Een eeuwenoud 'Apollo'
kaar senpr aa t j e
Een ander
veld svp
ACTIECOMITé
MILIEUBEDERF
WWWW
DRIEMASTER
VAN KOEK TOT KAARS
BOUGIES...
EEN VAN DE DRIE
NOG STEEDS „IN"
HET NIEUWE STADSBLAD - PAG 12 - VRIJDAG 20 NOVEMBER 1970
verlichting, als het buiten koud en
guur is. Als we in familiekring het
Kerstfeest vieren. Kaarsen zijn niet
meer weg te denken in ons leven.
Daarom misschien wel leuk nogeens
te lezen, dat eens de fabriek van
„Apollo" een grote rol in het
Schiedamse bedrijfsleven gespeeld
heeft. Tot 1928.
Toen werd een fusie aangegaan met
de kaarsenfabriek in Gouda. Waar
van de schoorsteen in 1939 omver
getrokken werd.
Maar nog steeds wordt de naam van
„Apollo" genoemd, anno 1865...
Het Actiecomité tegen milieubederf
is op maandag 16 november j.l. in
vergadering bijeen geweest in het
wijkcentrum „Nieuwland" te Schie
dam. De avond stond onder leiding
van de heer G. H. Mietes, die in het
kort de bedoeling van het comité
uiteen zette.
Daarna begon men een discussie
over het te volgen actieprogramma.
Dat er in Schiedam behoefte is aan
een dergelijk actiecomité bleek dui
delijk bij uitbreiding van het reeds
bestaande comité. In de vergadering
kwam ook de eventuele vestiging der
Hoogovens op de Maasvlakte ter
sprake.
Het comité heeft besloten, daar het
college van B. en W. van Schiedam is
uitgekomen met twee ontwerp
besluiten, die door de gemeenteraad
in de vergadering van 23 november
a.s. zal worden behandeld, om een
verklaring te sturen aan alle fractie
voorzitters van de Gemeenteraad te
Schiedam.
Deze verklaring heeft de hiernavol
gende inhoud:
„Op de vergadering van het Actie
comité tegen milieubederf van 16
november j.l. is besloten het volgen
de onder uw aandacht te brengen.
Het actiecomité stelt er prijs op te
verklaren, dat zij het ontwerp
besluit, waarin het college van B. en
W. de Hoogovens afwijst, onder
schrijven gezien de gevaarlijke om
standigheden waarin de bevolking
van het Rijnmondgebied zich be
vindt. Het actiecomité is tevens
tegen elke vestiging van andere
vervuilende industrieën.
Daar het rapport van de convenants
commissie-Hoogovens is gebaseerd
op een proces zoals de Hoogovens in
IJmuiden werken, is grote bezorgd
heid terecht (zie bijlage 1 conve
nant-rapport).
Bij alle berekeningen betreffende de
emissies wordt de opmerking ge
plaatst, dat de emissie zou kunnen
worden teruggebracht tot 1 /3 van de
hoeveelheid, als men bepaalde maat
regelen zal treffen. Eveneens uit het
rapport blijkt duidelijk dat het
vestigen van een hoogovenbedrijf op
de Maasvlakte ernstige schade aan
Voornes duinen zou veroorzaken
(bijlage IV convenantsrapport).
De commissie Bodem, Water en
Lucht deelt in haar samenvattend
rapport mede, dat aan de vestiging
ongetwijfeld risico's voor de mens
zijn verbonden, daar de kans op
vorming van zwavelzuur in de lucht
toeneemt. Mede op grond van deze
gegevens is het actiecomité van
mening, dat vestiging van de Hoog
ovens volstrekt onaanvaardbaar is en
verzoekt hierbij alle raadsleden a.s.
maandag 23 november het le
besluit, waarin het college van B. en
W. vestiging van de Hoogovens
volstrekt afwijst te aanvaarden".
Hoogachtend,
Voor het actiecomité
C. H. Mietes.
Contactadres
Vlaardingerdijk 119A,
Schiedam, tel. 262184.
Men schrijft ons:
„Naar aanleiding van het feit dat ik
regelmatig de thuis-wedstrijden be
zoek van F.C.N.'s le elftal moet het
mij van het hart dat ik het
schandalig vind dat de Schiedamse
Gemeente en Schiedamse Sportraad
het goedkeuren dat er door 22
meerderjarige knapen, waarvan som
mige gehuwd zijn en kinderen
hebben, op zo'n levensgevaarlijk
veld (het ligt bezaaid met scherven
en grote stukken glas, porcelein en
stukken ijzer en steen) laten voet
ballen. Het is m.i. voor de Schie
damse Gemeente en Sportraad toch
iwel mogelijk om deze Vereniging een
ander veld toe te wijzen en denk o.a.
aan S.V.V. met 5 velden, Hermes 5
velden, Excelsior 20 4 velden (tot
12 uur allemaal vrij) of H.B.S.S.
waar 's zondags alleen W.F. op
speelt.
Ik zou de gehele Gemeente en
Sportraad incl. burgemeester Roelf-
sema dan ook willen verzoeken om
het veld van deze jonge enthousiaste
vereniging te bekijken en hun direct
een ander veld toe te wijzen".
Fr. Wammis, een voetbal-liefhebber.
Een afbeelding van de stearine-kaarsenfabriek „Apollo" dicht aan het water, anno 1880.
Grasduinen in oude kranten of
tijdschriften is een aparte belevenis!
Je blijft lezen. Vandaar dat ze de
schrik op het Gemeentearchief krij
gen, als ik iets kom „spitten". Want
daarnaast zijn er zoveel andere
dingen, die je interesseren.
Heel toevallig kreeg ik deze week
een jaargang van de Katholieke
Illustratie anno 1880, ja, het staat er
goed: 1880, in handen. .En toen
stuitte ik op een artikeltje over de
stearine-kaarsenfabriek „APOLLO"
te Schiedam.
De moeite waard om er wat van over
\te nemen. De bron is vermeld, dus
j»vat dat betreft, zit ik op rozen.
Voorlopig van kaarsvet!
Oudheidkundigen verzekeren, zo
lees ik, en zo blijf ik in dit gehele
artikeltje lezen, dat het ontstaan van
„Ongel"- of smeerkaarsen dateert uit
de Xllde eeuw en dat zij in de
Xlllde eeuw voorwerpen van buiten
sporige weelde waren.
Tegenstrijdig daarbij de opmerking:
„Of de geleerde heeren gelijk heb
ben, yalt hier moeilijk uit te maken,
maar' dit kan men in alle gevalle
zeggen, dat als vetkaarsen in dien
tijd tot de „articles de luxe"
gerekend werden, de weelde over
het algemeen wel niet buitensporig
zal geweest zijn. Wat toch is er voor
ons, verwende kinderen der XIXde
eeuw, onaangenamer en walglijker
dan eend walmende vetkaars, waar
bij mén aanhoudend met den snuiter
moet gereed staan, wil men niet dat
hare vlam de afmetingen en den geur
van die eener pektoorts zal aan
nemen..."
Men had büjkbaar niets op die
vetkaarsen tegen, want tot het begin
van deze eeuw heeft men er zich
trouw van bediend, zonder naar het
schijnt pogingen aan te wenden om
de vetkaars door „eene betere" te
vervangen.
Waskaarsen kwamen in de loop der
XIXde eeuw wel in zwang, maar
deze waren zo duur, dat zij alleen
tot de paleizen van keizers en
koningen en tot kerkelijk gebruik
beperkt bleven.
Ongelooflijk, hoeveel geld aan was
licht in die jaren aan de hoven van
sommige vorsten jaarlijks verbrand
werd. Bij Frederiic Willem, koning
van Pruisen was het gebruik hiervan
zó groot, dat er jaarlijks een bedrag
van 6000 thalers van gestolen kon
worden, zonder dat men er iets van
merkte. Zo werd in 1799 bij een
feest in het paleis Dresden 14.000
kaarsen gebrand en werd er in die
nacht 600 pond was verbruikt.
Dat vloeibare mengsel had een
donkerbruine kleur en werd door
een zgn. „montejus" tot de hoogste
verdieping gevoerd. Een „montejus"
bestond uit een kolossale ijzeren
ketel, die luchtledig gemaakt werd,
waarna het vloeibare mengsel door
een aanvoerbuis werd opgezogen.
Was hij vol, dan werd er stoom
ingevoerd, die op de vloeistof drukte
en haar met kracht naar boven
perste. Tegelijkertijd werd door
middel van een kleinere montejus
zwavelzuur naar boven gedreven. Dit
proces was niet bij te wonen door de
geweldige stank, die hierbij ont
stond. De donkerbruine kleur werd
„verzeept", hetgeen hierop neer-
7ÏET PFR9T.OKAAT, 7)ÏR KAARSTWrABRIF.K „ATOM O.
Een afbeelding van de hydraulische persen, die een grote rol in deze
fabriek speelden.
kwam, dat door een kunstig inge
richt mechanisme - onder verhitting
het zwavelzuur werd bewerkt.
Het doel hiervan was het vet in zijn
bestanddelen, vetzuur en glycerine,
te ontleden. In een ander lokaal
stonden grote langwerpig-vierkante
bakken een ietsje boven de begane
grond, die de stof bevatte in het
vorig lokaal als een bruin mengsel
ontdekt. Na de verzepingwas nu
de vloeistof zwart en onaangenaam
ruikend. Het zwarte vet werd nu
enkele malen met heet water af
gewassen en uit dit waswater kwam
later de glycerine voor de dag. Die
ook weer enige bewerkingen onder
ging. Jaarlijks leverae de kaarsen
fabriek Apollo op deze wijze
350.000 kg. glycerine aan de daar
toe bestemde fabrieken af.
Platte bakjes bevatten gestold vet,
geelachtig/wit van kleur. Tussen
twee lange rijen stellingen door liep
door het onafzienbare lokaal een
spoortrein waarlangs gesmolten koe
ken vet nu op een transportwagentje
naar een ander, niet minder groot
lokaal vervoerd werden, waar ze een
nieuwe bewerking moesten onder
gaan. Deze stearine-koeken waren
dan nl. nog niet tot die graad van
zuiverheid gekomen, waartoe men
ze brengen moest om er zuiver witte
kaarsen uit te kunnen gieten.
Zij bevatten nog teveel olei'ne, die
verwijderd moest worden; hetgeen
door persen geschiedde. „Apollo"
leverde jaarlijks omstreeks 2000.000
kg. van deze vloeistof aan verschil
lende fabrieken af, waar ze o.a. tot
de bereiding van zeep en het
„smoutenvan wol werd aange
wend. Opgeloste vloeistof bevond
zich in een bak waarbij van tijd tot
tijd een menigte stearine-brokken
bijgeworpen werd. Eén man roerde
geregeld in de witte brei om de
afkoeling te bevorderen. In een
andere bak kreeg de stearine de
nodige temperatuur om tot kaarsen
vergoten te worden.
Een driemaster voerde in die tijd
vaten van tussen de 1000 en 2000
kilo hoofdgrondsoorten aan, die in
de fabriek getransporteerd werden.
Hiervoor zorgde een flinke ijzeren
kraan, die het schip van zijn vracht
ontlastte en de vaten één voor één
op een wagen laadde, waarop ze
langs een spoorbaantje tot binnen in
de fabriek vervoerd werden.
Daar moesten de vaten palmolie of
rundvet direct ter hoogte van een
meter opgevoerd worden. Werk door
één man verricht. Met behulp van
een hydraulische machine elevator.
Door middel van stoomverhitting
werden de vaten talk en palmolie,
naast elkaar gelegd, gesmolten en zo
schoon geleegd, zodat men ze
aanstonds weer verzenden kon. De
palmolie en het gesmolten rundvet
vloeiden bijeen in twee grote diepe
bakken die op de begane grond
werden geplaatst en zo een mengsel
vormden, waarin de beide grond
stoffen in die verhouding voor
kwamen, als voor de kwaliteit van
de kaarsen, die men wilde fabri
ceren, nodig was.
Het leidt te vér om al die bewer
kingen van koek tot kaars aan te
halen. Ook de behandeling van de
pit in de kaars. Een pit bestaat uit
een draad of een koord dat door de
vorm heengetrokken wordt, waaruit
de kaarsen zijn opgetrokken en bij
de kegelvormige punt wordt afge
sneden. Talrijke meisjes hadden
hierin hun éigen taak. Deze zelfde
meisjes zorgden ook voor de ver
pakking in etui's voorzien van
verschillende etiketten en bestemd
voor verschillende landen, zoals
Turkije, China, Arabië, Perzië en
DE GIETKAMFR DPR KURmTilinTRir
Mochten de groten der aarde in die
tijd kwistig met het waslicht om
springen, anderen moesten zich met
die vetkaarsen behelpen.
Sommige kaarsenfabrieken brachten
„bougies" in den. handel. Een
„vervalste" waskaars, die van binnen
uit „ongel" bestond en met een laag
was omkleed was. Dit bedrog kwam
in dubbele zin aan het licht door de
onaangename reuk en de zwarte
walm. Anderen vermengden het was
met verschillende soorten van meel,
zoals dat van bonen en kastanjes.
Men probeerde het fabrikaat te
verbeteren, doch met zeer middel
matig gevolg. De pit bleef walmen,
de snuiters en snuiterbakjes bleven
een noodzakelijk kwaad. Tot schade
van het interieur, de handen en de
klederen...
De Franse natuurkundigen Gay
Lussac en Chevreuil slaagden er in
1825 in de beginselen te ontdekken,
waarbij tien jaar later, dus in 1835
De Milly en Mötard de grond legden
voor een geheel nieuwe tak van
nijverheid, nl. de fabricage van
stearine-kaarsen. Dankzij de schei
kunde leerde men de eeuwenlange
gebruikte grondstoffen te ontleden
en hierbij een nieuwe grondstof te
vinden, die veel goedkoper dan was
en oneindig veel geschikter dan het
walmende en onaangenaam riekende
rundvet was...
Drie fabrieken in ons land vertegen
woordigden deze nieuwe en bloeien
de industrie, nl. een in Amsterdam,
nog een twintigtal anderen. Een
overtuigend bewijs dat de Schie
damse kaarsen zich een goede
reputatie verworven hadden in het
buitenland, en agenten voor bevoor
rading zorgden.
Belangrijk nog even te vermelden
dat op de Parijse tentoonstelling de
Schiedamse kaarsenfabriek met een
fraaie inzending, voorstellende: „het
beeld van Apollo", geheel uit
stearine gegoten, hoogte 2 mtr., zich'
een gouden medaille verwierf. Een
jaar later, in 1873 verwierf men zich
de medaille van verdienste voor
kaarsen, stearine, olei'ne en glycerine
op de Weener tentoonstelling.
We bereiden ons voor op de
feestdagen. De etalages en de ver
lichtingen in de stad zijn daar een
sprekend voorbeeld van. Speelgoed
voor de kinderen. Praktische en
luxueuze geschenken voor hem of
haar.
Daarnaast overal een hoekje gereser
veerd voor kaarsen. In alle kleuren
en maten. Drogisterij „Maltha" in
jubileumstemming op de Hoogstraat
beschikt zelfs over een specifieke
kaarsen boetiek.
Die kaarsen geven straks sfeervolle
een in Gouda en een in Schiedam.
De stearinefabriek „Apollo" ge
noemd naar de zonnegod, al heette
deze fabriek bij haar stichting in
1865 „Stearinefabriek Rotterdam".
Die in 1869 echter in andere handen
overging en daarbij deze naam
verwierf.
De schrijver van dit bewuste artikel
maakte een wandeling van een half
uur van het station naar de Buiten
haven waar de Apollo gevestigd
was. Het maakte indruk op hem
deze fabriek, want rond het kolos
sale gebouw lagen honderden zware
vaten opgehoopt, aangevoerde
grondstoffen, die niet minder dan
zeven miljoen kilogram jaarlijks
bedroegen. Aanvoermoeilijkheden
bestonden er gewoon niet door de
onmiddellijke nabijheid van de zee
en van Rotterdam, waardoor zelfs
de grootste schepen (in die tijd red.)
gelegenheid kregen tot voor het
gebouw te naderen. Teneinde daar
de vaten palmolie van verre Afri
kaanse kust, of talk uit Amerika,
aan te voeren. Óf ze omgekeerd naar
de verst verwijderde gewesten te
t vervoeren.