ia i2ü Nederland ontvangt de wereld op de Expo 1967 "BÉS Expo-thema kïï&i l '&i Ter herdenking van het hon- derdfbrig bestaan van de Cana dese Federatie wordt op 28 april tot 27 oktober de Expo te Montreal georganiseerd. Ruim een half jaar vóór de opening was het Nederlands Paviljoen reeds gereed geko men, keek men vanuit de stad op de zilverglanzende alumi- nium-schepping van het Rot terdamse architectenbureau Ejjkelenboom en Middelhoek. Inmiddels is men volop doen de met het afwerken van het interieur, het installeren van de vele tientallen maquettes, het inrichten van het cultureel centrum. Het tijdig gereedkomen van het „Hollands Huis" was een mee valler voor de Stichting Wereld tentoonstelling, afdeling Neder land, omdat de C.A.O.-lonen der Canadese bouwvakkers de laatste maanden met enkele tientalle pro centen zijn gestegen. Een meeval ler overigens die voornamelijk is te danken aan de voortreffelijk functionerende organisatie van de Stichting, die wordt geleid door oud-mimster van Defensie, com missaris-generaal Ir. S. H. Visser en directeur Mr. M. F. F. A. De Nerée tot Babberich. Op 15 januari 1963 werd ons land uitgenodigd aan deze tentoonstel ling deel te nemen. De hechte ban den die Nederland met Canada heeft, waren voor onze Regering doorslaggevende argumenten om de uitnodiging met een volmondig „ja" te beantwoorden. Voor de bevrijding van ons land, immers sneuvelden ruim 13.000 Canadezen, de Koninklijke Familie werd ge durende de oorlogsjaren gastvrij m Canada c«genomen en tenslot te leven in net onmetelijk land ïo'n half miljoen Nederlandse emigranten. Redenen te over dus voor de Staten Generaal om een bedrag van 12.000.000,beschik baar te stellen. Het Algemeen Be stuur, samengesteld uit vertegen woordigers van verscheidene Mi nisteries alsmede uit het bedrijfs leven, was zich van meet af aan bewust dat met dit aanzienlijk bedrag niettemin uiterst zuinig zou moeten worden omgespron gen. Met die twaalf miljoen gulden im mers moest men in Canada een paviljoen bouwen met de ver plichting het na een half jaar ook weer af te breken!), dit Neder lands paviljoen zou moeten- -wor den ingericht, er zouden op de Nationale Dag tal van manifesta ties dienen plaats te vinden, er zou, zo was men van mening, ook nd de tentoonstelling iets tast baars moeten blijven bestaan en daarvan uitgaande besloot men ander meer een Cineramafilm in meur van Nederland te laten ma ken, een film die na Expo over de gehele wereld zou kunnen wor den vertoond. Een klein leger van gidsen zou moeten worden opge leid om bezoekers van het Neder landse paviljoen (in Frans en Engels) wegwijs te maken en zo mogelijk in Canada nog meer goodwill te kweken dan ons land daar refds geniet... Montreal, wat grootte betreft de tweede Franse stad ter wereld 1.900.000 inwoners) ligt aan de St. Lawrence River. Er wordt koortsachtig gewerkt om voor 28 april de 73 landenpaviljoens gereed te krijgen. Expo '67 geeft Montreal een ander, volkomen modern aanzien, een stadsbestuur kan zich geen betere injectie wensen: nieuwe wegen worden gebouwd, óver de bestaande straten heen, nieuwe bruggen zijn tussen stad en tentoonstellingsterrein aangelegd, krotwijken worden opgeruimd om straks parkeergelegenheid aan vele duizenden toeristen te bieden, metrolijnen zullen de afstand tussen centrum en Expo tot enkele minuten sporen terug brengen. „Tegenwerking is er voldoende geweest, maar nu begint toch iedereen in Expo te geloven", zo zegt Pierre Dupuy, oud-ambassadeur van Canada in Nederland, die wij spreken in zijn kwaliteit van Algemeen Commissaris-Generaal van Expo '67. „Het is ongelooflijk hoe snel er thans wordt gewerkt, wekelijks wisselt de sky-line van onze stad". Wie vraagt of de verwachtingen niet te hoog zijn gespannen, krijgt als antwoord dat men rekent op een verlies van tacntig miljoen doller, een gering bedrag voor alle spectaculaire vernieuwingen die Montreal verkrijgt. „Uw land heeft bijzonder voortva rend gebouwd", zo zegt Pierre Dupuy en men behoeft het slechts te beamen, want toen nabuurlanden nog niet veel verder waren dan het aanbrengen van de fundamenten stond acht maanden voor de deadline achttien meter hoog het Nederlands Paviljoen aan de St. Lawrence. Wie deze zomer in Montreal dan ook de weg vroeg, kreeg te horen: „Kleinste land, gróótste paviljoen!" Reeds in maart '64 kozen de heren Visser en De Nerée op het St. Helen's-eiland een zo gunstig mogelijk gelegen perceel grond. Aan twee waterfronten (de brede rivier én een kunstmatig meertje, kan men zich een Hollandser omgeving wensen?) werd ons land 3500 vierkante meter grond toegekend. (Ter vergelijking: op de Expo te Brussel hadden wij de beschikking over bijna 25.000 m2, ma ar in Canada moeten alle deelnemende lan den het met minder ruimte stellen). Het karakter van onze inzending, zo werd besloten, zou moeten pas sen in het algemene Expo-thema: Terre des Hommes, Man and his World. Verbeeld zou moeten wor den de Nederlander van 1967 in ZIJN wereld, bepaald een gebied dat groter is dan de Delta tus sen üollard en Schelde. De speci ale ligging van Nederland als Del ta-land, centrum van de poort naar West-Europa, zou als inspi ratie moeten dienen. Het water als vriend en vijand: landaanwin ning, dijkwezen, Deltawerken, het hoge niveau van onze landbouw; onze uitzonderlijke bevolkings dichtheid met alle problemen daaraan verbonden intensieve produktie, townplanning recre atie, onderwijs, gezondheidszorg) almede handel, scheepvaart en nog veel meer (Suriname en de Antillen!), dat idles zou moeten worden verwerkt en verbeeld. De Nederlandse deelname staat dan ook in het teken van de Delta, de driehoekige, vierde letter van het Griekse alfabet, niet in enge doch in ruime zin: de materiële en geestelijke samenhang van een volk in een zeer specifiek, ten dele op de zee veroverd woongebied. De Nederlandse inzending is voorts een drieluik van verleden, heden en toekomst uitgebeeld in een tot éénheid verweven exposi tie. Met dit „draaiboek", hier uiteraard slechts beknopt weerge geven, is het Rotterdamse team Eijkelenboom en Middelhoek aan het werk gegaan. „Op bepaalde plaatsen in de we reld zou men een willekeurig ku busvormig gebouw kunnen plaat sen omdat de omgeving zo weinig interessant is, dat alleen hetgeen zich binnen het gebouw als ten toonstelling manifesteert belang rijk is", aldus zegt Eijkelenboom in zijn bureau aan de Rotterdam se Wijnhaven. „In Montreal ech ter moesten we met de unieke om geving zeker rekening houden, de plaats aan de Rivier diende zo veel mogelijk te worden uitge buit". Bij het vaststellen van de plattegrond gingen de architecten uit van een drie-deling, „een spi raal bestaande uit drie lussen, die samen een harmonieus geheel vor men, een ritmiek overigens die men in heel het menselijk bestaan terugvindt: heden, verleden en toekomst; voorspel, hoogtepunt en naspel. Tot op de laatste dag vóór de ope ning zal er koortsachtig worden gewerkt om het Nederlands stuk vlagvertoon zo kleurig mogelijk te doen zijn, maar of wij tijdig gereed zullen zijn is geen vraag, Expo '67 is daarvoor van Nederlandse zijde te zorgvuldig voorbereid. Het Pa viljoen heeft reeds nu archi tectonische schepping veel inter nationale aandacht gekregen. Ex po-organisatoren verwachten ruim dertig miljoen bezoekers, veie mil joenen zullen zeker het stukje Hol land aan de twee waterfronten wil len bezoeken. (foto's Ces Oorthuys")

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1967 | | pagina 7