VERSLAG DROOMREIS 1 van een ■MBK HET NIEUWE STADSBLAD - PAG. 8 - WOENSDAG 23 JUNI 1971 door STEF MEEDER TERUGREIS Ponta Delgada New Vork HEENREIS Behalve spelen aan boord achter het hammondorgel maakt Schie- damse Stef Meeder zo nog wel het een en ander mee. Maar leest u zijn verhaal liever zélf. Het is pas drie dagen geleden, dat ik je vanaf Rodos een brief schreef. Toch lijkt het al weer veel langer. Je ziet veel, reist erg snel en daarom doe je eigenlijk teveel indrukken op. Iedere dag weer iets anders, een haven, een stuk varen, weer een ander landeen nieuwe havenplaats. Vanuit Rodos voeren we naar het eiland Kreta. De havenplaats Iraklion was ons doel. De naam klinkt erg romantisch en misschien is deze stad ook wel zeer de moeite waard om te zien. Ik moet je echter zeggen, dat mijn verblijf op Iraklion zich beperkt heeft tot precies twee stappen. Niet meer en niet minder. Ik zal je vertellen hoe dat kwam. Het weer was zó yvarm en de geserveerde drankjes bij het zwembad op het Lido-dek zó lekker dat ik, na alle havens die we al gehad hadden, niet het plan had om het schip te verlaten. Maar naast de felle zon stond er een stijve bries, die flinke golven veroorzaakte. Dat was voor de „Rotterdam", die in zee voor anker lag natuurlijk niet erg, maar omdat de mensen met kleine motorboten (zgn. tenders) naar wal gebracht moesten worden, was het vanaf het dek een bijzonder spektakulair gezicht om te zien hoe deze notedopjes zich door het golvengeweld een weg naar de wal toe schommelden. En dat is wat ik toch ook wel eens mee wilde maken. De man, die op de voorplecht de tender bestuurde, had er een hele klus aan om het kleine scheepje zodanig tegen de Rotterdam aan te manoevreren, dat de walgangers zonder nek en benen te breken het scheepje konden betreden. Geholpen door twee stoere zeebonken werden de passagiers (die in mijn bootje toch wel de gemiddelde leeftijd hadden van zo'n jaar of zeventig) min of meer naar binnen gekwakt, de enige manier om niet in de kolkende zee te komen. De tocht naar de kant zal ik niet licht meer vergeten. We lagen meer dwars dan recht, nu weer stijl omhoog, dan weer de diepte in. Na tien sekonden varen kreeg ik zó'n puts water over mij heen, dat ik droop van top tot teen. Deze zoute zeedoop kwam niet alleen over mij neer doch overspoelde ook vrolijk een aantal bejaarde dames. Monte Carlo ivqrno N Barcelona Lisbon Istanbul Messin Mot ril Rhodes Iraklion Tangier Casablanca Funchal Stef deelt de kaarten uit aan Ricardo, eens een filmster, nu feestvierder aan boord van de Rotterdam. BEJAARDE NATTE BILLETJES Het hele koor slaakte de meest ijselijke kreten toen hun bejaarden billetjes in het nat belandden. Waggelend en dansend bereikten we natuurlijk veilig de haven. Omdat ik tóch wilde zeggen, dat ik op Kreta geweest was, heb ik toen één stap van de tgnder de kade óp... en één stap van de kade af de tender in gegaan. De reis was uiteraard net zo honkebonkerig. Ondanks dat ik nog een zeetje over kreeg werd ik niet natter, omdat dat gewoon niet mogelijk was... ik drééf al. De rest van de dag werd in de zon geluierd, geslapen, gezwommen en... wat een zeer geliefde bezig heid is - geklaverjast. Dit pleeg ik te doen met de heren van het Metro-kwartet, ons huisorkest; vier heren waarmee ik het uitstekend kan vinden. Leider Theo Vriethoff is een swingende specialist op de accordeon, Joop Selhorst is een pianist die noten leest als een normaal mens de krant, Leen Vaane, de muzikale allesman speelt bas, trompet, hawaian-gitaar en probeert daarbij ook nog te zingen. Piet Colpa sluit de rij met zijn slagwerk en dat doet hij bijzonder goed. Fijne kollega's, echte Rotter dammers en verwoede klaver jassers. We zijn net bezit een „potje" te doen, als Theo opmerkt, dat er al geruime tijd een hoogbejaarde Amerikaan om ons heen sluipt. „Die moet wat, jongens... zou hij mee willen doenMisschien kla verjassen ze in Amerika wel met zijn vijven...". Ja hoor, onze oude Mevrouw Oldeman uit Delft, waarmee we, zoals al is geschreven, een spannende dag in Taormina beleefden... rakker schuift heel omzichtig naast ons neer... kijkt schuw om zich heen naar iets wat hem ontzag schijnt in te boezemen. „Kom aan, sir, vertel uw troubles... wilt u meespelen „Nee", meespelen wilde hij niet maar hlf... (en hij wijst naar Theo) ziet er zo betrouwbaar uit en misschien kan hij hem aan zo'n lekkere halfzware helpen... hij is 78 jaar, mag van zijn vrouw beslist niet meer roken... ze houdt hem continu in de gaten... kijk daar zit zijn... en dat mag hij helemaal niet van zijn vrouw... „Nee, geef me maar gauw vuur... ik móet even roken Hulpvaardig als ik ben pak ik mijn aansteker, die ik altijd voor mijn pijp gebruik en die ik vanwege de wind extra hoog opengedraaid heb. De vlam, die er van afkomt is groot en gretig. In één vurige beweging wordt de neus van de arme rookgierige roodverbrand,, ver schroeien al zijn neusharen en verdwijnt een halve wenkbrauw... De sigaret brandde óók. Had hij nou toch maar even zijn pet afgezet. Onze Eerste-werktuigkundigeis afkomstig uit Vlaardingen, heet Lohman, is een fijne vent en draagt drie reusachtige gouden ringen op zijn uniform. Hij is muziekliefheb ber, danst graag en hij heeft het geluk, dat hij op deze reis verge zeld wordt door zijn charmante vrouw. Eens per jaar mogen de officieren van de H.A.L. hun echtgenotes op een trip mee nemen. Een fijn initiatief, waarvan gretig gebruik gemaakt wordt. Dansend op mijn orgelmuziek in de Ritz Carlton (de grote nacht club aan boord) nodigt hij mij uit om een bezoek te brengen aan het inwendige van het schip. Een afspraak wordt gemaakt en zo dalen Tommy en ik, voorafgegaan door de heer Lohman, af naar de ingewanden van de „Rotterdam". Nou, aan het dek en in de zalen boven gebeurt wat, maar be neden... alle mensen... daar staat een kolossale machinefabriek met honderden ingewikkelde, draaien de, stomende, pruttelende appara ten. Meters en wijzers geven onbegrijpelijke signalen... enorme leidingen pompen schoon water, vuil water, zééwater en weet ik veel wat voor water, naar voren, naar achter, naar buiten en naar binnen. Lampen flikkeren aan en uit... in één enorme stoot wordt een tank met toiletvuil naar buiten gestoten. Zo, dat zijn we kwijt... Broeiend heet is het daar onder, ondanks de op volle toeren wer kende airconditioning... de hete lucht brandt in onze longen... „Heet hier? zegt Lohman... „moet je eens in de tropen komen VAKBEKWAME DIRIGENTEN Allerlei geluiden... diepe grom- tonen... hoge fluittonen... een orkest van machines en draaiende assen... loeihete ovens en gierende dynamo's. Dit alles geleid door een team van vakbekwame dirigenten. Alles dient hetzelfde doel: het vooruit brengen van het schip... de veiligheid bevorderen van de passa giers. Waken en voorkómen. Poet sen en schrobben. Oog hebben voor alle details... luisteren naar elk vreemd geluid. Dit zijn mensen met een taak, een taak met verantwoordelijkheid. Een zware taak ook, die ze met liefde doen. Als je het daar beneden uit wilt houden kan dat ook niet anders. Dan denk ik wel eens, dat ik het zwaar heb als ik een paar uurtjes langer moet spelen in de bar. Vanaf nu zal ik wat meer begrip hebben yoor de dingen die ik tot nu toe als normaal en doodgewoon beschouwde. Als ik nu een glas water uit mijn kraan laat komen, zal ik weten, dat er beneden, diep in het schip per dag 600.000 liter Stef weet ook met wie hij het liefst de kaarten deelt op een casino-avond aan boord van de Rotterdam... Stef wordt uitgetekend door Valerie Dalton, een Engelse kunstenares aan boord. Op de achtergrond de conterfeitsels van (geheel links) Marianne en (uiterst rechts) Laura, twee van Stef's dochters... De haven van Rodos... ze met dat hoedje met „Acapulco" erop geborduurd. SHAGGIE IN DE FIK? Natuurlijk wordt deze meneer onmiddellijk geschoren. Theo bouwt een enorme sigaret en overhandigt hem 'aan onze oude vriend. Hij durft hem niet op te steken, buigt zich diep voorover achter een zonnestoel omdat de heftige bewegingen van de „Aca pulco "-zonnehoed duidelijke arg waan verraadt. Ik zeg tegen hem, dat hij zijn grote vechtpet af moet zetten, want die steekt nog boven de stoel uit en daaraan zal ze hem zeker herkennen... Nee, die pet zet hij niet af, want als hij ergens niet tegen kan dan is het tegen de zon..., na vijf minuten zou hij al verschrikkelijk verbrand zeewater tot heerlijk drinkwater wordt gemaakt... Als ik nu het licht aandoe in mijn hut, zal ik beseffen, dat dit licht opgewekt wordt met machines, die tijdens de stroomstaking in New York, de héle pier van licht voorzagen... Dit alles wordt geregeld en be waakt door de mensen van de heer Lohman uit Vlaardingen... Niet alleen hij natuurlijk, maar samen met zijn collega's komt het toch piekfijn en glad voor elkaar. Ik hoop, dat hij vanavond weer met zijn lieve vrouw bij mij komt dansen. Voor mij verdient hij zijn plezier. Tenslotte wordt de stroom voor mijn orgel opgewekt door „zijn" generator. Stef Meeder.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1971 | | pagina 8