Het nieuwe n NA DE UITVERKOOP ouerpeinzine^en KUNST IN EN OM ROTTERDAM Eta I ages richten zich op het najaar Verschilnt woensdag en vrijdag in Schiedam en Kethel. f Huisvrouwelijke ACurs 14e JAARGANG No. 62 VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1962 OPLAGE 26.100 EXEMPLAREN adsblad Sedaktie en advertenties BROERSVEST 125 Schiedam 'C J v d Klink] telefoon 010-67368 en 63939 Kantooruren: dagelijks (behalve zaterdag) van 9-1 en 2-6 uur Centrale administratie Randstad-edities: Koornmarkt 34, Delft, telefoon 01730-23627*. Tarieven op aanvraag. De „Randstad-edities" geven plaatselijke uitgaven in 'Delft, Schiedam, Vlaardingen, Maasluis, Rijswijk met de rond deze steden gelegen dorpen en 'n streek-editie voor geheel Westland Het mag met de zomer dan niet zo vlotten, de vakanties schieten al weer onaardig op voor een groot deel van ons volk. De bouwvakkers lopen uiter lijk dit weekeinde weer binnen en allerlei mensen, die de laatste tijd onbe reikbaar voor ons waren hopen wij binnenkort weer aan te treffen. Dan gaan we langzamerhand weer over tot de orde van de dag. En eigenlijk richt de aandacht zich al snel op het najaar, op huiselijkheid en sfeer, die wij in de donkere en koude seizoenen zo hard nodig hebben. In de winkels zien wij meestal na de uitverkopen al een hele veran dering, vooral in de modezaken. Het wordt dan tijd de najaars- en winter-kleding te gaan etaleren. Maar ook in andere zaken wijzigt al snel de sfeer. De uitbundigheid van luchthartige zomerse dingen wordt al gauw vervangen door een zekere stemmigheid, die ons ook wel weer weet te boeien, zo gauw we afstand weten te doen van ons pootstoelen, kloostertafels en kwa- sigotiek. Eigenlijk vonden we al leen maar mooi en prettig wat druk versierd was. Hoe rijker besneden hoe mooier de stoel, höe meer bloemen op gordijnen en kussens hoe beter het was. En dan vooral maar flink veel snuisterijtjes op de sr><oorctp°n Eigenlijk was de schoorsteen in huis een geliefkoosd üoiifcin oor allerlei kleinere en middelgrote ca- Een stemmingsvol interieur in het museum „Louisiana" bij Kopenhagen. grotendeels vruchteloze verlangen naar de zomer. Als wij ons weer op het huiselijke gaan richten, dan valt onze aan dacht vanzelf weer op de dingen die het leven binnen aangenaam en gezellig kunnen maken. In dit op zicht zijn er in enkele jaren tijd enorme vorderingen gemaakt. Het is nog maar zo kort geleden, dat voor de meeste mensen een huis alleen maar gezellig was, wanneer het volgestouwd stond met ouder wetse soorten meubelen, met bal- deautjes: klokjes, popjes en minia- tuur-pijperekjes vonden daar een plaats naast de meest wonderlijke vaasjes met groeten uit Zandvoort of van de Veluwe er op. Een schoor- steen-lopertje was een onmisbaar ding als drukke ondergrond voor al dat even drukke moois dat hier werd uitgestald. En ook een tafel was ondenkbaar zonder dat er een bijna fors kleed overheen werd ge gooid. En bij velen hield het daar bij nog niet eens op. We hebben een huisvrouw gekend, die op haar imitatie-persje op de tafel weer 'n kanten kleedje legde; en daarop ging dan nog eens ebn fraai plaatje spiegelglas als onderlegger voor 'n bloemetjesvaas. Alleen al het weg nemen van al deze versiering was een heel ritueel, 'n huiselijke plech tigheid, die zich telkens voor de maaltijd in doodse stilte voltrok. Op zo'n moment voelde je dat in al deze versiering ook iets gedwon gens zat en iets ongemakkelijks. En juist in dat opzicht zijn we zo veel verder gekomen. Veel meer dan vroeger laten wij ons door on ze inrichting dienen. Dit in tegen stelling tot de oude toestand, waar in de huisvrouw als het ware de dienares was van haar meubels, haar kleedjes en haar vaasjes. Op het ogenblik heeft vrijwel iedereen afgerekend met franjes, kant en ruches; de tafel, waaraan we zitten, is meestal onbedekt en zo eenvou dig mogelijk van vorm. Maar veel duidelijker dan vroeger laat hij zien wat hij voor ons betekent. Hij nodigt als het ware uit onze kop jes, onze doos met sigaretten of tabakspot neer te zetten op zijn sobere marmeren, houten of glazen blad. Ook de muren zijn rustig en effen, evenals trouwens de kussens op onze fauteuils en bank. Dat wil intussen nog niet zeggen dat de sfeer in huis daardoor koel moet worden. Binnen de strakke lijnen van het geheel kan wel dege lijk een warme en intieme sfeer ontstaan. Er zijn nog steed '.cnsen, die me nen dat al het moderne koud aan doet en die het daarom niet durven te aanvaarden. Het is dan ook goed dat zij zich eens door een vakman uit de woninginrichting-branche uit gebreid laten voorlichten over de nieuwe mogelijkheden, die de inte rieurkunst van nu biedt. Juist de laatste tijd komt er weer heel wat stemmigs aan de markt, dat een duidelijk sfeerrijk karakter draagt en meestal van Deense herkomst is. Zo zagen wij onlangs in een winkel al van die mooie lampekap jes van geschild hout. Het zijn vrij hoog oplopende kegels en het hout is zo dun dat het licht er naar op zij zacht doorheen schijnt. En naar beneden valt het in een heldere bundel op de tafel of ons zitje. Wanneer de wanden dan donker zijn (de Denen maken ze dikwijls zelfs zwart) worden we als het ware om de tafel verenigd door de bundelende werking van het licht. We noemden maar eens een voor beeld van een nieuwe mogelijkheid om het ons nog behagelijker te maken voor het najaar en de win ter. Er zijn nog duizenden andere. U kunt echter beter zelf gaan kij ken. Zelfs als Uw portemonnee nog onder de vacntie lijdt is het nog prettig de mogelijkheden voor straks bezien. Soms ben je zomaar ineens jaloersEen lélijke ka raktereigenschap, ik geef 't grif toe. Maar als je op een puur échte zonnige augustusdag leest, dat in Vlaardingen weer bijna 1000 bejaarden van hun jaarlijk se boottoch op de Nieuwe Maas met bezoek aan de Rotterdamse haven genoten hebben och, dan VERGEEF u mij die lelijke jaloers heid wel Ik vind het fijn voor die bejaaraen, dat de directie van de Shell weer „de Ko- ningspiaat" mét de kapitein gratis voor dit doel afstond. Dat de stichting Vlaarding- se Bejaardenzorg weer pri ma voor al die mensen ge zorgd heeft en dat er aan boord genoeg variatie was. Ik denk daarbij aan het op treden van ,The Blue Stars' en ,de Lexino's'. Bejaarden zingen graag en het behoe ven echt geen liedjes van 50 jaar geleden te zijn Een beetje verongelijkt en ongelukkig tik ik dit nu allemaal, want wij hebben in ONZE STAD ook bejaar den, die graag eens een boottocht zouden maken in- plaats van dat gehos in een bus de gehele dag. Als je niet zo vitaal meer bent, toch echt wel een VER MOEIENDE bedoening. Zo'n dag rustig aan boord van „de Koningsplqat". En dan een stralende zon, be drijvigheid op het water en op het schipWat zien bejaarden eigenlijk weinig Schiedammers ookDie hebben wel degelijk interes se in het nieuwste havenge bied aan de Waterweg, Bot- lekgebied en Europoort, waarvan zij al zoveel gele zen hebben. Dit in werke lijkheid ZIEN is toch heel wat anders. Er zijn weieens stemmen opgegaan voor een boot tocht voor de minder vita- iimHiiiiiiiiiiMHiiiriiifiiiiiiniiiiiiniiiHniimmniiiiiiiumiimmmmii •iiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiuHiiiiHiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHir van notabene's 's werelds TWEEDE HAVENSTAD. Alleen.... wij hebben in onze stad MEER dan 1000 bejaarden. Met drie dagen varen (er kunnen 300 pas sagiers aan boord) zijn we dus niet klaar! 't Is zomaar een gedachte. Mogelijk, dat iedere be jaarde er vierkant tégen is. U z al misschien zeggen Vlaardingers zijn waterlief hebbers, maar dat zijn len in huize Liduina. Dit jaar zou die tocht plaats hebber, maar je hoort er zo weinig van. Wél is het bekend, dat de patiënten van het „Zonnehuis" gere geld boottochten maken. Een hele week lang en hoe opgetogen komen ze daar altijd van terug. We hebben hier verschillen de tehuizen in onze stad. Als die mensen nu ook eens zo'n boottocht moenten ma ken met Schiedamse musici aan boord en good old Leen de Bruyn als conferencier! Alle mensen, vooral eenza me en vaak „vergeten" men sen BLIJ maken, als ze in het arbeidsproces zijn uit geschakeld, kost geld. Ik geef 't grif toe, maar als onze goede burgemeester zou zeggen: „Hier mag een extra collecte voor gehou den worden". Dandan zou ik op NIEMAND een beroep behoeven te doen. Dan zou ik intekenlijsten en bussen voor die collecte beslist te kort komen. Of vergis ik me nu zo ijselijk in u? Praat u er onderling in elk geval eens over. Mogelijk, dat hierin voor volgend jaar volop MUZIEK zit! In Vlaardingen heeft men op de laatste boottocht het burgemeestersechtpaar aan boord gehad. En zij zullen met voldoening geconsta teerd hebben, hoe men vol op genoot aan boord. U moet er toch echt nogeens over denken en vooral PRATEN.... Mieke. TTTu^rurvr, 23-2-1572 Jan Jansz. Houck koopt de helft van een teerstoof staande op de Verbrande Erven en uitkomende aan de Schie. Deze teerstoof, van Neeltje Gerritsdochter, zijn weduwe, dient jaren lang om de ligging van sommige panden nader te bepalen, van lieverlede wordt de naam van de eigenaar weggelaten en de plaats als straatnaam beschouwd: Achter de Teerstoof. De naam Verbrande Erven wordt dan beperkt tot het stuk wat nog zo heet, de oude naam Dief hoek voor deze buurt vervalt. dus niet te verwarren met de D. in de Frankelandse polders). In de bovenzaal van de Rotterdamse Kunstkring is een verzamel-expositie ingericht, door Rans Sonenberg van Galerie Delta; in wiens werk tijds eigen kunst zich manifesteert. Theo Wiegman, schilder neemt deel met tijdseigen kunst. Op 30 mei 1908 werd Theo Wieg man geboren in Delfshaven. Als jongen zwierf hij langs Rotter dams havens, zag zijn vader (ook kunstschilder) aan het werken ging als 18-jarige toen ook zelf schil deren. De sfeer van Delfshaven, on dergaan op zwerftochten bij avond, bij nacht en in de morgen, nam hij mee, toen hij in 1922 wegtrok naar Overschie van waaruit hij het karak ter van Westlandse polders, mist en schemering leerde kennen en schil deren. Hierna ging Wiegman naar Antwerpen, Vlaanderen en Wallonië, waarna hij in Overschie terugkwam om er zijn vrouw te ontmoeten. In 1939 streek Theo in Schiedam neer, waar hij nog steeds zijn ate lier heeft in de Passage. Ondanks zijn laatste honkvastheid blijft hij de schilderende zwervertochten naar Zeeland, naar België, Noord- Italië door de Alpen, langs de Rijn, door de Harz, weer naar de Schelde en de Belgische kuststreek, waar hij zijn schetsen voor zijn schilderijen verzamelde. Als autodidact heeft Wiegman zich zelf, studerend en schilderend, ge vormd. Hij begon in tamelijk pri maire kleuren, intuïtief met voor keur voor blauw en geel. Tot plot seling in zijn oeuvre een impressio nistische stijl naar voren komt. De kennismaking met Noord Italië, met de winter-Alpen en het 'eerzien van Maas, en Schiedamse havens, in spireren hem tot Ijle, visionaire beelden, transpar r>.t en wijds. Elke nieuwe streek, elk nieuw karakter landschap, zelfs ieder weerzien met het vroegere, brengt hem tot een nieuw tasten naar vormgeving soms dynamisch en fel veel kleurig; ook wel gebonden tot 'n diepblauw, of rose of geel; dan weer in de verf geboetseerd met het paletmes als de schilderijen van Rotterdamse ha vens en Nederlandse kust; of driftig gepenseeld als de nieuwste Holland se riviergezichten onder rood of geel wegzakkende zon; en plots weer de verstilde droom, ijlatmosferisch, zoals ook in de aquarels. Tot Wiegman in die periode ook de mensfiguur in zijn werk opneemt. Portretten, silhouetten in avondlijk Schiedams stadsstraten, of scheeps bouwers aan het werk of een stille sobere begrafenis. Wiegmans veelzij digheid, gepaard aan 'n fenomenale virtuositeit, is van het begin af aan geleid door een bepaald idee. Zijn taferelen uit het nachtleven vormen een merkwaardige menge ling van zwoele erotiek en spot. Wiegman vindt schrijver dezes een persoonlijk avontuur. En inderdaad blijkt Wiegman nu in de R.K. Kring op zoek te zijn naar het hoogste avontuur. Theo verrast ons bier met zijn aan trekkelijke monotypieën. Hij roept er een eigen wereld mee op. Deze steendruk-etsen zijn opmerkelijk goed doordacht, doorgewerkt. Of schoon deze zeer bekwame schilder zich hier op een moeilijk terrein be geeft, waar men bizonder scherp en strak moet kunnen weergeven wil men het hoogste kunstgevoel van de beschouwer beroeren, toch kan het resultaat als zeer verrassend gezien worden. Petrus Hebing.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1962 | | pagina 1