Bodem verbergt nog
duizenden tonnen
OORLOGSEXPLOSIEVEN
Nederland
leeft op een
kruitvat
r
HIVOS micro-proiecten
Uw gift leeft
dóórfdóorfdóor.
Een klein bericht in een krant:
spelende kinderen vinden een
granaat en weten nog maar net
aan de dood te ontsnappen
doordat zij tijdig gewaar
schuwd worden. Een dikke
kwart eeuw na de oorlog
1 vragen zulke berichten nog
steeds de aandacht van de
lezer. En elk jaar opnieuw eist
lang vergeten oorlogstuig wéér
doden en gewonden. Want dat
ene bericht is er maar een van
de vele. En die gebeurtenissen,
die de krant halen, geven nog
maar een zeer beperkt beeld
van het werkelijk gevaar van
oorlogsmunitie, dat nog immer
in vaderlandse bodem ver
borgen ligt.
Bij de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) in Culemborg, de dienst, waar de opruiming van
munitie en explosieven landelijk wordt gecoördineerd, stelt men op grond van statistieken zelfs,
dat dit gevaar elk jaar groter wordt. Want sinds het begin van'de jaren zestig neemt het aantal
meldingen jaarlijks met ruim honderd toe. Vorig jaar kwam het totaal daardoor op bijna 3000 en
dit jaar zal de 3000 zelfs royaal overschreden worden.
En wat zo'n 3000 meldingen betekenen, leren de vondsten van vorig jaar toen niet minder dan
7300 geschutsgranaten, 450 raketten, 1450 mortiergranaten, 115 bommen, 143 landmijnen en
1200 hand- en geweergranaten werden opgegraven.
HET NIEUWE STADSBLAD - PAG 20 - WOENSDAG 30 AUGUSTUS 1972
v r?< r> IA JAftèHlQ V
WUSIVi Til-;
Voeg daarbij het Duitse aandeel, dan
kom je haast op het dubbele, ofwel
op zo'n kleine 800.000 ton. Na
tuurlijk is ook daarvan al een hoop
opgeruimd, maar een groot deel
ervan werd tot nu toe nooit
gevonden. En dat betekent, dat de
bodem van het kruitvat, waarop wij
leven, voorlopig nog niet in zicht is.
We zitten nog steeds op tonnen
explosieven".
Zend mij inlichtingen over üw steun aan
Naam -
Adres
Plaats
In envelop zonder postzegel zenderv
aan HIVOS (Humanistisch Instituut voor
Ontwikkelings-Samenwerking),
Antwoordnummer 900 - Den Haag
Een respectabele hoeveelheid, vindt
ook het hoofd van de Culemborgse
dienst, luitenant-kolonel E. A. de
Groot. Maar niet verrassend.
„Als je ziet hoeveel er vooral de
laatste tien jaar wordt gebouwd,
hoeveel nieuwe wegen er worden
aangelegd, dan ligt het voor de hand,
dat er bij dat graafwerk ook veel
oorlogsspul naar boven komt. En
dan spreek ik nog niet eens over de
graafactiviteiten van de Gasunie, die
*oor de aanleg van' gasleidingen
honderden kilometers land heeft
moeten omwoelen".
HONDERDEN
Voor de dienst betekent dit, dat dag
en nacht continu mcfet worden
gewerkt en dat de meesten van de
45 monteurs regelmatig zesdaagse
werkweken maken. „We kunnen de
drukte bijna niet meer aan, eigenlijk
zouden we meer mensen nodig
hebben om het karwei te klaren",
zegt EOD-chef De Groot. „Vooral in
de gebieden, waar in de oorlog hard
is gevochten, zijn we bijna dagelijks
bezig. Vooral in het zuiden, in
Limburg en Oost-Brabant. Ook in
het gebied rond Arnhem en in
Zeeuw-Vlaanderen. Maar evenzeer in
de streek rond Velzen. We halen het
spul er gewoon met karrevrachten
vandaan. Als je al die vondsten met
spelden op de kaart gaat registreren,
zie je er precies de opmarsroute van
de geallieerden in".
Van wat er in die gebieden wordt
gpvonden, heeft volgens overste De
Groot, het publiek geen flauw idee.
„De totalen zijn veel groter dan het
aantal meldingen zou doen ver
moeden. Want bij de meeste mel
dingen gaat het nooit om maar één
stuk munitie. Soms komen er na
onderzoek ineens honderden gra
naten naar boven, zoals een paar jaar
terug in het zwembad bij Tienaar-
loo. Duikende zwemmers hadden op
de bodem toen een paar granaten
gevonden en direct de politie ge
waarschuwd. Toen wij kwamen
kijken, haalden we meer dan 400
granaten, waaronder nog zeer ge
vaarlijke fosforgranaten naar boven.
En zo zijn er veel meer voorbeelden.
Zeer recent nog moesten we naar
Groningen, waar men bij graafwerk
op oorlogstuig was gestoten. Na een
paar weken werken hadden we 77
granaten en twee magnesium-
Oom men opgegraven. Bij een ander
geval in Roermond, troffen we zelfs
vier 500 kg-bommen en een bom
van 250 kg. aan. We zouden een hele
waslijst van zulke gevallen kunnen
produceren
BLINDGANGERS
Volgens overste De Groot wijst de
omvang van de vondsten erop, dat
Nederland voorlopig nog niet gezui
verd zal zijn van oorlogstuig. „Vlak
na de oorlog werd nog gedacht, dat
het karwei wel binnen een paar jaar
geklaard zou zijn, maar de praktijk
liet al gauw zien, dat met die
voorspelling de plank volledig mis
geslagen was. Zo zelfs dat we nu
geen verstandig woord meer kunnen
zeggen over het mQment, waarop we
alles naar boven zullen hebben
gehaald. Dat kan tien jaar duren,
maar ook veel langer. We weten het
gewoon niet".
Het grootste deel van die vondsten
betreft zgn. blindgangers, munitie
die wel is afgeschoten of in werking
is gesteld, maar nooit is geëxploi
teerd. „Dat spul is", zegt overste De
Groot, Juist het gevaarlijkste omdat
je niet weet hoelang het ontstekings
mechanisme heeft gewerkt. Dat
betekent, dat één kleine schok
voldoende kan zijn om de boel in de
lucht te doen vliegen. Bij munitie,
die nooit is gebruikt en nog volledig
intact is, is dat gevaar veel kleiner.
Met .een nooit gebruikte bom,
waarvan de ontsteking nooit in gang
is gezet, kan je bij wijze van spreken
het hele land doorrijden zonder dat
je bang voor een explosie hoeft te
zijn. Die blindgangers zijn veel
gevaarlijker".
ZORGELOOS
Daarom zegt overste De Groot zich
nog steeds hogelijk te verbazen over
de zorgeloosheid, waarmee leken
vaak omspringen met gevonden
projektielen. „Een mooi voorbeeld
daarvan hadden we een paar jaar
terug nog in Zeeland. In Zeeuws-
Vlaanderen had iemand een zeemijn
gevonden. Omdat hij niet wist wat
hij er mee aan moest bracht hij het
ding naar een sloper, die er meteen
lustig op los begon te timmeren. De
man had er geen flauw idee van, dat
er nog explosieven inzaten. Toen de
zaak begon te sissen nam hij ijlings
de benen, maar hij kon niet
voorkomen, dat de mijn de lucht
inging en een schade van -2 miljoen
gulden veroorzaakte. Toen dat was
gebeurd, hebben we verder in
Zeeland eens onderzocht of er nog
meer van zulke mijnen waren. Dat
bleek zo te zijn: bij verscheidene
buitenhuisjes .had men de dingen,
fraai wit geverfd, gewoon als deco
ratie naast het tuinhek staan. Een
levensgevaarlijke toestand, want
toen we het spul onderzochten,
bleken er vier- nog volledig intact te
zijn. De mensen hadden jarenlang als
het ware op een kruitvat geleefd''.
GEWONDEN
Dat zulke zorgeloosheid niet altijd
goed afloopt,, illustreert overste De
Groot met het vorig jaar in Zeeuws-
Vlaanderen gebeurde. Daar raaktep
toen tien kinderen gewond bij het
spelen met een granaat, die plot
seling explodeerde. „Nu kan je
kinderen dat natuurlijk niet kwalijk
nemen. Die weten niet beter en
beschouwen zo'n ding als een stuk
speelgoed. Maar van volwassenen
verwacht je toch meer verstand.
Daarom kunnen we er "met genoeg
op aandringen, dat iemand, die
oorlogstuig vindt, daarvan direct
aangifte doet bij de politie en er niet
met zijn handen aankomt. Met oud
Een klein deel van het oorlogs
tuig, dat nog steeds dagelijks uit
de Nederlandse bodem wordt
gehaald.
oorlogstuig loop je altijd de kans op
een onverwachte explosie, zelfs als
het ding er erg onschuldig en
verroest uitziet. Je weet nooit in
hoeverre het mechanisme nog intact
is".
TONNEN
De Groot vindt die waarschuwing
ook daarom van belang omdat het
kruitvat in de Nederlandse bodem
nog lang niet lijkt uitgeput. Cijfers
lijken hem daarin gelijk te geven.
„In de laatste oorlog is ongeveer 8
miljoen ton aan munitie door de
geallieerden naar het continent ge
bracht. Ongeveer de helft daarvan is
nooit gebruikt en kon dus na de
oorlog gemakkelijk worden op
geruimd. Die andere helft werd wel
verschoten. En als je er nu van
uitgaat, dat ongeveer tien procent
daarvanuit blindgangers bestond,
dan betekent dit, dat er in Europa
nog ongeveer 400.000 ton van dit
spul moet liggen.
Luitenant-kolonel E. A. de Groot: „nog voor tonnen munitie in de
grond".
Veel mensen in
ontwikkelingslanden willen
zelf hun levensomstandig
heden verbeteren.
Hun plannen stuiten af op
geldgebrek. Dat geld willen zij
lenen, maar banken lenen niet
aan arme mensen. HIVOS
heeft geld nodig om. hierin te
voorzien via plaatselijke
organisaties in die landen.
Anders dan bij een gift blijft
dit geleende geld steeds
weer anderen
ten go'ede komen. In een
aantal landen werkt dit
systeem al met sukses.
Vul de bon in voor infor
matie of stort een bedrag op
giro 716000
t.n v HIVOS, Den Haag
«ff