Maar...Kattevrienden'zetten hoge rug tegen haar op.... 1 H Kampioenfokster mevrouw Roerhorst uit Ede: DERTIG KATTEN, - EN ZE ZIJN ME ALLEMA AL EVEN LIEF Loritta Prijzenregen Chincilla's - Maar nog altijd blijft Moortje ge reserveerd en hij overweegt nog niet binnen te komen. In de omgeving van de cattery zwerft hij rond totdat het etens tijd wordt. Dan doet hij zich te goed aan zijn maaltje maar is dat op, dan sluipt hij behoedzaam weg. Mevr. Roerhorst: „Wij hopen dat hij tóch nog eens binnenkomt, al zullen we met dat dier nooit een prijs winnen, hij heeft de mooiste plaats in onze cattery verdiend". In de huiskamer van de familie Roerhorst, waar katten ook vrij zelt met wat meer reverence over dat medium spreekt. Tenslotte ver schijnt zij zelf niet voor niets in de Ster-spots van kattebrood om de kijkers te onthullen waardoor haar „veestapel" er zo door en door gezond bij staat. Mevrouw Roerhorst: „Ze zijn me allemaal even lief..." de kussens van haar woonkamer staan kattekoppen geborduurd. Katte- ogen kijken bezoekers aan vanaf foto's en schilderijen. In centraal verwarmde hokken, achter proper gaas, luieren dertig weldoorvoede poezen. En een bijtgrage wolfshond rukt aan zijn ket ting als een vreemdeling dichterbij komt; als een eunuch bewaakt hij het verblijf dat geen outsider betreden mag. Buiten, in de tuin, een afbeelding van een kat. En een naambord: Cattery de Eiken. Maar verwacht geen huilerig mi- aauwen en reken niet op grommen, krabben, knorrig reageren of geme lijk staartbewegen, want in Ede aan de Eikenlaan, in de volle wo ning van Nederlands kampioenfok ster mevr. G. Roerhorst-Voorhof, blijken tientallen katten in een on derkomen dat hen kennelijk meer dan tevreden stemt. En de eigenaresse, bijgevallen door haar man, kattenvriend Roerhorst, weet precies waaraan die goede sfeer in haar collectie toe te schrij ven is: „Dertig katten heb ik" zegt ze, „maar ze zijn me allemaal even lief. En als een buitenstaander me vraagt wie nu eigenlijk mijn favo riete viervoeter is, zou ik het echt niet weten. Iedere kat heeft zijn eigen karakter en geloof me, ze zijn net zo trouw als een hond". IK VERGIS ME NOOIT... Sylvia, Adonis, Proficiat, Astra, dat zijn een paar namen. „Ik vergis me nooit" zegt mevr. Roerhorst en neem maar van mij aan dat de dieren dat ook niet doen. Als ik Adonis, die op de tentoonstelling in Antwerpen uitgeroepen werd tot de beste, roep komt beslist geen andere poes aanlopen. Ik houd ze allemaal uit elkaar en herken ieder dier aan zijn eigen typische uiter lijkheden. Ook het karakter van el ke kat verschilt, deze bijvoorbeeld heeft een heel zachte aard. En die daar is een echte rakker, wij noe men hem onze kwajongen". Dertig katten, maar mevr. Roer horst heeft daar nog niet genoeg aan. Zij en haar man getroosten zich nu al een paar maanden alle moeite om op goede voet te raken met een anonymus, die ze Moortje genoemd hebben. Uitgehongerd met een bijna volle dig afgereten staart troffen zij het dier op een herfstavond bij hun huis aan. Als ze een paar stappen in zijn richting zetten sloeg het krijsend op de vlucht. „Dat diertje heeft heel wat meegemaakt" zegt mevr. Roerhorst, „mensen hebben het stellig iets vreselijks aange daan". Met engelengeduld proberen de heer en mevrouw Roerhorst sinds dien het diertje te lokken. Drie maal per dag zetten zij een scho tel kattenvoer klaar en Moortje blijkt bereid die te nuttigen. Sinds het najaar is zijn gewicht dan ook belangrijk toegenomen en de wond aan zijn staart, nu nog maar een weinig fraaie stomp, is genezen. De prijzenregen die regelmatig over haar dieren valt, is (laar een bewijs van. In de kattenhokken, eigenhandig vervaardigd met toe wijding en gevoel voor verhoudin gen door haar echtgenoot, prijken de onderscheidingen die de katten op Nederlandse en buitenlandse tentoonstellingen verwierven. Frankrijk, België en Nederlandse steden komen daarin telkens terug. Zestien jaar geleden is ze er mee begonnen met de kattenfokkerij, een woord overigens, dat ee liever niet gebruikt. Want fokken wordt veelal geassocieerd met de verkoop en verkopen doet mevr. Roerhorst liever niet. Daarom is haar hobby, die nu vrijwel een dagtaak vormt, dan ook niet begonnen. „Ik ben tussen dieren groot ge bracht" vertelt ze, „thuis waren er altijd poezen. Toen ze trouwde vormde haar bruidschat twee hon den, twee katten, een paar konij nen en een marmot". Buren hadden angora's en boden er een aan voor 180,Maar dat was haar te duur en telkens tracht te mevr. Roerhorst af te dingen. Totdat er op een dag een zieke poes beschikbaar was voor een tientje. Mevr. Roerhorst: „We heb ben hem Wietske genoemd en hem helemaal opgefokt. Toen een ten toonstelling van fraaie katten ge organiseerd was besloten we mee te doen, al vreesden we nergens te zullen blijven. Maar het werd een fraaie prijs en sindsdien stond het besluit vast dat we door zouden gaan. Zo kwam de cattery er en de ene kat werden er in de loop der jaren dertig..." Uit Amerika importeert ze haar Chincilla's en in „kattenkringen" kent iedereen haar als de deel neemster die op iedere expositie met de prijzen strijken gaat. In centraal verwarmde hokken leidden dertig kampioenskanen een luxe bestaan. De mooiste in zijn privé-kooi: Adonis, winnaar in Antwerpen. Dertig katten heeft ze, mevrouw Roerhorst, maar als zwerfster Moortje in het donker aan komt sluipen wacht ook deze kat een warftL maaltje. Wekt dat nooit geen naijver? „Ja" zegt mevr. Roerhorst, „ik ben er vast van overtuigd dat de Vereniging van Kattevrienden, waarvan ik jarenlang lid was, me uit jaloezie heeft geroyeerd". Vreemde zaak, Nederlands groot ste fokster werd onlangs als lid ge schrapt van die vereniging, waarin de leden thans tegen haar (en on derling) een hoge rug opzetten! De voorzitter kocht een katertje bij mevr. Roerhorst, ging er mee naar een expositie en haalde prompt een prijs. Maar later werd het dier ziek en beschuldigde hij haar er van een ongezonde kat ge leverd te hebben die bovendien zijn andere katten aangestoken had. Mevr. Roerhorst: „Zijn eigen dierenarts verklaarde dat mijn kat zo gezond als een vis was". Er ontstonden tüssen bestuur en leden spanningen, er vielen bedank jes, mevr. Roerhorst werd ge weerd uit de redaktie van een kat- tenblad van de vereniging en mocht niet meer aan een vereni gingstentoonstelling mee doen. en haar assistente ruim de tijd voor eten, drinken, bakken schoon maken, katten kammen, soms le vert dat alles zoveel werk op dal er overwerk verricht moet worden. Half januari „Parijs" staat er op de agenda, dan moeten enkele die ren er weer op hun „Paasbest" uit zien. Zes katten van mevr. Roer horst gaan in de Franse hoofdstad de Ned. kleuren hooghouden. „Wordt het ditmaal weer een pijs?" „Och" zegt mevr. Roerhorst, „ik ben nog nooit zonder thuisgeko men". Haar cattery vormt voor haar een onuitputtelijk onderwerp van gesprek en... herinneringen. Zoals aan de week toen ze zelf ziek was en er ook in het buitenland een tentoonstelling gehouden werd. Een kennis nam de deelnemende kater mee, maar het dier wilde vijf dagen lang niet eten en drinken. Toen hij weer thuis in Ede was holde hij de trap op naar de slaap kamer en nestelde zich in de ar men van zijn bazin. Kat en vrouw tje waren toen allebei even snel ge nezen. Nog zo'n verhaal: „In het zieken huis, waar ze eens opgenomen was, trakteerde mevr. Roerhorst op be schuit met muisjes toen een van haar dieren gejongd had". Overdreven? „Nee" zeg mevr. Roerhorst, „wie 30 katten dagelijks om zich heen weet wat dierenliefde is..."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1969 | | pagina 26