost veel tijd. Met dubbele gla zen is dit alles niet meer nodig. U heeft dan a's het ware Uw ogen uit Uw jeugd terug. Want U kunt dichtbij en veraf zien, zoals het zich voordoet. Dan kunt U inderdaad met de mees te waarheid zegden: inderdaad met een dubbele bril 'n BETER ZICHT. E. M. J. Re* 6 Vulcan* 60 Davo 122 Becker* 36 Becker* 60 Vuleana 65 Arlsto 23 FEUILLETON (IX) Het aanvankelijk zo glunderende gezicht van inspecteur Verberne kreeg langzamerhand een ernstige uitdrukking. Hij luisterde met grote aandacht en liet af en toe door een handgebaar zijn goed- of afkeuring blijken. Toen Peter zijn relaas beëindigd had, greep de inspecteur naar een doosje sigaren en presenteerde. Zelf nam hij er ook een en terwijl hij er langzaam de punt afsneed, merkte hij op: „Je had al eerder moeten komen, Moldering". Peter haalde ongeduldig zijn schou ders op. „Stel, dat ik vanmorgen, nadat het telegram gekomen was, op het bureau was verschenen. Jul lie zouden mij dan waarschijnlijk op de schouders geklopt hebben met de opmerking: maak je nu niet onge rust. Het komt wel in orde. Dat meisje heeft natuurlijk een goede tip gekregen en ze heeft vermoede lijk niet de tijd gehad jullie even te waarschuwen. We zullen wel eens rustig uitzoeken wat er aan de hand is. Maak je nu niet ongerust en ga rustig naar huis. Heel langzaam zoals dat voor een onbelangrijke zaak gaat zou het politieapparaat in beweging gekomen zijn. En tegen de tijd, dat jullie op volle toeren draaiden, was het voor Milly mis schien al te laat geweest. Ik Verberne hief bezwerend zijn hand op. „Niet zo doordraven, Petertje", vaderde hij. „We behoeven er niet bij stil te staan, wat er gebeurd zou zijn, als je de politie eerder gewaar schuwd had. Dat is niet gebeurd, dus.... zand er over. We zullen nu de overtredingen, waaraan jullie je schuldig gemaakt hebben even over het hoofd zien en trachten tot de kern van de zaak door te dringen". Hij pauzeerde even en deed een paar trekken aan zijn sigaar. Met ken nelijk welbehagen zag hij de blau we rookwolkjes opstijgen en ver volgde dan: „We zullen de zaak in enkele punten samenvatten": 1. Een meisje is verdwenen. 2. Geen van haar kennissen schijnt te weten waar ze uithangt. 3. Er komt een telegram, waarin ze meldt, dat het wel even kan du ren, voor ze terugkomt. 4. Er komt een brief voor haar, waarin ze gewaarschuwd wordt tegen een zekere Gerard Ver- DOOR duynen. 5. Ze is in het gezelschap gezien van bovengenoemde persoon en later samen met een Griek, Per- pagos genaamd. 6. Perpagos blijkt Peter voor een ander aan te zien en is doods bang voor hem. Dit zjjn in het kort de feiten. Heb ik soms iets vergeten Hij keek vragend het kringetje rond. „Ik ge loof het niet. Weet jij nog iets Rog?" vroeg Peter. „Behalve dat Milly Pe ter eens gevraagd heeft haar in ken nis te brengen met enkele figuren uit de onderwereld, weet ik ook niets meer", zei Robert nadenkend. „O ja", vervolgde hij ineens leven dig „Peter heeft wel verteld over Jetje, maar dat hebben we nog niet in de rij van punten opgenomen". „Juist", zei de inspecteur goedkeu rend. „Dat wordt dus punt vijf. De oude punten vijf en zes schuiven op en worden respectievelijk zes en zeven". Hij noteerde alles ijverig, keek de korte notities nog eens peinzend door en zei dan: „Zonder de archie ven en specialisten van het hoofd bureau de zitting voortzetten?" Pe ter durfde niet te protesteren tegen dit uitstel. Hij zag ook wel in, dat al was hij er nu van overtuigd, dat de tijd drong, de inspecteur nog niet daarvan overtuigd behoefde te zijn. En deze moest tenslotte de volgende stap zetten. „Hoe laat?" informeerde hij. „Om negen uur. Schikt dat jullie Ro bert trok een bedenkelijk gezicht. „Ik moet morgen werken en weet niet of ik me vrij zal kunnen ma ken. Maar jullie kimt het toch wel samen af Ik hoor later wel van Peter, als er iets bijzonders is". Inspecteur Verberne knikte. „Dan zullen we het daarop houden". Zijn echtgenote stond op en bood de he ren in haar charmante mixture van Frans en Nederlands een borrel aan. „Het is wel erg laat", zei Peter wei felend. „Wij doen jullie daar Verberne lachte zijn bezwaren weg. „Geeft niets" zei hij. „Wij gaan toch altijd laat naar bed. Vertel eens Pe ter", vroeg hij zich zo lui mogelijk uitstrekkend in zijn fauteuil. „Hoe maak jij het tegenwoordig Peter Moldering zwichtte. 0~k 1 ij maakte het zich wat gemakkelijker en be gon te vertellen. Het gesprek werd zo interessant, dat niemand op de tijd lette, totdat Peter ineens con stateerde, dat het al half één was. „Wat denk Je ervan, Rob, zullen we eens opstappen Robert kwam uit zijn luie houding overeind en stond ook op. „Verberne, we zien elkaar morgen weer op het hoofdbureau".' Zij namen afscheid van hun gast vrouw en gastheer en snorden even later in de jeep naar huis. Robert die niet gedronken had, had het stuur in handen genomen. Ter wijl hij het wagentje door enkele bochten trok, merkte hij op: „Ik ge loof dat we aan Verberne een goede hebben". Peter knikte afwezig. „Het is een prima kerel", gaf hij toe. „Maar of het lukken zal. Hoofdstuk VII. „Ha, die Peter", begroette Inspec teur Verberne de volgende morgen de blonde journalist. „Morgen, Ver berne" antwoordde Peter. „Heb je nog iets nieuws Ga er eerst een3 bij zitten", nodigde Verberne hem uit „Ik heb het een en ander gevon den, dat nogal vreemd licht werpt opu deze zaak". „Vertel op", drong Peter aan. „Ik heb eerst laten na zoeken, wat we weten over Gerhard Verduynen. Is dit hem Hij overhandigde Peter een foto, die hij nauwkeurig bekeek. Hij doet me sterk denken aan de man, die ik eens in een dancing met Milly ge zien heb. Ik weet natuurlijk niet ze ker of dat Verduynen was". Ver berne knikte. „Hij is negen en twin tig jaar oud, werd in Utrecht ge boren als tweede zoon van een no taris. Hij doorliep in Utrecht de H.B.S. en is toen reeds voor kleine zaken met de politie in aanraking geweest. Hij studeerde hier in Am sterdam, maar werd na enkele maanden wegens wangedrag in de collegezaal van de universiteit weg gestuurd. Hij probeerde daarna het ene baantje na het andere, kwam in aanraking met mensen, die hem tot spelen verleidden; stal een kleine som geld van zijn baas en werd tot drie maanden gevangenisstraf ver oordeeld. De gevangenis deed hem niet goed. Hij kwam van kwaad tot erger en werd zelfs eenmaal in hechtenis -genomen, verdacht van handel in verdovende middelen. Hij werd echter vrijgelaten bij gebrek aan bewijs. Vermoedelijk houdt hij zich daar nu nog mee bezig, maar bewijzen hebben we niet. En dan hebben we hier Perpagos. Hij is inderdaad een Griek, en een verdraaid gladde vogel. Wordt even eens verdacht van handel in verdo vende middelen en tevens van.... handel in blanke slavinnen!" Peter schrok. „Is dat zeker vroeg hij hees. „Als Milly in zijn handen gevallen is Bezwerend hief Verberne zijn hand omhoog „Dat is nog helemaal niet gezegd. We hebben daarvoor niet het minste bewijs. Verder hebben we sinds korte tijd al het oog op de „Drie Ankers" als een mogelijk cen trum van verkoop van cocaïne. Er zijn al mensen op af gestuurd, maar die hebben nog geen succes gehad. Men schijnt daar te ruiken, dat iemand van de politie komt. Uit de opgemaakte rapporten blijkt niets bijzonders en als onze mensen er lang achtereen durven komen, wor den ze er op een goede keer uitge- bonjoerd". Hij zweeg even en vervolgde dan: „Nog steeds begrijp ik niet, waarom Perpagos zo'n schrik voor jou had. Hij kan niet geweten hebben, dat jij met het meisje Van Zanten in relatie stond." Peter deed nogmaals uitvoerig het verhaal van hun in braak. Toen hij vertelde, dat Per pagos hem met een vreemde naam aansprak, onderbrak Verberne hem snel. „Hoe noemde hij je Dat weet ik niet precies meer", bekende Peter. „Zoiets van Harbange of.... Har- langeNiels...." Hij zweeg. „Niels Harbange of Harlange", her haalde Verberne nadenkend. „Nee, die naam ken ik ook niet. Ik zal hem echter noteren, dan kan het eens in het archief nagezien wor den. Weet je wat ik niet netjes vind vroeg hij opeens. „Dat jul lie die Perpagos zo maar hebt laten liggen". Peter trok een ongelukkig gezicht. „We wilden gauw wegkomen", be kende hij, „omdat we geen goede reden op konden geven voor ons verblijf op die kamer. Bovendien dacht ik zo half en half. dat hij maar wat comedie speelde". Verberne trommelde met zijn knokkels op het tafelblad. ,,Ik weet niet wat ik hier van denken moet. Het is zo helder als modder". Hij zuchtte eens diep. „Als jij nu eens meegaat naar Per pagos", stelde Peter voor. „Mis schien komen we dan wat verder". „Als we hem tenminste nog vin den. Dergelijke lieden houden er doorgaans niet van, dat hun schuil plaats bekend is. Ik ben bang, dat hij al gevlogen is". „Ik heb mijn jeep hier", stelde Pe ter aarzelend voor. „Zullen we Toen Verberne niet onmiddellijk antwoordde voegde hij er aan toe „We kunnen dan ook meteen een bezoek brengen aan Verduynen". Verberne knikte nu. Samen reden ze naar het adres, waar Peter, Robert en Jaap de vo rige avond al geweest waren. Peter belde aan. Ze wachtten, maar er verscheen niemand. Weer belde Peter en tevens trommelde hij on geduldig op de deur. Een buurman stak zijn hoofd om de hoek van de deur. „Ik heb hem nog niet uit zien gaan", deelde hij ongevraagd mede. ,,Ts hji vroeg op?" WILT U MEER OVER UW OGEN WETEN HIERVOOR BESTAAT GELEGENHEID Gedurende de maanden October, November, Februari, Maart en April houdit Opticiën De Bruin iedere Vrijdagavond een populair wetenschappelijke verhandeling over het gezichtsvermogen, in een speciale voor dit doel ingerichte studio, die gebouwd is onder de zaak op Oranjestraat 9. In de pauze wordt thee geserveerd en is er gelegenheid tot vragen stellen. Er worden enkele films vertoond. Bent U lid van een olub of personeelsvereniging: Spreek met Opticien De Bruin. Er kunnen speciale avonden worden besproken voor clubs of verenigingen. Verzuim niet zo'n avond eens mee te maken, 't Is zeer leerzaam en interessant. Op aanvraag wordt U een toegangsbewijs voor één of meer personen toegezonden Bij voorbaat wordt U reeds nu 'n hartelijk welkom toegeroepen door O. DE BRUIN ORANJESTRAAT 9 SCHIEDAM „Maar vanmorgen heb ik nog geen teken van leven gozien. Misschien is hij wel plotseling vertrokken. Die Grietmans is zo'n rare". „Hoe noemde je hem vroeg Peter verbaasd. „Grietmans, natuurlijk", zei de man verbaasd, „waarom vraagt U dat?" De beide mannen keken elkaar een ogenblik aan. „Hoe ziet hij er uit?" vroeg Ver berne. De persoonsbeschrijving stemde overeen met de voorstelling, die Peter van de Griek gekregen had. „Hij is het en hij woont hier onder een valse naam" meende Pe ter. „Ik vind het vreemd, dat hij net doe alsof hij niet thuis is. Ernstig keek Verberne hem aan. „Hoe heb je hem gisterenavond ach ter gelaten 7" vroeg hy met klem. „Hij was vermoedelijk alleen maar flauw gevallen", verdedigde hij zich zwakjes. „We moeten binnen maar eens een kijkje gaan nemen", be sliste Verberne. „De omstandighe den in acht genomen, vind ik dat verantwoord". Hij toonde de buur man zijn penning. „Politie" zei hij kort. „Hoe kunnen we hier naar binnen komen „U kunt bij mij misschien over het balcon gaan", stelde de man voor. „Dat zullen we eens proberen", be sloot Verberne. Ze volgden de man naar binnen en gingen achter hem aan een trap op. Door een achter kamer kwamen ze op een balcon- netje, dat door een houten schut ting in tweeën gedeeld werd. D* andere helft behoorde aan het huis, waarin Perpagos verblijf hield of had gehouden. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1953 | | pagina 2