DE PAPAVER
JwedrndaQ
Een wasmachine nodig?
TH. ENGERING
Rijwielen
Met adverteren
mlÊmrn
STOFFENHUIS v. d. LEEDEN
Onschuldig op het Duivelseiland....!!
MATTHIJSSEN
MOTOREN
'n AARDIG STOFJE
BEKENDMAKING
hét is weer bijna
o-
sf
J""
V'
en natuurlijk ga je haar eens leuk verrassen
Rubensplein 20
Tel. 69701
P. J. Troelstralaan 113
Tel. 55328
LEVERT U:
ROBUSTA, BICO, ERRES AEG, MIELE,
EDY, enz.
in rond en vierkant model vanaf 189.—
Bijpassende CENTRIFUGES.
GASFORNUIZEN:
in: HALLER, SENGKING, ETNA enz.
GASCOMFOREN met bijpassende tafels.
WRINGERS:
in: ERRES, MIELE, ACME en LINCOLN
HAARDEN en KACHELS in alle bekende
merken.
Desgewenst gemakkelijke
BETALINGSREGELING
Op veler verzoek geven wij vanaf heden de
bekende KES-ZEGELS.
De rolschaats zegels kunt U ten alle tijde
omwisselen bij ons voor KES-ZEGELS.
aparte afdeling
JUNCKER - CYRUS
HULPMOTOREN
Centro, H.M.W., Berini, Cyrus.
MOTOREN
James, Salira, Victoria, T.W.N.
SCOOTERS
T.W.N., FAKA 150 cc. v.a. 1495.-
Vraagt inlichtingen over ons
SPAAR- en BETALINGSSYSTEEM
ST. LIDUINASTRAAT 78 TEL. 68156
werden de grootste zaken gebouwd,
met niet-adverteren de beste vergeten.
Adverteer daarom in
„HET NIEUWE STADSBLAD"
DE MEEST GELEZEN GRATIS
KRANT VAN NEDERLAND.
0nze „grotere maten" aan de beuri
K 3210 S i
102-108-114
120-126 m
BROERSVEST 10
9
O
H
73
V
Ze staat immers altijd voor jullie klaar. Nu breekt voor haar de dag aan om eens heerlijk niets te doen
Dan krijgt ze van jou een stevige pakkerd eneen cadeautje.
Kom maar eens naar ,,DE PAPAVER", dan zoeken we samen een leuk cadeautje uit. Wat we allemaal hebben?
Parfum, Eau de Cologne, luxe zepen, crèmes, byouteriën etc.
v -1» .v'-"v A -jt
'ï'iV rr".?.'
Korte Dam 3 H.A.V. Bank Galarij Swammerdamsingel St. Liduinastraat 56 Dr. Wibautplein 81
1-M't,
WIJ GEVEN
K 3209 t/ri
102-108-114 'j
120-126
K 3209 Van streepstol dit vlotte
japonnetje met kort aange-
knipte mouw. Ben. voor 108 cm.
bovenw. 3.25 m. stof van 90 cm. 1
breed. Patr. verkrijgbaar in de
aangegeven maten ad 0,85 bij
vooruitbetaling.
K 3210 Deze elegante overgooier I
met blouse is wel heel speciaal
geschikt voor onze grote maten.
De blouse heeft een opstaand
kraagje en een ingezette mouw.
Ben. voor 120 cm. bovenw. voor
de overgooier 2.75 m. stof van
90 cm. breed en voor de blouse
1.75 m. stof van 90 cm. breed.
Patr. verkrijgbaar in de aange
geven maten ad 0,85 bij
vooruitbetaling.
De patronen kunt U bestellen
per briefkaart, waarop aan de
adreszijde het verschuldigde
bedrag aan postzegels is ge
plakt Vermeld op de brief
kaart duidelijk het nummer
en de bovenw. Deze briefkaart
adresseert U aan: Bella Pa
tronen Service, Kr. Nieuwe
Gracht 66, Utrecht
Indien besteld per „Bella Pa
tronen Expresse", d.w.z. van
daag besteld, overmorgen ln
huis, dan plakt U 1,aan
postzegels bij.
Dit model is uit I'ella-Mode
Het Nieuwe Modeblad.
zeer geschikt voor dit „BELLA" patroon vindt U bij
15 oktober 1894, 's morgens 9 uur.
De kapitein bij de Generale Staf
Alfred Dreyfus vervoegt zich op het
Hoofdkwartier in de Rue St. Domi
nique. Hij is in burger, volgens op
dracht. Een collega, Kapitein Pic-
quart geleidt hem naar een kamer,
waar enkele stafofficieren bijeen
zijn. Een hunner, de Markies Du
Paty de Clam, verzoekt Dreyfus een
kort dictaat op te nemen. Hij kan
zelf niet schrijven, hij heeft zijn
vinger geblesseerd. Dreyfus, hoewel
verwonderd heeft men bij de Staf
geen schrijvers bij de vleet? gaat
zitten en wacht. Du Paty de Clam
dicteert enkele zinnen, betrekking
hebbend op het misdrijf van hoog
verraad.
„Wat scheelt U? U siddert!" roept
Du Paty de Clam plotseling uit, met
theatraal gebaar beschuldigend de
vinger op Dreyfus richtend.
„Ja, 't is koud", antwoord Dreyfus,
nog meer verwonderd.
Kapitein Dreyfus, in naam der wet
U bent mijn gevangene. U wordt be
schuldigd van hoogverraad". De
adellijke stafofficier speelt zijn rol
met waardigheid; het is het hoogte
punt van zijn carrière
Achter een gordijn wacht een ande
re collega, wiens naam door heel de
wereld bekend zal worden om het
aandeel, dat hij in de Dreyfus-zaak
heeft. Hij, Majoor Henry van de In
lichtingendienst, hoort Dreyfus ver
wilderd uitroepen: „Schiet me dan
een kogel door m'n kop". Maar Du
Paty de Clam blijft in zijn rol en
zegt met waardigheid: „Het is niet
aan ons, u te doden".
Een ogenblik aarzelt de beschuldig
de, zijn hand kruipt naar de revol
ver, die bij hem is neergelegd, dan
trekt hij ze met een beslist gebaar
terug. „Neen. Ik wil leven, mijn on
schuld bewijzen". Nu stapt Majoor
Henry van achter z'n gordijn, neemt
Dreyfus officieel gevangen. Korte
tijd later bevindt zich de ongeluk
kige stafofficier in de militaire ge
vangenis van Cherche-Midi.
Ik ben onschuldig
Dat was de ouverture. Richard W.
Rowan beschrijft ze in zijn lezens
waardig werk „The story of Secret
Service". Weinig vermoedden zij, die
de rollen speelden in dit drama, dat
heel de wereld straks toeschouwer
zou worden.
Want alles was keurig voorbereid.
Men had de bewijzen in handen, dat
er een verrader bij de Staf school,
die staatsgeheimen aan de Duitse
militaire attaché verkwanselde. Wie
was die verrader? Majoor Henry, de
man van de Inlichtingendienst, had
het kunnen zeggen: hij had het
briefpapier herkend van zijn collega
Esterhazy, een soldaat van fortuin,
omtrent niemand iets wist, afkom
stig uit het Vreemdelingenlegioen,
die vergaarbak van obscure elemen
ten, en dank zij de schaarste aan of
ficieren na de Frans-Duitse oorlog
bij het staande leger en zelfs bij de
Inlichtingendienst aangesteld.
Het rechtsgeding tegen Kapitein
Dreyfus werd gevoerd op een wijze
met alle rechtsbegrippen volkomen
in strijd. Maar alles moest geheim
gehouden worden: staatsbelang.
Daarom had eigenlijk niemand er
enige notie van, hoe ernstig hier het
recht werd verkracht.
Du Paty de Clam, de deftige staf
officier met z'n voorlief de voor thea
trale effecten, kwam met allerlei
„psychologische" bewijzen, o.a. dat
Dreyfus wel hardnekkig ontkende,
maar dat zijn woorden „niet de
klank der overtuiging hadden"; dat
er in Dreyfus' huis geen bezwarend
materiaal was gevonden „omdat hij
alles van tevoren had doen verdwij
nen". Maar hoe het zij, Dreyfus ont
ging zijn lot niet. Hij werd op sma
delijke wijze gedegradeerd, moest
de „sehurkenmars" maken rond het
carré der opgestelde troepen en
toeschouwers, welke laatsten naar
hem spuwden en hem met scheld
woorden overlaadden.
En temidden van het helse kabaal,
tussen het geroffel der trommen
door, klonk zijn vertwijfelde roep;
„Ik ben onschuldigik ben on
schuldig".
Het recht struikelt op de straten
Dreyfus zat „hoog en droog" op het
Duivels-eiland. Men had er de moei
te voor genomen, de strafwet te wij
zigen, om hem daarheen te krijgen.
Het recht, zich door zijn gezin te
doen vergezellen, werd hem ontno
men.
Inmiddels ging het leven zijn gang.
Een offcier, die op de achtergrond
getuige was geweest van Dreyfus'
arrestatie, George Picquart, opge
klommen tot de rang van overste,
was chef van de Inlichtingendienst
geworden. Op een goede dag lag op
zijn lessenaar een briefje, gericht
aan de Duitse Militaire attaché en
kennelijk afkomstig van een staf
officier. Picquart sprak er over met
zijn chef. Was een Dreyfus bij de
staf nog niet genoeg geweest Hij
wilde de zaak serieus onderzoeken,
welljpht zou blijken dat Dreyfus on
schuldig was.
Zijn superieuren dachten er echter
anders over. Hoe zou de Staf zich
blameren, wanneer zou blijken, dat
Dreyfus ten onrechte veroordeeld
was. Picquart kreeg bevel, over de
zaak te zwijgen. Toen hij het niet
deed, werd hij naar Afrika overge
plaatst. Men stond hem naar het le
ven, maar Picquart versaagde niet.
Er waren anderen, die de moed ook
niet opgaven, onder hen Dreufus'
broer, die het familiefortuin er aan
waagde om de eer van Alfred her
steld en hem met zijn gezin herenigd
te zien. Toen brutaalweg de „Matin"
van 10 november 1896 een afdruk
van het beruchte briefje, bekend ge
worden als het „bordereau" publi
ceerde met de conclusie: Nu kan
ieder zien, dat het in Dreufus' hand
geschreven is, ging de steen eerst
goed aan het rollen. Want het hand
schrift werd wel herkend.... maar
als dat van Maj oor Esterhazy. En de
„Figaro" zorgde voor nadere bijzon
derheden omtrent de handelingen
van deze duistere figuur.
Dreyfus' voornaamste kampioen,
Picquart, was voor de krijgsraad
opgeroepen om Esterhazy's onschuld
te bewijzen. Hij weigerde het, daar
hij van het omgekeerde overtuigd
was. Ook met hem maakte men kor
te metten: men vond uit dat hij
officiële documenten aan niet-offi-
ciële personen had ter hand gesteld.
Hiervoor werd hij op de 13de janu
ari 1898 veroordeeld tot twee maan
den verzwaard arrest.
Dreyfus wordt gerehabiliteerd
Op die zwarte dag toen Picquart,
kampioen voor het recht, door de
rechters de mond werd gestopt, ver
soheen een tot nog toe onbedui
dende krant. „1'AurOre", met een
extra nummer. Het blad was opge
richt door een gewezen pensionaat
houder. George Clemenceau, die
later de bijnaam van „de Tijger"
zou krijgen, en nu reeds vocht met
alle woede van een tijgerjong.
In zijn krant verscheen de bijtende,
gloeiende aanklacht van Emile Zola
die, hoe uiteenlopend het oordeel
over zijn verder oeuvre moge lui
den, voor deze daad de lof van heel
de wereld verdiend heeft, onder de
titel „J'accuse".
Niemand ontkwam aan de zweep;
de rechters in de krijgsraad, de
verantwoordelijke minister, de Staf,
de handschriftexperts, de machten
die stonden achter deze duistere
krachten.. Zola geselde ze, zweepte
ze weg.
Maar ze waren nog niet weg. Er
waren nog rechters in Parijs en
prompt werd hij tot een jaar ge
vangenisstraf veroordeeld. Hij ging
in hoger beroep. De kranten spuw
den vuur en sulfer, en zowaar, men
wist het opnieuw tot een rechtszaak
te laten komen. De laatste stuip
trekkingen waren hevig....
Wanneer Zola in de rechtszaal ver
scheen, zaten daar deftige dames
en heren, die de ganse toehoorders
ruimte in beslag namen. De ge
meenste scheldwoorden en bedrei
gingen werden de schrijver naar
het hoofd geslingerd, hij werd ge
spuwd en gestompt, zijn verdediger
werd door een revolverschot ge
wond. Elk middel werd beproefd,
om de verdedigers van Dreyfus, de
handhavers van het Recht, de mond
te snoeren. Zola, die zag aankomen,
dat hij uiteindelijk toch veroor
deeld zou worden, vluchte naar
Engeland.
Maar Majoor Henry, Esterhazy's
vriend, was nog niet gerust. Nog
doorslaander bewijzen moesten ge
geven worden van Dreyfus' schuld
en daarom vervaardigde hij zelf 'n
„bewijsstuk", maar zo onhandig, dat
de vervalsing met het blote oog
kon worden geconstateerd.
„Le Siecle" publiceerde opzienba
rende onhullingen over de activi
teit van Esterhazy. En deze schurk
achtige figuur begreep, dat het
scherm opging voor de laatste acte
Door de vlucht Onttrok hij zich aan
de schande.
Henry werd gearresteerd en pleeg
de zelfmoord. Du Paty de Clam nam
ontslag. Dreyfus kwam terug van
het Duivelseiland, waar hij bijna
vijf jaar had doorgebracht. Het
moest 1906 worden, voor Alfred
Dreyfus, elf jaar na zijn veroor
deling, in ere werd hersteld met de
rang van majoor en begiftigd met
het Legioen van Eer.
Zijn grote kampioen, Zola, beleefde
dit niet meer. In 1902 was de onver
moeibare strijder voor het recht ge
storven, en zijn stoffelijk overschot
werd bijgezet in het Pantheon.
Frankrijk vroeg zijn grote zoon ver.
geving.... maar tijdens de plech
tigheid vuurde een omstander a bout
portant de revolver af op Dreyfus,
die er bij tegenwoordig was. Hij
werd slechts licht gewond.
De 13e januari 1898 gaf het sein
voor een verwoede, alles omvatten
de strijd, waarin al wat laag en ge
meen was, zich op volle capaciteit
kon ontplooien, maar waarin, zij het
laat, het recht overwon.