O
O
C
'AI -WEZ&Ü»!
p
W
A
W
v
m
~V""
ES; fiEORQF
'M
V
cou
o
DOOR An VAM
DONG
EN C.S.
Min of meer chaotisch duiken we in de rijke geschiedenis van
hei beatwezen, die in feite begon omstreeks de tweede
wereldoorlog met Woody Guthrie, Leadbelly en andere
hardblues- en protestzangers. Over het algemeen wordt als
begin van het beatwezen echter de midden-fifties aangenomen.
Dat was toen ene Bill Haily het liedje Rock around the clock
op de eerste plaats van de Amerikaanse top-honderd wist te
brengen, en ook bovenin de hitladders in andere landen.
Meteen was een nieuwe dans geïntroduceerd, de rock and roll,
die de opvolger was van de negentientwintig-stijl (charleston,
boogie-woogie, boston baby). De rock and roll zaaide meteen
tweespalt in vele gezinnen. De ouderen vonden de dans veelal
zedenbedervend of in ieder geval smakeloos; de jongeren
daarentegen vonden er een nieuwe expressie in. Met the twist is
het later precies andersom gegaan, zoals we allen weten.
De nieuwe muziek kondigde niet alleen een nieuwe dans aan,
maar was ook het begin van wat sommigen (ook wij) het
beatwezen noemen, een periode van diepgaande structurele
veranderingen in de gehele kuituur en kunst en ook in de
opvattingen over allerlei zaken die voorheen taboe waren. De
rockjeugd accepteerde veranderingen gemakkelijker dan andere
jeugd dat deed. Volgens de astrologie brak het tijdperk
aquarius aan (it's the story of the age of aquarius), waarin de
mens naar een beter menszijn zou groeien, met meer liefde,
vrede, intelligentie. In het begin was er van die vrede weinig te
merken. Gangs werden gevormd ook in Nederland
ontstonden nozemgroepen die zich onledig hielden met het
scheuren op brommers en motoren en het onveilig maken van
de straten. Nazaten van de oorspronkelijke nozems zijn
tegenwoordig heli's angels en skinheads. Een goed beeld van
het gangleven geeft de film West Side Story.
Bill Haily was niet sterk genoeg om de eerste plaats in de
tienerharten te handhaven. Mensen als Buddy Holly en Elvis
Presley verdrongen hem spoedig. Vooral Elvis heeft zich
kunnen handhaven, tot in deze tijd toe, hoewel hij nu meer een
zanger a la Jim Reeves is geworden. Nummers als Jailhouse
rock en It's allright mama hebben hem echter een
ontuitwisbare roem gegeven. De rock begon in Amerika
(Fabian, Eddie Cochran, Ricky Nelson, Bobby Vee), maar
breidde zich ook uit naar Europa. In Engeland was Cliff
Richard ongetwijfeld het topfiguur. Ook Nederland werd door
rock besmet. Peter (Koelewijn) and his rockets presteerden het
om maar liefst zeven weken achtereen de eerste plaats van de
top-tien van Tijd voor Teenagers (Vara's tienerprogramma van
Co de Kloet) te bezetten. Ook de Blue Diamonds waren hier
erg geliefd, vooral in het begin toen zij de Everly Brothers nog
imiteerden. Nog enkele namen uit de periode:'Edwin Rutten,
Rob de Nijs, Johnny Lamers, Anneke Grönloh (Soerabaja).
In die dagen had de traditionele muziek, de smartlappen en
Duitse schlagers, maar ook de Franse chansons en het
folkloristisch getinte werk van bijvoorbeeld het Trio Hellénique
nog behoorlijk invloed.
Edith Piaff zong Les feuilles mortes; Charles Aznavour was erg
geliefd, Gilbert Bécaud werd een nieuwe ster met een stijl die
erg op die van Aznavour leek.
En toen kwam de twist de rock and roll opvolgen, omstreeks
1959. De slimme Chubby Checker had al eens de markt
verkend met een poging Let's twist, die op niets uitliep. Maar
een jaar later werd Let's twist again een groot succes. Joey Dee
begon een dancing waarin alleen getwist werd (The Peppermint
Lounge) en waar hij The Peppermint Twist als hit lanceerde.
Ineens was het hek van de dam. Iedereen begon een of andere
nieuwe dans te promoten met meer of minder succes en zo kon
je op de dansvloer ineens alle kanten uit, met twist, madison,
jerk, jenka (nota bene! en dergelijke.
In Nederland was het uurtje Tijd voor Teenagers per week
inmiddels uitgebreid met Tussen 10 plus en 20 min en nog
enkele identieke programma's. Daardoor werden nieuwe
buitenlandse stromingen hier stukken eerder ingevoerd. De
Beach Boys wisten zelfs hun dans, de surf, populair te maken,
maar echte invloed had deze hier niet op het leven en denken
en doen van de jeugd. Terwijl toch de ruwere kantjes van het
optreden naar buiten bij de jeugd verdwenen. De aggressieve
nozems maakten plaats voor groepen mensen die aan de
zelfkant van de maatschappij leefden, de beatniks. Deze groep
raakte vooral bekend door het intensieve gebruik van hard
drugs. De voorlopers van de undergroundpers kwamen
opzetten; hier met het blad Taboe (dat eerst Twen heette, maar
een proces met het gelijknamige Duitse blad verloor). Mensen
als Remco Campert en Simon Vinkenoog vielen meer en meer
op, en even later ook Harry Mulisch, Jan Wolkers en in
hetbuitenland vooral Kerouac, de schrijver van het beatnikopus
On the road (in Nederland uitgegeven door de Bezige Bij: Op
weg).
De beat kwam plotseling, maar niet geheel onverwacht. De
twist was eigenlijk geen volwaardige opvolger van de rock and
roll gebleken en men zat met een leegte. Er moest weer iets
gebeuren en dat vond plaats met de bekendwording van The
Beatles die plotseling bekend werden met hun nummers From
me to you en Can't buy me love. De groep Dave Clark Five
leek aanvankelijk hun zwaarste concurrent te worden, maar
heeft dat nooit waar gemaakt. Hun enige hit van allure was Bits
and Pieces. Nee, dan deden The Rolling Stones het beter, een
jaar later. Deze groep viel op door het extreme lange haar voor
die dagen. Nog enkele groepen uit die eerste periode, die het
tot in onze dagen hebben uitgehouden: The Kinks, The Pretty
Things. Dit gebeurde omstreeks 1962.
In dezelfde tijd kwam Amerika ook weer met iets nieuws
opdagen. Aanvankelijk leek het een éénmanszaak te worden
van een mompelende nasaal-zingende jongeman, maar toen hij,
Bob Dylan, wat bekender werd, bleek hij goed genoeg te zijn
om 's werelds meest nagevolgde artiest te worden.
In Nederland duurde het allemaal wat langer. We zaten hier nog
met de brokken van de rockperiode. Vince Taylor en Johnny
Halliday vierden hier nog triomfen en zelfs de Duitsers, met in
hun voorste gelederen Freddy Quinn, Peter Kraus Conny
Froboes, Peter Alexander en dergelijken. Ook had de éven
verdrongen smartlap zijn kop weer opgestoken met Gert en
Hermien Timmermans. Toen de beat begon - vooral na het
eerste bezoek van The Beatles. - was het hier een
muziekorganisatorische chaos geworden. De Country
ÈACTI
Wil HF I Ml AAN/
15 I FFK (fiqV
BOB
IDYLAN
LENNOb
DR.
Westernballade zoals Jimmy Reeves die bracht, had zijn
navolgers; de smartlappenafdeling die de Duitse en Nederlandse
zangeres aanbad. Verder de folksclan, de jazzminnaars, de
beatgosers, de ouwe rockers (Radio Veronica was toen al in de
ether en die boekte een weergaloos succes met een programma
ouwe rock), de kassiekminnaars die waren nog het
gemakkelijkste af, wat zij zochten was al categorisch ingedeeld,
de cabaretliefhebbers en de volgelingen van enkele verdwaalde
nieuwlichters die muziek brachten die later als underground en
freak out bekend zou worden. Mensen als Mischa Mengelberg
brachten deze.
Elke groep kende natuurlijk zijn eigen idolen. De folksgroup
aanbad zonder meer Bon Dylan en diens navolgers als
Donovan, Ferre Grignard, Barry McGuire, Joan Baez, The
Birds. Eh... het is ongeveer 1964... De cabaretwereld werd
kritischer en kende behalve de drieëenheid Toon Hermans,
Wim Kan, Wim Sonneveld ook opgeklommen sterren uit het
studentencabaret: Liesbeth Lizt, Ramses Shaffy, Jasperina de
Jong en later ook Herman van Veen (anno '68; die telt nog niet
mee).
De smartlappenzangers hebben ook nooit over gehoor te klagen
gehad, zelfs niet in onze dagen nu Heintje en Wilma nog voor
honderdduizenden aan platen verkopen. Het Franse chanson
redde het af en toe en enige oudere rocknummers
(jeugdsentiment ten gunste van bijv. Eddie Cochran en Buddy
Holly die beiden door ongevallen om het leven waren
gekomen) wisten eveneens de topplaatsen te behalen.
Tot overmaat van ramp voor de muziekhistoricus kwamen er
ineens, zo ongeveer van 1964 tot 1969, massa's nieuwe
muziekstromingen bij. John Mayall liet de Rhytm Blues
herleven die na Fats Domino nauwelijks meer beoefend werd,
en hij kreeg aangang in Himi Hendrix c.s., Jimmy Boyd en onze
eigen Cuby and his Blizzards. De verdere groepen in Nederland
die iets in te brengen hadden, maakten alle beat: Cats,
Shocking Blue, Bintangs, Shoes, Outsiders, Les Baroques en zo.
De poëtische song werd onder aanvoering van Simon
Garfunkel populair. In Nederland was dan Boudewijn de Groot
de man die iets bracht dat tussen het genre Dylan-Garfunkel
inlag, fraaie liedjes op teksten van Lennaert Nijgh. Tim Buckley
kwam, maar borduurde slechts op Dylans werk voort. En dan
de soul, freak out, underground, hard rock - waarover straks
meer.
Intussen was de nozem zo'n beetje van het toneel verdwenen.
Zijn lijnrechte opvolger was de rocker die tegengesteld was aan
de langharige mod. Rockers liepen in leren kleding rond, mods
waren volgens de laatste modesnufjes gekleed. Zij besteedden
honderden guldens per week aan kleding: Een zaak hadden
mods en rockers gemeen, snelle motoren en veel lampen,
toeters en andere attributen. De bluebeat kwam en ging met
gillende meisjes: The Supremes, The Berry Sisters enzovoort.
In Engeland waren nog enkele dames die zich aan beat
bezondigden, Dionne Warwick en Cilla Black (die eigenlijk
White heette). Amerika kende Nancy Sinatra, die Brenda Lee
en Wanda Jackson opvolgde. Allemaal wel leuk, maar in het
licht van de grote veranderingen weinig interessant.
En opeens waren daar The Mothers of Invention die een
dubbelelpee brachten, Freak out. Frank Zappa was het brein
achter deze experimentele groep die later als voorloper van de
underground beschouwd kan worden. Dylan kreeg zijn
mysterieuze motorongeluk, The Band maakte een elpee Music
from Big Pink die anders dan anders was. Een aantal
Amerikaanse trucs om kunstmatige muziek te maken lukte min
of meer. Zo kregen we The Monkees als teeveestrip, en de soul
met artiesten als Otis Redding, Carla Thomson en Wilson
Pickett. De Country en Western bloeide even op dankzij Hank
Locklin en Johnny Cash. En de jeugd bleef niet onberoerd:
Nederland kreeg de leiding in het internationale gebeuren met
de provobeweging als protest tegen allerlei wantoestanden die
hier maar lekker geduld werden. Zij protesteerden luid tegen
luchtvervuiling (Robert Jaspers, de anti-rookmagiër), het
autoritaire optreden van de overheid, in het bijzonder de
politie, verouderde opvattingen over sex en het gebruik van
soft drugs.
Provo ging dood toen er genoeg levenskansen geschapen waren
voor een verwante voortzetting daarvan. Het studentenprotest
werd internationaal, maar kwam hier vreemd genoeg - nogal
laat op gang. Net nu alles afgelopen leek, kreeg de underground
genoeg bekendheid om succesvol te worden. Groepen met
vreemde namen (The Electric Flag, Big Brother and the
Holding Company, Jefferson Airplane) maakten hitwerk en
Radio Veronica startte met het succesrijke programma Paarlen
voor de zwijnen van Rob Out. De Beatles lanceerden de plaat
Love, love, love en de Stones We love you. In Amerika groeide
het hippiedom in de buurt van Los Angeles. Dat hippiedom
trok later de wereld rond, om via het Midden-Oosten (op zoek
naar hasj) in Amsterdam terecht te komen. De Dam werd een
symbool. Kort daarop werden de eerste grote popfestivals
georganiseerd, op het eiland Wright, te Monterey en vooral in
Woodstock (te Bethel, staat New York). Nederland beet voor
het vasteland van Europa overtuigend de spits af na enkele
mislukte pogingen - met het Holland Festival '70 in het
Kralingse Bos bij Rotterdam.
En nu zitten we met de gebakken peren. Het jeugdfront is
gesplitst in drie principiële groepen
a. de traditionele groep, aanbidders van smartlappen, soul,
bluebeat, beat-zonder-meer, die voortborduurt op wat de
anderen naüeten.
b. De kulturele groep, de mensen die van jazz en klassieke
muziek houden, maar ook van chansons en andere muziek die
iets meer vergt dan handen- en voetenwerk.
c. De groep op de barricaden, die underground liefheeft, en
ruige blues, protestsongs, folksrock e.d.
Het lijkt er alleszins op dat groep c. het gaat winnen van de
andere. Dat bewijst de belangstelling voor het Holland Pop
Festival, voor Easy Rider, voor de musical Hair. We zitten nu
op de puinhopen van een variabel kultureel leven, waarin de
muziek centraal staat en de kritiek in lied en cabaret
uitgedragen wordt, en natuurlijk ook in woord en geschrift.
Wat er uit zal groeien weet geen hond, maar dat het iets leuks
zal worden, is wel zeker.