Bluesmaker John Mayall
jubileert met dubbel lp.
PETER HOFMAN
lijst
gouden platen in
jfor h> O'
„Hard werken
is het
vaak wel"
en „Moving on" zijn daar goede
voorbeelden van.
De bezetting ziet er op dit mo
ment zo uit: Mayall zelf met har
monica, electrische piano en gi
taar; Freddy Robinson gitaar; Blue
Mitchell, trompet en hoorn; Red
Holloway, tenor- en alt-saxofoon
en fluit; Victor Gaskin, bas; Keef
Hartley drum.
Ter ere van zijn jubileum maakt
Mayall op dit moment een toernee
door Amerika, die tot 16 december
zal duren. Over een Europees toer
nee is nog niets bekend, maar als
die komt zal het zeker pas volgend
jaar worden.
John Mayall. Niet meer weg te
denken uit de wereld van de blue-
en popmuziek. Twintig jaar musice
ren, waarvan tien jaar platen ma
ken, heeft hem onsterfelijk ge
maakt.
Het is tien jaar geleden dat de
eerste lp, de iive-lp „Klu-Klux"
door John Mayall and the Blu
esbreakers gemaakt werd. Ter gele
genheid van dit jubileum werd in
Amerika de dubbel-lp uitgebracht
„Ten Years On", die deze maand
ook in Nederland uitkomt.
Veertig jaar is de „High Priest
of the blues" en dat betekent dat
hij relatief laat- op zijn dertigste -
platen is gaan maken. „Ik heb
naar bluesmuziek geluisterd
sinds'46 of '47", zegt hij. „Ik
kocht al die oude 78-toerenplaten.
Dat was het enige wat je vlak na
de oorlog in Engeland kon kopen,
lp's waren er nog niet. Ik was nog
erg jong, maar knettergek van
boogie-woogie op de piano. Ik
kocht ook elke plaat die ik kon
vinden met „boogie" in de titel".
„Uit die tijd dateert mijn collec
tie bluesplaten. Toen ben ik ook
begonnen mezelf piano en gitaar
te leren spelen". Omstreeks dezelf
de tijd moest hij in dienst en werd
naar Korea uitgezonden. Tijdens
een verlof in Tokio kocht Mayall
voor 25 dollar z'n eerste elec
trische gitaar, waarop hij in het
legerkamp zat te spelen. Terug in
Manchester startte hij een studie
grafisch ontwerper. Hij speelde
toen wel met zijn bluescombo:
The Pouwerhouse Four. Maar de
enige speelmogelijkheid voor het
combo was op schoolfeesten. Blues
werd toen (nog) niet gewaardeerd.
Het pad werd rond '63 wat
geëffend door Alexis Korner's Blu
es Incorporated, die met zijn „nieu
we" blues de Londense clubs op
stelten zette. Meer aanmoediging
had Mayall niet nodig. Hij ging
naar Londen om daar te werken
in de reclame, 's Avonds werd er
gespeeld. In deze periode zijn de
historische Bluesbreakers ontstaan.
Het heeft een jaar geduurd voor
Mayall met zijn Bluesbreakers zich
full-time in de muziek stortte.
John Mayall is èèn van die won
derbaarlijke musici die zich vol
komen waar gemaakt hebben,
maar die geen noot kunnen lezen
of schrijven. Toch heeft hij 90 pet.
van de muziek van zijn twintig
LP's zelf gecomponeerd.
„Blues" is zuiver emotie", zegt
Mayall. „Ik gebruik de muziek om
uit te drukken wat ik voel en wat
er met me gebeurt".
Het is een eigenschap van hem
om de samenstelling van zijn blu
esbreakers doorlopend te verande
ren. Veel ex-Bluesbreakers eigen
lijk de meesten, hebben het later
in andere groepen ver geschopt.
Jack Bruce en Fric Clapton
vormde tweederde van The Cream,
Mayall's eerste basgitarist John
McVie vormde later met Mick
Fleetwood en Peter Green de origi
nele Fleetwood Mac en basgitarist
Andy Fraser ging naar de Free
Drummer Hughie Flint van Mc
Guinnes Flint is ook een oude
Bluesbreaker, evenals Aynsley Du-
bar, die naar Frank Zappa ging.
Ook John Hiseman (nu bij Colos
seum) en Colin Allan, nu bij Stone
the Crows, komen bij Mayall van
daan.
Zelfs Rolling Stone Mick Taylor
komt van Mayall.
Opzienbarend in de muziekwe
reld waren rond '69 Mayall's expe-
Platen van Mayall die nog in
Nederland verkrijgbaar zijn, op
het Polydor-label zijn: Moving On,
Memories, Jazz Blues Fusion, Su-
perstarshine Vol. II Room to Mo
ve, Back tot the Roots en Pop
History Vol. 14.
rimenten met een band zonder
drummer. Er zijn vier lp's van:
„The Turning Point" „USA Point"
Empty Rooms" en „Memories".
In hetzelfde jaar, 1969 is de
naam Bluesbreakers afgeschaft. De
groep is zeker niet opgeheven,
maar is verder gegaan, en bestaat
nog steeds onder de naam John
Mayall.
Latere platen zijn vooral liv-op-
names, waarbij andere beroemde
jazz- en bluesmusici te gast wer
den gevraagd. „Jazz Blues Fusion"
opdracht, de vormgeving van
dit prestatiegeschenk veranderd
heeft. Van de houten ronde
schijf, met fluweel bedekt en
daarop de plaat heeft Peter
Hofman er meer een „schilder
ij" van gemaakt. Een nieuwe
vorm die zo goed beviel dat hij
gehandhaafd is en ook door an
deren overgenomen is. Honder
den gouden en platina platen zijn
door zijn handen gegaan. De
lijst artiesten voor wie de pla
ten waren, is ook indrukwek
kend. Natuurlijk alle Neder
landse artiesten die de verplich
te 100.000 singles of 25.000 lp's
verkocht hebben, onder wie: Im-
ca Marina, Shocking Blue, Va
der Abraham, Golden Earring,
Corrie Brokken, Johnny Hoes,
Gerard Cox, Frans Halsema,
Boudewijn de Groot, Ramses
Shaffy, Wim'Sonneveld.
Maar ook de Stones hebben
dat, Arthur Rubinstein, Nana
Mouskouri, Mireille Mathieu, Di
ana Ross, Ray Charles, Simon
Garfunkel, André Previn, Leo
nard Bernstein, Shirley Bassy,
Frank Sinatra.
Naast de gouden platen lijst
Peter Hofman ook gouden tul
pen in. De gouden tulp is een
soort eerbetuiging aan mensen
die zich op een bepaalde ma
nier ingezet hebben voor de Ne
derlandse muziek. Deze tulp is
echt. Hij wordt versteend en
daarna verguld en in een lijst,
achter glas gezet.
De gouden plaat heeft in zijn
betrekkelijk korte bestaan een
enorme ontwikkeling doorge
maakt. In 1955 werd één van de
eerste gouden platen uitgereikt,
aan Maria Zamora voor haar
plaatje „Mama el baion". Dat
waren toen nog schellak platen
en als er 30.000 van verkocht
werden, was dat behoorlijk
veel. Nu, nog geen twintig jaar
later, krijgt John Woodhouse
een platina lp met 1.000.0C0
erop, ingelegd met diamantjes.
Voorlopig hoeft Peter Hofman
niet zonder werk te zitten. En
daar heeft hij ook nog geen zin
in. Hij wil niet zeggen hoe oud
hij nu is, maar hij gaat door
tot z'n dood, zegt hij. „Het is
m'n vak, hè, en 't is een mooi
vak. Je bouwt iets op. Telkens
weer ben ik nieuwsgierig naar
wat er uit komt".
Misschien denkt u wel dat
gouden platen uitgereikt wor
den bij elke muzikale gelegen
heid die zich voordoet. Dat is
gelukkig niet waar. Gelukkig,
omdat anders de waarde van
zo'n gouden plaat zeer dubieus
zou worden. Nee, een ingelijste
gouden of platina plaat is nog
steeds iets bijzonders. Boven
dien een stukje handwerk van
de eerste orde. Een stuk hand
vaardigheid van Peter Hofman,
lijstenmaker, encadreur en pas-
separtoutmaker en in die hoeda
nigheid ook „inlijster" van gou
den en platina platen.
Maaj* hoeveel artiesten die
een gouden plaat krijgen of hoe
veel mensen die de uitreiking
zien, zullen zich afvragen waar
die plaat, achter glas en in flu
weel gelegd, vandaan komt?
Peter Hofman: „Het gebeurt
wel eens dat ik bedankbrieven
krijg, maar dan is het vaak van
mensen die denken dat ze die
gouden plaat van mij gehad
hebben".
Al hebben ze die plaat niet
van Peter zelf, het inlijsten op
zichzelf is al een bedankje
waard. Het is een uitermate se
cuur karwei. De gouden plaat
komt bij Peter Hofman,
rechtstreeks van de vergulderij.
De plaat is namelijk niet hele
maal van goud, ze bestaat eigen
lijk uit de matrijs (de moeder
plaat) met een laagje goud
erop. Daar moet een lijst om
heen. Ten eerste moet er een
passepartout gemaakt worden,
een rechthoekig stuk karton
waarin de vorm van de plaat
en een naamplaatje uitgesneden
worden. Over de passepartout
wordt fluweel geplakt. Dat
moet heel voorzichtig gebeuren,
want het fluweel kan rimpelen
of er kunnen vlekken op ko
men en dan kan alles over. Als
het fluweel geplakt is ontstaat
er een „bed" waarin de gram
mofoonplaat en het naamkaart
je gelegd worden. Daarover
komt de glasplaat, dan komt de
mahonielijst er omheen en kan
het linnen over de achterkant
worden gespannen. En dan is
de zoveelste gouden plaat klaar
om uitgereikt te worden. Het
klinkt allemaal zo eenvoudig,
maar er is puur vakmanschap
voor nodig.
Peter Hofman: ,,'t Is een fami
lievak, hè, m'n vader deed het,
m'n grootvader, m'n ooms, m'n
broers. Het bedrijf stamt zeker
al uit 1883. Ik heb het vak van
mijn vader geleerd. Vroeger wa
ren we echt een groothandel,
mijn broer heeft ook nog een
zaak. Ik werk nu zo'n twintig
jaar voor mezelf en ik doe ook
al twintig jaar de gouden pla
ten, dus na zoveel jaar mag jë
wel wat kundigheid van ie
mand verwachten. Anders deug
je niet voor je werk".
Heel in het begin, als jongen,
wilde Peter Hofman eigenlijk
niet het vak in. Hij heeft het
eerst op een kantoor gepro
beerd, maar al vrij snel stond
hij toch bij vader in de zaak.
Vijftien jaar als vertegenwoordi
ger, daarna zelf als lijstenma
ker.
f
„Ik zelf beschouw het als een
uitstervend vlak, lijstenmaker",
zegt hij. „Er is geen vakoplei
ding, dus wat er aan lijstenma
kers is of komt, moet bij een
andere lijstenmaker in de leer
gaan. Alleen diegenen die uit
een lijstenmakersfamilie komen,
weten wat een lijst is, dus dat
beperkt de zaak nogal. En ik
heb geen leerling. Ik hoef niet
meer. Ik heb er twee gehad en
uiteindelijk gingen ze alle twee
iets anders doen. Ik heb een
zoon, maar die ziet er ook niets
in. Die heeft mij te hard zien
werken en die hoeft niet".
Hard werken is het vaak wel.
Daarom werkt Peter Hofman al
leen maar in opdracht. Hij
zegt: „Het meeste werk doe
ik 's avonds, dan werk ik tot
een uur of twee. Dan is het het
rustigst en rinkelt de telefoon
niet iedere keer. Vooral bij se
cure klussen moet je wel. Als
ik bijvoorbeeld fluweel opplak,
mag dat niet pletten, dus daar
heb je echt je aandacht wel bij
nodig".
Peter Hofman werkt niet
alleen voor Nederlandse
maatschappijen, ook Belgische,
Luxemburgse, Amerikaanse
maatschappijen sturen opdrach
ten naar Amsterdam, naar
het Singel, waar de heer Hof
man op de derde etage zijn
wdrkzolder heeft.
„Ik accepteer alleen maar op
drachten waar ik achter sta",
zegt hij. „Ik doe mijn werk ook
echt met liefde en het is ook zo
dat je er veel voor over moet
hebben". Zo'n twintig jaar lang
lijst Peter Hofman gouden en
platina platen in. Hij is het
ook geweest die, bij de eerste
i'