notitieó Lij een ehóLuróie
Wie een hekel heeft aan Barok
moet niet naar Rome gaan.
Zelfs wat er van vroegere da
tum is, werd door architekten,
beeldhouwers en schilders uit
de 17de eeuw „bewerkt". Of
het nu vroeg-christelijke ker
ken betrof of de Smt Pieter,
de Barok voegde belangrijke
elementen toe, en altijd zeer
onmiskenbaar en zonder skru-
pules. Het is niet overdreven
om te zeggen, dat de 17de
eeuw aan Rome de artistieke
eenheid gaf, de eenheid waar
de Barok zo verzot op was.
Pausen
Kitsch
Dekorum
Samenhang
Anti-barok
1 BHH
Velasq
uez
Het blauwe
stuurwiel
BAROK RO ME
Stedebouwkundig is dat een daad
van belang geweest; er is vrijwel
geen gebouw, geen beeld in de bin
nenstad, dat niet duidelijk in het
ruimtelijk geheel is opgenomen.
Want de Barok was vóór alles een
kunst met een grandioze ruimte-
konseptie: wat in de Renaissance
in het vlakke reliëf bleef zitten,
kwam in de Barok in beweging,
zette er ook al het andere in be
weging.
Barok is de kunst van de uitste
kende delen, van de benadering
van alle-kanten. Het licht krijgt
er voluit zijn kansen; en ook de
schaduw, opgevat als anti-licht
(Dit "in tegenstelling tot het Im
pressionisme). Licht en donker ak-
sentueren de dramatische kontras
ten tussen konkaven en konvek-
sen, tussen leegte en volheid.
De artistieke producten van Re
naissance en Barok in Rome zijn
niet meer los te denken van de
toenmalige pausen, de belangrijk
ste opdrachtgevers van Rafaèl,
Michelangelo en Bernini. Nog min
der zijn ze los te denken van de
krankzinnge bedragen die nodig
waren om ze te laten ontstaan en
het gelovige volk te laten krepe-
ren. Het is een bekend feit, dat
de Reformatie de grote stoot kreeg
door de aflaten, verkocht ten ba
te van de bouw van de nieuwe
Sint Pieter. Het is dan ook geen
overbodige luxe om staande on
der de koepel van die kerk even
te denken aan het begin van een
sonnet, dat de architekt Michelan
gelo over Rome schreef:
„Hier maakt men helmen en zwaar
den van kelken
En het bloed van Christus verkopen
ze met handen vol..."
Overigens zijn de artistieke voort
brengselen van het Christendom
sindsdien wel aan devaluatie on
derhevig geraakt. Men stuit in Ro
me nu allereerst op een inmense
produktie van religieuze en vaak
zeer „barokke" kitsch, die in som
mige gevallen onvoorstelbaar ver
faat. We staat er „ook in de Sint
ieter, een voortreffelijk beeld van
Pius XII door Manzü, maar dat
wordt nu juist niet gekenmerkt
door een zachte visie...
De Barok is ook de kunst van het
dekorum. Ze hangt van regels aan
elkaar, zonder dat men kan zeg
gen dat die voor de 17de eeuwse
kunstenaar belemmerd gewerkt
hebben. Het is voor ons 20ste
eeuwers, na de dekorum-afbraak
door de kunst van onze tijd, niet
gemakkelijk om ons de macht er
van in de barokke tijd voor te
stellen. Voor ons lijkt heel wat Ba
rok alleen nog een dekor, een min
of meer holle facade, waar we
niets achter vinden. Men moet de
barokke machinerie van macht,
etikette en luister hebben zien
werken om te begrijpen wat het
was, en gedeeltelijk nog is. Want
het dekorum wordt nog in stand
gehouden, niet bij de Fontana Tre-
vi, „ontluisterd" door Dolce Vita's
Anita Ekberg en lires werpende
toeristen, maar in de barpkke
katholieke erediensten en de pau
selijke Urbi et Orbi's (De paus
wordt „bewaakt" door een gemak
kelijk provoceerbare Zwitserse
Garde.) Ook in ons land treffen
we er nog iets van aan: de gouden
koets bv. niet bepaald een onom
streden verschijnsel.
Om meer en dieper gaande rede
nen hebben wij als 20ste eeuwers
moeite met de barok. Het is een
kunst met een zeer wijds maar ook
nogal statisch en gevestigd we
reldbeeld. Plaats voor het exspe-
riment óm het eksperiment, voor
stijl óm de stijl is er niet. De Ba
rok kende een eindeloze zin voor
de samenhang, van alles met alles
twijfels, verscheurdheid, wanhoop
gevoel voor het zinloze, beston
den natuurlijk wel, maar kregen
geen van „positievere" gedachten
geïsoleerde vorm. Oorlog bv is wel
verschrikkelijk, maar nooit vol
strekt zinloos, want er is een
rechtvaardige partij.
Dit alles is niet zo onbegrijpelijk
als men bedenkt, dat de Barok in
haar beginfase de zege was over
het 16de eeuwse Maniërisme. En
dat Maniërisme voelen wij eigen
lijk gemakkelijker aan, hoewel het
veel gekompliceerder, „problema
tischer" en minder „sluitend" is
dan de kunst van de 17de eeuw.
Toch bestond niet de hele 17de
eeuw uit de Barok zoals we die
Oe kerk S. Andrea al Quirinale (ong ,660) door barok-grootmeester
Bernini. Bernini is een super-barokke figuur, maar aan alles wat hij maakte
ligt het klassieke ten grondslag. Als één soort kunst in wezen „klassiek" en
„streng" is, is het de barok van Bernini. Hij slaat in alles wat hij deed zijn
Italiaanse tijdgenoten volledig, wat niet wil zeggen dat buiten Bernini de
barok ongenietbaar is. In feite gaat de barokke persoonlijkheid schuil achter
wat hjj dient; hij is geen absorberende figuur, zoals bv. Michelangelo was.
De „2de rangs" 17de eeuwse kunstenaar valt niet weg.
Van IS mei tot 2 juni nam
onze medewerker Kees Volle-
mans deel aan een ekskursie
naar Rome, uitgegaan van het
Kunsthistorisch Instituut van
de Amsterdamse Vrije Univer
siteit en geleid door Prof.
Rookmaaker. Op deze pagina
vindt U bij deze ekskursie, die
voornamelijk het barokke
Rome betrof, enkele notities.
in Rome straat in straat uit te
gen het lijf lopen. We behoeven
maar aan de kunst te denken, die
in ons land werd gemaakt om te
weten, dat er zelfs van verzet te
gen de Barok sprake kan zijn. Fi
guren als Adriaen Brouwer en ook
Rembrandt, en al die „Banale"
stillevenschilders uit de lage lan
den, hebben soms aanwijsbaar an
ti-barok geschilderd. Het hoogte
punt van Rome was voor mij een
portret, wel uit de 17de eeuw, maar
nauwelijks barok, en met als eni
ge verbinding met Rome het feit
dat de afgebeelde een paus is:
Innocentius X (regerend 1644-55)
door Velasqeuz.
Het is het schilderij dat de heden
daagse Engelse schilder Francis
Bacon vele malen „kopiëerde" en
dat hij, eenmaal in Rome, met op
zet verzuimde te gaan zien, uit
angst voor de konfrontatie met zo
iets volmaakts. Bacon's transfor
maties van de Velasquez zijn gru
welijk: hij maakt van de figuur
een krijsende prelaat in doods
nood, beklemd tussen de stangen
van zijn stoel. Het eigenaardige is
nu dat het mogelijk is om Bacon's
gekwelde kreatuur in Innocentius
te ontdekken, maar dat het even
zeer mogelijk is in de paus een
strenge maar niet onvriendelijke
baas te zien. Eigenlijk kan men nog
veel meer interpretaties op het
portret loslaten: van wreed tot
angstig, van onverzettelijk tot
mild. We komen ertoe volslagen
tegenstellingen tegelijk te zien, en
moeten tenslotte toegeven dat het
Velasquez, net als elke andere 17de
eeuwer, niet ging om dergelijke al
te psychologische kwalifikaties.
(Men zegt dat dat pas bij Goya
kwam; ook daarover valt nog te
praten.) Velasquez, grootheid ligt
in zijn niet minder dan verschrik
kelijke objektiviteit. Hij keek, en
zag veel meer dan wij op het eer
ste moment dachten. Jawel, hij zag
de buitenkant, maar hij zag niet
oppervlakkig. Hij was niets dan
een realist, maar één van een ont-
zagelijke ruimte; hij legde zich
niet vast op eenJnterpretatie, had
geen mening.
Velasquez is in dit portret nergens
te vinden, en ik ben geneigd te
t-Sggen, dat hij er te groot voor was
zich in het spel van het portret
teren te mengen. (Net zoals hij er
te groot voor was om in de val
te trappen van een naturalistische
„fotografische" nabootsing.)
Innocentius is er, simpelweg, en
met alle raadsels van dat simpel
weg. Velasquez handhaaft het ge
heim van de persoonlijkheid, waar
schijnlijk omdat dat geheim hem
niet interesseerde (want van „eer
bied" kan hier geen sprake zijn.)
Een verklaring of oplossing kan
ik niet geven. Omdat er geen „pro
bleem" is.
Kees Vollemans, juni '67.
Eind december 1966 begon het
Blauwe Stuurwielgilde haar aktivi-
teiten door verspreiding van 50.000
Blauwe Stuurwiel reversknopen
zie afbeelding). De dragers van
dit insigne geven te kennen dat zij
nog moeten autorijden en daarom
tot hun spijt op het betreffende
ogenblik moeten afzien van het
drinken van alcoholische dranken.
Het Gilde deelt thans mede, dat
haar aktiviteiten zeer succesvol
verlopen, gezien tot nu toe op aan
vrage nog 100.000 insignes meer
verspreid werden.
Aanvragers van de zijde van hore-
ca-bedrijven, verkeerspolitie, slij
ters, benzine-maatschappijen, be
roepsvervoersorganisaties en vele
anderen bewijzen, dat het Gilde
in een bestaande behoefte voorziet.
Het Blauwe Stuurwiel Gilde is in
het leven geroepen door Lucas
Bols, die echter generlei reclame
op de reversknopen aanbrengt.
De insignes worden op aanvrage
(postbus 1616, Amsterdam) gratis
toegezonden.
Maria-Hemelvaart. Deze kaart ia te koop in Romeinse winkels voor reli
gieuze artikelen. Boven de Sint Pieter vaart Maria (een detail uit een schil
derij van Titiaan!) teft hemel: natuur en bovennatuur verbonden door de
Kerk. Een voorbeeld van religieuze kitsch, geënt op een barokke formule.
«IN*, W|N, vf) 1AVm Nth
Zelfportret van Bernini uit 1623. We kennen slechts een paar schilderijtjes
van Bernini, die hij maakte tussen het bouwen en beeldhouwen door. Hij had
ergens nog wat tubes liggen Maar een portret als dit verslaat menige
Frans Hals.
Velasquez' Innocentius X uit 1650 (Gallerfa Doria).