sm: m< in *1 iM iU fecj £ia mb* rm m WT"7B HOE EEN EEUWENOUDE KERK NOG VERRIJKT KON WORDEN WS'J •J9WT r2$J 22 ilmv *VL«? ;$$h% OEH De 25 glazen van Joep Nicolas of... Vt** j hpiüb *4*;vf8 g?* iF>i j ss&aén -'I &j& 7/4*18 %y-f* ?**2e*f* ?!viv4 BEZIENSWAARDIG- DELFTS OUDE KERK HEEFT ER EEN BELANGRIJKE HEID BIJ GEKREGEN -Tv?"* rS^^S A jjLf&JSl r^rt* ?*4«i té?®'**. I ifl' i VI 4<§H» /<"1\ H v43SV yi éi/rfi h mïtsaywj* 3 I 'deficit I Tii W8W- «ifü .««5 Ls Noem het zijn levenswerk of, voor wie de galgenhumor kan .-opbrengen, een mausoleum dat hij voor zichzelf oprichtte. Feit is dat de aanwezigheid van prinses Beatrix extra glans verleende aan „zijn glazen". Met als even stralend middel punt de befaamde Tegelense glazenier Joep Nicolas zelf, die in zijn 75-ste levensjaar nog de voltooiing mocht meemaken van wat inderdaad zijn meest monumentale werkstuk mag worden genoemd. 1955 DELFESTA HINT KLEURDRUKKEN? r»- «5^ few V'ö-ïJJ IIMBI Vk lï 1 47. ti W ftStaWSfl Met opgeheven vinger (waaruit een stukje vuurwerk schijnt op te bloeien, maar flitsende foto grafen rechts schijnen eerder debet aan dit effekt) geeft glazenier Joep Nicolas uitleg over het 25ste „Nicolasraam" in Delfts Oude Kerk aan prinses Beatrix, hier geflankeerd door Delfts burgemeester mr. J. M. Ravesloot. Het is al weer lang en breed achter de rug, de overdracht van het 25ste gebrandschilderde Nicolasraam in Delfts Oude Kerk, maar waar die donderdagmiddag net buiten het bereik van onze persen lag toch nog waard om er even op terug te zien. Al was het alleen maar om te memoreren hoe een niet van op geven wetende glazenier tijdens deze plechtige overdrachtsbijeenkomst een belangrijke periode in zijn artistiek zo rijke leven afsloot. Waarbij het hem, de Limburger van katholieke huize, goed gedaan moet hebben op dit monumentale gods huis met z'n protestantse signatuur zijn artistieke stempel te hebben mogen drukken. En waarbij de aanwezigheid van Prijses Beatrix extra glans verleende aan ,,zijn glazenen dan natuurlijk in het bijzonder aan dit laatste Nicolas raam in het hoofdkoor van de kerk, die zijn roem tot nu toe voornam elijk putte uit de praalgraven van een Tromp en een Piet Heyn. Meer dan een praalgraf vermag heeft Joep Nicolas hier via zijn vijfentwintig glazen een levend monument voor zichzelf als groot glazenier opge- rich t. Het licht van de publiciteit (de foto bovenin toont het in al z'n felheid) viel deze middag echter op het 25 ste Elia-raam, de profeet van het Woord, hier in 65 panelen op 30 vierkante meters gebrandschilderd verwoord. In dit enige nog zolang blank gebleven raam waarvoor lange tijd het benodigde geld - vijftig duizend gulden maar niet bijeen gebracht leek te kunnen worden. Waarbij moet worden aangetekend dat al in 1955 de toen in Amerika werkzame Nicolas de opdracht kreeg van de Hervormde gemeente te Delft om de tot dan nog blanke ramen in de Oude Kerk aan het Heilige Geest Ir. Pannevis die hier namens Delfesta het kleurige Jesaja-raam mondeling overdraagt aan de kerkvoogden van de Delftse hervormde gemeente ten overstaan van de vele genodigden. Kerkhof van bijbelse voorstellingen in glas en lood te voorzien. Vier jaar later zou Joep Nicolas zijn tweede moederland definitief de rug toekeren waar hij tientallen jaren werkte, om in Delft al zijn artistiek ambachtelijke kunnen volledig te richten op het absolute hoogtepunt in zijn toch al zo beeldende loopbaan. Aan de Stichting Delfesta de eer zich zo succesvol en niet aflatend te hebben beijverd de middelen voor dit laatste nog maagdelijke raam, door de kunstenaar uit Tegelen nog in te vullen, bijeen te brengen. Een schenking van de Amerikaanse ambassadeur J. William Middendorp (drager van een puur Nederlandse naam) vorig jaar bij een bezoek aan Delft gedaan, maakte de financiering tenslotte rond. Waarmee dit Jesaja- raam op drie schenkers kon bogen. Want ook baronesse Bentinck van Schoonheeten en Delfesta als initia tiefneemster participeerden. Bij dit alles mag de bemiddelende invloed van oud-Prinsenhofdirecteur drs. Daniël Bolten zeker niet worden vergeten. Enfin, vrijwel alle 25 Nicolasglazen in de Oude Kerk zijn er gekomen dank zij schenkingen van kapitaal krachtige namen. En de kerkvoog den van de Delftse Hervormde Gemeente zijn er geenszins rouwig om. Want 25 blanke glazen blijven zonder financiële handreiking zo doorzichtig als glas. En een kathe draal van een gebouw als deze Oude Kerk kan een dergelijke gebrand schilderde beglazing gebruiken als geen ander. Hoe goed de Nicolasramen het anno 1972 doen typeerde burgemeester Ravesloot heel plastisch ter plekke De (helemaal in het groen gestoken) prinses Beatrix met links van haar Joep Nicolas en staatssecretaris Vonhoff en rechts burgemeester Ravesloot en Delfesta's voorzitter ir. Pannevis. door het volgende: Onlangs vroeg iemand mij uit welke eeuw deze ramen zijn" De aanwezigheid deze middag van staatssecretaris Vonhoff (CRM) inspireerde Delfts burgemeester ook nog even door er op te wijzen dat Delft nog pakweg 900 monumenten bezit voor welks behoud veel maar toch nog niet genoeg is gedaan. Gezien tegen het licht van de subsidiestop van CRM tot 1976 op restauraties in de Delftse binnen stad, wellicht een ter zake dienende opmerking. Voorbijgaan willen we tenslotte ook niet aan de door de glazenier Nicolas deze middag uitgesproken vurige wens: van ,,zijn glazen kleurdruk- ken te maken, zodat ze in boekvorm onder veler ogen kunnen komen waardoor de belangstelling voor deze kunstvorm nog wat kan wor den aangewakkerd. Geen gek idee, al was het alleen maar om daarna met eigen ogen het licht door die 25 Nicolasramen, gebrandschilderd evangelie, full-color zoals zelfs uw Het „Jesaja-raam kleurentelevisie niet vermag te pro duceren, te zien vallen. Neen, Delft heeft er een indruk wekkende bezienswaardigheid bij en dat mocht op de valreep nog wel eens even worden gezegd en ge toond. De aanwezigheid van Prinses Beatrix heeft het belang van dit glazen monument nog eens onder streept. En Nicolas' levenswerk is er als om te bewijzen hoe anno 1972 een eeuwenoude kerk nog altijd kan worden verrijkt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1972 | | pagina 12