„Sesam open u" in Deltt.
35
I
Voor de 19e maal klonk het „Sesam open u" voor de Oude Kunst- en
Antiekbeurs in het Delfts Stedelijk Museum Het Prinsenhof. En zie,
weer werd het sprookje bewaarheid en ontvouwt zich voor de liefhebber
andermaal een schat aan kostbare stukken. Het „Sesam open u" werd
in dit negentiende geval gesproken door burgemeester Kolfschoten van
DenHaag, voor wie het een kolfje naar z'n hand geweest moet zijn al
deze kostelijke kostbaarheden aan de ogen en de beurzen van het pu
bliek prijs te geven. We schreven het reeds, bijna dertig leden van de
Vereniging van handelaren in oude kunst in Nederland exposeren hier
het belangrijkste en/of h£t belangwekkendste uit hun collectie.
En elk jaar weer komt men voor nieuwe verrassingen te staan. De jaar
lijkse schouw van oude kunst en antiek schijnt schier onuitputtelijk en
wie er oog voor heeft, er een exquis genoegen aan kan beleven, zij een
gang naar het Delftse Prinsenhof warm en van harte aanbevolen. Tot en
met 12 juli kan men er terecht, met zijn ogen, zijn goed smaak en z'n
al dan niet te openen beurs. Want kopen hoeft echt niet en kijken is al
een heel oude kunst, welke niet genoeg beoefend kan worden. Verwacht
van ons ditmaal geen opsomming van de vele trekpleisters; daarvoor
in de plaats gunnen we u op deze foto-pagina liever een blik op de ver
schillende stands. Wel dient u nog te weten, dat u in het Prinsenhof
museum welkom bent dagelijks van tien tot half zes en op de zondagen
van een tot half zes en bovendien dinsdag- en donderdag avond van zeven
tot tien uur. Dit alles dus tot 12 juli. We zouden willen zeggen: doe er
uw voordeel mee.
De heer J. Schulman, voorzitter van het bestuur de Stichting Oude
Kunst- en Antiekbeurs ziet de antiekhandel zo: „Na de tweede wereld
oorlog was de Nederlandse Kunst- en Antiekhandel op een dieptepunt
gekomen. Dit betekende dat deze van meet af aan weer opgebouwd en
georganiseerd moest worden. Het is de verdienste van de Vereeniging
van Handelaren in Oude Kunst vroegtijdig ingezien te hebben dat geheel
nieuwe wegen ingeslagen moesten worden. Reeds in 1949 ontstond
door toedoen van enige, vooruitstrevende leden de eerste Kunst- en
Antiekbeurs in het fraaie Museum Prinsenhof te Delft.
Het was nog maar een begin, maar het groeide en gedijde door de onder
nemingslust en speurzin door de vakkennis en integriteit van de Neder
landse Kunsthandel. Zij zwermden uit geholpen door de Stichting
voor de Kunsthandel en overal waar goede voorwerpen te vinden
waren zag men onze Nederlandse handelaren, of het nu in West- of Zuid
Europa was of in Amerika, Azië of Afrika.
Met wat zij mee naar het vaderland brachten, groeide het-Nederlandse
Kunstbezit, zowel in openbare verzamelingen als bij de particuliere ver
zamelaars en kunstliefhebbers.
Maar ook de Nederlandse Staat, die deviezen hiervoor beschikbaar
stelde, profiteerde van de wederuitvoer van een gedeelte van deze kunst
schatten. Zijn wij niet van oudsher de „schippers" van Europa geweest?
Ja, nog steeds zijn wij een doorgangsland, ook van Antieke Kunstvoor
werpen waar buitenlandse musea en liefhebbers graag en met vertrou
wen kopen". Zo, nu hoort u het eens van een ander
De foto linksboven toont sculptures van deelnemer 1. Th. M. Bless uit
Lent. Hij staat in Delft o.m. met een Romaans marmeren doopvont, Frankrijk,
10e eeuw.
De foto rechtsboven toont een hoekje van deelnemer E. van Dam, Rot
terdam, die naast diverse Franse meubelen en zilver een collectie Delfts
aardewerk heeft waarbij zeldzame botervlootjes in de vorm van kippen.
De foto daaronder is een hoek van Bernhard Stodel, Amsterdam, die een
grote en fraaie collectie 17e en 18e eeuwse kunstvoorwerpen toont en Franse
meubelen. Bij het Delfts aardewerk is een zeer zeldzaam tegelportret uit
rond 1660 met de voorstelling van een Delftse predikant uit die tijd.
De foto hierboven geeft een hoek weer van deelnemer A. V. Beeling uit
Leeuwarden. Bij hem o.m. fraaie Hollandse eigenhouten meubelen uit de
17e eeuw, waarbij een zeldzame Noordhollandse vierdeurs-kast van plm. 1640.
En tenslotte de foto hiernaast (links) van standhouder J. Gieling Maarsen.
Bij hem o.m. een marmeren buste met bronzen kop, voorstellend Keizer
Augustus, Italië, 17e eeuw.