Het nieuwe
Op de plaats.... (rust
Schiedamsche
Cartonnagefabriek
^in lerbia aó -artikel
óurprióe-ótiji..
Activiteiten
rond
Sinterklaas
<ttet to ptettig weid fy'de
in
Een Sint Nicolaasvertelling van
M. Woerdenbagch-Sens
vcfVlerk
Gerrie Brinkman nog eens in het
Schiedamse
zonnetje,
Notities voor
St. Nicolaas
Verschijnt woensdag en vrijdag in Schiedam en Kethel. fy/l/rtrtZIYI/l-DfffilO
DE JAGER 's avonds geopend
HÉT SPECIALE
GESCHENK
1 Voor die gelegenheid
De St. Nicolaasavond
Verlichting - Radio - T.V. - Wasmachines -Mixers - Droog-
kappen.
Broersveld 105 Schiedam Telefoon 26 97 03
Het hoekje van Theo Koning
tel. 60500, na 6 uur 's avonds tel. 66459
WOENSDAG 2 DECEMBER 1964
16e JAARGANG No. 17
Aangesloten bij de Nederlandse Huis-aan-Huisblad Pers
Redalctie en Arivertentiec. BROERSVFCT nK
Redakfie en advertenties: BROERSVEST 125, Schiedam (C J. van der Klink}, telefoon 267368 263939
Kantooruren: dagelijks (behalve zaterdag) van 9-1 en 2-6 uur. Inzendtermijn advertenties: dinsdag en donderdag 6 uur 's avonds.
Centrale administratie Randstad-edities: Koornmarkt 34, Delft, telefoon 01730-23627* Tarieven op aanvraag
De „Randstad-edities" geven plaatselijke uitgaven in Delft,
Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Rijswijk met de rond deze
steden gelegen dorpen en 'n streek-editie voor geheel Westland
Er wordt gebeld... De man achter
zijn bureau is zó geconcentreerd op
zijn werk, dat hij dit niet hoort. Al
thans, hij reageert niet! Na vijf mi
nuten wéér het tingel-tangelschel-
letje. Nu doordringerder... Met een
ruk heft Paul Vermeulen het hoofd
op. Hoorde hij dat nu goed? Werd
er gebéid... ?Hij krijgt hiervan be
vestiging, want weer klinkt die bel.
Met een zucht zet hij zijn stoel ach
teruit. Gezeur allemaal... Hij schoot
net zo lekker op. Als hij de buiten
deur op een kiertje openzet, kijkt
hij tegen een merkwaardige figuur.
Merkwaardig althans in zijn ogen!
„Zo, zo, zo", zegt een diepe stem,
„hoorde u me niet?" Alle opstandi
ge gedachten worden juist door die
stem in de kiem gesmoord.
„Tja, ik bedoel..." Tot zijn grote er
gernis bemerkt Paul, dat hij zowaar
bijna stottert! Toch houdt hij die
deur nog angstvallig op een kier.
St. Nicojaas veinst die ongastvrij
heid niet te bemerken. Daarvoor is
hij tenslotte ook St. Nicolaas. Een
man, die alles accepteert in het le
ven en de zwakheden van een mens
vergeeft... „Ik ben hier toch terecht
bij de heer P. Vermeulen, Paul Ver
meulen?" vraagt hij argeloos, al
■werpt hij een overbodige blik op
het glanzend gepoetste koperen
naambordje, waarop vermeld staat:
Paul Vermeulen, publicist. „Ja,
maar dit moet een abuis zijn" sput
tert de bewoner van de Eiksingel
tegen. „Ik bedoel, ik woon hier
maar alleen. U zal bij een gezin
moeten zijn. Een gezin met kinde
ren probeert hij ter verduidelijking.
St. Nicolaas schudt echter bedacht
zaam zijn hoofd. Een en al goed
heid is zijn gezicht, als hij nadruk
kelijk herhaalt: „Ik ben hier toch
terecht bij de heer P. Vermeulen,
Paul Vermeulen?" Ter uitnodiging
geeft hij de buitendeur een fors zet
je. „Ik mag zeker wel binnenko
men", vraagt hij dan ootmoedig.
Paul is perplex... „Natuurlijk, na
tuurlijk" mompelt hij en sluit de
deur achter de goedheiligman. In
wendig foetert hij: „Wie heeft me
dit gelapt? Iemand van de redaktie?
Iemand uit zijn stamcafé? Wat een
dwaasheid! St. Nicolaas op bezoek
bij hém thuis! Hij gaat hem eerbie-
big voor, al drukt zijn rug nog alle
tegenzin uit. Als hij de deur van zijn
kamer opent, strijkt hij zich even
met een verlegen gebaar door het
warrige haar. „Kijkt u astublieft niet
naar die bende. Ik..." St. Nicolaas
knikt geruststellend. In het midden
latend, of hij het eens is met die
rommel, Die trouwens alleen maar
bestaat uit kranten. En nog eens
kranten! Een stapeltje mikt Paul ge
agiteerd op de grond. „Gaat u zit
ten", kan hij nu tenminste zeg
gen! St. Nicolaas voldoet aan dit
verzoek, kijkt naar een kop koffie
op het bureau. „Koud geworden zo
als altijd" lacht Paul. „De koffie is
op. Iets pittigers? Een glas sher
ry...? „U bent mijn laatste bezoek.
Dus het kan!" Paul schenkt de gla
zen in. Nóg is de wrevel over dit
bezoek niet in hem geweken, al pro
beert hij er maar achter te komen,
wie achter deze vermomming schuil
gaat. Zo ongemerkt mogelijk obser
veert hij hem, als hij weer tegen
over hem zit. Vergééfse moeite...!
Het gezicht, zo het van een beken
de is, is wel zo vakkundig ge
schminkt en de stem zo onherken
baar, dat hij zich de moeite verder
maar bespaart. Meteen voelt hij al
le spanning in zich wijken... Het is
een zótte geschiedenis, maar toch
ook wel weer vermakelijk: Hij zal
alleen akelig op zijn quivive moe
ten zijn, want hier zit wat achter...!
Zijn blik zwerft naar al die aante
keningen.... Als ze morgenavond
maar per treinbrief weg zijn, troost
hij zichzelf. „Ik zal u niet langer
ophouden, want natuurlijk stóór ik.
Ik begrijp dit allemaal wel. Maar
mag ik deze brief voor u achterla
ten?"
Uit een van zijn kanten mouwen
haalt St. Nicolaas, die nu eenmaal
altijd vol verrassingen zit, een brief
te voorschijn. „Doet u geen moeite,
ik kom er wel uit...". Wég is St. Ni
colaas...! Paul Vermeulen enigszins
verbijsterd achterlatend. Lang duurt
die toestand echter niet. Als de bui
tendeur dichtgeklapt is, kijkt hij
naar de brief. Scheurt die open en
leest:
'Sen vermoedelijk even eeuzuav
jij. .Vier" St. Nicolaas in „Dé
Kroon". Ondertekend: „Marty"...
Hij blijft even roerloos zitten, want
hoe lang is het geleden, dat ze el
kaar gesproken hebben...? Dat -ij
het beter vond om elkaar nooit
meer te ontmoeten. Voor hem had
immers de krant alleen maar waar
de. De krant en nogeens de krant...
Ergens had hij zich even gewond
gevoeld, maar toen hooghartig bij
na de eis gesteld, dat zij hem maar
bellen moest, als ze tot het besef
gekomen was...
Misschien een harde eis, een onbil
lijke... Hij had geprobeerd dit alles
te vergeten. Dat dit niet gelukt was,
blijkt hem nu. Heel diep in zich
voelt hij plots de blijdschap om het
bezit van deze brief. Met een paar
stappen is hij bij de telefoon en
belt... Probeert zo nuchter moge
lijk een gesprek te voeren. Maar nog
geen vijf minuten later is hij
op weg naar „De Kroon". En op
maandagmorgen 7 december is het
oordeel van iedereen, dat het sin-
terklaas-artikel die dag ver uit-
Een gelegenheid waarvoor
jgj met extra zorg het cadeau
wordt uitgezocht.
g§ Het moet immers van een zo
s blijvend mogelijke waarde
zijn.
H 'n Probleem hoeft dit voor U
H niet te zijn, wij tonen U gaar-
s ne onze uitgebreide collectie
H en dienen U van vakkundig
advies.
CADEAUX IN ELKE
PRIJSKLASSE DIE U PAST
HORLOGER jUWELIER
EDELSTEENKUNDIGE F.G.A.
tOTTMOAMSEOUK UI SCHIEDAM s
Vorig jaar schreven we u al over de
aktiviteiten van de toen 10-jarige
Gerrie Brinkman uit de Heenvliet-
sestraat in onze stad. Gerrie zorgt
met Kerstmis ervoor, dat die dagen
voor de oudjes in het rusthuis aan
die Lange Nieuwstraat onvergetelij
ke worden. Dat doet hij nu al vijf
jaar, zijn eerste lustrum als Kerst
mannetje...
Met behulp van zijn ouder broertje
Henri en zijn moeder, de weduwe
Brinkman zijn zij het, die deze men
sen in dat rusthuis iets van de Kerst
vreugde geven. Rijk zijn ze niet deze
mensen, verre van dat zelfs. Maar
Gerrie verzamelt oude kranten en
van de verkoop hiervan komen die
pakjes voor die oude mensen tot
stand, waarvan er zoveel vergeten
worden door de buitenwereld. Dit
jaar is Gerrie door het weekblad
„Panorama" onderscheiden met de
ere-medaille. Daar is hij vanzelfspre
kend erg trots op. Méér echter nog
het feit, dat hij straks weer pakjes
uit kan delen...
Wij hopen maar, dat St. Nicolaas dit
alles leest, want in „Panorama"
staat ook vermeld, dat de fiets van
Gerrie op sterven na dood is... In
tussen: dank voor uw brief familie
v. B. uit de Heenvlietsestraat 6...
Een wijze wenk:
Een fijn geschenk!
Geen kapitaal,
Is zo banaal...!
Geef slechts je hart,
Dat alles tart,
En schenk-geluk,
Dat is niet stuk,
Maar leeft intens,
In ieder mens...
Dat toch juist nu,
Gelóóft in u!
Men blijft zo klein,
Wil stoer vaak zijn,
Uw komst verbeid,
Ge-bor-gen-heid!
Dat is 't o, Sint,
Wat ons aan u bindt!
Dat blijdschap geeft,
Zolang u leeft!
En dat is lang,
Dus: vréugdezang..J
M.W.-S.
Deze avond moet Sebastiaan verzen maken, „namens Sinterklaas" voor zijn
vrouw, zijn kinderen, voor een paar lieve kennissen en voor wat los lopende
familieleden. Verzen waar iedere literator om zou gillen van ellende, maar
waarvan hij hoopt dat degene, die ze ontvangt er een beetje plezier mee zal
hebben „Geen tijd voor stukjes" dus.
Het treft daarom bijzonder gelukkig dat wij een brief mochten ontvangen
van Theo Koning. Hier volgt de brief.
steekt boven andere. Maar daar is
dan ook de surprise van St. Nico
laas de schuld van...!
Manivovo 25-ll-'64
Beste Schiedammers,
Nee, ik neem het U helemaal niet
kwalijk dat U schrijver dezes al lang
naar uw onderbewustzijn verdron
gen hebt, waar hij nu rust als een
tweederangs freudiaans complex.
Toch moet U er mij geen verwijt
van maken, dat ik U in lange tijd
niet op de Salomonese hoogte ge
houden heb. Verontschuldigingen
kom ik niet aanbieden. Wel ongema
nierd, maar nu ik aan de andere
kant van deze aarde zit, kunt U mij
toch niets maken. Zoals U weet, ver
liet ik Holland op 1 Maart dit jaar.
Schiphol zag mij vertrekken, een
K.L.M.-jet rukte mij los van vader
landse bodem. De traditionele brok
in de keel en een laatste weemoedi
ge blik op een stukje Holland, waar
molens de polders droogpompen, zo
dat de tulpen kunnen groeien... die
brok en die blik zullen er wel ge
weest zijn, ik weet het niet meer,
het is alweer zo lang geleden. Zes
of Z'ïvéjb uur later tippelde ik rond
in New York, en vijf maanden la
ter was ik nog steeds in Amerika.
Voor een soort „herhalingsoefe
ning". Vanuit Amerika schreef ik U
niet. Amerika is zo groot, dat je er
weinig over kimt schrijven, of je
moet al aan een boek beginnen. Wie
doet dat nou? Begin Augustus stond
ik weer op Kennedy Airport, New
York en 'n knappe stewardess lood
ste mij een jet binnen. Heerlijk die
jets, lekker hoog, lekker vlug, lek
ker rustig en comfortabel. San Fran
cisco. Pracht stad, met die Golden
Gate en zo. Ik zou er wel willen
wonen. Honolulu. Ook niet gek. Fiji.
Daar had ik een oponthoud van een
week. Een klein viermotorig Heron-
vliegtuigje, groot genoeg voor een
twaalf personen, bromde mij over
naar de Zuid Salomoneilanden. Op
vrijdag 14 september stapte ik uit
het kleine gras vliegveldje buiten
Honiara, onze „hoofdstad".
Het tropenzonnetje was de enige
die mij verwelkomde. Maar ik moet
zeggen, hij deed dan ook zijn best.
Zo'n zonnetje in Holland. Wat zou
den de suikerbieten, dan uit de klui
ten schieten. Twee weken ben ik in
Honiara blijven hangen. Nog wat in
kopen gedaan in de chinezenwijk,
wat tinnetjes koud bier gedronken
om het af te leren, een nieuwe ijs
kast aangeschaft en een projector
om lichtbeelden te vertonen. Een
dieselmotor besteld in Japan voor
mijn bootje van 18 voet. Jullie moe
ten niet denken, dat ze in Tokio en
omstreken alleen maar bromtollen
of speelgoedtreintjes maken. Twee
weken in Honiara vond ik welletjes.
De vacantie zat er op. Terug naar
Manivovo. Terug naar het oerwoud,
terug naar de eenzaamheid en de
modder. Terug naar het primitieve
leventje, waar ik zoveel van houd.
Het laatste stukje van mijn reis
maakte ik op de Hambia, een van
onze drie missieboten. 35 Voet lang.
Moet je meemaken. Vijf en dertig
voet is niet veel op een grote oce
aan, maar het is klaarblijkelijk vol
doende, want drie dagen later
kwam ik in Manivovo aan. Nou wa
ren die drie dagen niet van de ge
zelligste. Tsjonge, wat een zeetje.
Het is maar goed, dat een boot geen
benen heeft, anders was de onze ze
ker gestruikeld over de hoge golven.
De Hambia, een klein bootje, al
meer dan veertig jaar in trouwe
dienst; een bootje met een dek en
een mast, een moto en 'n stuurwiel-
tje met spaken. Een zware lading
van zakken cement, golfplaten, kis
ten en koffers. Een dakje van zeil
doek om uit de zon en de regen te
zitten. Op het voordek stonden twee
houten bureautjes voor mijn nieuwe
huis, op het achterdek vaten olie en
benzine. Mijn dekstoel nam de ove
rige ruimte in beslag. Vóór mijn ver
trek hadden ze mij nog een babietje
toevertrouwd, VA j. oud. Ging weer
terug naar zijn dorp. De eerste dag
was nog niet zo gek, wel een ruwe
zee en veel geschommel, maar het
was om te doen. De tweede dag was
anders. Toen staken we over het ei
land Guadalcanal naar San Cristo-
val. Wat ging de zee te keer en wat
ging onze boot te keer. De golven
sloegen over de boeg en wasten
over het dek heen. De grootste gol
ven sloegen van onder tegen het zeil
doek aan en kaatsten neer op ons.
We waren doornat, en wat nog aan
me droog was nam de baby w el
voor zijn rekening. Was ik blij, toen
ik na drie dagen in Manivovo uit
stapte. Manivovo, hier ben ik weer!!
Mijn mensen stonden me aan Je
kust op te wachten, een brede grijns
rond hun roodgekleurde betelnoot-
monden. Handjes schudden en
giechelen. Ze vonden het fijn om
me weer terug te zien. Ik ben weer
thuis. Mijn oude getrouwe hut, nu
vervallen en overgroeid met lianen
en klimop, keek vanaf de heuveltop
een beetje mistroostig op me neer.
Ik had hem niet meer nodig. Ik leef
in mijn nieuwe houten huis, ge
bouwd op cementen palen. Daar
over een volgende keer. Voorlopig
is het genoeg, als u weet, dat ik
weer terug ben in mijn Manivovo.
Het is nu nacht. Terwijl krekels
tsjirpen in het gras, en vuurvlieg les
onbewaakte overweggetje spelen
met hun knipperlichtjes, stuur ik u
mijn eerste tropische groet vanuit
het verre Manivovo.
Uw stadgenoot, Theo Koning, Mani
vovo, British South Solomon Is
lands.
HEERLIJKE BOTERLETTERS
en manden m. levensmiddelen wach
ten donderdagavond, 3 december a.s.
tijdens de contactavond van de kla
verjasvereniging „Het Singelkwar
tier" op hun toekomstige eigenaars.
Er worden drie partijen van 1500 ge
speeld en... wat heel belangrijk is:
iedere klaverjasser(ster) is morgen
avond om 8 uur van harte welkom
in het eigen huis, zaal „Marijke",
Broersveld 121. Ook, als u (nog)
geen lid bent
(EN NOG GOED BETAALD OOK)