ZIEK OF GEZOND.... de kruisvereniging kan u helpen Machtige organisatie HET NIEUWE STADSBLAD - PAG 25 - WOENSDAG 18 MAART 1970 OUTBOARD RACING Breng de factoren water en snelheid onder één noemer, en je kunt genieten van een geweldig schouw spel. Kleine, felgekleurde bootjes, die eerder glijdend dan varend, voortjagen, met een witte schuim- streep achter hun krachtbron, de buitenboordmotor, waarin de tech niek vele tientallen paardenkrachten heeft samengebald. Met onder z'n rechtervoet het gaspedaal, als bij een auto, zet de speedboot-coureur die energie om in snelheid. Hij draagt een grote helm met gezichtsbeschermer, en over zijn overall een stevig zwemvest. Want er kan van alles gebeuren. Het water oppervlak is een grillig parcours. Wie ooit een pijnlijke ploffer maakte in het zwembad kan zich de smak voorstellen die een speedbootcou reur te wachten staat als hij bij hoge snelheid uit zijn vaartuigje geslingerd zou worden. Gelukkig gebeurt dat maar zelden, maar de kans is er altijd. Eén kleine misrekening, één even onderschatte verraderlijke dwarsgolf kan fataal zijn. Gesteld dat... Hoe gaat het dan verder met de boot, die nu plotse ling de dwingende handen aan het kleine autostuur mist? Raast het vaartuig voort, als een stuurloos projectiel? Dat gevaar zou bestaan, als niet de Union Internationale Motoautique, de overkoepelende motorboot-ren- sport organisatie, een dwingende veiligheidsmaatregel had voorge schreven. Geen coureur zal starten, als niet aan zijn overall een kortsluit- schakelaar bevestigd is, rechtstreeks verbonden met de motor. Wordt hij onverhoopt uit zijn boot geslingerd, dan valt de motor onmiddellijk stil. Uit een detail als dit mag blijken, dat de beoefenaren van het out- board-racen zich wel degelijk bewust zijn van de geweldige krachten, waarmee zij de strijd aanbinden. Aan veiligheid wordt bij deze sport bijzonder veel aandacht besteed. Met reden! Evenals de autorensport kent het outboard-racen een indeling in ver schillende klassen. Met ingang van 1 januari j.l. kent men internationaal 3 klassen n.l. „Hors-Bord de Course" de z.g. renklasse van 175 cc tot meer als 2000 cc, waarbij de motor, bootvorm en brandstof geheel vrij zijn; de „Hots Bord Sport"- klasse, een typische sportbootklasse waarbij de motor een z.g. handelsmotor moet zijn lopend op normale ben zine, terwijl de romp van de boot en de cockpit aan bepalingen onder hevig zijn; en tenslotte de „Hors- bord Pneumatiques"-klasse (sport- klasse voor rubberboten). Uit de letters op de flanken van de wedstrijdboten leiden ingewijden zonder moeite het gebezigde motor vermogen en de klasse af. Een speedboat die de letters OC draagt vaart in de renklasse met een motor van 350-500 cc cylinder inhoud, ON is in dezelfde klasse met een motorinhoud van 1500-2000 cc. In de sportklasse dragen de boten alle de letters S, zo is SA 175-250 cc, SB 250-350 cc, SN 1500-2000 cc etc., terwijl de klasse voor rubberboten kenbaar is aan de letter C, maar begrenst is tot 850 cc. In ons land timmert de outboard- rensport bepaald niet aan de weg. Behoren er Nederlanders tot de uitblinkers? Dat zou een goede vraag zijn voor een sportquiz! Wie daarop vlot weet te antwoorden dat de jonge Bossenaar Herman Lieven maar even zes wereld-snel heidsrecords op zjjn naam heeft staan is uitstekend op de hoogte. Andere internationaal bekende speedboat-coureurs zijn vader en zoon de Boom uit Krimpen, Cees van der Velden uit Boxtel, H. Scheen en H. Pelster uit Amsterdam. Nederlanders kwamen in 1969 met succes uit in het Europese Kam pioenschap van Rabodanges (3de plaats), Profendeville (le plaats), de 6-uur van Luik (eerste prijs en Grote Prijs van Luik), de 6 uur van Parijs (3de plaats), de 6-uur van Berlijn (eerste plaats), om enkele wedstrij den te noemen. Het gaat hierbij om snelheden van ca. 125 tot 130 km per uur, waarbij de boten voortbewogen worden door een Mercury motor van 125 pk. Hoe wordt men speedboot-coureur? Zou dit misschien het recept kunnen' zijn: men neme een wedstrijdboot, men hange er een stoere motor aan, men vare volgas? Vergis u niet! Er komt aanzienlijk meer voor kijken. De boot moet een uitgekiende vorm hebben, helemaal gebouwd op snelheid. De motor kan dan een normaal serieproduct zijn, maar hoe is de schroef, die het duizelwekkend toerental van al die pk's krijgt toegediend? Welke vorm, welke constructie ga randeert de hoogste snelheid? En hoe moet de stand ten opzichte van de boot zijn? Dat moet allereerst allemaal worden uitgedokterd. Er zijn weinig sporten, waar de uiteindelijke prestatie zo veel experimenten vergt als out board-racen. Een Nederlands cou reur zegt grinnekend: Wedstrijdva ren is bigamie. Je bent getrouwd met je boot, èn met je Mercury. Het is de drieëenheid, man, boot en motor, die het uiteindelijk waar maakt. En de man wéét, dat het water onvermurwbaar en staalhard is voor wie er als een bliksemschicht over heen wil flitsen. Hij kent ook de weerstand van de lucht, waarin windvlagen kunnen optreden die hem met boot en al uit het water tillen om hem dan weer over te leveren aan de onverbiddelij ke zwaartekracht. Een kabbelgolfje is voor een boot op volle snelheid een vervaarlijke hob belkei, en een echte golf is een obstakel dat met een minimale stuurbeweging, waar alle spieren van handen, armen en schouders voor Herman Lieven in U-klasse O.N. in actie. nodig zijn, misschien genomen kan worden. Misschien. Bootjes razen over het water, zo snel als auto's over een verkeersweg. Maar het water levert zijn eigen wispelturig tegenspel. En daarin schuilt de uitdaging die speedboot coureurs in onderlinge wedijver graag aanvaarden. Vraagt men waarom, dan is hun antwoord simpel: 't Is een fantasti sche sport! De kruisverenigingen zijn al erg oud. In het laatste kwart van de vorige eeuw kwamen zij tot ont wikkeling. Zij werden toen opge richt om vooral besmettelijke ziek ten te bestrijden door de mensen hygiëne te leren en zieken te verplegen. Want u zult het zich nu nauwelijks kunnen voorstellen, maar in die tijd kwamen pest en cholera nog in ons land voor en t.b. was een gevaarlijke volksziek te. Nu zijn pest en cholera onbekende ziekten in ons land en ook t.b. is een zeldzame kwaal geworden. Dat komt niet in de laatste plaats door het werk van de kruisverenigingen. Toen die gevaarlijke ziekten prak tisch overwonnen waren, gingen de kruisverenigingen zich geleidelijk meer richten op andere taken: ziekenverpleging thuis en de kin- derhygiëne. Daarom heeft tegen woordig zelfs de kleinste plaatse lijke kruisvereniging een wijkver pleegster in dienst en daarom valt zelfs het kleinste dorp onder de werking van een kraamcentrum, vanwaaruit de deskundig opgeleide kraamverzorgsters uitzwermen om in de gezinnen te helpen bij de bevalling en jonge moeders met hun baby tien dagen verantwoorde kraamzorg te geven. Ook zijn er in elke plaats consultatiebureaus voor zuigelingen en kleuters. Kraamzorg en consultatiebureaus zijn bekende diensten van de kruisverenigingen. Maar het zijn niet de enige...! Nog veel te veel mensen denken dat de kruisvereniging er alleen is voor baby 's en bejaarden. Zij weten niet dat de kruisvereni ging juist tot doel heeft de mensen in hun gezin hun hele leven lang te helpen gezond te worden of te blijven. De kruisvereniging is er voor gezonden én zieken... Wanneer er in uw gezin iemand ernstig ziek is, kunt u van de kruisvereniging erg veel profijt hebben. Moeten er injecties gege ven worden, verbanden dagelijks worden vernieuwd, moet de pat iënt gewassen worden of behan deld tegen „doorliggen" kort om: moet de zieke deskundig verpleegd worden, dan komt de wijkverpleegster zo nodig dagelijks op visite, desnoods een jaar of nog langer. En zijn er bij de verpleging dingen nodig die duur zijn in aanschaf, dan kunt u die lenen bij het magazijn van de kruisvereni ging. Bedzeilen, ondersteken, weegschalen, krukken, closetstoe- len, ledikanten, inhalatietoestellen, nierbekkens, rolstoelen, dekenbo- gen en nog veel meer dingen bevat zo'n magazijn. Alles wordt gratis uitgeleend aan de leden. Ook wanneer iemand uit een ziekenhuis komt en thuis nog enige tijd moet „nakuren", komt de wijkverpleeg ster helpen wanneer dit nodig is. Dat helpen kan betrekking hebben op eenvoudige revalidatie-oefenin- gen, maar het kan ook een advies zijn over de juiste wijze van medicijnen innemen, dieet houden of iets anders. Natuurlijk doet een wijkverpleeg ster haar verpleegkundig werk altijd in nauw overleg met de huisarts. Maar zij doet veel méér dan verplegen. Een wijkverpleeg ster is namelijk meer dan een ziekenhuisverpleegster. Na haar op leiding in een ziekenhuis heeft zij een speciale opleiding voor wijk verpleegster gevolgd op een Sociale Academie. Die opleiding is o.a. gericht op haar adviserende taak in de gezinnen. Wanneer u informatie wenst op het gebied van de gezondheid praat dan gerust met uw wijkverpleeg ster. Over mogelijke voorzieningen in de woning ten behoeve van een invalide, over voeding, over kinder verzorging, over hygiëne, over... noemt u maar op. Want als de wijkverpleegster zélf de oplossing voor uw problemen niet weet, dan is er nog een hele organisatie achter haar, waarop zij terug kan vallen om u advies en hulp te geven. De meeste mensen denken dat de kruisvereniging bestaat uit de wijk verpleegster. Zij weten niet dat de drie kruisverenigingen landelijk zo'n tienduizend mensen in dienst hebben, waaronder artsen, psycho logen, sociologen, pedagogen, diët isten, gespecialiseerde districtsver pleegsters voor kankerbestrijding, reumabestrijding, t. b.-bestrijding, revalidatie, kinderhygiëne, ge- slachtsziektebestrijding en geeste lijke gezondheidszorg. Wij spraken hierboven van drie kruisverenigingen. Die drie kruis verenigingen zijn: Het Groene Kruis (algemeen); Het Wit-Gele Kruis (rooms-katho- liek Het Oranje-Groene Kruis (prote stants christelijk). Dat is historisch zo gegroeid en nog steeds blijken veel mensen, juist wanneer het gaat om ziekte en gezondheidszorg, prijs te stellen op een aangepaste zorgverlening. De drie kruisverenigingen zien elkaar echter niet als concurrentie, integendeel. De samenwerking wordt steeds hechter en komt overal tot uiting: in gezamenlijke wijkgebouwen, in het voor elkaar waarnemen van weekend- en va kantiediensten, in allerlei stichtin gen en federatieve instellingen met gezamenlijk personeel. Het kruiswerk is een machtige organisatie, die overal vertegen woordigd is waar gezondheidspro blemen aan de orde komen: plaatselijk, provinciaal en landelijk. Rond 75 pet. van het Nederlandse volk is er bij aangesloten, d.w.z. 75 van elke 100 Nederlanders. Alleen al het Wit-Gele Kruis heeft samen met het Limburgse Groene Kruis 629 plaatselijke afdelingen met bijna een miljoen leden-gezinnen. Er werken bij het Wit-Gele Kruis ruim 1400 wijkverpleegsters en bijna 2400 kraamverzorgsters. In de 740 wijkgebouwen worden per jaar 2519 cursussen van allerlei soort gegeven. De 81 kraamcentra van het Wit-Gele en Limburgse Groene Kruis geven per jaar aan 51.000 jonge moeders 503.890 dagen deskundige kraamzorg. Die hele organisatie is steen voor steen opgebouwd door de leden, door particulier initiatief. Tienduizen den vrijwillige, onbezoldigde be stuursleden werken over het hele tand mee. Tienduizend deskundi gen werken als beroepskracht bij de kruisverenigingen. Daarom is het kruiswerk méér dan de wijkverpleegster die u zo ijverig door uw straat ziet jakkeren op weg naar weer een andere patiënt. Daarom kunt u uw kruisvereniging raadplegen over alles wat met uw gezondheid te maken heeft of met die van uw gezin. Uw leven lang...! SOEZEN 1 dl. melk; 1 dl. water; 100 gram bloem; 100 gram boter; 4 eieren. De melk met het water en de boter aan de kook brengen, van het vuur afnemen. De bloem al roerende toevoegen en weer op het vuur plaatsen om verder gaar te maken. Als het een beetje afgekoeld is, de eieren er stuk voor stuk doorroeren. Spuit hiervan 15 soezen en bak ze in de oven gaar. De soezen vullen met een bol mokka/roomijs en overgieten met chocoladeglazuur. Hierop een rozet slagroom spuiten. TWEE IN DE PAN 250 gram bloem; '2,5 dl. lauwe melk; 2 eieren; 20 gram gist; 1 citroen (rasp de schil); 1 blikje ananas; 1,5 eetlepel gember; zout; boter. Los de gist op in wat lauwe melk. Breek de eieren in de beslagkom, voeg het zout toe en strooi de bloem erbij. Voeg al roerende de melk toe met de opgeloste gist en de geraspte citroenschil. Klop het op tot een glad beslag en schep de fijngesneden ananas en gember erdoor. Laat het beslag afgedekt op een lauwwarme plaats plm. half uur rijzen. Bak van het beslag in een koekepan met boter goudgele ronde koekjes. SINAASAPPEL „TZIGANE" 4 grote sinaasappels; 250 gram appel; 250 gram worteltjes; 100 gram knolselderij; 1 citroen; 50 gram rozijnen; 20 gram suiker; 20 gram gehakte pinda's; 4 kersen; mayonaise. Was de sinaasappels. Snijd op 2/3 hoogte een kapje er van af. Haal het vruchtvlees eruit als bij een grape fruit en maak de vrucht van binnen helemaal schoon. Maak de knolselderij en de wortel tjes schoon en snijd ze in reepjes. Kook ze even in water met wat zout en citroensap. Uit laten lekken. De appels schillen, in kleine reepjes snijden, citroensap erover schenken en bestrooien met suiker. De bovengenoemde ingrediënten door elkaar roeren met de stukjes sinaasappel en mayonaise (naar smaak). Vul de sinaasappels met dit mengsel. Strooi er wat pindaschaafsel over met in het midden een kers. 2 eieren; 60 gram suiker; 5 gram gelatine; 1/8 liter slagroom; 100 gram kwark; 2 eetlepels Nescafé; 1 dl water; scheutje rum; chocolade vlokken. Scheidt de eidooiers van het wit. Klop de dooiers op met suiker en voeg er de met 1 dl water opgeloste Nescafé bij. Zet de pan op zacht vuur of au bain marie en roer tot het zich bindt. Neem de pan van het vuur en laat het al roerende afkoelen. Zeef de kwark, klop het op en roer door de afgekoelde extract. Meng er de opgeloste gelatine, rum en opgeklop te slagroom door. Schep als laatste de stijfgeslagen eiwitten door het mengsel. Schenk in een cocktailglas, bespuit met slagroom en strooi er chocolade vlokken over. KOFFIE MOUSSE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1970 | | pagina 25