Ik ben één brok zenuwen zegt RIA VALK Stoptrein naar de Afrikaanse oerwouden STEEDS GROTERE VRAAG NAAR ANTIEK WAT DOEN WE MET BONT-RESTANTEN TREIN TEGEN OLIFANT KILIMANJARO DE MAANBERGEN IJZEREN SLANG „Ik ben één brok zenuwenzegt zangster Ria Valk van wie het publiek heeft ontdekt, dat zij behalve rauwe Wild Westliedjes en „hou me nog eens vasttralala" ook fijne tere Franse chansons kan zingen op een manier, die Lucienne Boyer haar niet vlug zal verbeteren. vertegenwoordiging in schoenen niet waar maken. Ze stelde haar vader voor de klantenkring te bezoeken en na enig tegenstribbelen stemde hij toe. Zij reisde in schoenen en deed het graag. De mensen herkenden haar en ze gelooft wel, dat het in de omzet scheelde. De hoofdzaak was, dat haar vader weer aan de slag kon gaan zonder al te veel te verliezen. Dat is een heel andere zijde van Ria Valk. Een kant, die slechts weini gen kennen, maar die haar zeker siert. Is het wonder dat Ria in en kele maanden meer dan "ijf kilo af viel en slechts honderdvier pond weegt. Zij doet te veel, zij eist te veel van haar uithoudingsvermogen. Onlangs zong zij voor de televisie „N'est ce pas nerveilleux?" van Ada- mo, als een soort experiment en het sloeg in. Ze wil de populaire toer niet opge ven, maar heeft ineens gemerkt, dat televisie een vergrootglas is. Tal van mensen hebben haar opgebeld om te vertellen, dat zij dat liedje zo fijn hadden gevonden en velen raad den haar aan verder te_ gaan in dit genre. Wie had dat ooit gedacht... malle Ria uit Vinkenveen zingt een heel teer liedje in het Frans en plot seling wordt zij herontdekt. „Ik ga wat meer Franse liedjes zin gen, maar als „de zaal" er niet aan wil... heb ik dat gauw genoeg in de gaten". Ria Valk is drie en twintig jaar. Zij ziet er moe uit en vertelt tenslotte: „Kunt U zich voorstellen, dat ik één brok zenuwen ben. Maar mijn tieners mogen dat niet mer ken... zij willen die gekke malle Ria zien en horen en ik zal hen niet te leurstellen!" Ria Valk met haar gitaar, zoals we haar hebben leren kennen bij diver se optredens. Een charmant meisje met een bij zondere voordracht. Jaren geleden Ria Valk stond met haar magere spillebenen nog maar net op de ladder van het succes leerden we dit meisje kennen. Het gebeurde op Schiphol, dat zij door haar „ontdekker" aan de pers werd voorgesteld naar aanleiding van een geslaagd buitenlands optreden. „Cowboy-Ria" poseerde met pa en moe voor de camera's. Een spichtig meisje met blauwe ogen en lange vooruitstekende tanden. Geen schoonheid maar wel een persoon lijkheid. Overigens was Ria toen al zenuwachtig als een jonge zebra. Haar lachen was meer gieren en haar amicaliteit met de „jongens van de pers" was wat geforceerd. Kunt U zich voorstellen? Ria was net acht tien en tienduizende teenagers droe gen haar op de handen en... wat be langrijker was... kochten haar pla ten. Ria kwam in de krant en voor de te levisie. De roem overstraalde haar, maar roem is zo vergankelijk. Hoe lang zou dat duren? Een wat versleten bontjasje, de vos die vroeger moeders glorie was, een vergeten mof, wie heeft niet ergens in een kast of op zolder goed in kranten opgeborgen een ouderwets bontstel liggen? Het is nu tijd om het weer te voorschijn te halen, uit te kloppen en te luchten want de mode geeft dit jaar talrijke moge lijkheden om bontrestanten te ge bruiken. VOOR GARNERING. Met een beetje handigheid kunt u oud bont omtoveren in een modieu ze garnering. Astrakan en Indisch lam zijn gemakkelijk te verwerken, bij glad en lang harig bont moet op de richting van het haar gelet wor den en op de nuancering. Het aan elkaar zetten gebeurt aan de achterkant. Met kleermakerskrijt tekent u nauwkeurig het patroon op het leer. U snijdt het vervolgens uit met een scheermesje maar zon der 't haar te raken. De naden naait u samen met een fijne naald, een stevige draad en een overhandse- steek. Om de randen af te werken stikt u er een boordlint langs, u vouwt dan het lint haar binnen om en u hecht het vast met een flanelsteek. Als het bontvel bobbelig is, maakt u het leer eerst goed nat en u spant het met fijne spijkertjes, op plus minus 2 cm. van elkaar, op een plank of tekenbord. Zo gauw het vel goed droog is (ver van vuur of ra diator) kunt u de bovenbeschreven bewerking uitvoeren. Op deze manier is het mogelijk een rechte bontrand aan één kant enigs zins uit te trekken om een weinig ronding te verkrijgen die nodig is voor 'n ronde halsuitsnijding. Eerst moet dan echter het juiste patroon op de plank getekend worden. Een paar jaar later zagen we Ria Valk weer terug. Zij droeg een beu gel om haar voortanden en zij had goud aan de ringvinger. Ria was ver loofd met de chef verkoper Keule naar, die bescheiden op de achter grond wist te blijven. Zij zong nog steeds haar eigen genre... cowboy- en komieke nummers, die gemakke lijk in het gehoor lagen en die ieder een meeneuriede. Haar eerste gou den plaat rolde binnen. En plotseling kwam de klap. Ria was jurylid van een Top of flop-uit zending. Elvis Presley's zong werd door Ria gekraakt. „Ik vind Elvis waardeloos...", dat zei zij argeloos van de ongekroonde koning der tieners en de storm, die toen losbrak zal Ria niet gauw ver geten. Zij vertelde hierover: „Het Elke avond om ongeveer zes uur verzamelt zich een groep mensen op het spoorwegstation van de oude Arabische stad Mombasa aan de kust van Kenia. Afrikanen en Indianen lopen in kleurige verwarring door elkaar heen terwijl lüer en daar een Engelsman pogingen doet om niet helemaal In de menigte verloren te gaan. Er klinkt een bel en iedereen schuifelt de wach tende trein binnen. Dan, pre-iea om haif zeven, aldus het novembernummer van ,Het Beste uit Reader's Digest', begint een van de meest verbazing wekkende treinreizen ter wereld. Bestemming: de oerwouden van Afrika en de Maanbergen. De Britse direktie van de spoorweg maatschappij noemt de trein schert send „de trein naar boven". Weinig reizen per spoor zijn echter zo spec taculair als deze, die twee en een halve dag in beslag neemt. De reis voert langs welhaast onbe kende streken van Oost-Afrika. Na dat de „gari la moshi", het „rook- voertuig", Mombasa heeft verlaten en de palmbomen uit het gezicht zijn verdwenen, omsluit de wildernis de eenzame spoorbaan. Hoewel de Portugezen de stad Mom basa gedurende twee eeuwen bezet hebben gehouden en Amerikaanse en Britse zakenlieden in het nabije Zanzibar reeds in het begin van de 19e eeuw naar hartelust handel dre ven, had toen geen blanke de moed om een voet in de immense oer wouden te zetten, waar de Nijl haar oorsprong vindt. Volgens de Griek se aardrijkskundige Ptolemaeus, die in de tweede eeuw na Christus leef de, moesten zich daar de Lunae Mon- tes, of de „bergen van de maan" be vinden. Geen Europeaan kon dat echter bevestigen. Gedurende eeuwen bleef dit gebied, door oerwouden en moerassen omgeven, onontsloten. Wie met deze trein meerijdt, merkt dat de verwantschap met snelver- voer, zoals in andere landen,ver te zoeken is. Daar is in de eerste plaats de spoorbreedte schuldig aan. Deze is namelijk niet breder dan een meter. Vanwege de ongelooflijk scherpe bochten, wordt er boven dien niet sneller dan ongeveer 65 kilometer per uur gereden. De dieren van de oerwouden leve ren de spoorwegmensen in dit land grote zorgen op. Soms vinden er botsingen met olifanten plaats of raken giraffes met hun lange halzen verstrikt in de telegraafdraden van de spoorweg. Bovendien hebben de in het binnenland wonende stam men 'n voorliefde voor koperdraad. Soms verdwijnen grote delen van de telegraafverbindingen, die men la ter in de vorm van kettingen en armbanden om de halzen of polsen van gelukkig lachende stamleden te rug kan zien. In de vroege ochtend bereikt de trein de beroemde berg Kilimanja ro, de hoogste van Afrika, die majes tueus op een groot bergplateau staat. Nadat Nairobi is gepasseerd, rijdt men langs de adembenemende zestig kilometer brede Rift Vallei, die zich op wonderbaarlijke wijze uitstrekt van Turkije, dwars door de Rode Zee loopt en via de hoog landen van Oost-Afrika tenslotte in Malawi, het vroegere Nyasaland, uit komt. Het volgende station is Na- kuru, dat omstreeks half drie in de middag wordt bereikt. Het land schap heeft een opmerkelijke ver andering ondergaan, want de bo men zijn verdwenen en heb ben plaatsgemaakt voor acacia's en open grasland. Voort gaat het weer in de richting van de equator, waar de temperatuur 's nachts bijzonder laag is en om negen uur de volgen de ochtend wordt Kampala, de hoofdstad van Oeganda bereikt. De ze stad met zijn 47.000 inwoners, is bovendien de hoofdstad van Bugan- da, een van de vier oorspronkelijke koninkrijkjes, waarvan de inwoners, lang voordat de Europese ontdek kingsreizigers arriveerden, een op merkelijke beschaving hadden we ten op te bouwen. De trein, die ons van de kust af heeft vervoerd, rijdt niet verder dan deze stad. De wei nigen, die nog verder het binnen land in reizen, moeten wachten op trein 53, die 's avonds vertrekt. Het zijn meestal mensen met een ware pioniersgeest, die zo diep in het binnenland werken. Zij zijn typerend voor de hoop en de ambitie van het moderne Afrika. De volgende ochtend rijdt de trein op de rand van de driehonderd me ter diepe Rift Vallek Het George- en Edwardmeer glinsteren in de ochtendzon. Dan verschijnen in de verte enorme met sneeuw bedekte bergketens. Het zijn de legendari sche „bergen van de maan" ofwel de „Ruwenzori", onder welke naam zij officiéél bekend zijn. De sneeuw van deze bergtoppen verdwijnt eerst in de beide genoemde meren, waarvan het water zich uiteindelijk bij dat van de Victoria Nijl voegt om daar na als Witte Nijl de geweldige af stand naar Egypte af te leggen. De Maanbergen zijn zelden zichtbaar, aangezien zij meestal in een ondoor zichtige mist of wolkenmassa zijn gehuld. De ontdekkingsreiziger/journalist Stanley kampeerde in 1888 weken lang in de nabijheid van deze ber gen, alvorens hij een glimp van de top kon opvangen. En ook thans zijn er maar weinig mensen, die ooit de spookachtige bergtoppen, waar vaak oogverblindende sneeuwstormen woeden, hebben gezien. Het einde van de bijna 1500 kilome ter lange reis is in zicht. Het is de stad Kasese, die bereikt wordt, na dat de trein zich door 'n uitgestrekt moeras heeft heen geworsteld. Hoog in de bergen huilt een gierende wind, maar in Kasese staat een fel brandende zon aan een strak blau we hemel. De locomotief slaakt een laatste stoomzucht. De 1650 kilometer van Mombasa naar Kasese, dwars door de Afrikaanse oerwouden, zijn afge legd. Ria Valk bijt hier niet van de ze nuwen op haar nagels, maar snoept een gebakje. leek wel of er een lawine van ver guizingen op mij neerkwam. Mijn fans scholden mij uit., ik kreeg sme rige brieven en gemene telefoontjes- de verkoop van mijn platen daalde schrikbarend en ik begreep, dat ik deze eerlijke mening nooit zó open lijk had mogen verkondigen. Ik ging zelf kapot aan die toestand, maar gelukkig had ik mijn verloofde en mijn ouders. Zij hebben mij over die moeilijke tijd heen geholpen. Maar mijn lesje heb ik geleerd! Ik pas wel op in het vervolg commentaar te geven". Ook zei zij: „Ik ben altijd een brok zenuwen geweest. Je merkt dat niet zo aan mij, maar innerlijk voel ik dat zelf het beste. De mensen den ken vaak dat ik overal maling aan heb, maar zij weten niets van mij.i onverwachte huilbuien voor of na het optreden. Geloof me... ik ben bang voor het publiek. In ieder ge val heb ik er een heilig ontzag voor! Als je de mensen tegen je hebt, berg je dan maar...!" Met haar man, de heer Keulenaar woont Ria in haar prettig gemeubi leerde Vinkenveense woning. Een gelukkige vrouw, die wat trots is op haar spulletjes en de witte auto voor de deur. Voor het merendeel alles bij elkaar gezongen en Ria Valk heeft er hard voor moeten wer ken. Een tijdlang had zij drie taken. Ze zong, ze reisde in schoenen en ze zorgde voor haar echtgenoot. Ja, ze reisde in schoenen. Haar vader, aan wie ze praktisch haar hele succes te danken heeft, /as ziek. Hij kon zijn Toen de trein voor het eerst in de Afrikaanse geschiedenis verscheen, was, zoals overal elders, iedereen bang voor de „ijzeren slang". Niet temin heeft geen vervoermiddel Oost-Afrika zo snel voor de wereld ontsloten en tot de ontwikkeling van dit gebied bijgedragen, als juist de trein. Ambtenaren van het kolo niaal bestuur, missionarissen, artsen en technici werden naar het vroeger geisoleerde gebied vervoerd. Tegen woordig opereert de spoorwegmaat schappij onder supervisie van de regeringen der drie Oostafrikaanse staten en bereikt een gebied, dat bijna even uitgestrekt is als geheel West-Europa. De treinen naar het binnenland vervoeren materialen en gereedschappen die nodig zijn voor de stedenbouw, terwijl de treinen naar de kust koffie, thee, hout, hui den en bevroren vlees transporteren, bestemd voor de wereldmarkten. Vrijwel iedere dag beklimt een zeer gemêleerd publiek de coupé's van de trein. Goed geklede Afrikaanse regeringsambtenaren, Engelse inge nieurs, die betrokken zijn bij de bouw van een krachtstation, druk- pratende inheemse handelslieden en zo af en toe een Amerikaanse mis sionaris. De derde klas coupé's puilen uit van de Afrikanen, die enorme hoeveel heden bagage meevoeren. Sinds jaar en dag trachten de spoorwegbeamb ten de reizigers er toe te bewegen hun bagage te laten vervoeren. Zon der sukses evenwel, want niemand vertrouwt het vervoer van zijn spul len aan derden toe. De maatschappij laat iedereen een bedrag van onge veer vijftien cent betalen voor iede re kip, die hij mee in zijn coupé neemt. Geiten zijn taboe, een rege ling waarover veel ontstemming heerst. Vroeger vijf, misschien tien jaar geleden kon men de eerste beste boerderij binnenwandelen en er een prachtige oude hoerenkast verwis selen tegen een modern meubeltje. Vroeger waren er suikertantes met zolders vol tinnen schotels en koperen kruiken, die ze je met veel ver wondering over je bizarre smaak toestopten. Dat was vroeger. Maar die tijd behoort nu radicaal tot een spijtig verleden. Indien men nu oude meubels wil, moet men er vaak zeer veel voor betalen. Een handelaar formuleerde deze gewijzigde omstandigheden met veel (onbewuste) zin voor humor ln zijn etalage: „Wij kopen tweedehands, wij verkopen antiek". Mijn man beweert, dat die voorliefde voor oude spullen bewijst hoe ge degenereerd we wel zijn. Wij hebben de verbeelding niet meer om zelf iets te scheppen, en dus teren we maar op onze voorouders. Misschien is dat wel een beetje waar, al heb ik heftig geprotesteerd toen hij het zei, maar ik verkies toch een mindere bittere kijk op de zaken. Oude dingen vertellen verhaaltjes, en in onze nuchtere zakelijke, haastige wereld luisteren volwassen mensen toch nog graag naar ver haaltjes. Als u nu in uw huiskamer met haar witte muren en haar grijze vloerbekleding en haar zwarte zetels en haar strakke stoelen en tafels plots zo'n oude grillige naaimachine op een tafeltje zet, dan moet u eens goed luisterenwat die allemaal te vertellen heeft. Of zo'n geslepen glas waar de zon van uw moderne straat ln speelt. Luister eens wat een boeiend, onverwacht verhaal u te horen krijgt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1965 | | pagina 17