IJsselmeer raakt in snel tempo vol 4 ater§porters ageren Markerwaard moet van de kaart I -jk vac- .„„.irxÜ Nederland telt 100.000 zeil- en motorjachten. In 1980 zullen dat er 250.000 zijn, in het jaar 2000 zelfs 900.000. Een enor me vloot, een enorm legioen ook van waterrecreanten. Waar die straks de ruimte te geven, wordt zelfs in waterrijk Neder land een vraagstuk van hoge orde. ,F>i 2UjA I' DASilMlOW \7 SAa OAaSZCMTS 3WU3IH TiH - - ;^:v; I #\1> ij '-• -- ss Spüp De meren in de Randstad, de Loosdrechtse en Kagerplassen zijn al vrijwel vol. Friesland, de nieuwe Zeeuwse recreatiegebieden en de grintgaten aan de grote rivieren zullen nog wel een tijd de jaarlijkse groei van 12 procent kunnen op vangen, maar ook aan die capaciteit komt dan een einde. En waar moet de watersporter dan naar toe? De watersporters zélf hebben daar maar één antwoord op: naar het IJsselmeer. Dat biedt opvangmoge lijkheden volop om de zich snel uitbreidende vloot van pleziersche- pen te bergen. Maar dan alleen, zeggen zij, als de inpolderingswoede van Den Haag wordt gestopt. Met andere woorden: als de plannen voor een Markerwaard drastisch worden gewijzigd. Daarmee plaatsen zij zich graag achter de stichting „Markerwaard van de ^aart", een actiegroep van vooral waterlanders en bewoners van Marken, die géén nieuw land wensen voor een van de mooiste kusten van Nederland: die tussen Amsterdam en Enkhuizen. De watersporters geven hun acties volle wind in de zeilen. Niet alleen vanwege de plannen voor een tweede Schiphol in de nieuwe polder, ook niet alleen omdat men er de noodzaak niet van inziet nieuwe hectaren klei toe te voegen aan agrarisch areaal, dat alleen maar subsidies vraagt, maar wél en vooral omdat men er geen heil in ziet opnieuw een stukje waardevolle waterrecreatiegebied van de kaart te vegen. BINNENZEE In zijn Amsterdamse kantoor wil T. Kasemier, secretaris van het Ko ninklijk Nederlands Watersport Ver bond, die argumenten graag in breder licht plaatsen. En hij wijst in dit verband op het alternatieve inpolderingsontwerp van het dispuut Ruimtelijke Ordening (werkgroep Markerwaard) van de Utrechtse universiteit. Weliswaar draait dat plan de klok niet helemaal terug, maar de Markerwaard krijgt er toch een aanzienlijk beperktere omvang in dan in het officiële ontwerp van Den Haag. In dat plan is de Markerwaard niet meer dan een zeer bescheiden polder, die royaal ruimte laat voor een groot binnenmeer, dat al het Markermeer is gedoopt. Een binnenzee tussen de polder en de Noordhollandse kust, 24 km. lang en 17 km. breed, die de watersporters veel méér armslag geeft dan de smalle randmeren, die Rijkswaterstaat heeft gepland. Bollende zeilen op wijds water: het ideaal van iedere watersporter. Kasemier: ,,Dat plan zou een prach tige oplossing zijn voor alle proble men. De echte zeezeilers zullen ook dat nog wel als een beperking voelen, maar we hebben tenslotte ook rekening te houden met de kleine watersport, temeer omdat zeker 95 procent van de hele pleziervaartuigenvloot uit kleine jachten bestaat. En zeker voor die jachten biedt een groot Markermeer met lange oevers en het eiland Marken er middenin enorme moge lijkheden Niet alleen de grote jachten, ook de kleine watersport trekt- de laatste jaren steeds meer naar het IJsselmeer, dat méér ruimte biedt dan de volle 'Hollandse plassen. LIGPLAATSEN De jachthavenbeheerders kunnen erover meepraten. Vooral de laatste jaren lopen de havens in steeds sneller tempo vol. Ondanks het feit, dat de accommodatie steeds wordt uitgebreid is er zelfs'in vele havens nauwelijks plaats meer over. Hoe die accommodatie is verbeterd laten cijfers zien: in 1960 waren er rond het IJsselmeer nog maar zo'n 700 ligplaatsen; nu zijn het er al tegen de 3300. Plaatsen als Medemblik, Enk huizen, Hoorn, Monnikendam, Lem mer, Ketelhaven, Hindelopen, Mak- kum en Staveren, die tien jaar terug vrijwel nog geen accommodatie hadden, zijn nu drukke centra geworden, waarvan Hoorn en Mon nikendam met elk 600 ligplaatsen wel de grootste zijn. Maar ondanks die snelle uitbreiding is men er voorlopig nog lang niet. De heer Kasemier: ,,Om die trek te kunnen blijven opvangen, zullen bestaande havens verder) moeten worden uitgebreid en zullen er nieuwe moeten worden aangelegd. Ik denk aan Marken, aan Wijdenes en Broekerhaven in de kop van Noord-Holland, aan Schardam en Edam en, natuurlijk, aan het al bestaande nieuwe land. Daar zou je prachtige nieuwe centra van kunnen maken. Havens, die de watersporter nog alle mogelijkheden bieden voor vrije vaart op ruim water. Meer dan de huidige randmeren langs de Veluwezoom. Door de geringe breedte daarvan en de op veel plaatsen voorkomende ondiepte zijn die minder geschikt als zeilwater. Ze vormen meer een ideale transport- weg voor de vaart van Holland naar de Friese meren". MARKERWAARD Dat alles zal echter slechts dan optimaal kunnen worden gereali seerd als de plannen voor de Markerwaard worden gewijzigd. En of dat erin zit, lijkt vooralsnog twijfelachtig. In Den Haag liggen nog steeds de officiële plannen op tafel en voorlopig denkt men nog niet aan verandering. Zoals de zaken er nu voorstaan, zal alleen de bezuinigingspolitiek van Drees, hoogste baan van rijkswaterstaat, de ontwikkeling voor de watersporters én de waterlanders ten goede kun nen keren. Wellicht dat daar op de derde dinsdag van september meer over bekend wordt gemaakt. „WIJD SOP" De watersport zal dat toejuichen. Zeker ook het elk jaar snel toe nemende aantal eigenaars van grote jachten, die graag „wijd sop" voor de boeg houden. En dat zijn zeker niet alleen de welgestelden, die met witte zeilpet op hun luxueuze jachten als dure welvaartssymbolen over het water jagen. De laatste jaren hebben zij gezelschap gekregen van een ander soort watersporter: de zeilers, die de romantiek van de oude Zuiderzee weer laten spreken. De eigenaars van de oude houten visbotters, van de Wieringer- en Lemster Aken, van de Staverse jolen, van de Wieringer bolletjes, de Pluten en al die andere oude schepen, die per definitie bij het IJsselmeer hóren. EEN RAGE De laatste tijd is het varen daarmee een ware rage geworden. Een rage van watersporters, die zich gelukki ger voelen aan boord van een stoer vissersschip dan op een duur en gestroomlijnd polyester welvaarts- jacht. Van watersporters, die niet alleen varen, maar ook zelf alles doen om die oude schepen weer in oorspronkelijke stijl terug te bren gen. Met vaak fraai uitgevoerde goudbeschilderingen, boegbeelden en al die andere details, die in de gestroomlijnde tijd van nu historie lijken te zijn geworden. Op het IJsselmeer en in de jacht havens herleeft dat verleden nu weer. En mét dat verleden de romantiek van vroeger, van de jaren, waarin het IJsselmeer nog een Zuiderzee was, een zee, waarop duizenden vissers hun brood ver dienden. Ook die groep van roman tici staat pal achter de acties tegen een Markerwaard. Ook zij vragen meer ruimte op de enige binnenzee, die Nederland nog is overgebleven. ACTIE Vandaar de plannen van de 45 leden en schepen tellende Vereniging Bot- terbehoud om tijdens de op 20, 21 en 22 augustus te houden botter- wedstrijden op de Gouwzee behalve de zeilen ook kracht bij te zetten aan een spandoekenactie tegen de Haagse plannen. Tegen de Marker waard en vóór het behoud van ruimte op het water. Vóór het behoud van een stukje recreatie water, dat in vol Nederland steeds kostbaarder lijkt te worden. TRAPSGEWIJS De verbondssecretaris ziet er vooral een prachtige tussenstap in voor watersporters, die uiteindelijk naar wijder water willen. „Ze kunnen dan trapsgewijs opklimmen. Ze beginnen op Loosdrecht of de Kaag, trekken dan naar het veel grotere Marker meer en kunnen dan, als ze eenmaal getraind zijn, naar de Waddenzee of zelfs de Noordzee. Op het ogenblik is die trek naar wijder water al duidelijk merkbaar. Steeds meer watersporters ontvluchten de in de weekends vaak overvolle Hollandse plassen en trekken naar het IJssel meer". rll|. - •- f US» Met een zeewaardig jacht de wijde plas op: hier één van die jachten op weg naar de haven van Medemblik.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1971 | | pagina 16