gemeente informatie m gemeente informatie
Medewerking van ouders nodig voor
bestrijding hoofdluis
GEM. SOCIALE DIENST VERHUIST
Sluiting van de
gemeentelijke
diensten
OPGRAVING VAN ST. ANNAKLOOSTER
Tentoonstelling van de resultaten
ALLE afdelingen naar Nieuwstraat 26
Geen dozen gebruiken
voor het huisvuil
BEHANDELING
Met kerst en Nieuwjaar
KENNIS
HET NIEUWE STADSBLAD - PAG. 29 - WOENSDAG 19 DECEMBER 1973
In Schiedam is bij leerlingen van een aantal
(maar lang niet alle) scholen de hoofdluis
waargenomen. Nu is pediculosis, de medi
sche term voor het met zich meedragen van
hoofdluis, in Nederland geen ongewoon
verschijnsel. Ondanks de verbetering van de
hygiëne is de hoofdluis toch nooit helemaal
verdreven. Maar vooral na de zomervakantie
is in Schiedam het aantal besmette leerlingen
toch wel sterk toegenomen. Het aantal staat
niet vast en wisselt nogal, maar het gaat om
totaal ongeveer 250 leerlingen. Bij de meeste
scholen zijn het er maar enkele leerlingen,
doch er zijn ook een paar scholen waar van
een plaag kan worden gesproken. Voor de
onderwijzers en voor de gemeentelijke
Geneeskundige dienst is dit een probleem.
Dat er in verband met hoofdluis steeds
wordt gepraat over scholen, komt, omdat
het vooral kinderen zijn die makkelijk de
hoofdluis van elkaar overkrijgen. Dat gebeurt
dan bij het spelen, of doordat de kleding en
speciaal de hoofddeksels bij elkaar worden
gelegd. Ook de slechte gewoonte om eikaars
kam te gebruiken speelt een rol. Aangezien
de controle op scholen het makkelijkst is,
komt de besmetting daar snel aan het licht.
Volwassenen kunnen óók hoofdluis hebben,
maar daar valt het niet zo op.
Hoewel de hoofdluis niet kan springen zoals
de vlo, kan men de luis toch vrij makkelijk
overkrijgen, bijv. op plaatsen waar de
mensen dicht opeen gepakt staan, zoals in
bussen en trams. Ook is het mogelijk om de
neten (de eieren van de luis die aan de haren
gekleefd zitten) over te krijgen. Het heeft
daarom weinig zin om uit te zoeken door
wie men besmet is geraakt; het gaat er om de
hoofdluis zo snel mogelijk en afdoende te
bestrijden.
De gemeentelijke Geneeskundige dienst in
Schiedam is in de afgelopen maanden druk
bezig geweest met de bestrijding. Assistenten
houden regelmatig en vaak controle op de
scholen en grijpen in zodra het nodig is. Zo
worden dagelijks tientallen kinderen op de
scholen behandeld, indien nodig gebeurt dat
ook tijdens het wekelijkse spreekuur in het
G.G. en G.D.-gebouw. Bovendien worden de
ouders gewaarschuwd en ingelicht hoe zij de
kinderen kunnen behandelen.
Dit is het belangrijke punt. Want voor de
bestrijding van de hoofdluis is de medewer
king van de ouders noodzakelijk. De
G.G. en G.D. kan de zaak controleren, kan
waarschuwen en de eerste behandeling
geven, maar de verdere behandeling dient
thuis door de ouders te gebeuren. Het is,
begrijpelijk, niet leuk om te horen dat je
kind luizen heeft. Maar gelukkig reageren
veruit de meeste ouders positief en doen er
iets aan. Met vaak goed resultaat; op
meerdere scholen is de hoofdluis weer
verdwenen!
De behandeling is niet moeilijk. Voor de
bestrijding van de luis wordt Nourycid-
haarwater voorgeschreven, terwijl het hoofd
haar vaak en zorgvuldig uitgekamd moet
worden, liefst met de speciale fijne metalen
Niska-kam. Dit om de eitjes van de haren te
verwijderen. Aanbevolen wordt om een zgn.
„azijn-kapje" te dragen gedurende de nacht;
De Gemeentelijke Sociale Dienst gaat met ingang van zaterdag 22 december a.s. de gebouwen
aan het Broersveld 144 verlaten om de intrek te nemen in de gebouwen aan de Nieuwstraat 26.
Met ingang van donderdag 27 december a.s. zullen alle afdelingen van de gemeentelijke Sociale
Dienst gevestigd zijn en voor het publiek bereikbaar zijn aan de Nieuwstraat 26, Schiedam.
Telefoonnummer voor alle afdelingen; 269051.
Spreekuren: op werkdagen van 8.30 uur tot 11.00 uur.
Kasuren: van maandag tot en met donderdag van 9.30 tot 12.00 uur; op vrijdag van 8.30 tot
12.00 uur en van 14.00 tot 16.00 uur.
De hoofdluis of pediculus humanus.
dit kan een in huishoudazijn gedrenkte doek
zijn, want azijn maakt dat de neet loslaat van
het haar. Het vraagt wel een voortdurende
controle en een geregeld en zorgvuldig
kammen van het haar. Wanneer maar enkele
neten achterblijven, komt de luis weer terug.
Voorkomen moet ook worden dat men bij
de door de beest veroorzaakte jeuk op het
hoofd gaat krabben; dit kan wondjes geven
die geinfecteerd kunnen raken en door die
infectie kan men kale plekken krijgen.
Het probleem is echter, dat er helaas ook
ouders zijn die géén medewerking willen
geven en hun kinderen niet afdoende willen
behandelen. Deze kinderen blijven dan een
bron van besmetting en daar kan moeilijk
tegen opgetreden worden. De kwestie is dat
pediculosis, hoewel een parasitaire aandoe
ning, niet genoemd staat in de Wet op de
Besmettelijke Ziekten, zodat de overheid de
behandeling niet kan afdwingen.
Wel bestaat er een verordening in de
gemeente Schiedam, die het mogelijk maakt
om kinderen- met „hoofdonrein" (en daar
valt de hoofdluis ook onder), de toegang tot
de school te ontzeggen. Geen prettige
maatregel, omdat zo de kinderen de dupe
worden van de laksheid van hun ouders.
Toch wordt ernstig overwogen om kinderen
met „hoofdonrein" niet meer tot de scholen
toe te laten. Dit tot bescherming van de
kinderen uit de goed willende gezinnen.
Gedurende beide kerstdagen, dinsdag 25 en
woensdag 26 december 1973 en op nieuw
jaarsdag dinsdag 1 januari 1974, doch tevens
op de daaraan voorafgaande maandagen 24
december en 31 december zullen de
gemeentelijke bureaus en diensten gesloten
zijn.
Het Stedelijk Museum, Hoogstraat 112, is op
maandag 24 december normaal geopend
voor het publiek, op eerste kerstdag 25
december gesloten, op tweede kerstdag
geopend, alleen van 12.30-17.00 uur en op
maandag 31 december en dinsdag 1 januari
1974 gesloten.
De Gemeenschappelijke Openbare Biblio
theek zal voor wat betreft de centrale
vestiging en alle filialen gesloten zijn op
beide kerstdagen, 25 en 26 december en op
nieuwjaarsdag 1 januari 1974. Op maandag
24 december zijn de centrale en de filialen
normaal geopend, doch op maandag 31
december alleen geopend op de normale
uren overdag, waarbij" de avond-openingen
vervallen.
V.R.O.M.-dienst. Op maandag 24 december,
op eerste kerstdag dinsdag 25 december, op
maandag 31 december en op nieuwjaarsdag
dinsdag 1 januari 1974 zal geen huisvuil
worden opgehaald. Men wordt verzocht er
rekening mee te houden dat in die weken het
huisvuil maar éénmaal wordt opgehaald. In
die delen van de wijk Kethel waar reeds
normaal eenmaal per week op woensdagen
het huisvuil wordt opgehaald, zal het niet
gebeuren op tweede kerstdag 26 december,
doch op donderdag 27 december.
De dinsdagse weekmarkt op het Bachplein in
Groenoord komt te vervallen op eerste
kerstdag 25 december en nieuwjaarsdag 1
januari 1974.
Het Bureau van de Vleeskeuringsdienst en
het openbaar slachthuis zijn gedurende de
beide kerstdagen 25 en 26 december 1973
en op nieuwjaarsdag 1 januari 1974 gesloten;
de dienst wordt uitgevoerd als gebruikelijk
op zon- en feestdagen. Op maandag 24
december is de dienst geopend tot 16.00 uur
en op maandag 31 december tot 12.00 uur.
De veehouders wordt aangeraden tijdens de
feestdagen zo spoedig mogelijk na 8.00 uur
v.m. van het hebben van destructiemateriaal
kennis te geven aan het bureau van de
Vleeskeuringsdienst, Slachthuislaan 24, tel.
269180.
Het Bureau Burgerlijke Stand aan de
Overschiesestraat 2 te Schiedam is op de
maandagen 24 december en 31 december
geopend van 9.00 tot 12.00 uur, doch
uitsluitend voor het doen van aangifte van
geboorte en overlijden.
„In de middeleeuwen waren er in Schiedam
vier kloosters. Een daarvan was het Sint
Annaklooster, een vrouwenklooster van de
Orde der Augustinessen. Opgravingen in de
zomer van 1973 op het braakliggende terrein
tussen de St. Annazusterstraat en het
Spinhuispad brachten de resten van het St.
Annaklooster aan het licht. Aangenomen
mag worden dat het klooster omstreeks
1440 is gebouwd. De gebeurtenissen van
1572 en later (de Reformatie) betekenden
het einde van het klooster. Kloostergebouw
en goederen vervielen aan de stedelijke
overheid".
Dit staat vermeld, ter inleiding, bij de
eenvoudige maar overzichtelijk gemonteerde
tentoonstelling van de bij bovenvermelde
opgravingen verkregen vondsten en histo
rische feiten, die is ondergebracht in het
Informatiecentrum Stadsontwikkeling aan
de Huis te Riviereweg (tussen ruine en
stadskantoor). Bij de opgravingen (letter
lijk! en bij de expositie komt een stukje
bloot van Schiedams oudste geschiedenis,
waar te weinig Schiedammers weet van
hebben.
De plaats van de expositie geeft aan de
bestaande schakel tussen opgravingen en de
op stapel staande plannen voor de stads
ontwikkeling. Aangenomen mag worden dat
bij de uitvoering van de Binnenstadsplannen
meer interessante vondsten gedaan zullen
worden. Een zeker teken ook dat de
gemeente Schiedam en in het bijzonder het
Gemeente Archief, het Stedelijk Museum en
•-* .'7:. V-*
Opgravingen naar het St. Annaklooster. In het midden de fundering van de toegang naar het
hoge gebouw, waarvan eerst nu duidelijk is dat het de klooster-refter is geweest.
de dienst van Gemeentewerken wel degelijk
belangstelling hebben voor en zorg besteden
aan oudheidkundige vondsten. Deze diensten
hebben, in samenwerking met de afd.
Oudheidkundig Onderzoek van Gemeente
werken Rotterdam, het archeologisch onder
zoek verricht.
Over de geschiedenis van het St. Annacon-
vent was niet zo bar veel bekend. !n het
stadsboek, een register over de periode van
1488-1537 van vonnissen, keuren en andere
zaken staat pas op 3 november 1498 iets
vermeld over het klooster. Ook zijn er zes
akten met betrekking tot het klooster,
waarvan twee uit 1505 afgebeeld staan op de
expositie.
Dankzij de opgravingen weten we nu dat het
klooster omstreeks 1440 gebouwd moet zijn,
gedeeltelijk over de fundamenten van een
oudere boerderij heen. Het bestaande ver
moeden is bevestigd, dat het klooster niet
groot was en een kleine bezetting had. Ook
weten we nu dat de vermaarde kaarttekenaar
De Gheijn in zijn kaart van 1598 (op de
expositie een afdruk) een klein beetje gejokt
heeft, toen hij om zijn kaartte verfraaien de
gebouwen enigszins heeft verplaatst. Wat De
Gheijn het „pesthuis" noemt (hij kon niet
beter weten), blijkt nu de klooster-refter te
zijn. Maar ook is wederom gebleken, dat De
Gheijn bijzonder nauwkeurig de details heeft
getekend.
Uit een duidelijke plattegrond op de
expositie blijkt dat het St. Annaconvent
heeft bestaan uit twee vleugels. Langs de St.
Annazusterstraat lagen de kapel en door een
tuintje daarvan gescheiden het patershuis (de
geestelijke verzorger woonde gescheiden van
de kloosterzusters), terwijl langs de Noord-
moleristraat tegen de kapel op de hoek
waren aangebouwd een woonruimte, een
hoge refter, een later tot woonruimte
omgebouwd washuis en vervolgens een later
gebouwd washuis. Tussen de gebouwen moet
een moestuin en een boomgaard hebben
gelegen.
Voor het onderzoek zijn volgens een bepaald
systeem sleuven gegraven, waarbij metsel
werk blootgelegd werd. Veel was van latere
datum, omdat op de plaats van het klooster
later andere gebouwen zijn neergezet. Vooral
kespen en heipalen, de fundering van de in
In verband met het bestaande tekort aan de
toegestane en van een KOMO-keur voorziene
plastic vuilniszakken mogen, zoals reeds
gemeld, ook als tijdelijke maatregel de
metalen vuilnisemmer en andere plastic
zakken (die niet de KOMO-keur dragen)
worden gebruikt. Maar voor het meegeven
van huisvuil aan de Reinigingsdienst is het
gebruik van dozen niet toegestaan!
De praktijk wijst uit dat dozen geen goede
verpakking zijn. Ze scheuren gauw, zeker
wanneer ze door regen of sneeuw nat zijn
geworden. De inhoud komt dan op straat
terecht en dat geeft een grote vervuiling.
Alsublieft, gebruik plastic zakken van alle
soorten of vuilnisemmers, maar géén dozen!
de 19e eeuw gebouwde school aan de St.
Annazusterstraat heeft veel last gegeven.
Doch onder de kespen kwam metselwerk van
middeleeuwse herkomst te voorschijn. Aan
het formaat van de bakstenen kan men
namelijk min of meer de bouwtijd vaststel
len. Dit moeizame graaf- en zoekwerk is
vastgelegd in een serie foto's op de expositie.
Die oude bakstenen hebben het verhaal
verteld van het bijna vergeten St. Anna
klooster. Hoe het werd gebouwd en later
weer gewijzigd en uitgebreid.
Daarnaast veel scherven. Uit een afvalput
(niet van het klooster, vermoedelijk van de
in 1400 gebouwde boerderij) kwamen 4
emmers scherven. Na restauratie bleken de
belangrijkste stukken een ongeglazuurde
vuurklok (bedoeld om 's nachts het vuur aan
te houden) en een fraaie voorraadpot met
vierkantig geknepen voet en een krasversie-
ring. Verder een ijzeren muurkandelaar, een
madonnabeeldje (helaas zonder hoofd) en
een aantal graapjes. Uit een afvoerput kwam
voornamelijk glaswerk uit de 17e eeuw. Van
de scherven zijn een aantal foto's te zien op
de expositie.
Het Informatiecentrum is geopend op
maandagavond van 18-21 uur, op dinsdag,
woensdag en donderdag van 14 16 uur en op
vrijdag van 9-12.30 uur en van 13-16 uur.