liet nieuwe
BOEKENWEEK
TANKERS BOENEN
KANTOORFLAT ALS AFSLUITING VAN
STATIONSPLEIN
Overleg in gevorderd stadiu
m
Dat kouwe zeil iedere ochtend
Sck oon Sck Ledam (lJ
Verschijnt woensdag en vrijdag in Schiedam en Kethel
VRIJDAG 30 MAART 1962
14e JAARGANG No. 26
OPLAGE 26.100 EXEMPLAREN
Over de toekomst van het stationsplein, waaraan wij afgelopen
woensdag een artikel besteedden, valt weer wat nieuws te mel
den. Destijds toen de plannen voor dit stuk stad werden bekend
gemaakt, was er ook sprake van een kloek gebouw, dat tegen de
afrit van de nieuwe brug over de Schie aangebouwd zou worden
als afsluiting van het stationsplein. Ten zuiden van-het gebouw
zou dan nog parkeerruimte versierd met bomen overblijven tussen
Singel en Overschiesestraat.
Brederode gaf perfecte
opvoering
in toneelwedstrijd
31 MAAJIT - 7 APRIL
Twee splinternieuwe schrijvers presenteren zich
Eén week in het jaar staat HET BOEK in het centrum van de
langstelling. Waarom? Omdat de schrijvers dat willen, of de uit
gevers, of de boekverkopers? Misschien ook wel een beetje. De
voornaamste reden is toch echter, dat het boek een taak vervult
die nooit, maar dan ook nooit door film of televisie kan worden
overgenomen. En al verdienen schrijvers, uitgevers en boekver
kopers er een overigens niet dikkeboterham aan, toch is het
boek geen handelswaar. Vraag dat maar aan de minister, die persé
geen omzetbelasting op boeken wil heffen, zelfs al zou u het hem
persoonlijk gaan vragen!
Spaar u echter het spoorkaartje en koop van het geld deze week
eens een boek. Ik kan er zo twee noemen die de moeite waard zijn.
Ze zijn van twee gloednieuwe en nog erg jonge (24 en 28 jaar)
schrijvers. Schrik maar niet! Deze keer geen jongens die, doldriest
en schuimend van jeugd, er bladzijden lang alleen maar moeite
voor doen om hun oudere lezers te choqueren of voor raadsels te
plaatsen.
De Sehiedamse haven een wastobbe; Tankercleaning N.V. de
borstel, die de vuile was schoonschrobt. Of moeten we het moder
ner zeggen: de pulsator, de rusteloze beweger, die de smeerboel van
méér dan een werelddeel met succes te lijf gaat!
Radaktie en advertenties BROERSVEST 125 "Vhiedam 'C 1 v d Klink) telefoon 010-67368 en 63939
Kantooruren: dagelijks (behalve zaterdag) van 9-1 en 2-6 uur
Centrale administratie Randstad-edities: Koornmarkt 34, Delft, telefoon 01730-23627*. Tarieven op aanvraag.
De „Randstad-edities" geven plaatselijke uitgaven in 'Delft,
Schiedam, Vlaardingen, Maasluis, Rijswijk met de rond deze
steden gelegen dorpen en 'n streok-editie voor geheel Westland
Het ziet er naar uit dat het overleg om
trent de bestemming, die het nieuwe grote
gebouw moet krijgen in een vergevorderd
stadium is gekomen. Op deze gunstige
plek in het stedelijke geheel is blijkbaar
het oog van verschillende instanties en
ondernemingen gevallen. Vestiging op
deze plaats is dan ook bijzonder aantrek
kelijk. Het bouwwerk verrijst direct aan
de nieuwe verbinding tussen Schiedam
en Rotterdam en bovendien bijna in het
front van het station. Tal van buslijnen
zullen hier hun haltes hebben en tenslotte
heeft men er zelfs het vaarwater in de
vorm van de Schie voor de deur. Naar
wij vernemen zal hier waarschijnlijk een
flink verzamelgebouw worden gesticht,
een soort kantorenflat, waarin verschei
dene bedrijven, waaronder zeker ook
industriëlen, zullen deelnemen. Daarbij is
het natuurlijk niet uitgesloten, dat b.v.
Als laatste in de reeks heeft dinsdag het
R.K. Toneelgezelschap „Brederode" in de
S:G. Toneelwedstrijd een uitvoering ge
geven.
De jury en de toeschouwers zagen de
Franse thriller „Valstrik voor een man
alleen" van Robert Thomas. Hét bleek
niet alleen voor die man, maar voor het
hele publiek een valstrik. Ieder heeft in
stijgende spanning toegekeken en nie
mand was in staat om voor de laatste
minuut de afloop te raden.
Jan Gudde was de man, wiens vrouw
was weggelopen. Zijn zware hoofdrol
heeft hij met overgave en talent vervuld.
Wat meer zegt: hij greep het publiek en
wist het overtuigend in zijn bedrogen
man-rol te doen geloven. Even sterk was
de greep die commissaris Gilles de Veth
op zijn kijkers had. Hij was een commis
saris, en bovendien een Franse. Cor Gruy-
ters-van Nooyen speelde de vrouw, die de
vrouw niet was, en Jan Daniels de
pastoor, die tegen het eind van het spel
een onvervalste schurk lijkt. Deze beiden
leverden, zowel in hun tekst als in hun
stille spel, een opmerkelijke prestatie.
Martin van Eyk als de zwerver en Stien
van Eyk-Broeren als de verpleegster, wis
ten van hun kleinere rollen ook het beste
te maken.
Met deze uitvoering heeft „Brederode"
een zeer goede greep gedaan.
De prijsuitreiking zal plaatsvinden op 13
april a.s. ook in Musis Sacrum. We kun
nen ons voorstellen, dat „Brederode" en
de andere toneelverenigingen reikhalzend
naar dat ogenblik uitzien.
nuiiuiiiiiiiiiiuHiiiiiiiiHiiiiimiiiiiifiniiiiuiiitumiiiiiiiiiimuiiiiii
I EEN TROPEN-ZUSTER
I schreef nog onlangs aan SIMAVI: i
I „Wanneer men in Holland kon
zien hóé groot de nood hier is en
hóé wij hier met de ons ten dienste
staande, vaak primitieve, middelen,
iedere dag maar doen wat onze
hand vindt om te doen (en dat
is helpen en nog eens helpen), dan j
zou men niet aarzelen om via I
SIMAVI de zo nodige steun te
geven
Het plaatselijk SIMAVI-Comité
ioet een warm beroep op de bur-
gerij en hoopt dat men blijk geeft
'e waarderen dat men hier, wat
ie medische verzorging betreft, in
to'n uiterst bevoorrecht land
voont. HELPT SIMAVI „HED
°EN"H Collecte van 27 april
parterre en op de eerste verdieping nog
andere bestemmingen een onderdak kun
nen vinden.
In aansluiting op ons vorige artikel, is
vooral dit laatste interessant. We hebben
immers betoogd, dat het een ernstig te
kort zou zijn, wanneer de Nederlandse
Spoorwegen bij hun plannen blijven om
geen ruime restauratie in het stations
gebouw op te nemen. Voor een niet on
belangrijk deel zou dit tekort echter kun
nen worden opgevangen door een goed
café-restaurant in het nieuwe gebouw.
Het zou er bijzonder aantrekkelijk kun
nen liggen.
Wanneer we de tekeningen nog eens be
zien, die in 1959 werden prijs gegeven,
dan bemerken we dat het in de bedoeling
ligt het bouwwerk gedeeltelijk over de
verbinding tussen Overschiesestraat en
stationsplein heen te bouwen. Aan één
kant wordt het dan rechtstreeks bereik
baar voor het verkeer op de hoge Hor-
vathweg. Hier zou een ideale gelegenheid
ontstaan om een restaurant te maken op
twee niveau's, nl. op dat van het stations
plein en op dat van de brugafrit. Het
wordt dus niet alleen gemakkelijk bereik
baar, maar komt ook naar alle kanten
vrij te liggen met wijde ruimte rondom.
Hier moet zeker iets te scheppen zijn dat
het ook in architectonische kwaliteit kan
opnemen tegen het stationsgebouw, dat
nu in wording is. De stad kan zich in
een dergelijk mooi gebouw als het ware
onmiddellijk presenteren met vriendelijke
gastvrijheid. Vanouds is het zo dat een
stad als het ware antwoord geeft op het
verschijnsel station. Wanneer de reiziger
aan het eind van zijn tocht is wil hij
zich weer ergens nestelen. Als gevolg
daarvan ontstond in de verschillende ste
den telkens een front van gelegenheden
tot verblijf en restauratie. Schiedam kan
het nu op een echt moderne manier gaan
aanleggen, dat wil zeggen: in een gecon
centreerde en dus economische vorm op
een unieke plek. Laat men vooral deze
zeer aparte kans niet voorbij laten gaan.
Het gaat om het visitekaartje van onze
stad, om de onuitwisbare eerste indruk
van wat we letterlijk kunnen noemen:
de herbergzaamheid. En deze moet nog
gemaakt worden. Want het nieuwe sta
tion doet het tegendeel van wat we in
tal van andere gevallen in onze tijd zien.
Het moderne station vertoont in het al
gemeen de neiging zich zo hecht mogelijk
in de stedelijke ruimte te schuiven. Het
staat er niet meer bij als een ongenaak
baar monument, maar het tracht zijn be
staan volkomen met het stedelijk leven te
verstrengelen. Door de bijzondere situatie
in onze stad krijgt ons nieuwe station
misschien vel een ligging, die wat ge
reserveerd zal aandoen, niet tegenover het
snelverkeer, maar wel tegenover de be
bouwde wereld, waarin het stadsleven
zich grotendeels afspeelt. Het sluitstuk
van het stationsplein kan echter dit be
zwaar opheffen als het een bouwwerk
wordt dat met een zekere nadruk zijn
vooruitgeschoven positie laat zien als ant
woord van de stad op het station.
PETER VAN GESTEL
Peter van Gestel schreef een viertal ver
halen en hij ontving daarvoor de Reina
Prinsen Geerligs-prijs. Ze verschijnen
thans in de Reuzensalamander-reeks onder
de titel „DREMPELVREES".
Deze verhalen worden gekenmerkt door
een tegelijk open en zorgvuldige schrijf
trant. De taal die hij gebruikt is van een
uiterste soberheid. Nergens staat een
woord te veel. Het thema is telkens weer
de ontmoeting tussen mensen van ver
schillende generaties en het wordt gevoe
lig beschreven. Met een zekere berusting
(en dat zegt wat bij een jonge schrijver)
aanvaardt de auteur de onontkoombare
eenzaamheid van het menselijk bestaan en
de onmogelijkheid tot een delen van het
eigen ik met een ander, zoals dat uit de
verhalen blijkt. Bijzonder knap is in het
derde verhaal de weergave van de jongen,
die zijn door een auto-ongeluk omgeko
men ouders in de rouwkamer opzoekt en
daarbij een laatste gesprek met hen voert,
waarin nabijheid en afstand, tijdelijkheid
en eeuwigheid tegelijk uitstekend gesug
gereerd zijn.
Vindt U dat ook zo ontzettend: elke morgen die wekker en dan met de blote
voeten op het kouwe zeil? Al word ik honderd, ik zal er nooit aan wennen.
Natuurlijk: je kunt 's nachts je sokken aan houden, maar „ergens" is dat
toch niet helemaal fris.
jammer dat de S.G. nog geen sectie heeft tégen dat kouwe zeil.... Voor
zo ver ik weet is dat nou nét het enige waar zélfs de Sehiedamse Gemeen
schap geen oplossing voor weet.
Inalle andere behoeften is voorzien: een sectie voor toneel, voor muziek,
voor sport, voor vrije-tijds-besteding.Ze verzorgen concerten, avonden
voor beroepstoneel, vakanties in Hoek van Holland voor de kinderen, een
tiendaagse vakantie-week voor de ouderen.ze bemoeien zich met bet wel
en wee van bijna alle bonderdvifftig verenigingen in de stad.
Ze piekeren, ze puzzelen, ze fantaseren, improviseren, organiseren, enfin, ik
snap niet waar ze de tijd vandaan halen om dat allemaal voor elkaar te
fietsen. Er zijn dan ook héél wat „stille werkers". Het „Bureau" dat zijn
de heren Groenendaal en Pfeifer hebben er een volledige dagtaak aan,
en méér dan dat, want o, zo verschrikkelijk dikwijls zitten ze 's avonds nog
te vergaderen met diverse besturen. Het Dagelijks Bestuur komt iedere
maandagavond bijeen, de bestuursraad vier keer per jaar en dan zijn er de
sectie-vergaderingen, de redactie-besprekingenen wat doet U?
Ja, meneer, U? U hoort óók bij de Sehiedamse Gemeenschap. U kijkt maar
maar eens toe? U wacht maar eens af? Zou het niet een heel klein pietsie
méér kunnen? Nee, Uw avondje vrij blijft Uw avondje vrij.zeven keer
per week.maar zouden er geen vier guldentjes per jaar afkunnen voor
het donateurschap? Ja toch zeker wel?
Hol dan effe naar het Bureau van de S.G. bij het postkantoor,En wat
dat kouwe zeil betreftmorgenochtend toch maar even flink zijn!
Sebastiaan
«VV
Gezicht op de tankercleaning-installaties
GERRIT KROL
Heel anders is Gerrit Krol in „DE ROK
KEN VAN JOY SCHEEPMAKER". Hier
is een schrijver aan het woord die niet
aanvaardt en niet berust. Niks! Kraus
Koster is de hoofdpersoon en hij komt,
na zijn diensttijd, terug in zijn geboorte
stad. Maar hij is eruit gegroeid. Het zint
hem niet meer. Vrienden of andere rela
ties schijnen er niet meer te zï t. Als hij,
in zijn onrust en onlust, door een meisje
wordt teruggestoten, verliest hij totaal het
sociaal contact. Dan, na een eenzame kam-
peertocht, ziet alles er anders uit. Hijzelf
is veranderd en niet alleen omdat 't voor
jaar is geworden. Hij is weer in staat tot
menselijke toenadering. Hij kan weer
lachen en liefhebben. Zodoende krijgt hij
tenslotte toch het meisje, Joy Scheep
maker, maar of hij haar houden zal
Ook dit laatste boek verscheen als poc
ket in de Reuzensalamander-reeks.
Twee veelbelovende Nederlandse
auteurs, die niet zomaar geschreven
hebben. Ze willen nog gelezen wor
den ookKoopt U hen in deze
Boekenweek, dan ontvangt u daar
enboven ook nog het bijzonder
racolc geschenkboek.
Sinds juni 1956 is dit uitzonderlijke be
drijf in Schiedam gevestigd. Dat heeft
destijds heel wat voeten in aarde gehad.
De Wilhelminahaven bood toen alleen
daar waar De Nieuwe Waterweg geves
tigd was het normale havenkwartier. Voor
het overige was het een kerkhof voor op
gelegde, roestige scheepsrompen. Langs
de kanten groeide het riet en hadden de
vogels vrij spel. Er lag een zwembad dat
bepaald niet meer voldeed aan de eisen
van onze hedendaagse hygiëne. Het jacht-
haventje was van een verstilde, ontheem
de rustiek in het roerig gebied van de
Europoort. Het zat er niet aan, in de
Sehiedamse haven. Voortdurend moest er
gebaggerd worden om het bekken op
diepte te houden. Dat kostte handenvol
geld, waar geen opbrengst tegenover
stond. Het was dus niet vreemd, dat er
meer dan eens gedacht werd aan het dem
pen van dit nutteloze water.
De stormachtige na-oorlogse ontwikkeling
heeft echter ook dit hoekje in zijn greep
gekregen en onherkenbaar veranderd. De
jachthaven werd verplaatst en verbeterd.
Het zwembad werd gesloopt. „Groenoord"
kwam er voor in de plaats en dat is zeker
geen kwade ruil geweest. De oorzaak van
deze veranderingen lag voor* een zeer
groot deel in de vestiging van Tanker-
clewing. In weinig maanden verrees op
de oostelijks oever van de havenmond
een indrukwekkend bedrijf.
De naam bracht vele Schiedammers, van
hoog tot laag, die wisten dat een vuile
tanker een bijzonder vieze bedoening is,
tot bedenkelijk hoofdschudden. De prak
tijk heeft echter geleerd, dat Tanker
cleaning niet alleen de boten, maar ook
zichzelf perfect weet schoon te houden.
De terreinen maken een prettig verzorg
de indruk. Kilometers pijpleiding zorgen
er voor, dat alle vuil angstvallig „binnen
kamers" blijft. Zodra de vuile tanker aan
de enorme steigers is gemeerd, worden
waterkanonnen in de tanks neergelaten.
Uit roterende straalpijpen spuit heet wa
ter (80 tot 90 graden Celsius) met grote
kracht de tankwanden schoon. Afhanke
lijk van de grootte wordt de tanker in
een of enkele dagen gewassen. Zo gron
dig, dat daarna zonder bezwaar graan of
spijsolie in de tanks kan worden gebor
gen. De meeste tankers echter worden
gereinigd alvorens zij een reparatie
ondergaan. Voordat een scheepswerf met
lasapparaten en zo op een tanker los
trekt, dient vast te staan dat de ruimen
„gasvrij" zijn. Alle olieresten moeten ver
wijderd zijn om het gevaar van explosie
te voorkomen.
Het „slop", de vuile emulsie van water
en olieresten, wordt in andere buizen af
gezogen en naar een der grote reservoirs
Vervolg op pagina 2