Enquete bejaarden-societeiten en het wenkend perspectief van nieuwe dienstencentrum groosman pa modieuze r4 positie- kleding GEÏNTEGREERD OPNAMEBELEID: Geen aanvragen uit voorzorg 90 KM VLOOG HIJ SNEL HET NIEUWE STADSBLAD - PAG, 18 - WOENSDAG 21 JUNI 1972 £\vr Ikiut K OAOcH-,OW - 9i DAS - ÜMjfl2tU lè 5W liM T3H dienstencentrum DE SOCIËTEITEN BEZOEKFREKWENTIE VERWACHTING SCHIEDAM] BOEKJE VOL altijd f 5.- contant voor U ^IWimVr. MODEHUIS 'luim» QfCfc i lekten tctc< plo*n -r»§ es*enbtifös*>tt#i fl V De Stichting Raad voor het Bejaardenwerk te Schiedam heeft in april 1972 een enquête gehouden onder de leiding en de leden van de bejaardensociëteit in Schiedam met het doel inzicht te krijgen in de werkwijze van deze contactpunten; hun aktiviteiten, de behoeften, de wensen. Zeventien sociëteiten zijn benaderd die tezamen (volgens opgave van de leiding) 897 leden hebben. Twee (pakketten van) formulieren zijn uitgezet. Een voor de leiding van de sociëteiten, waarvan honderd procent is geretourneerd; de ander aan de leden, waarvan 662 of 83,06 pet. is geretourneerd. De resultaten van de enquête zijn verwerkt in een rapport, waaruit de volgende gegevens zijn verkregen. Naar de levensbeschouwelijke rich ting zijn de sociëteiten alsvolgt te verdelen: Aard: algemeen: 3. Rooms-Katholiek: 8. Ned. Hervormd: 3. Gereformeerd: 3. Aantal leden (volgens enquête): 112 is 16,9 pet. 312 is 47,1 pet. 115 is 17,39 pet. 123 is 18,61 pet. Volgens opgave leiding: 155 is 17,3 pet. 376 is 41,9 pet. 210 is 23,41 pet. 156 is 17,39 pet. Bij projectering van deze aantallen op de levensbeschouwelijke verde ling van het totaal aantal inwoners van Schiedam, komt het rapport tot de conclusie dat de gereformeerden het actiefste bejaardenbeleid voeren, direct gevolgd door de rooms-katho- lieken. De hervormden en de groep algemeen blijven in dit beeld daarbij ten achter. Voegt men bij dit aantal van 897 sociëteitsleden (opgave leiding) nog de 1.150 personen die in de bejaardentehuizen verblijven (als jhen aanneemt dat deze i.v.m. interne aktiviteiten de sociëteiten niet bezoeken), dan neemt het rapport aan dat 2.025 bejaarden een of andere vorm van opvang genieten, wat inhoudt dat rond 80 pet. van de bejaarden deze binding dan niet heeft. „Dit betekent dat er een grote taak voor de Raad van het Bejaardenwerk en het Dienstencentrum is wegge legd voor de naaste toekomst", aldus het rapport. Analyse antwoorden leiding Op de vraag naar de aktiviteiten en "^e graad van beoefening kwam 67 antwoorden binnen. De meest voor komende zijn: kaartspel 17, biljar ten 11, gezelschapsspelen 10, zang 8, gymnastiek 5 en verder lezingen 4, cursussen 3, discussiemiddagen 3, handwerken 2, leesbibliotheek, ke gelen, bingo en handenarbeid elk 1 Conclusie rapport: het aktiviteiten- pakket is over het algemeen zeer beperkt; enkele sociëteiten bedrijven 1 a 2 aktiviteiten; 16 van de 17 sociëteiten organiseren een uitgaans dag; slechts 5 organiseren een vakantieweek (of enkele aanslui tende dagen). Het aantal leden dat de sociëteit bezoekt loopt sterk uiteen. Het hoogst opgegeven aantal is 103, het laagste 16; gemiddeld is dat 52 per sociëteit. Conclusie rapport: mogelijk is te overwegen enkele sociëteiten binnen een zelfde wijk te combineren of te doen opgaan in een groter geheel. Hierbij is van belang de levensbe schouwing niet te sterk te laten prevaleren. Het aantal malen dat de sociëteiten per week geopend zijn, loopt ook sterk uiteen. Van 5 middagen per week tot één middag per 14 dagen. Slechts twee houden sociëteit op vrijdagmiddag. Conclusie rapport: Hier zou door onderlinge samen werking betere oplossingen ge vonden kunnen worden. De punten waar naar de mening van de leiding meer aandacht aan be steed moet worden, zijn per socië teit zeer verschillend: 5 sociëteiten geven op dit punt geen mening, aan de overige opmerking kan aandacht worden besteed. Conclusie rapport: mogelijk kan een aantal via het dienstencentrum ge realiseerd worden. Op de vraag wat van het Diensten centrum verwacht wordt, wordt eveneens door 5 geen mening gegeven. Uit de overige antwoorden komt naar voren, dat er behoefte is aan informatie en aan overkoepe lende aktiviteiten. Op de vraag op welke wijze het Dienstencentrum het werk van de sociëteiten kan steunen, neemt het merendeel n.l. 9 van de geënquêt- teerden een afwachtende houding aan. Uit de overige antwoorden is geen conclusie te trekken. Op de vraag naar wensen had de leiding van 9 sociëteiten geen mening, de overige brachten 12 wensen c.q. opmerkingen naar vo ren. Daarvan werden 7 éénmaal genoemd, 3 wensten meer voorlich ting over het bejaardenwerk aan de leiding, 2 wilden vervoer van en naar de sociëteit. Analyse antwoorden sociëteits leden: Op de vraag naar de belangrijkste redenen om naar de sociëteit te gaan. kwamen 799 reacties van leden binnen, onderverdeeld in 10 rubrieken. De belangrijkste zijn: tijdpassering, ontspanning, gezellig heid 64,3 pet.; kaartspelen 11,3 pet.; contact leeftijdgenoten, ont vluchten van eenzaamheid 10,2 pet. en geen mening 3,1 pet. De andere redenen blijven daar ver bij achter. Op de vraag welke aktiviteiten in de sociëteit dienen plaats te vinden kwamen 1.147 reacties binnen, verdeeld in 14 categorieën. Dit zijn kaartspelen 24,9 pet., geen mening 15,3 pet., gezelschapsspelen 11,9 pet., biljarten 9,8 pet., sjoelen 9,8 pet., zingen 8,8 pet., gymnastiek 6,7 pet., dammen en schaken 5,3 pet. Verder: communiseren, film/dia vertoning, feesten, cursussen/le zingen, het Woord Gods. Geihformeerd is naar het uitgaan. Van de 662 geënquêtteerden gaat 21,2 pet. wel eens naar een toneel voorstelling, 24,0 pet. naar de bioscoop, 22,5 pet. naar een mu seum en 24,5 pet. naar een voetbal wedstrijd. Van de totaal 2.648 antwoorden werden er 683 met ja" beantwoord of olm. 25 net. Uit de vraag is overigens met naar voren gekomen of de aktiviteiten ook gewenst worden. Conslusie rapport: het geringe aantal positief reagerenden geeft te denken. Moge lijk kunnen stimulerende maatre gelen worden genomen. Het rapport noemt: de bestaande uitgaansmoge lijkheden toegankelijk maken voor de bejaarden, bijv. een gereduceerd tarief; vervoersmogelijkheden ver groten; speciale aktiviteiten voor de bejaarden organiseren. Op de vraag naar de bereidheid om met leden van andere sociëteiten gezamenlijk op vakantie te gaan, wordt door 64,6 pet. positief gereageerd en door 35,4 pet. nega tief. 70,1 pet. van de bejaarden gaat elk jaar zelf op vakantie, 29,9 pet. niet elk jaar (waarom niet, is niet duidelijk geworden). Geihformeerd is naar de verwach tingen inzake het Dienstencentrum. 50,1 pet. had geen mening, 31,6 pet. had goede verwachtingen, 9,3 pet. verwacht gezelligheid en 9 pet. wacht af. Conclusie rapport: het doel van het in aanbouw zijnde Dienstencentrum is onvoldoende be kend bij de geënquêtteerden; meer bekendheid is gewenst, bijv. via een informatiefolder onder de bejaar den. Gevraagd is of men het Diensten centrum met het openbaar vervoer bereiken kan. 53,3 pet. antwoordt bevestigend. Merkwaardig is dat het grootste deel van de ,,neen"-zeggers in Nieuwland woont! Op de vraag „Bemerkt u wel eens iets van de Raad voor het Bejaarden werk", reageert 78,6 pet. negatief en 21,4 pet. positief. Conclusie rap port: Ook hier zou het wenselijk zijn meer voorlichting over de werkzaamheden van de Raad te geven. Vragen tav. het bejaardenbeleid leverden 684 reacties op, onder verdeeld in 14 rubrieken. Twee antwoorden springen er duidelijk uit: geen mening met 42,8 pet. en een bejaardenpas voor vervoer en andere aktiviteiten met 33,1 pet. Andere reacties: tevreden met hui dige beleid 9,8 pet., bijstand van een sociale raadsman 4,6 pet., aandacht voor alleenwonenden 2,1 pet., hulp in de huishouding 1,1 pet., bredere informatie 0,9 pet., telefoonaanslui ting aan huis 0,6 pet., hulp bij huishoudelijke karweitjes 0,6 pet., betere accommodatie sociëteiten 0,6 pet. Voor inspraak in het beleid, een bejaardenbibliotheek en autovervoer voor gehandicapten kwam telkens maar één reactie binnen. Conclusie rapport: de belangstelling voor de bejaardenpas o.a. hangt vermoedelijk samen met de in Rotterdam aan de bejaarden ver strekte pas voor reduktie op het openbaar vervoer. Duidelijk proeft men hier, dat men zich als groep in Schiedam (waar de R.E.T. eveneens het openbaar vervoer verzorgt) te kort gedaan voelt. ■zegels geven veel meer VRAAG ZE SPAAR ZE voor volgende attracties en 5 BROERSV EST bC HI ED A M TEL zo 74 I Anders dan de bedoeling was blijkt dat publikaties over een veranderde procedure voor de opname van bejaarden in Schiedamse verzor gingstehuizen enige onrust heeft teweeg gebracht. Sommigen denken dat het nodig is zich opnieuw te melden als kandi daten bij de verzorgingstehuizen, anderen haasten zich om zich nu voor het eerst op te geven. Met nadruk moet erop gewezen worden, dat noch het een noch het ander noodzakelijk is. De bedoe lingen van het nieuwe opnamebeleid zijn te bereiken dat bejaarden, die in aanmerking komen voor een ver zorgingstehuis, wanneer de nood zaak aanwezig is, binnen een rede lijke termijn worden opgenomen. Om de noodzaak vast te stellen worden zij thuis bezocht door deskundigen, te weten wijkverpleeg sters, maatschappelijk werksters en leidsters bejaardenzorg. Aan de hand van deze bezoeken en de resultaten van een uitgewerkt vragenformulier wordt aan de te huizen geadviseerd over de wense lijkheid van opname. De bejaarden zelf krijgen via de tehuizin hierover bericht. Het is persé niet de bedoeling dat men zich uit voorzorg reeds voor een plaatsje laat noteren; dit heeft in de nieuwe opzet geen zin meer. De P.V. Schiedam vloog met 200 duiven een wedstrijdvlucht vanuit Survilliers 340 km. Gelost om 5 uur 40 bereikte de eerste duif om 10 uur zijn hok. Snelheid 90 km. per uur. Uitslag: M. Potter 1,11, 14, 21 A. Suttorp 2, 12, 22, 24 Th. Stieber 3 Jan Doejaaren 4, 6, 7, 8, 20 J. Mieloo 9 Jack Doejaaren 10, 17, 23 C. Verhaeren 5, 25 Krijgsman/Lange 13 J. Westerholt 15, 16 Middendorp en zn. 19 Laatste duif 10.22.00

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Nieuwe Stadsblad | 1972 | | pagina 18