Tussen Amsterdam en Mexico City
IK HEB DE PRINSES
- ECHT VERWEND
mÊÊÊÊÊÊÊP
Ontmoetingen met mensen in het zevende werelddeel
c,
\X;<
ij
De gigantische supersnelle Boeing 707 van de Sabena was nog maar enkele minuten
aan zijn wedren met vader tijd begonnen toen de joodse geestelijke, die aan mijn over
zijde zat, een praatje met mij aanknoopte. De rabbi sprak Duits en toen hij hoorde,
dat ik Nederlander was zei hij lachend: „Als U liever Engels praat kan dat ook".
We zetten de conversatie echter in het Duits verder en met grote openhartigheid ver
telde de Frankfurtse rabbi mij, dat hij in Montreal zou uitstappen om in Canada enkele
lezingen te houden over de toekomst van het jodendom in Duitsland.
X y xd
f -•
9
Mmfc.
„Mijn naam is Jozef Bernstein. Ik
heb er geen enkel bezwaar tegen,
dat U mij interviewt. Ik heb niets
te verbergen en alleen maar wat uit
te dragen".
Over de smalle corridor van het
vliegtuig, dat zo vast als een diesel
op de rails over haar toegewezen
luchtboulevard snelde, schudden we
eikaars hand ter kennismaking.
En terwijl de stewardess rond ging
met landkaarten, die zij onder de
passagiers verdeelde, vertelde de
rabbi mij iets over zijn leven en
streven.
„Negen en vijftig jaar geleden werd
ik in Frankfurt am Main geboren.
Het is mijn vaderstad en ik ben
haar nooit ontrouw geworden. Zelfs
niet in de oorlog toen een verdwaas-
de man mijn leven bedreigde. Acht
jaarletwelacht jaar
ben ik ondergedoken geweest bij
een bevriende dominee aan de rand
van de stad. Acht jaar heeft deze
man met zijn vrouw leven en ge
vaar voor mij geriskeerd. Samen
hebben we alles door gemaakt. Hon
ger vervolging en verwoesting van
uit de lucht. Op een zolderkamertje
heb ik geluisterd naar de laarzen,
die voorbij marcheerdenheb
ik gebeden dat de hysterie voorbij
zou gaan.
Dominee Loscher, die invalide was
is vlak na het einde van de oorlog
gestorven. Als een vrij maar oud ge
worden man heb ik mijn schuil
plaats verlaten en ben weer aan het
werk gegaan in een Duitsland, dat
in niets meer geloofde."
Rabbi Bernstein strijkt bedacht
zaam door zijn lange donkere baard
Zijn ogen achter de dikke brillegla-
zen staan nadenkend. „Natuurlijk",
zegt hij. „Ik had weg kunnen gaan.
Steward Pierre Abbeloos helpt de 71-
jarige Hongaarse Catalino Lazslo
Nagy met haar veiligheidsriemen.
Zuster Clotilde.
„Wilt U mijn moeder ook een foto
sturen? U maakt er haar heel geluk
kig mee.
Het joodse leven in Frankfurt was
immers uitgeroeid, maar ik ben ge
bleven omdat ik wel geloofde. Nu
heb ik een gemeente van tweehon
derd orthodoxe joden. Er waren
meer van mijn lotgenoten onderge
doken en dat bewees, dat niet alle
Duitsers achter de dwaas hadden
gestaan. En nu ben ik onderweg
naarMontreal. De eerste grote reis
van mijn leven. De afgelopen maan
den heb ik ijverig engels gestu
deerd en kan ik een aardig woordje
meepraten. Daarginds zal ik de men
sen gaan vertellen waarom ik Duits
land niet ontrouw ben geworden.
Waarom ik gebleven ben in een
land, dat de zwaarste schuld uit de
wereldhistorie op zich heeft geladen
ik geloof namelijk dat er onder
ieder volk een Messias en een Hit-
Ier schuilt. Twintig lezingen ver
spreid over geheel Canada zal ik
gaan houden. Voor studenten in
Quebec, voor boeren en burgefs in
Winnipeg, voor industriëlen in To
ronto. Nee, ik blijf daar niet
straks stap ik weer in zo'n enorm
vliegtuig om via Amsterdam terug
naar Duitsland te gaan. Verzeihung
nu ga ik wat bidden", en bij
die woorden haalt de rabbi een he
breeuws gebedenboek uit zijn zwar
te actentas te voorschijn en weldra
is hij verdiept in een ernstig gebed.
De Boeing machine is inmiddels bo
ven Ierland gearriveerd en we staan
op het punt de grote ruk van de
plas te gaan maken.
Naar de Vrije wereld.
Over zeven uur zal de Sabena-kist,
die vliegt met een snelheid van rond
duizend kilometer per uur, de over
kant hebben bereikt. Zij zal de wed
ren met vader tijd ruimschoots win
nen. Gewapend met mijn fototoe
stel dwaal ik even door de cabine.
Een jonge vrouw met lichte ogen in
een ietwat slavisch gezicht is bezig
een sinaasappel te pellen als ik haar
verras met de vraag, waar zij van
daan komt en wat het reisdoel is.
Onbegrijpend kijkt zij mij aan. Ik
probeer het in het Frans, Duits en
Engels, maar steeds schudt zij nee.
De vrouw, die naast haar zit komt
mij te hulp en zegt in gebrekkig En
gels. „Mijn vriendin komt uit Polen,
zij spreekt geen vreemde talen. Kan
ik U helpen? „Ik maak mij bekend
en spoedig ben ik via de vriendin
in een druk gesprek met Anna Mik-
luska uit Warschau de hoofdstad
van Polen.
„Het is heerlijk weg té gaan uit Po
len. In mijn land is het niet goed.
Sinds 1946 al ben ik aan het sparen
voor deze reis naar Canada. Vijf
jaar hebben de communisten mij in
de gevangenis gezet omdat ik had
geweigerd mensen in mijn buurt te
verraden. Ik heb jaren zitten breien
als maar in een cel met andere
vrouwen, die ook hun straf moes
ten uitzitten. En dat ik nu op weg
ben naar de vrije wereld kan ik mij
nauwelijks voorstellen. Met mijn
vriendin Marta Pedik heb ik ver
leden maand een visum gekregen
om te vertrekken. Voorgoed naar
Canadanooit meer terug naar
Polentenminste niet onder
deze omstandigheden." Anna Mik-
luska krijgt de tranen in haar ogen
als zij zegt: „Weten jullie in het
westen wel, dat er onlangs nog een
opstand in Polen bloedig is onder
druktweten jullie hier wel, dat
er momenteel geen boter, geen sui
ker en weinig textiel in Polen te
krijgen is. Weten jullie, dat het ge
middelde salaris in Polen 1000 zslo-
ties bedraagt en dat een brood van
een kilo zestig zsloty kost?"
Met haar harde eelthanden streelt
Anna Mikluska het ouderwetse tas
je op haar schoot, als zij zegt: „In
Canada woont een broer van mij,
hij vangt ons op in Montreal en dan
reizen we per trein verder naar Van
couver. Nee, gevlogen heb ik nog
nooit, dit is de eerste keer, maar
hopelijk niet de laatste maal, want
dit is geweldigWaar zijn we
nu? Boven de OceaanBrrr
haaien en ijsbergenBrrr
Naar de binnenlanden van Mexico.
Het nonnetje, dat zich de exquise
maaltijd, die de steward heeft ge
bracht goed heeft laten smaken,
heeft er evenmin bezwaar tegen als
ik even naast haar kom zitten. Zij
is een franse zuster en haar klooster
naam is Clotilde. Zij is overste in de
orde der Benedictinessen en haar
reisdoel is Cuernavaca in Mexico.
„Ik blijf zes maanden in Mexico en
het is mijn bedoeling alle kloosters
van mijn orde in dat grote land te
bezoeken. Ja, ik heb mij jarenlang
voorbereid op deze tocht door in
tensief spaans te studeren. Dit is
mijn eerste vlucht en ik ben er ent-
Een dichte mistbank kwam vanuit zee de
Haarlemmermeer binnenzeilen toen de
omroepster van Schiphol aankondigde, dat
de Comet machine van Olympic Airways
veilig was geland en binnen enkele mi
nuten op het betonnen platform zou arri
veren. „Net op tijd..." mompelde een der
dienstdoende politiemannen, „binnen een
kwartiertje zit de luchthaven potdicht en
is het uitwijken geblazen voor de
machines".
Met de dienaar van Hermandad stond ik
te wachten op de aankomst van het toestel,
waarmee prinses Beatrix van Nederland
van een korte vakantie in Griekenland
terugkeerde naar huis. Met donderend
geweld kwam de Cornet aanrollen.
Een voor een stopten vervolgens de straal
motoren en even later zwaaide de vlieg
tuigdeur triomfantelijk open.
Een in het korenblauw gekleedde stewar
dess rende de trap omlaag en met een ge
lukkige glimlach keek zij omhoog, waar
de kroonprinses van Holland in de deur
opening verscheen.
Een hofauto reed voor, maar alvorens in
te stappen gaf priqpes Beatrix de gast-
vrouwe van de lucht een had en zei:
„Thank you very much.... I had a wonder
ful flight..."
De twintig jarige Catarin Nicolopouiou,
die dit koninklijk compliment blozend in
ontvangst nam, vertelde mij korte tijd
later hoe prettig zij het gevonden had de
vliegende prinses met wat extra service te
hebben mogen omringen.
„Ik heb haar echt een beetje verwend aan
boord en zij was zo spontaan en hartelijk,
dat mijn collega en ik deze vlucht niet
gauw zullen vergeten.
Veel contact heb ik natuurlijk niet met
haar gehad maar wel voldoende om te
weten te komen, dat zij erg veel van Grie
kenland houdt en er wel nog vaak hoopt
te komen".
Omdat Catarin Nicolopouiou een lange
dag in Amsterdam bleef, was ik in de ge
legenheid dit sympathieke meisje uit het
prachtige Hellas beter te leren kennen.
Toen ik haar vroeg waar zij het liefste
heen wilde in Amsterdam, zei zij zonder
aarzelen: „Naar het museum van Rem
brandt van Rijn..., wat de Acropolis voor
Athene is, is Rembrandt voor Amsterdam."
Welnu, de volgende ochtend dwaalden
Catarin en ik door de joyeuze zalen van
het Rijksmuseum en zij was bij de oude
meesters gewoon niet weg te slaan. Vooral
de „Nachtwacht" van Rembrandt en „Het
biddende vrouwtje" van Johannes Ver
meer, boeiden het artistieke meisje ten
zeerste. Diep onder de indruk van de
Gouden Eeuw-kunstenaars kocht Catarin
een dik boek met schitterende reproducties.
„Dit kunstwerk krijgt een goed plaatsje
op mijn boekenrekje in Athene", lachte
zij toen wij êen espressobar inwipten om
een kopje zwarte koffie te drinken.
Het was in de gezellige sfeer van dit
Amsterdamse „krukken-restaurant" dat
Catarin mij iets vertelde over haar leven
en streven.
housiast over. Altijd heb ik gedacht,
dat zo'n verre tocht door de lucht
riskant en vervelend was, maar nu
weet ik beter. Het is bijna ongelofe
lijk, dat we in nauwelijks veertien
uur van Europa naar het hart van
Mexico vliegen. De zon wil "maar
niet ondergaan, heeft U dat ook ge
merkt. We vliegen sneller dan de
aarde draait. Prachtig die techniek"
Zuster Clotilde slaat even haar ogen
op wanneer ik haar fotografeer.
Dan zegt zij: „Ik zal U het adres
van mijn moeder gevenwilt U
haar een foto sturen? U maakt er
haar heel gelukkig mee
Reeds is het prentje van zuster Clo
tilde in het kleine franse dorpje ge
arriveerd en het dankbriefje in be
verig handschrift kwam prompt in
mijn bus rollen.
Moeder reist naar kind.
Voor ik echter de veiligheidsgordel
vastgesp neem ik nog gauw een foto
van de 71 jarige Catalino Lazslo Na
gy uit Boedapest, die in Montreal
zal worden opgewacht door haar
zoon. De eenvoudige vrouw spreekt
uitsluitend Hongaars en van ste
ward Pierre Abbeloos verneem ik
dat haar visum slechts een maand
geldig is.
Het vrouwtje knikt vriendelijk als
ik de camera op haar richt. De eni
ge bagage, die zij meedraagt is een
nietig karabiesje, waarin haar pas
poort en een knipbeurs zijn gebor
gen.
De steward helpt Catalino Nagy bij
het vastgorden van de veiligheids
riem en dan floepen de rode waar
schuwingslichtjes boven de cockpit
deur aan. Ik kijk naar buiten en
zie Montreal liggen. Op een groot
schaatsterrein in het centrum zijn
ijshockyers :n een verwoede strijd
„Ik ben twintig jaar geleden geboren op
het witte sprookjeseiland Mykonos.
Wel eens van gehoord? Ja... nou dan weet
U dat Mykonos een paradijsje is van rust.
Nergens ter wereld zijn zoveel wevende
en zingende vrouwen als op mijn geboorte
eiland. Als kind speelde ik in de nauwe
witgekalkte straatjes, die allemaal uit
monden op de haven.
Ik was tien jaar toen mijn vader ons
boeltje inpakte en naar Pireaus trok, waar
hij vuurtorenwachter werd. Met heimwee
in ons hart ging mijn moeder, mijn zusje
en ik met vader mee in de eiland-boot.
Hij wilde vooruit en al gaat er geen dag
voorbij» of er wordt in ons huis over
Mvkonos gepraat.... toch hebben wij geen
van allen spijt gehad van die stap. Maar
met de vakanties kunt U ons weer op
Mykonos vinden. Vader praat dan de hele
dag met de vissers, moeder kruipt steevast
achter een weefgetouw en mijn zusje en
ik volgen cursussen aan de school voor
schilderkunst, die gebouwd is tegen een
rotsige heuvel".
Catarin Nicolopouiou heeft van pure geest
drift haar koffie koud laten worden. Zij
neemt een fikse slok en vervolgt dan: „Ik
heb, omdat ik goed kon leren een beurs
gekregen, waardoor ik in Athene het be
roemde Grieks-Amerikaanse Pierce College
for Girls" kon volgen.
Mijn leraren maakten er mij op attent, dat
ik talent had voor talen en op hun aan
raden ben ik mij toe gaan leggen op Engels
en Frans. Met succes mag ik wel zeggen,
want toen ik een jaar geleden door de
experts van Olympic Airways over mijn
talenkennis duchtig aan de tand werd ge
voeld, was ik niet te vangen.
Ja, ik heb nog even geaarzeld of ik wel
gewikkeld. St. Catherina-street loopt
als een lineaal door de stad en dan
laat de Sabena-commandant de wie
len van de Boeing in de hengels zak
ken. Als een zacht eitje zet hij het
toestel op de baan.
Canada is bereikt en voor vele van
de reizigers is dit het einddoel. Een
uur slechts heeft de Boeing nodig
om wat op verhaal te komen en
spoedig raast het vliegtuig met veer
tig pasagiers omhoog in de richting
Mexico. Dwars over Amerika en de
Golf van Mexico naar de zon der
Asteken.
De Boeing hangt boven Nwe Orle
ans als stewardess Monique even
naast mij komt zitten. „Ik ben moe,
maar voldaan", zegt zij. „Tevreden
passagiers maken mij blij en geluk
kig. Ik hoop van harte, dat ook U
een goede reis hebt gehad. Dus U
gaat straks na de landing Mexico
in alle windrichtingen verkennen.
Ik benijd Uzou best Uw koffer
tje wel willen dragen."
„Daar heb ik geen bezwaar tegen",
lach ik.
Intussen suist de geweldenaar van
een Boeing over de luchtlagen in
kaarsrechte lijn naar Mexico City.
Veertien uur geleden vertrok ik van
Amsterdam via Brussel en nu
ja, daar is de kustlijn van Mexico
reeds.
De Sabena-reus heeft het van vader
tijd gewonnen. Nog is de zon niet
onder en als het toestel uitrolt over
de zonovergoten landingsbaan van
Mexico City hoor ik mijn buurman
tegen zijn vrouw zeggen: „Wat is de
wereld petieterig klein en wat is
zo'n vliegtuig groot.
Onze wittebroodsweken zijn nu ge
start honeywe beginnen onze
toekomst met een stralende zon.
de lucht in zou gaan. Ik had ook vanwege
mijn talenknobbel gids kunnen worden.
Misschien doe ik dat nog wel eens, maar
dan moet ik eerst weer vier jaar naar de
universiteit om volledig op de hoogte te
komen van de rijke geschiedenis van mijn
land". Praten en luisteren dat kon Catarin
uitstekend. Haar belangstelling voor de
cultuur van Amsterdam was bijzonder
groot. Verrukt bekeek Catarin de gevels
der grachthuizen en ook de brede Amstel,
waarboven enorme zeilschepen van wolken
dreven, fascineerden het meisje, dat op
groeide aan de waterkant van dat eilandje
in de Egeïsche Zee.
„Amsterdam heeft kleur... de stad heeft
iets zuivers. Ik kom hier graag terug",
vertelde Catarin, die door haar maatschap
pij, die het eigendom van de beroemde
Griekse reder Onnassis, is uitgezocht om
zgn. V.I.P.'s (zeer belangrijke personen)
op hun reizen door de lucht te vergezellen
als gastvrouwe. „Ik heb al heel wat hoge
personages aan boord gehadKoning
Boudewijn.... Prins Albert met prinses
Paola en nu Prinsee Beatrix om van de
filmsterren en televisieberoemdheden nog
maar niet te spreken.
Het valt mij altijd op hoe eenvoudig en
sportief de V.I.P.'s over het algemeen
zijn," zegt Catarin.
Toen ik de volgende ochtend Catarin Ni
colopouiou naar Schiphol bracht alwaar
de blinkend opgepoetste straalreus weer
gereed stond voor de terugtocht naar de
Acropolis, zei Catarin: „Wat is het toch
heerlijk, dat de luchtvaart er is.
Ik beschouw de vliegtuigen, die tussen
de landen op de wereldbol heen en weer
kruisen als evènzovele vriendschapsbanden.
Als ik straks in Athene terug ben zal ik
mijn ouders vertellen over deze meest
merkwaardigste reis, waarbij ik het voor
recht had kennis te maken met Amster lam,
de koningin onder de steden.... tot ziens."
Catarin Nicolopouiou in een espressobar
genietend van een kopje zwarte koffie.
Door Wiko A. G. M. Bergmans, die in Amsterdam een Grieks meisje ontmoette, die het
voorrecht heeft steeds in gezelschap van Koninklijke gasten, die haar vaderland be
zoeken, te mogen vliegen. Haar naam is Catarin Nicolopouiou en zij is gastvrouwe op
de vliegtuigen van de beroemde Griekse reder Onnassis.