CHIRURGIJNSE PRAKTIJKEN IN
HET OUDE SCHIEDAM
Op reis door het verleden:
SPAARBANK
ANNO 1820
Neerlands hoop in
bange dagen'
DejChirurgyn.
fafcrtarttesynVfchonéii^aiidoodclykeüonden.
Fietsen alléén
in beugels
Wereldgebedsdag
DE LEERPROEF
So een ig lit vecbrooken %y
De Meester moefer haastig by,
Op dat het Wyfhjck word geneesea
Maar of de ruijkelooee dfiel,
fa Spies en SWaardvan Sbridenviel,
Daar schijrid cjeen swaaricjheid teweesen.
FEESTMAALTIJD
KASJESLOPERS
EEN NIEUWE SENSATIE
OP PRUIKENGEBIED
Gemakkelijk en veilig
voor al uw betalingen
geen kosten, wel rente
H5T NIEUWE STADSBLAD -_.RACl. 4-- WQMSDAGJ ÊAAABU2Z2
\\~t 'ft t f. I .)AC!ZH30W - r T to.. OAJCi AT 3' 72K
Het was op een van mijn ontdek
kingstochten door het verleden,
dat ik hem ontmoette. De Heer
Stadschirurgijn. De ontmoeting
vond plaats rond 1770 in de
Boterstraat. Wij botsten bijna te
gen elkaar op toen hij de hoek van
de Kreupelstraat om kwam. Hij
keek mij aan en ik keek hem aan.
Over zijn gezicht hing een ietwat
zure sluier en in zijn ogen flikkerde
een bijna uitgebrand vuurtje. Ik
herkende de man dadelijk want ik
had hem wel eens gezien in zijn
chirurgijnswinkel op de Hoogstraat
alwaar wij - naar ik meen in 1 764
- een gezellige babbel hadden over
koetjes, kalfjes en beenbreuken.
We hadden toen afgesproken dat ik
eens een verhaaltje over zijn
beroep zou schrijven. Maar ach,
had ik maar niets beloofd. Ik kon
in 1 764 toch ook niet weten dat ik
voorlopig niet meer in de 18e eeuw
zou terugkeren maar ergens tegen
het einde van de 16e eeuw zou
blijven hangen voor een onderzoek
naar weekmarkten. Maar men weet
het, het toeval staat voor niets!
Daar waren we nu bijna tegen
elkaar opgelopen, juist toen ik op
weg was naar een terechtstelling in
1803. Het kostte ook hém geen
moeite om mij te herkennen. „Ha-,
die Aad Jacobsprak hij met
gedempt enthousiasme, ,,da's 'n
lange tijd geleden, jong. Hoe staat
het met het stukje, dat ge over ons
gilde zou schrijven, hè7 "Ik verzon
een historische smoes om deze
vraag niet te hoeven beantwoor
den. Maar ja, nu kwam ik er niet
onderuit. Thans was ik wel ver
plicht om met hem mee te gaan
naar zijn chirurgijnswinkel. Dat
deed ik dan ook. Samen togen we
op pad door het oude, toen nog
schilderachtige Schiedam. Na een
wandelingetje van 7 minuten kwa
men wij op de plaats van bestem
ming aan. Mevrouw chirurgijn
verwelkomde mij hartelijk. Ik had
niet anders verwacht. Haar man
duwde mij vervolgens naar het
woonvertrek, dat zich achter de
winkel bevond. „Zo", zei hij
resoluut, neem daar maar plaats",
en hij wees naar een Louis
Quinze-stoel die bij het kleine
raam stond. De Heer chirurgijn
ging recht tegenover mij zitten op
een laag krukje dat een beetje
wankel op zijn pootjes stond. Nu
keek hij wat vriendelijker naar mij
en ik zag dat hij zelfs een beetje
lachte. „Wel, m'n beste Aad Jacob,
vraag maat wat ge over ons gilde
weten wilt. Ik sta geheel tot uwer
beschikking". En hij stak een
Goudse pijp op, welk voorbeeld ik
volgde.
De eerste vraag, die ik de geleerde
Heer stelde was deze: Wat waren
de eisen om tot het chirurgijnsgilde
toegelaten te worden? Zijn ant
woord op deze vraag was een
duidelijke. Wie tot de phleboto-.
mie, het aderlaten of het barrebier-
schap wil toegelaten worden moet
daarvoor een leerproef afleggen.
De leerling koopt dan van ons gilde
3 lancetten, die met een stempel
van het gilde gemerkt zijn. Dat
kost hem zo'n 20 stuivers. Die
lancetten dient hij dan, binnen een
tijdbestek van 15 dagen te prepa
reren, met dien verstande dat hij ze
goed van punt en snede maakt. Of
deze zaken wel of niet in orde zijn,
wordt bepaald door de hoofdman
en proefmeester. Na deze proef
volgt een tweede. Dan wordt de
leerling n.l. ondervraagd omtrent
zijn kennis over de heelkunde. Hij
dient alle aderen te noemen, die
men gewoonlijk laat. Natuurlijk
wordt hem ook gevraagd waar deze
aderen in het menselijk lichaam
gelegen zijn en waarom men ze
laat". En ben je dan chirurgijn?
■„Nee, want men moet eerst nog
praktisch onderricht zijn. En dat
duurt wet wat jaartjes. De leerling
woont dan gewoonlijk in bij zijn
leermeester, die hem alle kneepjes
van het vak bijbrengt. Tussen
haakjes, ons gilde is in het bezit
van een beknopte bibliotheek
waaruit de leerling kennis over de
anatomie kan putten. Over dat
laatste, de anatomie, wordt de
leerling uiteraard op zijn examen
ondervraagd". „Ik neem aan dat
men er dan wel zo'n beetje is, hé",
merkte ik luchtig op. „Maar wat ik
U vragen wou; wat zijn de kosten
om tot het gilde toegelaten te
worden? De chirurgijn dacht
even na. Dat hangt ervan af. Een
burgerkind betaald 5 gulden en een
uitheems kind betaald er 10.
D.w.z. dat men dan gilde broeder is
en de titel van Meester mag dragen.
Wanneer een leermeester echter
een leerling aanneemt, dient hij dat
De Heer chirurgijn aan het werk. Een afbeelding uit „Het Menselyk
Bedryf", een in 1694 uitgegeven serie „verbeeldingen van ambachten".
onmiddellijk bij de hoofdman aan
te geven. Vanzelfsprekend ont
vangt het gilde voor deze nieuw-
aangekomene een bepaald bedrag
aan leergeld". „Juist ja, maar
vertelt u eens, is er onder de
leerlingen van uw gilde in het
verleden wel eens een super-bolle
boos geweest? „Ge bedoelt een
kind met een helder verstand?
Jazeker, die was er, maar vér voor
mijn tijd. Zijn naam is mij
ontschoten. Wel weet ik dat
voornoemde jongeling in 1648 veel
bijval vond omdat hij een geslaagde
operatie verrichtte. Men heeft dat
toen notarieel bevestigd. Stelt ge
eens voor, een jongeling van 16
jaar, die al opereerde". Ik liet
duidelijk mijn bewondering blij
ken, toen de chirurgijn dit mij
vertelde. Ik zag hoe hij dat
waardeerde.
De volgende vraag, die ik hem
stelde, was een algemene. „Mees
ter, kunt u mij in het kort de
activiteiten van een chirurgijn
verhalen! „Inderdaad, dat kan
ik. Er is bijvoorbeeld een oud
gebruik dat ieder jaar een feest
maal voorschrijft, respectievelijk
op Cosmus- en Damianusdag (27
dec.). Deze maaltijd wordt dan
geteerd op eigen beurs. Kijven,
vloeken of de naam Gods misbrui
ken is op zo'n gelegenheid uiter
aard niet gewenst. Degene die zich
toch daar aan schuldig maakt
wordt in ons gilde gestraft mef een
boete. De chirurgijn zelf doet
samen met de stadsdoctor lijk
schouwingen op verongelukte per
sonen. Verder wordt hij geraad
pleegd bij alle zaken die ook maar
iets met de geneeskunde te doen
hebben. Maar nu wil ik jou wat
vragen. Jij reist zo vaak door het
verleden, hé. En dat verleden van
jóu is het heden en de tóekomst
voor mij. Kunt gij mij vertellen,
wat de toekomst voor ons gilde
is? Ik was gbarne bereid die vraag
voor hem te beantwoorden. „Rond
1794 zal Uw gilde door de Fransen
opgeheven worden. Doch dat geldt
niet alleen voor het chirurgijnsgilde
maar voor alle gilden. Maar troost
U met de gedachte dat het beroep
van chirurgijn toch nog een gerui
me tijd blijft bestaan. Zo wordt er
in 1815 alhier ter stede een keur
gemaakt betreffende de beoefening
der genees-, heel- en vroedkundige
wetenschappen. In deze keur wor
den genoemd de beroepen van: de
Medicinae Doctor, die altijd ver
plicht was zijn recepten in duide
lijk latijn neer te schrijvende
chirurgijn of zijn winkeldoende
weduwe; de apothecar; de vroed-
meester; de vroedvrouw; de tand
meester en later nog, de drogist.
In genoemde ordonnantie wordt
eveneens gesproken over de zgn.
horoscooptrekkers, kasjeslopers,
kwakzalvers en piskijkers. Deze
lieden mogen dan hun praktijken
niet meer uitoefenen. Althans, wat
Schiedam betreft. Voor zover is na
te gaan werd de laatste stadschirur
gijn alhier benoemd in 1855, in
welk jaar ook de laatste keur
verschijnt, waarin zijn werkzaam
heden worden vermeld". De Heer
chirurgijn keek mij ongelovig aan.
Het ging er bij hem niet in, dat zijn
gilde en beroep ééns van de wereld
verdwenen zouden zijn. En dat
stemde hem ietwat droevig. Liever
had hij niets over de toekomst
geweten. Plots stond hij op en liep
naar de boekenkast, die schuin
tegenover mij stond. Uit deze kast
haalde hij 2 langwerpige boekjeEj
die hij aan mij gaf. „Kijk hier maar
even in, Aad Jacob. Dit zijn de jj|
rekeningboeken van ons gilde.
Misschien kunt ge er nog wat
uithalen voor je artikel". Ik blader
de de boekjes belangstellend door
en maakte aantekeningen. Zo las
ik, dat het gilde met ingang van 1
augustus 1743 een kamer in de
Doelen huurde, waar de bezittin
gen van het gilde werden opgesla
gen.
Ook las ik, dat het gilde in-die tijd
twee „parijkmakers of scheerders"
had. Verder waren in beide deeltjes
inventarissen gemaakt van het
instrpmeptaria, toebehorende aan
het gilde. In deze lijsten komen
o.m. voor: een boor mit kroonen
en manneties, fragmentzaagies,
keeltangen, 2 kiezentrekkers, 1
mondschroef, 2 buikmessgn,- 4
beijtels en catheters van zilver". Na
dit alles ingezien te hebben zei ik
tot de chirurgijn en zijn vrouw, die
net was binnengekomen, dat ik
maar weer eens moest stappen
want in het jaar 1972 stond de
tafel gedekt en werd gewacht op
mijn thuiskomst. Zij begrepen het.
Ik dankte hem voor zijn uitleg, gaf
beide een hand en vertrok naar
1972, nog even achterom kijkend
naar het 18e-eeuwse Schiedam,
waar ik toch wel weer spoedig zou
terugkeren...
AAD VAN DER TANG
Advertentie I.M.
Ultima (het einde) heet deze nieu
we pruik en dat betekent ook
werkelijk het einde
Een van de vele voordelen zijn:
Dat hij nite meer op stretchbasis is
gemaakt waardoor hij dus minder
warm is en na verloop van tijd
niet meer uit kan rekken. Ook het
gevoel van een muts op je hoofd
is weg. Een ander probleem n.l.
het opkruipen van de pruik is op
gelost door uitsluitend in de band
stukjes elastiek te verwerken.
Doordat de trenzen niet meer vol
ledig op de basis zijn gestikt maar
op de smalle strookjes tule is het
kanekalon (de haren dus) beter in
een natuurlijke valling te borste
len of te kammen.
Terwijl door de open trenzen even
tueel eigen haar kan worden mee
getrokken, waardoo.r een natuur
lijk effect in de kleur verhoogd
wordt.
De hoofdhuid kan vrij ademen en
de transpiratie behoort derhalve
tot het verleden.
Ziehier de
mogelijkheid
de pruik terug
te brengen op
de plaats waar
hij hoort, op
het hoofd en
niet in de kast
Gezien bij:
Haar Import
Schiedam
Broersveld 169,
Schiedam.
De politie in Schiedam heeft aange
kondigd dat een verscherpte actie
zal worden gevoerd tegen de fietsers
die op het Stationsplein hun fiets
neerzetten buiten de aanwezige
beugels. Met de bekende borden is
sinds jaren aangegeven dat dit
verboden is, doch het verbod wordt
veelvuldig overtreden. Ook tegen de
afscheiding tussen het lage en het
hoge deel van het Stationsplein
mogen geen fietsen worden ge
plaatst. De politie stelt in het
vooruitzicht dat alle buiten de
beugels geplaatste fietsen zullen
worden afgevoerd.
De aanleiding tot deze actie is dat in
de rij fietsbeugels op het trottoir
/voor de woningen aan de oostzijde
van het Stationsplein een wijziging is
aangebracht. De bewoners hebben
geklaagd dat zij door de rij fietsen
op het trottoir, al dan niet in de
beugels, ernstig worden gehinderd in
de vrije toegang tot hun woning.
Daarom zijn er nu tussen de beugels
„paden" doch die mogen dan niet
opgevuld worden door slordige fiet
sers.
freek de jonge en bram Vermeulen zijn zonder hoofdletters in
Schiedam geweest. Twee heel rare knullen, die „Show-bis" in hun
vingertoppen hebben, in hun hele lijf, in hun uitzonderlijk spitse
hersens. Je zou het „cabaret" kunnen noemen, maar heel apart, met
niets anders op dit gebied te vergelijken, gewoon gek.
Zij kennen geen taboes, geen heilige huisjes, geen „engagement". Ze
zitten het publiek de hele avond te „belazeren", maar zo razend knap
dat je blijft gieren.
De woordspelingen, de vondsten, de comedies rollen er als knikkers
uit.
Je moet erbij geweest zijn, er over navertellen heeft geen zin. Over de
man die altijd „een dubbele wisky" bestelde en meteen wilde ruilen...
ik snapte de grap pas de andere ochtend toen ik aan postzegels sparen
dacht: „de dubbelen zijn daar ook om te ruilen. Zulke dingen in een
enorm tempo.
„De indianen hadden al zo dikwijls verloren, ze waren echt aan winne
toe
„De eerste prijs was een kanarie gele DAFj de tweede, een porselijne
eetservies in vier en twintig delen, is gevallen... dus kon niet meer
uitgereikt worden
Een helemaal volle aula in hei museum heeft er over zitten gniffelen.
Cultura en De Vrienden van het Museum hadden dit samen
georganiseerd. Tientallen lieden moesten teleurgesteld worden omdat
er niet meer plaats was... Hadden we nou dat Passage-theater maar
verbouwd tot vierhonderd stoelen'
Brave lieden, dit soort happenings moeten we méér hebben. Dat het
kan is bewezen, gelukkig!
freek en bram... ze nemen geen blad voor hun mond, het is „recht
voor zijn raap", maar niet „opzettelijk" zoals bij Paul van Vliet. Ze
zijn anders, helemaal zich-zelf. ENORM.
Dank u wel, meneer Morel, dat u mij op het laatste nippertje nog
binnen hielp
SEBASTIAAN
Vrijdag 3 maart a.s. zullen we
wederom de Wereldgebedsdag vie
ren. Op die éne dag bidden mil
joenen mensen in meer dan 150
landen, elk in hun eigen taal,
dezelfde gebeden. Vele vrouwen,
zowel Protestant als Katholiek, met
grote belangstelling voor de oecume
nische beweging, hebben bijdragen
geleverd voor de liturgie van de
gebedsdienst.
Door de vrouwen uit de emigratie-
landen wordt aandacht gevraagd
voor de situatie waarin hun land
genoten in voor hen vreemde landen
komen te wonen, terwijl vrouwen
van de ontvangende landen zich
hebben verdiept in de problemen
van de migranten.
De kloof tussen de generaties wordt
vooral naar voren gebracht door de
vrouwen uit de Oost-Europese lan
den.
Een ander onderwerp waar de
samenstelsters van de liturgie hun
gedachten over hebben laten gaan,
was de vraag, die tegenwoordig alom
leeft: „Hoe kan het christelijk
geloof levend blijven?
Dit jaar zal de gebedsdienst worden
gehouden in de kerk van de
Nederlandse Protestantenbond,
Westvest 92, op vrijdag 3 maart a.s.
om 20.00 uur.
In Kethel-Groenoord zal er eveneens
op vrijdag 3 maart a.s. een gebeds
dienst worden gehouden en wel in
de Dorpskerk om 20.00 uur.