'leidi tot VOLGENDE STAP: MIDDELBARE OPLEIDINGEN DETAILHANDEL WAT DOET DIE MENEER EIGENLIJK Detailhandelsschool maar opleiding 101 een 'i^ótandia onde ze\ ondernemer Wel knobbels, maar niet persé die voor wiskunde Geen kruidenierspolitiek meer „Neen, we zijn hier beslist geen school voor winkelpersoneel, zoals wel eens wordt gedacht. We vormen hier wel de toekomstige on dernemer en zij die kaderfuncties moeten vervullen als bedrijfs leider, filiaalhouder, inkoper, afdelingschef, verkoopleider of ver koopadviseur. Met de ondergrond die wij ze meegeven zullen de bezitters van het einddiploma, zoals de praktijk bij soortgelijke scholen elders heeft bewezen, beter hun plaats in het bedrijfsleven kunnen vinden en ook eerder voor verdere scholing in aanmerking komen". Geen school voor winkelpersoneel dus, daarover wil de heer G. K. Hovingh, directeur van de Chr. Detailhandelsschool „Beneden-Maas" te Vlaardingen, geen misverstand laten bestaan. Nieuwe kans Nog te weinig mww/m-f/WW)'. Geen winkeltje spelen... Deze vierjarige dagschool fungeert als streekschool voor het Nieuwe Waterweggebied, het Westland (zui delijk gedeelteen de Zuidholland se eilanden en stelt zich ten doel jongens en meisjes een opleiding te geven, gericht op het zelfstandig on dernemerschap én op de kaderfunc ties in de detailhandel. Dit detail- handelsonderwijs is ingedeeld bij het uitgebreid lager nijverheidson derwijs (ulno). Aan het eind van het vierde leer jaar wordt een examen afgenomen onder toezicht van rijksgecommit teerden. In dit einddiploma is ook het zgn. middenstandsdiploma be grepen. jpractisch De kloof, die er zo dikwijls is tus sen school en praktijk en die mede oorzaak is dat goede leerlingen in hun latere loopbaan maar moeilijk de aansluting vinden met de prak tijk, wordt bij de detailhandels school aanmerkelijk kleiner geacht dan bij andere schooltypen doordat: in de hogere leerjaren veel les wordt gegeven aan de hand van praktijksituaties; het praktische werken in de be drijven een onderdeel van de oplei ding is; verschillende docenten naast hun theoretische scholing een jaren lange praktijkervaring in het be drijfsleven hebben; behalve aan het bijbrengen van theoretische kennis, grote waarde wordt gehecht aan persoonlijkheids vorming: correct optreden, doorzet tingsvermogen, toewijding en een gepast gevoel voor eigenwaarde; excursies, werkweken met gast docenten mede de maatschappijver kenning bevorderen. De veelzijdigheid van het onderwijs programma en het gehalte van het onderwijs bieden de leerlingen te vens voldoende waarborg om zo zij dit wensen in korte tijd diver se vakdiploma's (textiel, levensmid delen e.d.) of praktijkdiploma's (boekhouden, talen) te behalen. Het komt soms ook voor, dat een leerling(e) tijdens de opleiding tot de ontdekking komt een meer dan middelmatige creatieve aanleg te bezitten en bijv. besluit etaleur of etaleuse te worden. Hoewel de de tailhandelsschool geen etaleurs- school is, kan ze toch iemand op weg helpen naar een bij de aanleg passende levenstaak. Bovendien zul len de algemene vorming, de be drijfseconomische en verkoopkundi- ge scholing zo iemand ook als eta leur (etaleuse) uitstekend van pas komen. Voor meisjes kan de detailhandels school eveneens bijzonder aantrek kelijk zijn. Naast een degelijke alge mene en bedrijfseconomische oplei ding, biedt de detailhandelsschool voor hen veel waar ze, eventueel la ter in het gezin, profijt van zullen hebben: algemene warenktnnis, ken nis van textiel en levensmiddelen; creatieve vorming en smaakverfij- ning door de vakken etaleren, crea- tief-technische arbeid, tekenen en muziek. OmScha he (in y Het gehele klein- midden en groot bedrijf is na de oorlog sterk in be weging gekomen. „Door de massa productie worden er ook andere ei sen aan het distributieapparaat ge steld. Het verschijnsel van wegster vende randbedrijfjes is maar al te bekend en ook de overheid heeft niets nagelaten de middenstand op de noodzaak tot het verzetten van de bakens te wijzen. Diezelfde mid denstand richtte daarop het verzoek tot de overheid om behulpzaam te zijn bij het creëren van een nieuw type onderwijs. Ondernemers van de toekomst zijn zij die straks de gro tere bedrijfseenheden vakbekwaam en soepel zullen moeten leiden. En dat brengt dan een totaal andere problematiek met zich dan het oude begrip van het bekende winkeltje om de hoek". (Confrontatie Detailhandelsschool-directeur Ho vingh en zijn staf hebben dan ook een open oog voor die geschetste ontwikkeling. „Ondanks de onver mijdelijke schoolse zaken is er van hieruit een voortdurende confronta tie met de realiteit van het zaken leven. De jongelui leren veel zo niet alles over het voeren van een goede administratie, de financie- rings- en assortimentspolitiek (wanneer en waardoor wordt een zaak rendabel) de kostprijscalcula tie, de bedrijfseconomische en de sociaaleconomische kant van een onderneming, de verkoopbevorde ring, warenkennis, de bedrijfsecono mische winkelinrichting, enfin, echt vakken waarvan ze wat kunnen mee nemen". De heer Hovingh, zelf twintig jaar in 't zakenleven werkzaam geweest, heeft tien jaren ervaring op een Groningse detailhandelsschool opge daan. Die ervaring komt hem op de ze nieuwe streekschool te Vlaardin gen, waarover elders op deze pagi na meer, nu goed van pas. Een kruidenier is tegenwoordiger echt geen kleine jongen meer. Dat hoefde de heer Hovingh, directeur van de „beroepsschool" voor de de tailhandel te Vlaardingen ons niet in te prenten. Dat vernamen we kort tevoren uit de mond van een gezeten kruidenier zelf, van dr. I. de Gruy- ter, hoofddirecteur van De Gruyter en Zn bij de opening van de 500ste winkel van zijn concern. Het assor timent van een kruidenier, zo stelde hij, bestaat tegenwoordig uit 2500 ar tikelen, tien jaar geleden waren dit er nog ruim 1000 en voor de oorlog naar maar enkele honderden. De koopkracht van het Nederlandse pu bliek houdt daarmee gelijke tred en is thans reeds 21/2 maal zo groot als in 1900 en zal over vijf jaar 3'/2 maal zo groot zijn. Deze ras-kruidenier re kende voor, dat een gezin met 2 kin deren tegenwoordig per week bruto 70 kilo levensmiddelen koopt, waar van 53 kilo regelrecht wordt gecon sumeerd. En dat slaat dan nog al- veau dat vele perspectieven biedt. Ook ten aanzien van het bedrijfsbe heer en de praktische taalbeheersing in de detailhandel. Tot de eerste klas kunnen al worden toegelaten jongelui met 6 jaar lager onderwijs en eventueel 1 of 2 jaar ulo of middelbaar onderwijs en tot de 2e klas jongeren met 2 tot 3 jaar ulo of middelbaar- onderwijs. Aan de hand van de rapporten der twee voorgaande schooljaren, het advies van het hoofd of de directeur van de laatstbezochte school en een toe latingsexamen, beslist de directeur, daarin bijgestaan door de raad van leraren, over de uiteindelijk toela ting. Vlaardingers, Schiedammers, Maas- landers, Westlanders, Delftenaren, Brielenaren, nou ja die danig geme- leerde bevolking van een typische streekschool kom je in de detail handelsschool „Beneden-Maas" te gen. Pientere knaapjes, kwieke meis- kes, zo was de eerste indruk en di recteur Hovingh zegt dat we ons daarin niet vergissen. Volgend jaar hoopt hij ook te kun nen beginnen met een klas met mu lo-kandidaten die dan in twee jaar het diploma van deze detailhandels school zullen kunnen behalen. Maar dan moet er wel een uitgesproken belangstelling voor bestaan. Hij wijst er in dit verband nog wel even op, dat leerlingen die geen ulo of middelbare school kunnen volgen in de regel ook moeite zullen hebben met het onderwijs aan de detailhan delsschool. Wel blijkt dikwijls, dat jongelui die overigens goed kunnen meekomen en behoorlijke cijfers behalen, maar wat minder goed kunnen meekomen in de exacte vakken, zich daarente gen op de beroepsschool zeer goed plegen te ontplooien. Op de befaam de „wiskunde-knobbel" wordt hier nl. veel minder een beroep gedaan en na de eerste klas (algemene vor ming) vervalt het vak wiskunde ge heel. Bezitters van een Ulo-diploma of zij die de driejarige H.B.S. hebben ge volgd worden zonder meer toegela ten tot de derde klas; in speciale derde klassen met een eigen leerpro gramma. Zoals gezegd wil men vol gend jaar met deze categorie ook in Vlaardingen van start gaan. De vele voor hen nieuwe vakken in het com merciële en esthetische vlak, zoals verkoopkunde, reclame en etaleren, alsmede de uitgebreide warenkennis betekenen voor gediplomeerde ulo kandidaten e.d. een zeer afwisselen de tweejarige opleiding op een ni- De middenstandsopvolging is een probleem op zich zelf en vormt voor de betrokkenen dan ook het gesprek van de dag. Ook de De tailhandelsschool „Beneden-Maas" krijgt er mee te maken. Niet voor niets is ongeveer de helft van de 46 leerlingen (de school is pas aan haar eerste jaargang bezig en derhalve aan haar eerste klas) regelrecht uit die middenstand afkomstig. Zoons of dochters van middenstanders hopen aan deze vierjarige dagschool de no dige theoretische en praktische kennis te vergaren om later „de zaak" over te kunnen nemen. „Toch geef ik juist dezulken vaak het advies zich niet meteen in die familie-onderneming vast te leg gen, juist om te voorkomen dat ze in een opgemaakt bedje be landen. Dan is het veel beter eerst wat ervaring bij andere bedrij ven op te doen". Deze mening huldigt de heer Hovingh van de chr. detail handels school „Beneden Maas" te Vlaardingen en die stelregel paste hij ook toe op zijn oude school in Groningen. Het stage lopen, het praktisch werken in de grote en kleine bedrijven acht hij van groot belang, al komt dit pas in het laatste schooljaar aan de orde. „Het is belangrijk dat ze ook even in de keuken mogen kijken, vandaar dat onze leerlingen het laatste jaar een dag per week de praktijk in gaan. Ze krijgen dan een lange lijst met vragen en op drachten mee. En ze moeten met eigen ogen waarnemen hoe zo'n bedrijf nu wel draait. Wat doet die méneer nu eigenlijk en hoe doet die juffrouw het. Al leert de praktijk ook dat velen de vrije zaterdagen al eens in een zaak rondkijken en waar mogelijk een handje uitsteken. Toch is winkeltje spelen in de enge zin van het woord er niet bij en zijn we er op uit die praktische ervaring zo veel mogelijk te laten aansluiten op het leerprogramma". Directeur G. K. Hovingh. leen maar op de kruidenier. De uit deze nuchtere cijfers voor de hand liggende conclusie is die van een middenstand die wordt op- gestotên in de versnelde vaart van een verder stijgende koopkracht. En in het verlengde van deze snelle ont wikkeling ligt tegelijkertijd een stij gende behoefte aan nog verder ge schoolde krachten in deze sector. „Gelukkig ligt in het mammoet- onderwijs ook een nieuwe kans voor het beroepsonderwijs be sloten, via welke men tenslotte kan doorstoten tot het universi- taire niveau. Maar daartussen ligt eerst nog het middelbare vakonderwijs. Er bestaan reeds plannen", zo licht de heer Ho vingh toe, „tot oprichting van middelbare detailhandelsscho len. In enkele steden hebben de gemeenteraden reeds beslo ten tot de oprichting van der gelijke middelbare opleidingen voor de detailhandel. En ook wij laten nu reeds onze gedachten in die richting gaan en zullen stappen in die richting zetten". Leerlingen die na het behalen van het diploma van de vierjarige detail handelsschool verder willen stude ren, vinden in de naaste toekomst dus waarschijnlijk nieuwe mogelijk heden tot een nog bredere ontplooi ing op het brede terrein van de on dernemersopleiding. Zolang er ech ter nog geen middelbare detailhan delsscholen zijn kunnen ulo-leerlin gen en leerlingen met driejarige hbs geplaatst worden in speciaal te vor men derde klassen van de huidige detailhandelsschool Directeur Hovingh is wel van me ning dat nog te weinig mid_i„ ders het nut van een detailhandels school onderkennen. En zijn school aan de Westhavenkade 95, onderge bracht in het oude Lyceumgebouw aan de kop van de Vlaardingse ha ven, is dan ook voornemens een 'Vriendenfonds' te vormen, waartoe een 6000 middenstanders uit de ge hele streek zal worden aangeschre ven. Want de door „kruidenier De Gruyter" geschetste ontwikkeling legt ook een verplichting op aan de gehele detailhandel zich op de toe komst te richten en de daarvoor be nodigde nieuwe generatie vakbe kwame jongelieden nu al op te lei den. De Chr. Detailhancjelsschool Beneden-Maas" heeft me! het oo* op die wenkende toekomst reeds plannen klaarliggen voor een geheel nieuwe school, waarvoor reeds grond is gereserveerd rond het Sta tion Vlaardingen-West. Dit eerste eerste leerjaar van de nieuwe school in het oude pand aan de Westhaven kade heeft al geleerd dat een flip' e streekschool hier in een grote be hoefte voorziet. Beroepsscholen als deze mogen dan in deze contreien nog vrij onbekend zijn-vandaar dat we er eens wat uit voeriger bij stilstonden-ze-zullen in de eerstkomende jaren een steeds belangrijker rol gaan en kunnen spe len in een tijd waarin „kruideniers politiek" niet langer meer mag wor den vereenzelvigd met het moderne zelfstandige ondernemersschap. De „De Gruyters" van nu beginnen echt niet meer in het legendarische „win- keltje om de hoek".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1965 | | pagina 17