Reconstructie binnenstad
gaat de „storm" tegemoet
tar
t
VRAGEN AAN
ANTWOORD
MAN"
Stadium van ideëen,
suggesties voorbij
thans vallen de
beslissingen
DE OUDE „STADSRUÏNE"
Sprong
Beslissing
a,a,a,a.a,aa.aa.a,a.a,a,a,a.aa,aa,&3,aa.a.a,aa.a.aa,;
17
HET NIEUWE STADSBLAD - PAG. 12 - WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1971
Publicatie van de
Gemeente Schiedam.
Twee maal per maand verschijnend
in Het Nieuwe Stadsblad.
Verzorging:
Gemeentelijke Voorlichtingsambtenaar
Nieuwstraat 26 - tel. 269051
,!.a,a,&a.a,a8,a,aaaaaa,aaaaaa.a,aa,a.a,a,a,a,a
„Binnen weinige decennia zal Schie
dam vermoedelijk aan het eindpunt
van een stormachtige ontwikkeling
zijn gekomen. In hoofdtrekken zal de
stad dan een gedaante hebben gekre
gen, die voor vele jaren als blijvend zal
zijn te beschouwen. De komende
decennia zullen, indien normale tijden
aanbreken, zeer belangrijke werken
kunnen zien ontstaan, die wijzigingen
in de stadsstructuur te weeg brengen.
Het is dus van het grootste belang, alle
krachten aan te wenden om te
trachten voor deze veranderingen
alsnog de optimale stedebouwkundige
vorm te vinden en te verwezenlijken,
d.i. de nog te verwachten ontwikke
ling zo goed mogelijk te ontwerpen en
de in het verleden onstane gebreken
naar vermogen te herstellen en daar
door de best en schoonst mogelijke
stad te doen ontstaan".
Komen deze woorden u bekend voor?
Welaan, ze zijn ontleend aan de „Memoran
dum over de stedebouwkundige ontwikke
ling van Schiedam", opgesteld in 1944 en als
„het blauwe boek" in 1949 in druk
verschenen! Na 25 jaar is het Memorandum
geheel verouderd en onbruikbaar, maar de
boven aangehaalde gedachte geldt nog
steeds. Afgezien dan van de zinsnede „indien
normale tijden aanbreken". De toen reeds
aangekondigde „stormachtige ontwikke
ling", daar zitten we momenteel midden in
met de gemeentelijke sanerings- en recon
structieplannen.
Schiedam was, na de snelle groei van de stad
in de jaren twintig en dertig, reeds vóór de
oorlog aan een planmatige reconstructie toe.
Het kon toen niet, want het stedelijk gebied
was te klein; er was geen ruimte voor
uitbreiding.- Pas nadat in 1941 de gemeente
Kethel en Spaland werd opgeheven en voor
het grootste gedeelte bij Schiedam werd
gevoegd, kon het werk worden aangepakt.
Nog in datdelfde jaar werd bij Gemeente
werken een afdeling Stadsontwikkeling opge
richt. Er is toen hard aan gewerkt en het
resultaat was, dat in april 1944 aan de
gemeenteraad werd aangeboden het Uitbrei
dingsplan in Hoofdzaak, geldend voor de
gehele gemeente en tevens de Bebouwings
voorschriften voor de bebouwde kom. In het
genoemde Memorandum werd de visie van
die tijd neergelegd.
Helaas, na de oorlog lieten de „normale
tijden" op zich wachten en alle inspanning
moest gericht worden op de bestrijding van
de woningnood. Reeds bij de verschijning in
1949 werd geconstateerd dat enkele delen
van het kostbare Memorandum door de
gewijzigde toestand verouderd waren. Alle
aandacht richtte zich op de woningbouw en
in de jaren vijftig werden in snel tempo vele
uitbreidingsplannen opgesteld en uitgevoerd.
Zo verrezen de wijk Nieuwland, het
Tuindorp-Kethel, de complexen in de
Babberspolder en in het oosten. Het
totaalplan uit het Memorandum werd
vergeten!
Maar het centrum van de stad, notabene in
1944 centraal gesteld voor de totale
vernieuwing, raakte op de achtergrond. Wel
kwamen daarvoor de Bebouwingsvoor-,
schriften voor de bebouwde kom en deze
voorschriften zijn nu nog steeds van kracht,
met verwijzing voor slechts enkele kleinere
gebieden, w.o. het verguisde Plan Schie-No-
Ko (het gebied tussen Schie, Noordvest en
Korte Haven). Een nu toch wel echt
achterhaalde toestand, temeer daar de
nabuur-gemeenten Rotterdam en Vlaardin-
gen wèl tot een vernieuwing kwamen van het
stadhart. Het peil van het stadscentrum
begon te dalen, zowel voor wat betreft het
winkelen, als het wonen als „het stedelijk
leven" in het algemeen. Het kan zo niet
blijven, was de algemene mening. Dit sprak
iens te meer, toen in het begin van de jaren
zestig het ontwerp voor een nieuw zeer
modern stadhuis op tafel kwam, gepland aan
mooie brede wegen, doch lopend langs een
verpauperend stadscentrum.
„Ze zijn al begonnen met de stadssanering...!
De grote sprong voorwaarts werd in 1963
genomen, toen in november de gemeente
raad de opdracht gaf aan de stedebouwkun
dige wijlen de heer R. H. Fledderus,
ontwerper van de stadsuitbreiding in het
noorden, om een saneringsplan voor de oude
stad op te stellen. De planning zou steunen
op een sociaal-economisch onderzoek, var-
richt door het E.T.I. in Zuid-Holland. Zo
kwam, volgens de lijnen van de nieuwe wet
op de Ruimtelijke Órdening het Structuur
plan Schiedam in 1968 tot stand. Dit is een
programma voor de toekomst, een visie op
de ontwikkeling van de gemeente, welke
echter geen de burgers bindende voorschrif
ten bevat. Volgens de wet R.O. dient een
Structuurplan dan uitgewerkt te worden in
de wèl bindende bestemmingsplannen. Met
deze „uitwerking" is men momenteel zeer
intensief bezig!
Een nieuwe opvatting diende zich aan: de
inspraak. Van meet af aan zijn de gemeente
raad en het college van burgemeester en
wethouders er van uitgegaan dat de ver
nieuwing van het stadscentrum een zaak is
van de gehele burgerij en niet alleen van
bestuurders en ambtenaren. Het gemeente
bestuur heeft zich niet willen beperken tot
de in de wet R.O. voorgeschreven procedure
inzake de openbaarheid en de bezwaarschrif
ten, maar heeft aan alle belanghebbenden en
belangstellenden, indivudueel en als bevol
kingsgroep, inspraak willen verlenen.
Dat is dan ook gebeurd. Na het verschijnen
van het Structuurplan is in april en mei 1968
een voorlichtings-expositie over het plan
gehouden in het Stedelijk Museum, die bijna
vijfduizend belangstellende bezoekers heeft
getrokken. In een Ideeënbus kon men de
kritiek en de opmerkingen kwijt. De oogst
was niet slecht veertig inzendingen. Het
merendeel was te summier (vaak slechts een
hartekreet) dan dat er mee gewerkt kon
worden, doch een aantal ideeën was waard
om nader bekeken en bestudeerd te worden.
Daarnaast ook zeven meer officiële bezwaar
schriften.
Deze inspraak heeft de neerslag gevonden in
het in het pre-advies bij het voorstel van B.
en W., dat door de gemeenteraad in juni
1968 is behandeld. De raad besloot tot
vaststelling van het Structuurplan en aan
vaardde de overwegingen en uitspraken zoals
die stonden in het pre-advies. De consequen
tie van het besluit is, dat de ideeën uit het
Structuurplan nu uitgewerkt zouden kunnen
worden in de concrete bestemmingsplannen.
Die overigens, zo is uitdrukkelijk gesteld,
flexibel zullen moeten zijn. Bovendien wilde
de gemeenteraad wel van de alternatieve
mogelijkheden op de hoogte gesteld worden.
De plannenmakers met de stedebouwkun
dige B. C. van Gent op de eerste plaats,
hadden houvast aan het Structuurplan, maar
toch bleven tal van belangrijke vragen
onbeantwoord. Hoe groot moest het winkel
areaal in het centrum worden? Was dat
economisch verantwoord? Tegen de metro
lijn en vooral tegen het tracé waren
protesten gerezen; over de ontwikkeling van
het verkeer bleken toch voldoende gegevens
beschikbaar. Dan de financiële kwesties. Men
kan nog zulke mooie plannen maken, ze
moeten ook gerealiseerd kunnen worden en
daarom financieel haalbaar zijn. Voor dit
laatste facet werd de inschakeling van het
ontwikkelingsbureau Empeo te Utrecht
noodzakelijk geacht. Bovendien belastte
Empeo zich met het verkeersonderzoek.
V
8»
3»
M
3»
3»
3»
3»
3»
Het resultaat van al die nadere studie werd
neergelegd in de begin 1970 uitgebrachte
Planstudie van het Bureau Fledderus/Van
Gent, geconcretiseerd in de alternatieve
Plannen A en B, waarin een groot aantal
mogelijkheden waren geschetst. Ook nu
werd aan de burgerij mogelijkheid tot
inspraak geboden, o.a. op bijeenkomsten in
het Sted. Museum. Ook nu „dacht" en
„sprak" de burgerij mee en ook nu werd de
inbreng van de Burgers zorgvuldig nagegaan
en vastgelegd in een lijvige Nota van de heer
Van Gent. Twee uitgewerkte ideeën werden
zelfs geregistreerd als Plan C (van de F.J.G.)
en plan D (van Delftse studenten).
Maar aan alle inspraak, aan het „meeden
ken", aan het leveren van suggesties moet
eens een eind komen. Er moeten beslissingen
genomen worden. Dat is dan gebeurd op 6
mei 1971, toen de gemeenteraad akkoord
ging met een nota van B. en W., waarin op
zeven punten een beslissing viel.
Daarmee is een streep gezet achter het
voorbereidende werk, achter het uitlijnen
van een beleid. Er moet nu concreet worden
gewerkt.
Uiteraard is men op ambtelijk niveau al die
jaren niet stil blijven toekijken. Achter de
schermen is en wordt nog steeds hard
gewerkt om het omvangrijke werk verbon
den aan de reconstructie, van de grond te
tillen. In een commissie waarin tal van
gemeentelijke diensten zijn vertegenwoor
digd, wordt de grote problematiek rond
sanering en reconstructie regelmatig door
gesproken. Maar de beslissingen worden
Het eerste nummer van „Ge
meente Informatie" is versche
nen. Voortaan zullen twee maal
per maand op deze zelfde plaats
in het Nieuwe Stadsblad de twee
pagina's met gemeentelijke voor
lichting worden opgenomen.
De opzet is om hiermee een
bijdrage te leveren in het nog
verder verbeteren van de contac
ten tussen het gemeentebestuur
van Schiedam en de burgerij,
tussen de bestuurder en de
bestuurde dus, door het verstrek
ken van informatie en het geven
van uitleg.
Verwacht echter op deze pa
gina's geen actueel nieuwsjuit de
gemeentelijke koker. Ook geen
verslagen van wat er zich heeft
afgespeeld in de gemeente. Im
mers, het brengen van nieuws en
het geven van verslagen is de taak
van de plaatselijke pers en op dit
terrein zal deze publicatie niet
als concurrent optreden. Voor
het spuien van gemeentelijk
nieuws bestaan andere wegen.
Dit eerste nummer is een ter
rein-verkenning, een aftasten van
de mogelijkheden en van de
interessen. Naar een verbetering
van opzet en inhoud wordt
gestreefd. Bijdragen in het doen
ontstaan van een „twee-wegs
contact" met de burgerij zullen
worden gewaardeerd.
Voorlichtingsambtenaar
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
•8
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed-
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
ed
genomen door de stadsbestuurders in de
gemeenteraad.
De raadscommissie voor Stadsontwikkeling
en Stadsuitbreiding treedt daarbij op als
contactgroep, maar ook als discussie
podium. In de vergaderingen van deze
commissie wordt maandelijks verantwoor
ding afgelegd over de stand van zaken. Daar
ook heeft de heer Van Gent op 16 augustus
j.l. zijn werkschema bekend gemaakt voor de
komende paar maanden. Af te sluiten, zo
stelt hij zich voor, in februari 1972 wanneer
de bestemmingsplannen aan de raad worden
voorgelegd.
Maar ook nu weer is de inspraak van de
burgerij, de mogelijkheid om mee te denken
en mee te praten, niet vergeten. Na afloop
van de vergadering van de commissie
Stadsontwikkeling krijgen de belangstellen
den gelegenheid om vragen te stellen en om
suggesties te opperen. Wat overigens ook
schriftelijk kan.
Er staan grote dingen te gebeuren. Schiedam
accelereert langzaam maar heel zeker naar de
„stormachtige ontwikkeling", waarvan
sprake is in de aanhef van dit artikel.
De samensteller van deze gemeente infor-
matie"-pagina's zit er een beetje mee! De
bedoeling is dat hij voorlichting geeft en
informatie verstrekt. Maar over de gemeente
lijke zaken valt zó veel te vertellen en de
voorlichting is zó'n wijd terrein, dat hij niet
goed weet waar te beginnen. Bovendien, wat
interesseert de lezers nu, over welke zaken
willen ze iets weten! De oplossing ligt voor
de hand: laat de lezers dan maar vragen
stellen, waarop in deze pagina's antwoord
gegeven kan worden. Door, laten we stellen,
een „Antwoordman".
Hierbij de uitnodiging om maar van wal te
steken.
Het jammerlijke is, dat de ruimte op deze
pagina's beperkt is. En er moeten nog andere
/VWVVVVVVvvvwwwvwvvwwvyvwvwwvvwwwwwwwvvwvvwwvwwvvvyyvvvvvw
artikelen en mededelingen op. Daarom stelt
de „Antwoordman" enkele regels.
Stel a.u.b. alleen vragen, waarop ook een
antwoord mogelijk is! Geef dus geen
meningen met het doel een discussie uit te
lokken. Daar wordt niet op ingegaan.
De vragen moeten gaan over de gemeente
of Schiedam in ruimere zin.
Niet over algemene problemen dus, waarvan
de oplossing toch niet in Schiedam ligt.
Maar ook geen persoonlijke problemen
aansnijden! Het moet gaan over het
algemene plaatselijke belang. Het is de opzet
om de vraag met het antwoord op deze
pagina's te publiceren. Wanneer de persoon
lijke kanten niet buiten beschouwing kunnen
blijven, zal het antwoord per brief worden
gegeven.
Alstublieft, stel de vraag zakelijk, kort en
vooral duidelijk!
De brieven zijn te richten aan „Antwoord
man", p/a Voorlichtingsambtenaar Stadhuis,
Schiedam.
Er moet wel een naam en adres bij. Indien er
bezwaar tegen is dat de naam wordt bekend
gemaakt, dit dan duidelijk aangeven.
Indien u zich aan deze toch wel voor de
hand liggende regels wilt houden, dan kunt u
op uw vraag reactie verwachten van de
Antwoordman